Abonneer Log in

4. De index houdt ons boven water

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 10 (december), pagina 12 tot 13

Een wonder is geschied: onze index deed haar werk en iedereen moet dat nu toegeven.

De automatische indexatie van lonen en sociale uitkeringen zorgde ervoor dat de koopkracht van werknemers, ambtenaren en wie recht heeft op een sociale uitkering, op peil bleef op een ogenblik dat de prijzen de pan uit swingden. In 2022 behoorde ons land tot de uitzonderingen omdat we onze koopkracht behielden. Dat leidde overigens niet tot hogere prijzen – de fameuze loonprijsspiraal – want de inflatie in ons land behoort nu tot de laagste in de Europese Unie. En de binnenlandse bestedingen zorgden voor een behoorlijk snel economisch herstel. Dubbele winst: de koopkracht behouden én de economie gestut.

Met de index zagen we dubbele winst: de koopkracht behouden én de economie gestut.

Redenen genoeg dus, om dit sociaal recht te koesteren. Ook al is het verre van perfect. Vorige besparingsrondes hebben het indexmechanisme al wat pluimen gekost. Zo kwam er een gezondheidsindex door ongezonde producten niet langer op te nemen in de berekening van de levensduurte, is er sprake van een afgevlakte index, en zit er vertraging op de aanpassing van lonen en uitkeringen aan de levensduurte. In heel wat sectoren is er immers afgesproken om pas jaarlijks aan te passen. Bovendien is er een kleine groep voor wie er geen sectorakkoord omtrent indexatie is.

De indexatie is trouwens een instrument om de koopkracht te vrijwaren, maar laat geen loonsverhogingen toe, in tegenstelling tot de vele berichten dat de lonen van de werknemers met meer dan 10% zijn gestegen. Het laat hoogstens toe om de stijging van de levensduurte te compenseren. Al heel wat, maar niet voldoende. De index kon niet verhinderen dat de lonen de afgelopen jaren stagneerden. Zelfs de Nationale Bank van België (NBB) moest dit onlangs toegeven op basis van een eigen studie die zwart op wit aantoont dat de lonen achterop hinken op de productiviteitstoename, terwijl de winsten uitgegroeid zijn tot een historisch hoog niveau van meer dan 40%, ruimschoots boven het cijfer in Duitsland en Frankrijk. Je hoeft het niet ver te zoeken: de loonnormwet legt de loononderhandelingen al jaren aan banden. Wat ontegensprekelijk leidt tot een scheve welvaartsverdeling aan de bron.

De index kon helaas niet verhinderen dat de lonen de afgelopen jaren stagneerden.

Dat de index niet meer onder vuur kwam tijdens de crises, is niet vanzelfsprekend. De Cassandra's van het VBO en UNIZO hadden voor de zoveelste keer de ondergang van dit land aangekondigd en voor de zoveelste keer de verworven sociale rechten als schuldige aangewezen. Maar zelfs de liberalen drongen niet erg aan. Dat zou immers niet alleen onpopulair geweest zijn, maar ook economisch onnodig en – vooral – op hevig syndicaal protest stoten, want in tijden van loonmatiging zou dat de druppel te veel zijn.

Wie de sociale geschiedenis leest, beseft dat geen enkele sociale verworvenheid voor eeuwig en altijd is en steeds opnieuw moet bevochten worden. Met de index is het niet anders. Ook in de toekomst vallen aanvallen te verwachten. Vooreerst omwille van het zogezegde uitzonderingskarakter ervan. In tijden van benchmarking en de klemtoon op een Europees level playing field, is dit voor conservatieven genoeg reden om de automatische indexaanpassing als een voorbijgestreefd relikwie af te schilderen. Nochtans zijn er in het buitenland wel degelijk gelijkaardige mechanismen aan zet, zoals in Frankrijk waar het minimumloon de levensduurte volgt. En waar het automatisme niet bestaat, is dit voorwerp van het loonoverleg. In Duitsland bijvoorbeeld moet men dat telkens onderhandelen. Het komt er wel, maar wat later, en vaak gepaard met sociale conflicten. Ook vanuit het oogpunt van sociale vrede is ons systeem superieur. Een nog grotere uitdaging is de inflatie zelf. De hyperinflatie was de aanleiding van het – al dan niet subtiel – in vraag stellen van het huidig mechanisme. En het staat vast dat het aankomende debat over de hervorming van de loonwet de index op tafel gooit. Als je de bovengrens (opgelegde loonnorm) in vraag stelt, zo beweren de werkgevers, dan moet ook de bodemgrens (automatische indexering) in vraag worden gesteld.

Ook vanuit het oogpunt van sociale vrede is ons systeem superieur.

En de politieke rechterzijde is bijzonder creatief in het bedenken van hervormingen van de indexatie. Laat het ons houden bij de meest geciteerde.

Een eerste spoor is het aanpassen van de gezondheidsindex zelf, door een aantal producten eruit te lichten. Zo pleit UNIZO voor een duurzaamheidsindex waarbij fossiele brandstoffen zoals gas en huisbrandolie niet langer in de productenkorf worden opgenomen. Klinkt aardig, maar komt erop neer dat het indexmechanisme verder wordt uitgehold en afgeslankt, waardoor net in tijden van oplopende energiekosten de koopkracht niet zou volgen.

Een tweede spoor is het niet langer indexeren van de brutolonen maar enkel de nettolonen. Voor de werknemers zou dat geen verschil maken. Dat komt dan wel neer op de zoveelste operatie om lonen in netto uit te betalen, net als de vele alternatieve verloningsvormen of de recent uitgebreide flexijobs. Ten koste van de overheidsinkomsten en de financiering van de Sociale zekerheid, en ten koste van de sociale uitkeringen want die worden berekend als een percentage van het brutoloon.

Een derde spoor is het invoeren van een centenindex. Daarbij worden de lonen niet langer geïndexeerd in procenten maar wordt een forfaitaire aanpassing voorzien met bijvoorbeeld het bedrag dat een indexverhoging met zich zou meebrengen voor het mediaanloon. Dergelijke hervorming wordt verkocht als een sociale, herverdelende maatregel, want iedereen krijgt evenveel bij of je nu veel of weinig verdient en daarmee realiseer je een herverdeling tussen hogere en lagere lonen. Het resultaat is echter dat de totale loonmassa minder toeneemt en de bedrijven dus winst optekenen. Ook hier zal minder worden afgedragen aan belastingen. Bovendien wordt het indexmechanisme hier ingezet als een herverdelingsinstrument terwijl dat net de rol is van de fiscaliteit.

Wat deze drie voorstellen tot hervorming gemeen hebben, is dat ze een voordeel opleveren voor het kapitaal, want het gaat nooit om een zero-sum maar steeds om een vermindering van de loonmassa.

De sociale partners in de sectoren maken deel uit van ons geroemde welvaartsmodel.

Als je al wil hervormen, dan laat je dat best over aan de partijen die rechtstreekse verantwoordelijkheid dragen bij de loonvorming en afspraken hebben gemaakt over de indexatiemechanismen, namelijk: de sociale partners in de sectoren. Ook dat maakt deel uit van ons geroemde welvaartsmodel: het is niet aan de politiek om in functie van de waan van de dag of politieke overtuiging in te breken in de loononderhandelingen. Dat is het primaat en de verantwoordelijkheid van het sociaal overleg. Net daarom moet ook de onderhandelingsvrijheid in ere worden hersteld en een einde komen aan het keurslijf van de loonmatigingswet (van '96).

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 10 (december), pagina 12 tot 13

10 GOEDE DINGEN IN 2023

1. Dekoloniseren lukt steeds beter
Luce Beeckmans
2. De overheid is terug
Ferdi De Ville
3. Amerikaanse werknemers verenigen zich
Caro Van der Schueren
4. De index houdt ons boven water
Jean-Marie De Baene
5. Right to repair wint terrein
Paola Verhaert
6. Belastingen ontwijken wordt moeilijker
Sacha Dierckx
7. Heilige huisjes brokkelen af
Dirk Van Braeckel
8. Hernieuwbare energie gaat niet meer weg
Dirk Van Evercooren
9. Lokale besturen voeren sterk sociaal beleid
Wim Vermeersch
10. Hoop is onder ons
An Pauwels

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.