Abonneer Log in

De weg naar de toekomstbestendige stad

  • Oana Bogdan - Founder en managing partner van architectenbureau BOGDAN & VAN BROECK

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 7 (september), pagina 30 tot 34

Waar vinden we meer open ruimte in Brussel? Door stedenbouwkundige regels op te leggen voor het behoud van waterdoorlaatbare en groene open ruimte op privéterreinen en door auto's weg te halen uit het publieke domein.

Door mijn ervaring in de technocratische regering van 2016 in Roemenië, werd ik in januari 2020 door de VRT uitgenodigd om in De Afspraak in debat te gaan over de acht maanden aan vruchteloze politieke onderhandelingen voor een federale regeringsvorming. Toen de kwestie van het politieke besluitvormingsproces op tafel kwam, stelde ik dat in de aanblik van de enorme uitdagingen waar de mensheid voor staat, er uiteindelijk maar één weg mogelijk is. 'We worden nu al geconfronteerd met de klimaatcrisis en binnenkort met een pandemie', voegde ik eraan toe. Twee maanden nadien werd de COVID-19 epidemie uitgeroepen tot een pandemie, maar dat kwam niet als een totale verrassing. De pandemie was een verwacht gevolg van de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, waartoe ik de open ruimte reken. Sinds 1971 weten we dat 'natuurlijke hulpbronnen door de economie stromen en eindigen als afval en vervuiling', wat betekent dat 'de capaciteit van de aarde om de menselijke bevolking en het consumptieniveau te onderhouden zal afnemen', zoals gesteld door de vader van de ecologische economie, de Roemeen Nicholas Georgescu-Roegen, in The Entropy Law and the Economic Process. Toch zijn we er collectief in geslaagd om de capaciteit van de levensondersteunende systemen op aarde te overschrijden.

Als mij wordt gevraagd hoe we de uitputting van natuurlijke hulpbronnen een halt kunnen toeroepen, antwoord ik optimistisch dat rampen ons zullen helpen. Net zoals de overstromingen in Wallonië in de zomer van 2021 bij de Belgen geleid hebben tot een gevoel van urgentie over stadsplanning en waterbeheer. Dat antwoord kan eerder pessimistisch lijken voor burgers die na de eerste lockdown samen prachtige initiatieven hebben opgezet door de openbare ruimte te ontharden en te vergroenen. Helaas zijn bottom-up initiatieven, hoe graag we dat ook zouden wensen, niet voldoende om de ongekende veranderingen die ons te wachten staan het hoofd te bieden. In feite zijn we getuige van de dood van een systeem dat zijn grenzen heeft bereikt. De geboorte van een nieuw systeem, ter vervanging van het oude, vereist de volledige samenwerking tussen de samenleving, de gemeenschappen, de politiek, de economie en de technische expertise. Onze economie moet overschakelen van kwantitatieve groei naar kwalitatieve groei. Vijf economen (allemaal vrouwen!) – Esther Duflo, Stephanie Kelton, Mariana Mazzucato, Carlota Perez en Kate Raworth – zijn het daar roerend mee eens. Zij buigen zich over de contouren van zo'n nieuw systeem door begrippen als 'waarde', 'schuld', 'groei' en 'bbp' opnieuw in vraag te stellen. Verder moet de overheid terugkeren naar haar legitieme rol, die te beperkt is geworden in vergelijking met de rol van een markt die zich te veel richt op het onmiddellijke particuliere belang en te weinig op een collectieve toekomst. Deze zwakte heeft tot rampzalige gevolgen geleid: een grotere ongelijkheid, de ineenstorting van het milieu en de moeilijkheden met het plannen op lange termijn. De crisis van onze democratie vertraagt ons in onze opdracht om de ecologische voetafdruk van de mensheid te verkleinen. Deze verkleining is nochtans de basis van onze gezondheid en bijgevolg van ons welzijn. Daarom hebben we nood aan een nieuw verhaal, een verhaal dat niet gericht is op de vernietiging maar de regeneratie van onze planeet.

Een regeneratieve ontwikkeling is ambitieuzer dan duurzame ontwikkeling en reikt verder dan het louter verminderen van onze negatieve impact op de planeet en de samenleving. Het oogt op de creatie van veerkrachtige en rechtvaardige systemen die de behoeften van de samenleving laat samenvloeien met de integriteit van de natuur. De term 'regeneratief' houdt verband met processen die hun eigen energie- en materiaalbronnen herstellen, vernieuwen of nieuw leven inblazen. Kortom, regeneratieve ontwikkeling streeft naar het creëren van een positieve impact op de planeet, de samenleving en het welzijn en de gezondheid van de mens. We weten inmiddels allemaal dat onze gezondheid en de gezondheid van onze planeet met elkaar verweven zijn. Om die gezondheid te beschermen hebben we zorgzame stedenbouw nodig, die het evenwicht tussen mens en ecosysteem herstelt. In steden vinden we de oplossing om dit evenwicht te vinden, maar de ecosystemen die het leven in steden ondersteunen hebben nood aan open ruimte, waterdoorlaatbaar en groen. Open ruimte is een vitale natuurlijke hulpbron voor de instandhouding van het ecologisch evenwicht. Maar hoe creëer je waterdoorlaatbare en groene open ruimte in een dichtbebouwde omgeving zoals de stad? Met deze vraag in gedachten en met het oog op het definiëren van de voorwaarden van een toekomstbestendige stad, heeft de expertencommissie Good Living1 zich in 2021 gebogen over de hervorming van de stedenbouwkundige verordening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.2

De openbare ruimte wordt nog te vaak ontworpen en ingericht op een functionalistische manier om verplaatsingen en onderhoud mogelijk te maken.

Het zwaartepunt van de Good Living stedenbouwkundige verordening ligt bij de open ruimte in haar geheel, of die nu privé of openbaar is. Vandaag is de private buitenruimte dikwijls verhard (als een verharding de bodem afdicht, gaan alle functies die het ecologisch evenwicht in stand te houden verloren) en arm aan beplanting. De openbare ruimte wordt nog te vaak ontworpen en ingericht op een functionalistische manier om verplaatsingen en onderhoud mogelijk te maken. De ruimte voor vegetatie is over het algemeen beperkt en dient eerder de esthetiek, in plaats van bij te dragen tot een ecologisch netwerk. Het regenwaterbeheer is nog al te vaak kunstmatig, met waterondoorlaatbare oppervlakken en de afvoer van regenwater naar het rioolstelsel. De openbare ruimte moet dus snel evolueren naar betere prestaties om de leefkwaliteit in de stad te garanderen en de gevolgen van zomerse hittegolven, overvloedige regenval en watertekort te temperen. Bovendien, heeft de COVID-19 pandemie duidelijk aangetoond dat de beschikbaarheid van open ruimte, in al haar openbare of particuliere vormen (park, plein, promenade, tuin, terras), een element is dat veerkracht biedt aan de stad. Daarom, volgens de expertencommissie Good Living, moeten de binnengebieden betrokken worden bij de duurzame ontwikkeling van het gewestelijke grondgebied door een minimum te eisen aan open ruimte met hoge bodemkwaliteit op het perceel, en de openbare ruimte moet ook klimaatrobuust worden. We moeten anticiperen op klimaatverandering en het risico op oververhitting, droogte en overstromingen beheersen.

Waar vinden we meer open ruimte in Brussel? We vinden die door stedenbouwkundige regels op te leggen voor het behoud van waterdoorlaatbare en groene open ruimte op privéterreinen en door auto's weg te halen uit het publieke domein. Volgens het Brussels Donut Portrait3 is maar 39% van de openbare wegen gereserveerd voor voetgangers en fietsers. De auto neemt een veel te groot deel van onze openbare ruimte in beslag, ten nadele van andere vervoermiddelen, maar ook ten nadele van een mogelijks grotere leefkwaliteit in deze ruimte. Daarom stelde de expertencommissie Good Living voor om het openbaar domein voor gemotoriseerde voertuigen (exclusief openbaar vervoer), met inbegrip van parkeerplaatsen, drastisch te verkleinen tot maximaal 50% van de straatbreedte, en de teruggewonnen ruimte groen en doorlaatbaar te maken. Deze onbebouwde, groene en doorlaatbare ruimte is cruciaal voor een goede werking van blauw-groene netwerken die de noodzakelijke verkoeling bieden. In de zomer liggen de temperaturen in het centrum van Brussel gemiddeld 3°C hoger dan op het platteland, en zo ontstaan hitte-eilanden. De waterondoorlaatbaarheid, de verharding van open ruimtes en de gebouwen zijn verantwoordelijk daarvoor. Met de klimaatverandering heeft dit verschijnsel een steeds grotere impact op comfort, levenskwaliteit en gezondheid. Daarbovenop ontstaat een vicieuze cirkel door het toenemend gebruik van airconditioning, dat op zijn beurt de buitenlucht opwarmt. Het goede nieuws is dat bomen ons kunnen redden. Ze koelen de lucht door beschaduwing (hoe minder zonlicht op gebouwen en trottoirs valt, des te minder energie er wordt geabsorbeerd en opnieuw uitgestraald in de lucht) en door transpiratiekoeling (het verdampen van de waterdruppels uit de bladeren heeft een verkoelend effect op de omringende lucht).

Het toenemend gebruik van airconditioning warmt de buitenlucht op. Het goede nieuws is dat bomen ons kunnen redden.

Als we de vuistregel 3-30-300 voor stedelijke vergroening van de Nederlandse professor Cecil Konijnendijk toepassen, moet elke burger vanuit zijn woning minstens drie bomen van een behoorlijke omvang kunnen zien, moet in elke buurt gestreefd worden naar 30% boombedekking en mag de afstand tot het dichtstbijzijnde park of de dichtstbijzijnde groene ruimte (van minstens 1 hectare) niet meer dan 300 meter bedragen. Recent onderzoek toont het belang aan van nabijgelegen, vooral zichtbaar, groen voor onze geestelijke gezondheid en ons welbevinden. Tijdens de COVID-19 pandemie waren mensen in grote mate gebonden aan huis of hun directe woonomgeving, waardoor het belang van nabijgelegen bomen en andere soorten groen langs straten nog groter werd. Studies hebben een verband aangetoond tussen het bladerdak van stadsbossen en niet alleen verkoeling, maar ook betere microklimaten, geestelijke en lichamelijke gezondheid, vermindering van luchtverontreiniging en lawaai. Door meer lommerrijke buurten te creëren, moedigen we mensen ook aan meer tijd buitenshuis door te brengen en meer interactie aan te gaan met hun buurt, wat op zijn beurt de sociale gezondheid bevordert. Het belang van nabijheid en gemakkelijke toegang tot hoogwaardige groene ruimte die voor recreatie kan worden gebruikt, werd onderstreept ook door het Europees Regionaal Bureau van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Hoewel de positieve impact van groene en doorlaatbare open ruimte op gezondheid, welzijn en veerkracht overduidelijk is, verwachten we geen probleemloze aanvaarding van deze drastische vermindering van de voorziene ruimte voor de auto in Brussel. Voor vele Belgen is de auto een symbool van onafhankelijkheid. Er zijn enorm veel auto's in ons klein land, juist omdat de bebouwing in België sterk versnipperd is en werkgevers bedrijfswagens aanbieden in plaats van bonussen en loonsverhogingen als reactie op het hoge belastingstelsel. De staat is zo de belangrijkste ondersteuner van onze autocultuur, die het wonen buiten de stad en het pendelen aanmoedigt. Brussel is berucht om zijn files. Vóór de pandemie pendelden meer dan 200.000 mensen dagelijks met hun eigen auto naar de hoofdstad van België. Good Living in Brussel vraagt dus om een nieuwe cultuur van kwaliteitsvolle stedelijke ruimte, die alleen kan worden gerealiseerd door een gemeenschappelijke visie van de administraties en de overheid, gedeeld met de gemeenschappen en de samenleving: een langetermijnvisie voor het bouwen van een toekomstbestendige stad die de noden van mens en natuur samenbrengt. De realisatie van deze langetermijnvisie vergt een inclusieve dialoog en een permanent professioneel en maatschappelijk debat over de toekomst van Brussel en zijn verwevenheid op wereldschaal: klimaatcrisis, verlies van biodiversiteit, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en dus van de open ruimte in de stad.

Het is duidelijk dat een klimaatrobuuste stad niet tot stand kan komen zonder een goed doordacht mobiliteitsbeleid. Gelukkig maar, het Brusselse beleid voor duurzame mobiliteit Good Move, uitgetekend vóór de pandemie, werd uitgevoerd voor een grote deel tijdens de lockdown: van de ene op de andere dag verschenen nieuwe fietspaden, werden bestaande paden verbreed, trottoirs werden aangelegd, straten werden autovrij gemaakt, het aantal rijstroken werd verminderd en mobiliteit-als-een-dienst werd in de verf gezet. Door onze afhankelijkheid van de auto te verminderen, komt er veel open ruimte vrij en daardoor worden onze steden leefbaarder. Maar omgaan met open ruimte is een complexe zaak. Wanneer we de complexiteit begrijpen van de uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd, wordt de relatie tussen het inperken van de autoruimte en het overleven van de stad duidelijk. Zo wordt eveneens duidelijk dat in de beheersing van deze complexiteit het antwoord en de bevrijding ligt. Het is de paradox van de vrijheid, de basis van het (neo)liberalisme, waarmee het de Latijnse stam liber, die 'vrij' betekent, deelt: vrijheid moet evolueren doorheen de vele lagen van controle die ontstaan uit het samenleven, uit onze interactie met elkaar, uit de onderlinge afhankelijkheid, uit de relatie tussen persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid voor het hele gemeengoed. Een fundamentele kwestie voor de samenleving is daarom, mijns inziens, de heruitvinding van vrijheid als een common goed. Een nieuw sociaal en economisch systeem, voorbij het neoliberalisme.

Met liefde uit Brussel,
Oana Bogdan4

VOETNOTEN

  1. Verslag van de expertencommissie 'Good Living' voor de hervorming van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV), die alle bouw- of renovatieprojecten en de inrichting van de openbare ruimte omkadert, 25 oktober 2021: https://urban.brussels/nl/news/good-living.
  2. De Brusselse Regering keurt de eerste versie van 'Good Living' goed!, 14 juli 2022: https://urban.brussels/nl/news/le-gouvernement-bruxellois-approuve-la-premiere-version-de-good-living.
  3. Brussels Donut Portrait: https://donut.brussels/nl/portret/.
  4. Trouw aan haar voortdurende activisme voor een kwaliteitsvolle stedelijke cultuur, verankert Oana Bogdan het werk van BOGDAN & VAN BROECK in de maatschappelijke debatten en stelt ze de traditionele rol van de architect in vraag. Zij gebruikt haar waardevolle ervaring in architectuur en politiek in Europa als spreker, lid van juries, beoordelingscommissies en besturen van non-profit organisaties, maar ook voor beleid. Zo is ze tussen 2021 en 2022 voorzitter geweest van de Expertencommissie Good Living voor de hervorming van de Brusselse Stedenbouwkundige Verordening, samengesteld uit leden van de publieke overheden: Kristiaan Borret (Bouwmeester van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), Vanessa Mosquera (directeur van de afdeling Vergunningen - Dienst Stedenbouw van de Stad Brussel, en Katelijne Franssens (hoofdarchitect en verantwoordelijke van de dienst 'Stedenbouw & Milieuvergunningen' bij de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe); vertegenwoordigers van de beroepssectoren: Thierry Baneton (voorzitter van de Brusselse kamer van de Orde van Architecten) en Pierre-Alain Franck (consultant ruimtelijke ordening en vastgoedontwikkeling bij de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector); en experten op het gebied van architectuur, stedenbouw, stadsplanning, milieu en duurzame ontwikkeling: Benoît Moritz (MSA bureau d'architecture et d'urbanisme), Anne Ledroit, (Ledroit Pierret Polet Architectes), Jens Aerts, (Ruimtelijk Onderzoek BUUR, Sweco), Hélène Rillaerts (Urban Projects BUUR, Sweco), Sven Grooten (B-architecten, B-bis en B-city), Luc Eeckhout (evr-architecten). De Expertencommissie werd in haar werkzaamheden bijgestaan door Antoine Crahay (CityTools), de gewestelijke administratie belast met stedenbouw urban.brussels en door vertegenwoordigers van het kabinet van Staatssecretaris Pascal Smet.

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 7 (september), pagina 30 tot 34

RUIMTELIJKE ORDENING

Hoe lokale politici het ruimtelijk beleid uithollen
Hans Leinfelder en Tristan Claus
Wat te doen met de villa's in Brasschaat?
Wim Van Der Steen en Herman Lauwers
Eens verkavelen, altijd verkavelen
Pascal De Decker
Gidsland Nederland?
Ries Van der Wouden
Minder kantoren, meer woningen
Kristiaan Borret
De weg naar de toekomstbestendige stad
Oana Bogdan
Schopt u e-commerce mee naar een duurzaam en innovatief bedrijfsmodel?
Marie Desrousseaux
Oosterweel, een project van de vorige eeuw
Wouter Van Dooren
De Lijn is verloren gereden in een versnipperde regio
Eva Van Eenoo en Marjolein Hantson
Wat het mestactieplan ons leert over het stikstofplan
Jos Ramaekers
De politieke knoop van Ventilus
Guy Vloebergh
Help, iemand eet het landbouwland op!
Mieke Nolf en Kathleen Van de Werf
Verdubbel de huidig beschermde natuuroppervlakte
Peter Lacoere
Hoe we water beter kunnen vasthouden
Steven Broekx
Tereos in Aalst: anomalie in tijd en ruimte
Dieter Janssens

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.