Abonneer Log in

Gidsland Nederland?

  • Ries Van der Wouden - Senior onderzoeker bij het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving. Co-auteur van ‘Ruimtelijke ordening. Geschiedenis van de stedelijke en regionale planning in Nederland 1200-nu’ (uitgeverij nai010, 2021)

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 7 (september), pagina 25 tot 27

Als we iets nauwkeuriger kijken naar de ruimtelijke ontwikkelingen van Nederland gedurende de laatste decennia, zien we dat de Nederlandse ruimtelijke ordening toch wat minder effectief is dan ze lijkt.

In 1968 schreef de architect Renaat Braem een aanklacht tegen de ruimtelijke wanorde in zijn thuisland België, met de veelzeggende titel Het lelijkste land ter wereld. Wie België vanuit het luchtruim nadert, ziet volgens Braem: 'een door een krankzinnige bijeengenaaide lappendeken (…) Daartussen een warboel van wegen en straatjes, kriskras in alle richtingen, schijnbaar slechts luisterend naar de wet van de angst voor de leegte (…) het land van Brueghel en Hiëronymus Bosch.' Het contrast met Nederland is groot: 'Wie langs Schiphol kwam en van boven af een bewonderende blik liet gaan over de systematische uitbreiding van het Hollandse schaakbord tegenover het alom tegenwoordige water, de stijl van Mondriaan, Orde, Zakelijkheid'.1

De verschillen tussen België en Nederland zijn door Braem stevig aangezet, maar ze zijn onmiskenbaar aanwezig, ook nu nog. Hoe is dat te verklaren? Ergens in de geschiedenis van de lage landen zijn het Noordelijk en het Zuidelijk deel uiteengegaan, niet alleen politiek en religieus maar ook ruimtelijk. Aan de steden lag het niet. Het stedelijk systeem van de lage landen is geleidelijk ontstaan vanaf de 12e eeuw, beginnend in het Zuiden met Brugge, Gent en Antwerpen, gevolgd door het Noorden met Utrecht, Dordrecht en vooral Amsterdam, dat volop heeft geprofiteerd van immigranten uit Antwerpen.

Het verschil zit vooral in het landelijk gebied, het platteland. België werd al vroeg in de 19e eeuw een industrieel land, Nederland pas aan het einde van die eeuw.

Het verschil zit vooral in het landelijk gebied, het platteland. België werd al vroeg in de 19e eeuw een industrieel land, Nederland pas aan het einde van die eeuw. Met de industrialisatie kwamen de spoorwegen en de wegen. Wie de kaart met de spoorwegen van België en Nederland uit 1885 bekijkt, ziet een dicht en vertakt spoorwegnet voor trein en tram in België en in Nederland enkele spoorverbindingen tussen de belangrijkste steden met vele lege gebieden ertussen.2 Verdichting van wegen en spoorwegen in België ging samen met de verspreiding van de bevolking in het landelijk gebied. In Nederland bepaalde de landbouw het aanzicht van het platteland. Boeren gingen massaal land ontwateren, egaliseren, bomen en struiken verwijderen ter wille van de productiviteit van de landbouw. En dat werd ondersteund door overheidsmaatregelen. Geen ruimtelijke ordening, maar landbouwbeleid. Het gevolg was een lelijk en verschraald productielandschap, niet bepaald een groen paradijs. Pas sinds de jaren 1980 is dit probleem onderkend, maar toen was het tij nauwelijks te keren.

Er zijn ook culturele factoren die de verschillen tussen België en Nederland hebben verscherpt. De Vlaamse katholieke elite was een groot voorstander van het bezit van eigen grond en huis voor arbeiders. Dat was de beste manier om ze van de revolutie af te houden. Die voorkeur werd vertaald in overheidsbeleid, ook de sociaaldemocraten sloten zich er bij aan. In 1936 begon minister Hendrik de Man met een nationale maatschappij voor klein landbezit, die leidde tot vele suburbane clusters van woningen met tuingrond nabij spoorwegverbindingen. Ondertussen had Nederland zijn Woningwet van 1901, waarin niet alleen kwaliteitseisen voor woningbouw werden vastgelegd, maar ook een planverplichting voor gemeenten bij grote stadsuitbreidingen. De Ruimtelijke Ordening was geboren. En door diezelfde Woningwet ontstonden woningbouwverenigingen, die nieuwe woningen konden bouwen en verhuren aan hun leden. Langs de lijnen van de Nederlandse verzuiling kwamen er katholieke, protestantse en socialistische verenigingen, en ook verenigingen voor specifieke beroepsgroepen als onderwijzers. Waar in België de woningbouw een individuele zaak bleef, werd die in Nederland een collectieve onderneming. In en rond de Nederlandse steden werden grote woningcomplexen gebouwd, vooral met huurwoningen.

Het systeem van ruimtelijke ordening begon bij de Nederlandse steden, maar breidde zich uit naar alle gemeenten, en vervolgens naar provincies en de nationale overheid. En naar de Waterschappen, verantwoordelijk voor het voor Nederland zo belangrijke water- en polderbeheer. De stap naar een nationale ruimtelijke ordening werd gezet na de Tweede Wereldoorlog. De bevolking van Nederland groeide snel. Politici vreesden dat de Randstad in het Westen van Nederland dicht zou groeien door de migratie van arbeiders uit andere delen van het land. Vervolgens ook het autobezit toe, waardoor de middenklasse de krappe stadswoning kon verruilen voor een woning met tuin buiten de stad. De nationale ruimtelijke ordening stelde regels op om het landelijk gebied tegen verstedelijking te beschermen, en kwam ook met nieuwe 'groeikernen' om het suburbaan wonen te faciliteren, naar het voorbeeld van de Engelse 'new towns'. Maar de leegloop van de grote steden ging door en leidde tot een serieuze stedelijke crisis. Die werd pas gestopt door een combinatie van stadsvernieuwing, de bouw van nieuwe woningen in de binnensteden, en nieuwe woninggebieden aan de rand van de steden vanaf de jaren 1990. Zij werden bekend onder de naam 'Vinex-wijken', naar de in 1991 gepubliceerde Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex). Vele decennia van geordende en geplande stadsuitbreiding is dus een belangrijke verklaring voor het verschil tussen Nederland en België.

Maar hoe staan de zaken er nu voor? Als we iets nauwkeuriger kijken naar de ruimtelijke ontwikkelingen van Nederland gedurende de laatste decennia, zien we dat de Nederlandse Ruimtelijke Ordening toch wat minder effectief is dan ze lijkt. We verlaten het vliegtuigperspectief en nemen de trein van Den Haag naar mijn geboortestad Gouda, en zien een aaneenschakeling van bedrijventerreinen, distributiecentra, woonwijken en wegen. Pas nadat we Zoetermeer zijn gepasseerd, wordt het befaamde Hollandse open landschap zichtbaar. De Ruimtelijke Ordening plande woonwijken, maar andere vormen van bebouwing konden er aan ontsnappen. Daar komt bij dat de nationale ruimtelijke ordening in de jaren na 2010 grotendeels is ontmanteld. Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu werd opgeheven, evenals enkele andere nationale instituten. Pas nu de ruimtelijke gevolgen van de klimaatverandering zichtbaar worden, is de paniek toegeslagen en is men haastig begonnen de nationale Ruimtelijke ordening weer op te tuigen.

Nationale ruimtelijke ordening is in Nederland in de jaren na 2010 grotendeels ontmanteld. Het Ministerie van Ruimtelijke Ordening werd opgeheven.

Ook in België is beweging zichtbaar, in elk geval in Vlaanderen. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit 1997 doet een serieuze poging de compacte stadsontwikkeling te bevorderen en de ongebreidelde lintbebouwing te stoppen. Een 'betonstop' staat op de politieke agenda. Het belangrijkste probleem is de grote hoeveelheid grond die in het verleden al is uitgegeven voor woningbouw, en de onwil van gemeenten om deze praktijk te veranderen. Plaatselijke belangenverstrengeling en ingesleten gewoonten zijn de oorzaak. Toch lijken België en Nederland geleidelijk naar elkaar toe te groeien. Waar in Nederland lang een afkeer heerste van 'Belgische toestanden', ziet men nu bepaalde voordelen. Het Nederlandse systeem van woningbouw heeft de burger tot 'woonconsument' gereduceerd, in België is die baas over eigen grond en huis. De Nederlandse 'new town' Almere experimenteert nu met kavelverkoop aan burgers, die zelf de grootte van de kavel, de bouw van het huis en de aanleg van wegen bepalen. Import van Belgische improvisatie in de Nederlandse ordening. Braem zou zich in zijn graf omkeren.

VOETNOTEN

  1. Renaat Braem, Het lelijkste land ter wereld, 1968, pp. 5-6.
  2. Greet De Block, David de Kool, Bruno De Meulder, Paradise Regained? in: Jos Arts et al (eds.) Builders and Planners, Den Haag 2016, p. 37.

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 7 (september), pagina 25 tot 27

RUIMTELIJKE ORDENING

Hoe lokale politici het ruimtelijk beleid uithollen
Tristan Claus en Hans Leinfelder
Wat te doen met de villa's in Brasschaat?
Herman Lauwers en Wim Van Der Steen
Eens verkavelen, altijd verkavelen
Pascal De Decker
Gidsland Nederland?
Ries Van der Wouden
Minder kantoren, meer woningen
Kristiaan Borret
De weg naar de toekomstbestendige stad
Oana Bogdan
Schopt u e-commerce mee naar een duurzaam en innovatief bedrijfsmodel?
Marie Desrousseaux
Oosterweel, een project van de vorige eeuw
Wouter Van Dooren
De Lijn is verloren gereden in een versnipperde regio
Marjolein Hantson en Eva Van Eenoo
Wat het mestactieplan ons leert over het stikstofplan
Jos Ramaekers
De politieke knoop van Ventilus
Guy Vloebergh
Help, iemand eet het landbouwland op!
Kathleen Van de Werf en Mieke Nolf
Verdubbel de huidig beschermde natuuroppervlakte
Peter Lacoere
Hoe we water beter kunnen vasthouden
Steven Broekx
Tereos in Aalst: anomalie in tijd en ruimte
Dieter Janssens

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.