Als rechtse politici van de leeuwenvlag een hondenfluitje maken voor een segregatie- en afbraakpolitiek, dan varen alle elites er economisch wel bij.
De bevrijding die het einde van de Tweede Wereldoorlog ons bracht, betekende voor het kapitaal wel het begin van nieuwe problemen. Onder druk van het 'rode gevaar' hadden ze zich in de meeste westerse landen te schikken naar een sociaal beleid: opgelegde herverdeling, progressieve vermogensbelastingen, afgedwongen sociaal overleg, de uitbouw van openbare diensten en dus de concurrentie van een groeiende publieke economie, enzovoort. Elites werden ook aansprakelijk gesteld voor hun doen en laten. Ze konden niet langer onaantastbaar boven de democratische orde uitstijgen, zoals dat vandaag weer steeds meer het geval is.
Om hun belangen toch te kunnen behartigen, was er een verdeel-en-heerspolitiek nodig die de macht van de arbeidersbeweging verzwakt. Om zo'n wij-zij logica ingang te doen vinden, zo bestudeerde de Amerikaanse rechtsprofessor Ian Haney-Lopez, ontwikkelde rechtse politici in de VS een dog whistle politics. Met de genocides van de nazi's nog vers in het geheugen en het succes van burgerbewegingen na mei '68, was openlijke racistische agitatie immers not done. Vandaar de keuze voor subtiele, discriminerende boodschappen in codetaal. Om zo bijvoorbeeld de witte Amerikaan ervan te doordringen dat overheidsdiensten en sociale programma's vooral zwarten en 'Mexicanen' vooruit zouden helpen. Ronald Reagan had het over 'welfare queens' in een Cadillac, lees: Afro-Amerikaanse vrouwen die zouden leven op kosten van 'the silent majority.' Mensen van kleur die werken, zouden dan weer 'onze' jobs stelen. Het signaal van de hondenfluiter aan diens achterban: eens verkozen, neem ik het voor 'ons' op. Die aanpak bleek electoraal succesvol. Het doel van zo'n hondenfluitjesvertoog: witte werkende mensen wijsmaken dat ze het beter zullen hebben als anderen minder rechten krijgen. Die verdeeldheid laat beleidsmakers vervolgens toe het sociaal bouwwerk af te breken dat doorheen de jaren was opgebouwd door solidaire strijd.
VLAAMSE RUK NAAR NIEUWRECHTS
Met het aantreden van Trump kwam er samen met een harde taalomslag een nog harder neoliberaal beleid: via een presidentiële shocktherapie van rauw racisme joeg de oranje spreekbuis van Make America Great Again het maatschappelijke onbehagen en de verdeeldheid aan. De subtiliteit van de hondenfluitjes was aan deze president-hooligan niet besteed, hij 'zegt waar het op staat' via nepnieuws en 'alternatieve feiten'. Met als dieptepunt de bestorming van het Capitool, dat geflopt Rijksdag-moment van extreemrechts in de VS.
Een paar maanden later bereikten we ook in ons land een kookpunt. De Vlaams-nationalistische terrorist Jürgen Conings hield tijdens de zomer van 2021 als voortvluchtige ex-militair het Vlaamse gewest in de ban. Het opmerkelijkste aan deze dreiging waren de tienduizenden modale burgers die zich complexloos bij zijn fanclubs aansloten. Wetenschappers moesten onderduiken en politiebescherming krijgen, televisiestudio's ontruimd. Publieke doodsbedreigingen, het nieuwe normaal? Het Trumpiaanse offensief resulteerde in politieke schokgolven tot ver buiten de VS. De voorzitter van Vlaams Belang zag er een momentum in om de heimelijke hondenfluitjes achterwege te laten en ook vrijuit te pleiten voor blanke, christelijke dominantie. Tom Van Grieken mag dat tegenwoordig zeggen in een zakenkrant en maakt zo nog eens pijnlijk duidelijk wat we onder 'onze mensen' en 'wij, Vlamingen' moeten verstaan. 'En nu is het aan ons', zo luidt de titel van zijn boek uit 2020. Vlaams-nationalisten willen zo onze Vlaamse identiteit kapen en maken van het wapperen met de leeuwenvlag zelf één groot hondenfluitje. N-VA bleef niet achter. Volgens Bart De Wever in zijn 11-juli toespraak zal er in 2024 'een coup' komen. Anders zouden er 'burgerlijke onlusten' uitbreken, 'mensen die elkaar te lijf gaan op straat'. Denk de Capitoolbestorming er zelf even bij. Het jaarverslag van de veiligheidsdienst OCAD signaleert ondertussen een 'steile opmars' van potentiële aanslagplegers.
Volgens Bart De Wever in zijn 11-juli toespraak zal er in 2024 'een coup' komen.
DE STEM VAN HET VOLK
Hoe is het toch zover kunnen komen? Die vraag hadden we voor ogen als samenstellers van het boek Debatfiches van de Vlaamse elite, dat deze maand verschijnt. Ligt het aan de sanitaire lockdowns waarmee we het coronavirus konden indijken maar die ook kweekvijvers waren voor ideologische virussen die in onze samenleving lagen te slapen? Zoals xenofobie, complottheorieën en anti-overheidssentiment. Het maatschappelijke onbehagen vindt anno 2021 alleszins een uitweg in nieuwe epidemische opstoten van rechts extremisme. Of ligt het aan de marktconforme media die hun huig steeds meer op deze rechtse wind lijken te hangen van angst, haatpraat en mediagenieke schandaaltjes? Gewenning zorgt ervoor dat de verrechtsing nog weinig opvalt. Extremisme:hidden in plain sight.
Sommige sociologen zoeken hun verklaring in de volksaard van de Vlaming. Die bleef lang gecultiveerd in een christelijke zuil die collaborateurs om electorale redenen onder haar mantel nam. Zo bleef dat donkere verleden geworteld, vandaag woekert het terug. Sommige politicologen focussen eerder op de politieke verantwoordelijkheid: na Zwarte Zondag kwam er officieel wel een cordon sanitaire, toch namen centrumpartijen een flinks en neoliberaal agenda over. Ideologisch was er helemaal geen cordon. Traditionele politici schudden hun ideologie af en gingen zich focussen op de problemen als ze zich stellen. Wat die problemen zijn, lieten ze helaas over aan rechtse framing, namens 'de stem van het volk'.
De vox populi als norm, dat zou ook democratisch zijn, hoewel democratie niet in de eerste plaats een zaak van aantallen maar van waarden en rechten is. Democratie gaat bovendien over de vraag wie de macht uitoefent in een samenleving. Wie spreekt er en wie blijft buiten beeld? In wiens belang wordt er gesproken? En hoe heeft die zogenaamde vox populi dan leren spreekt zoals ze spreekt?
DE HEDENDAAGSE TAALSTRIJD
De sociolinguïst Jan Blommaert, die ons in de lente van 2021 helaas ontviel, riep ons jarenlang onvermoeibaar op om goed op de woorden te letten waarmee we ons samenleven beschrijven. Taal is niet neutraal. Taal is macht. Taal is strijd. Ooit viel de sociale strijd in Vlaanderen samen met een taalstrijd tussen het Frans en het Nederlands. Vandaag zet die zich door in een ideologische strijd via frames, woorden en concepten waarmee politici en hun opiniërende bondgenoten ons dagdagelijks bestoken. Er zijn veel factoren die de verrechtsing verklaren, maar de lopende taalstrijd heeft er alleszins een fundamenteel aandeel in. Met al die misleidende taal, die ook de vox populi woorden in de mond legt, hoeft het niet te verbazen dat steeds meer mensen vatbaar zijn voor rechtse dwaallichten. Dagelijkse dosissen retoriek bedwelmen en vergiftigen de geesten. Daarom is het belangrijk om naar de spreekwoordelijke onderbuik te luisteren, niet om daar een beleid op te enten maar om te achterhalen hoe rechtse semantiek de spreektaal manipuleert. Hoe kapen de spreekwoordelijke rechtse debatfiches onze woorden en ontnemen ze mensen zo hun tegenstem? Hoe maakt dat ons wantrouwig voor elkaar, waardoor we onze collectieve weerbaarheid verliezen?
Zo wil men bijvoorbeeld de term 'socialisme' van zijn bevrijdende betekenis ontdoen. Het zou niet langer om een emanciperende politiek gaan die bottom-up de controle aan de werkende mensen wil geven en ons zo wil beschermen tegen feodale en private economische krachten. Het wordt als een scheldwoord in de markt gezet dat verwijst naar een strenge, boze overheid die ons onvrij zou maken. Naast het besmetten en herschrijven van klassieke begrippen ontwikkelde er zich tevens een nieuw vocabularium met uitdrukkingen als: omvolking, cancel cultuur, politieke correctheid, de neutrale overheid, de bezorgde burger, enzovoort. De new speak van rechts kent dus een rijke variatie aan registers. Deze taal wint aan hegemonie en gaat vervolgens het publiek debat domineren, waardoor andere narratieven gemarginaliseerd geraken.
Er ontwikkelde zich een nieuw vocabularium: omvolking, cancel cultuur, politieke correctheid, de neutrale overheid, de bezorgde burger, enzovoort.
ROOKGORDIJNEN WEGTREKKEN
De zorgwekkende spiraal van verrechtsing stoppen, vereist natuurlijk strijd op verschillende fronten: sociale strijd, politieke strijd, economische strijd maar dus ook taalstrijd. Het boek Debatfiches van de Vlaamse elite wil alvast aan dat laatste een bijdrage leveren door een rechts retorisch repertoire te duiden. Met een team van auteurs gingen we aan de slag om een reeks van rechtse bon mots en slimmigheden te analyseren om de ideologische aannames ervan bloot te leggen. Ons onderzoek begon bij de zogenaamde hondenfluitjes. Maar al gauw werd duidelijk dat die heimelijke toespelingen slechts één aspect van de sluwe semantiek zijn en het feit dat ze hun operationele effect hebben, hun draagvlak zeg maar, ligt ook aan de bredere mechaniek aan manipulatietechnieken die op de achtergrond meedraait. Gaande van mythes, dooddoeners, semantische salto's en andere wartaal die samen ons wereldbeeld willen kneden.
Samen met een team van auteurs willen we deze taalkundige rookgordijnen ontmaskeren. We doen dat in drie delen. Te beginnen met teksten die een analyse maken van de taal die Vlaams-nationalisten gebruiken om aan identiteitscreatie te doen. Via de bespreking van een aantal fabels demonsteren we hoe de politici van Vlaams Belang en N-VA een verzonnen zelfbeeld in het leven willen roepen volgens een rechts-conservatief rolmodel. Dat de Vlaamse identiteit een vaag gegeven is, maakt het helaas bijzonder vatbaar voor ideologisch getouwtrek. Deel twee pakt het neoliberale eenheidsdenken aan dat denktanks en allerhande liberale draaiorgels ons voortdurend willen opdringen. De vraag is hier: als voor het politiek personeel van Voka-Vlaanderen taal de sleutel tot de Vlaamse identiteit is, welk wereldbeeld zit er dan achter hun eigen taal? We weten: wie de wereld leest door een neoliberale bril, die ziet geen alternatief meer voor de concurrentieleer en het winstgeloof. Als dan blijkt dat het verhoopte excelleren van Vlaanderen uitblijft, dan moet daar een zondebok voor worden gevonden. Dat is het onderwerp van deel drie: een conservatieve cultuuroorlog wil onze aandacht van sociaal-economische thema's naar cultureel-identitaire thema's afleiden. Dan wordt het wereldtoneel er een van botsende beschavingen. Zo willen sommigen ons opsluiten in onze vermeende superioriteit waarvan dan de ondergang dreigt. Als excuus voor het falen, zijn er duistere tegenkrachtenkrachten nodig, gaande van externe bedreigingen voor 'onze manier van leven' tot interne vijanden: het verraad van de slechte Vlaming, de inactieven, wokeness en cultuurmarxisten, ook bekend als yogasnuivers, bakfietsbobo's, moslimknuffelaars, enzovoort. Deze nieuwrechtse droomfabriek krijgt gemakkelijk een publiek forum, want sensatie is voor de geest wat suiker is voor het lichaam.
Met dit ideologische drieluik willen we ook het samenspel van deze drie verschillende taalregisters duidelijk maken. Eerst is er de identiteitscreatie: vormgeven van wie we zijn en waarom 'wij' samen zouden moeten strijden. Dan is er het neoliberale plaatje dat ons wil inprenten hoe de wereld draait: There is no alternative, als oogkleppen. Ten slotte is er als sluitstuk de toxische propaganda die een 'zij' construeert: het andere kamp, de dreiging, het excuus, het afleidingsmanoeuvre. Want zonder die 'zij', geen 'wij'. Rest ons de vraag waarvan Jan Blommaert zou willen dat we ze stellen: wie profiteert er van deze dressuur?
WIENS BELANG DIENT DEZE TAAL?
De verrechtsing is natuurlijk geen typisch Vlaams fenomeen. In andere landen woedt een gelijkaardige taal- en cultuurstrijd. Maar die staat nergens los van de sociaaleconomische strijd die vandaag ook in volle hevigheid woedt. Een verrechtsing van de publieke opinie duwt het sociaaleconomisch beleid naar rechts en we weten wie daar baat bij heeft. Het verwondert daarom niet dat de Vlaamse werkgeversfederatie Voka tijdens de regeringsvorming in 2019 de media opzocht met de verklaring dat een regering met Vlaams Belang moet kunnen. De Vlaamse economische elite stuurt dus niet alleen aan op een neoliberaal beleid dat resulteert in een groei van extreemrechts. Een deel van die elite ziet er ook geen graten in dat een extreemrechtse partij mee de beleidsagenda kan bepalen, ervan uitgaande dat ze een nog radicaler neoliberaal beleid zullen voeren.
Het verwondert niet dat Voka in 2019 de media opzocht met de verklaring dat een regering met Vlaams Belang moet kunnen.
Het is niet zo dat Voka de haatpraat van extreemrechts promoot. We stellen wel vast dat het racistisch programma van extreemrechts voor Voka alvast geen beletsel vormt in het promoten van de beleidsverantwoordelijken die hun belangen mogen behartigen. Dat een deel van de economische elite de democratische strijd tegen extreemrechts offert op het altaar van het eigenbelang, zegt veel over hun democratische ingesteldheid. Dat de droomregering van Voka bestaat uit een familie van Vlaams-nationalistische partijen is niet ingegeven door één of andere sentimentele verknochtheid aan Vlaanderen of het 'Vlaamse volk' maar door het besef dat de rechts-conservatieve agenda van deze partijen het best de elitaire belangen dient. Een splitsing van België betekent namelijk meteen ook het opblazen van het naoorlogse sociale pact en dus de verdere ontmanteling van de sociale welvaartsstaat. Het betekent het verder fnuiken van de tegenmacht van de vakbonden en de mutualiteiten, ten voordele van een fiscaal steunbeleid aan bank en beurs.
Of België werkelijk bestaat uit twee democratieën, het zal Voka worst wezen. Als de mantra 'België barst' haar belangen dient, zal ze complexloos de partijen steunen die dit beweren. Als rechtse politici van de leeuwenvlag een hondenfluitje maken voor een segregatie- en afbraakpolitiek, dan varen alle elites er economisch wel bij. En niet alleen het Vlaamse volk wordt zo bedrogen. Wie daarop reageert, haalt zijn neus niet op voor de Vlaamse cultuur of de Vlamingen. Integendeel. De vlag is niet zozeer het probleem, wel de lading die ze dekt.
Robrecht Vanderbeeken, Karim Zahidi (red.), Debatfiches van de Vlaamse elite, epo, Berchem, 2022.
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 1 (januari), pagina 69 tot 73
MACHT
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.