De stadscoalitie-bis kan niet wegsteken dat het toch wat stroever loopt dan in haar eerste bestuursperiode.
Tijdens de vorige legislatuur (2012-2018) slaagde de eerste versie van de stadscoalitie (Team Burgemeester aka Open VLD, Vooruit, N-VA) er in om Kortrijk opnieuw een fris en hip imago aan te meten. De transitie was al volop bezig onder het laatste CD&V-bestuur. Maar het was burgemeester Van Quickenborne die samen met zijn ploeg de renaissance voltrok en de Guldensporenstad weer als het epicentrum van het zuiden van West-Vlaanderen verkocht kreeg. 'Kortrijk is veel veranderd', was de voorbije jaren een vaak gehoorde opmerking wanneer je inwoners en bezoekers van de stad naar hun mening vroeg. Het alternatief voor het eeuwige CD&V-bestuur had met andere woorden goed gewerkt.
De coalitie kreeg voor dat werk in 2018 ruimschoots het vertrouwen van de Kortrijkzanen. Althans, dat gold vooral voor het uithangbord van de stadscoalitie: burgemeester Van Quickenborne en zijn Team Burgemeester (TB). De socialisten en Vlaams-nationalisten die ook in de coalitie zaten, bleven ter plaatse trappelen of gingen achteruit. Enkel TB werd beloond voor het gewaardeerde beleid en zette op die manier een monsterscore neer. De partij kon in de formatie mathematisch verschillende kanten uit, maar bleef uiteindelijk trouw aan de coalitiepartners met wie het zes jaar had bestuurd. In de inhoudelijke portefeuilleverdeling werd de machtsgreep wel aangerekend. TB kon het gros van de bevoegdheden binnenhalen terwijl sommige andere schepenen volledig werden uitgekleed. Om één van de schepentitels toch nog wat cachet te geven moest men er zelfs het grote synoniemenwoordenboek bijhalen. Zo is een Vooruit-schepen bevoegd voor milieu, klimaat, biodiversiteit, kinderen en jongeren. Ook N-VA, dat zich met twee schepenen ontfermt over cultuur, onderwijs, personeel, feestelijkheden en financiën, oordeelde duidelijk dat 'er bij zijn' electoraal belangrijker kan zijn dan rijk gevulde schepenmandjes. De Vlaams-nationalisten zijn mathematisch bovendien overbodig. Al moet gezegd dat de grootste investeringen die de stad tussen 2020 en 2025 plant, wel binnen de bevoegdheden van kleine coalitiepartners vallen.
De vraag is evenwel of al de investeringen er ook daadwerkelijk zullen komen. Zo werden de plannen om een markthal te bouwen al opgeborgen en werd ook het idee afgevoerd om Hoog Kortrijk (zuiden van de stad) via trambussen met het centrum te verbinden. De heraanleg van een drukke verkeersader, die nodig is om de trambussen vlot te laten passeren, zou toelaten om het stadsdeel ten zuiden van het station te ontwikkelen. Een project waarmee Vincent Van Quickenborne 'de Champs-Elysées van Kortrijk' wilde realiseren. Dat plan staat ondertussen on hold. Volgens de meerderheid moesten ze die ambitie laten varen om corona financieel het hoofd te kunnen bieden, maar de oppositie ziet er het zoveelste bewijs in dat de stadscoalitie drijft op aankondigingspolitiek en niet gerealiseerde investeringen. Over de juiste interpretatie kan je blijven discussiëren, maar feit is natuurlijk dat men voor de grootse plannen die men heeft financieel soms ook afhankelijk is van externe partners zoals De Lijn of de Vlaamse regering. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de opwaardering van het kanaal Bossuit-Kortrijk en de heraanleg van de ring rond Kortrijk (R8). De stadscoalitie had de ambitie om beide projecten te realiseren tot het besef groeide dat de Vlaamse regering nooit twee keer honderden miljoenen euro's naar dezelfde regio zou doorsluizen. Er zal een keuze tussen de twee projecten moeten worden gemaakt. Realpolitik heet dat.
De stadscoalitie hangt volgens de oppositie echter aaneen van de marketing. Ze heeft inderdaad soms een overdreven drang om zich te verkopen en dat kwam bijvoorbeeld tot uiting in het participatieverhaal waar het stadsbestuur graag mee uitpakt. Zo was De Grote Bevraging, een online enquête, vooral bedoeld om de perceptie te creëren dat de stad luistert, niet om echt te luisteren. Daarvoor was het instrument te bot. De vragen waren voorgekauwd en de methodologie was erbarmelijk. Ook de lage activiteit op de 'participatiewebsite' Kortrijk Spreekt en de onduidelijkheid of het jaarlijks geplande digitaal referendum nog terugkeert, doet twijfelen aan de oprechtheid waarmee het stadsbestuur bezig is met participatie. Nadat in het enige referendum tot nu toe een voorstel van Vooruit (om elke maand een autoloze zondag in te voeren) werd afgevoerd, lijkt men te twijfelen om zich nog aan zo'n bevraging te wagen. Burgers die zich laten horen kunnen immers de plannen van de bestuurders aardig in de war sturen. Dat inspraak niet voor de hand ligt en voluntaristische bestuurders soms limieten oplegt, lijkt men stilletjes aan ook in het stadhuis te beseffen. Dat bleek het meest recent toen ruim 1.000 inwoners zich verzetten tegen de plannen van de mobiliteitsschepen om via een knip een autoluwer Bissegem (deelgemeente Kortrijk) te realiseren.
Niet alleen de inspraak van de burger vertoont wat mankementen, ook de gemeenteraadsleden van de oppositie voelen weinig respect. Gemeenteraadszittingen verliepen al herhaaldelijk tumultueus en gaan tot een onmenselijke uur in de nacht door. De oppositie klaagt ook dat er slechts zelden ingegaan wordt op de voorstellen die ze doen. In het beste geval worden hun voorstellen achteraf verpakt als voorstellen van de stadscoalitie. De ambitie uit het bestuursakkoord om over de partijgrenzen heen aan de beste stad van Vlaanderen te bouwen, wordt dus heel erg betwist.
Bovenstaande dossiers zijn evenwel vooral voer voor die burgers die de stedelijke politiek van dichtbij volgen. En draai of keer het zoals u wil, dat is verre van het gros van de bevolking. Een West-Vlaams burgemeester vertelde met ooit dat burgers vooral van de vier V's wakker liggen: verkeer, vuilnis, veiligheid en de vrimde (migratie). Op dat vlak zouden de duurdere vuilniszakken, het betalend maken van de containerparken (omdat het moet van Vlaanderen), het duurdere parkeren, de inflatie aan veiligheidscamera's (zie de gênante passage van Kortrijk in de VRT-documentaire Privacy en ik ) of de bouw van een nieuwe moskee veel beslissender kunnen zijn in 2024.
Er zijn dus zeker punten van kritiek, maar men kan bezwaarlijk beweren dat dit stadsbestuur niks voor elkaar krijgt. Integendeel zelfs. In het college zitten een paar heel bekwame schepenen die van Kortrijk oprecht een topstad willen maken. In de 'strijd' met die andere centrumstad in het zuiden van West-Vlaanderen, Roeselare, helt de balans daardoor wellicht al enkele jaren terug over in het voordeel van Kortrijk. Investeringen in 'stenen' zoals het verder verlagen van de Leieboorden, de vernieuwing van het historisch centrum en het winkelwandelgebied, bijkomende sport- en fietsinfrastructuur en een nieuw woonzorgcentrum zullen ongetwijfeld de aantrekkingskracht van Kortrijk nog verhogen. De 'harten' kunnen dan weer veroverd worden met een veelbelovend burgerbudget en feestgedruis als na corona opnieuw wat meer mag op dat vlak. Dan zal de Kortrijkzaan misschien wat meer de stadscoalitie uit de vorige legislatuur herkennen. De succesvolle passage van de Warmste Week eind 2019 laat dat alvast vermoeden.
In de strijd met die andere stad, Roeselare, helt de balans wellicht al enkele jaren terug over in het voordeel van Kortrijk.
Wat wil dit nu allemaal zeggen voor 2024? Wellicht niet zo heel veel. Sommige inhoudelijke dossiers zoals de bouw van een nieuwe moskee of de containerparken die betalend werden, zouden hun sporen wat kunnen nalaten. Maar de belangrijkste vraag zal toch zijn of Vincent Van Quickenborne, die in 2020 vroegtijdig het Kortrijkse schip verliet en zijn burgemeesterssjerp inruilde voor een ministerportefeuille in de Vivaldi-ploeg, opnieuw kandidaat-burgemeester zal zijn of volop inzet op het federale niveau. De lokale en federale verkiezingen worden op enkele maanden van elkaar gehouden waardoor er vragen zouden kunnen rijzen over zijn ambities. Maar zelfs als hij ondanks zijn langdurige afwezigheid in Kortrijk en eventuele mist rond zijn toekomst toch de strijd om de sjerp aangaat, dan nog zal hij ongetwijfeld opnieuw de stemmenkampioen worden. Misschien wat minder glorieus dan in 2018, maar er dient zich niemand aan die Q qua voorkeurstemmen van de troon kan stoten. Wellicht kan hij zelfs de grootste worden als hij eerlijk aangeeft dat hij burgemeester zal worden tenzij 'Brussel roept'. Door zich kandidaat te stellen kan hij bovendien voorkomen dat de concurrentie een kans ruikt om zich als geloofwaardig alternatief naar voren te schuiven. Als Q niet meedoet ontstaat immers een veel opener strijd om de sjerp.
Maar zelfs in het geval dat TB niet met Van Quickenborne als kopman naar de kiezer trekt, stelt zich de vraag of er een partij is die beter kan doen? In 2018 blies TB de concurrentie omver. Wellicht zal het moeilijk zijn om dat resultaat in 2024 te herhalen, maar tegelijk lijkt CD&V niet bij machte om opnieuw de plaats in te nemen van de liberalen als partij van 't stad. Nog steeds is onduidelijk wie de leiding heeft bij de christendemocraten en wat bijvoorbeeld de plannen zijn van Felix De Clerck. En heeft die laatste nog de electorale aantrekkingskracht die hem in het verleden werd toegedicht? Laat staan dat de huidige CD&V-gemeenteraadsleden zomaar een stap opzij willen zetten voor the new kid in town.
Een boksmatch Q vs VB is dan ook niet uitgesloten in 2024.
De partij die de stadscoalitie nog het meeste stemmen zou kunnen afsnoepen, is wellicht Vlaams Belang. Radicaal-rechts heeft twee parlementsleden in de gemeenteraad en dat toont zich. De partij stelt heel veel vragen en komt snedig tussen. Hun communicatie appelleert vooral aan de onderbuik, maar legt hen wellicht geen windeieren. Sinds de nationale verkiezingszege en de geldfontein (a.k.a. partijfinanciering) die daarbij hoort, zijn er middelen genoeg om bijvoorbeeld een langgerekte campagne rond een nieuwe moskee (de oude zou verhuizen) op te zetten. Dat er in de slipstream van de nationale verkiezingen mogelijks ook gediscussieer zou kunnen ontstaan over het al dan niet doorbreken van het cordon sanitaire zou hen alleen maar meer in het centrum van de aandacht kunnen plaatsen. Zeker N-VA zou dan wel eens verder achteruit kunnen gaan. In een coalitie die de diversiteit omhelst, is het voor de partij van schepen Axel Ronse moeilijk om met het Belang te concurreren. Q zelf zou misschien nog kunnen ontsnappen als hij zich als het belangrijkste boegbeeld van de anti-VB-beweging in de stad kan profileren. Een boksmatch Q vs VB is dan ook niet uitgesloten in 2024.
Met de hete adem van het VB in de nek en de onvoorspelbare electorale impact van het afschaffen van de opkomstplicht wacht de Kortrijkse politiek een paar nerveuze jaren. De tijd om de Kortrijkzaan opnieuw in te pakken met goed bestuur is aangebroken. Of om het met de woorden van de Kortrijkse cultzanger Johny Turbo te zeggen: 'Ja, gomme begunn of oe skjèt da?'
Samenleving & Politiek, Jaargang 28, 2021, nr. 8 (oktober), pagina 48 tot 51
HALVERWEGE DE LOKALE LEGISLATUUR (2018-2024)
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.