Ursula Von der Leyen roept ‘Slava Ukraini’ in blauw-gele outfit voor het Europees Parlement, maar het lijkt ondenkbaar dat ze getooid in de keffiyeh ‘Free Palestine’ in het Arabisch zou roepen.

© Europese Commissie
De Europese Unie (EU) staat er bij en kijkt er naar. De lauwe reactie van de Europese leiders tegenover de genocide in Gaza wekt veel cynisme maar weinig verbazing. In het EU-discours lijkt het alsof dit ‘conflict’ pas begonnen is op 7 oktober 2023, zonder oog te hebben voor de complexe geschiedenis van kolonisatie, holocaust, Nakba, bezetting en apartheid.
LANGE TREND VAN NALATIGHEID
De EU heeft in het afgelopen jaar weinig gedaan om de agressie van Israël te stoppen. Haar samenwerking ging verder zonder enige aarzeling. Op basis van Artikel 2 van het Associatieakkoord kan de EU Israël sanctioneren indien het de mensenrechten en democratische principes met de voeten treedt. De EU heeft echter geen beroep gedaan op deze sanctiemogelijkheid. Integendeel, de samenwerking omtrent datatoegang werd verlengd in januari 2024. Josep Borrell, de EU-buitenlandvertegenwoordiger, riep in juni 2024 wel op om een associatievergadering te houden om de mensenrechtenschendingen te bespreken, maar de Israëlische regering wil enkel deelnemen als ook andere bilaterale zaken aan bod komen.
Dit Associatieakkoord werd afgesloten in 1995 en ging in werking in 2000. Het voorziet in verregaande samenwerking, op het vlak van handel maar ook inzake wetenschap, technologie en cultuur. Concreet houdt de samenwerking in dat Israëlische instellingen kunnen deelnemen aan het ‘Horizon Europe’ programma van de EU (het negende meerjarig programma voor onderzoek en innovatie). In navolging van de campagnes voor een academische boycot van Israëlische onderzoeksinstellingen bleek trouwens dat het overgrote deel van de samenwerkingen bij de Universiteit Gent (en andere Vlaamse universiteiten) via Horizon Europe verliep.
De voorzichtigheid van de EU ten aanzien van Israël speelt al langer dan vandaag. Ook in 2021 reageerde de EU zeer zwak op de Israëlische repressie van de protesten tegen de verplaatsing van Palestijnen uit Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem. We zien een steeds terugkerende trend waarbij de EU bepaald gedrag van Israël impliciet (of expliciet) veroordeelt, maar zeer zelden de dader an sich bekritiseert.
INTERNE VERDEELDHEID OF REALPOLITIEKE AGENDA’S?
Het is een klassiek patroon dat de Verenigde Staten de leiding nemen in het westerse beleid tegenover het Midden-Oosten. De EU lijkt al decennialang onmachtig om enige invloed uit te oefenen. Europa is misschien wel een payer – met miljarden ontwikkelingshulp – maar zeker geen player. De verklaring lijkt bijna (te) voor de hand liggend: EU-lidstaten zijn typisch verdeeld over de kwestie. Deze trope over verdeeldheid en kleinste gemene deler was ook het voorbije jaar de dominante manier om het EU-debat te duiden.
Het klopt natuurlijk dat niet iedereen op dezelfde lijn stond. Landen zoals Duitsland, Hongarije en Tsjechië waren mild tegenover Israëlisch geweld, terwijl Ierland, Spanje en België een scherpere toon aansloegen. Ook binnen de Brusselse EU-instellingen waren de standpunten verdeeld. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bezocht Israël al op 13 oktober 2023 en liet de Israëlische vlag projecteren op het Berlaymont-gebouw, terwijl de Hongaarse commissaris Olivér Várhelyi de EU-hulp aan Palestina probeerde te bevriezen en later op bezoek ging bij premier Benjamin Netanyahu en minister Yoav Gallant, beiden gezocht door het Internationaal Strafhof. Tegelijkertijd namen Borrell en de commissaris voor crisisbeheer Janez Lenarčič een meer kritische positie in en riepen op tot humanitaire pauzes en een staakt-het-vuren.
Er heerst een algemene Europese consensus dat handel, stabiliteit en veiligheid dé Europese doelstellingen zijn in de regio.
Maar deze framing is te eenvoudig. Een analyse van de EU-houding zou niet mogen stoppen bij de klassieke vaststelling van verdeeldheid. Er heerst een algemene Europese consensus dat handel, stabiliteit en veiligheid dé Europese doelstellingen zijn in de regio. De vrijwaring van Europese belangen is de bottom line. Daar horen trouwens ook energiebelangen bij, sinds de ontdekking van enorme gasreserves in Israël en Palestina.1 Het imago van de zwakke en verdeelde actor verhult het Europese ‘succes’ om deze agenda’s te verdedigen.
Dit is institutionele hypocrisie. De morele en politieke beoordeling van politici en regeringen is inferieur aan de manier waarop de institutionele complexiteit van de EU bijdraagt tot het verhullen van verantwoordelijkheden en verdoezelen van realpolitieke agenda’s.
Daarnaast zijn het vooral de Israëlische overheid en de VS-regering die grotendeels de parameters bepalen waarbinnen het beleid gevoerd wordt. Het komt de EU eigenlijk ook niet slecht uit dat ze algemeen als zwak en verdeeld beschouwd wordt en in de schaduw van de VS kan opereren. Progressieve politici kunnen hun (oprechte) verontwaardiging uiten zonder al te veel schade aan te richten aan de economische en geopolitieke agenda’s.
LABELING VAN PRODUCTEN UIT NEDERZETTINGEN
De institutionele hypocrisie baart beleidsdaden die progressief lijken maar weinig veranderen aan de status quo. Zoals het verplicht labelen van producten uit illegale Israëlische nederzettingen in 2015. In een arrest van 2019 bevestigde het Hof van Justitie dat lidstaten de Psagot wijn uit de gelijknamige nederzetting vlakbij Ramallah moeten labelen. Dit initiatief geeft een belangrijk signaal over de EU-veroordeling van de nederzettingenpolitiek en het komt zelfs radicaal over dankzij pro-Israëlische stemmen, die een parallel trokken met de antisemitische Jodenster onder het nazisme.
Maar de reikwijdte van het labelinginitiatief blijft beperkt tot nederzettingen, dus amper een paar procent van de Israëlische export naar de Europese markt, en het blijkt quasi-onmogelijk om te implementeren. Daarnaast blijkt dat niet het volledige productieproces opgenomen wordt. Zo hoeft een product dat uit een bezet gebied komt, maar daar niet volledig is afgewerkt, niet gelabeld te worden als ‘afkomstig uit bezet gebied’. Dat zorgt ervoor dat een groot (zo niet het grootste) deel van de handel buiten die regeling valt en nog altijd geniet van de voorkeurstarieven van de EU. Ook de Belgische douanediensten hebben het moeilijk om de correcte toepassing van de labels op te volgen.
Daarom gaan opnieuw stemmen op om een verbod in te voeren op producten uit nederzettingen, iets wat ngo’s al decennialang vragen. In België ligt een wetsvoorstel op tafel2, dat gesteund werd door CD&V, Vooruit/PS en Groen/Ecolo, maar dat geen meerderheid vond binnen de Vivaldi-regering. Idealiter geldt zo’n handelsverbod van producten uit Israëlische nederzettingen (of uit Israël als geheel) op EU-niveau.
WEL EUROPESE EENSGEZINDHEID OVER OEKRAÏNE
Over sommige zaken is er binnen de EU trouwens wel eensgezindheid. Er bestaat al decennialang een gemeenschappelijk Europees standpunt rond de verdediging van de pre-1967 grenzen (de ‘Groene Lijn’) en de tweestatenoplossing. Of dat iets is om trots op te zijn als EU-burgers is nog maar de vraag. Hoe pakt men bijvoorbeeld het onrecht van 1948 en nadien aan? Waarom blijft men ritueel de tweestatenoplossing bepleiten, hoewel niemand er nog in gelooft? Europese leiders waren het er ook al lang over eens dat politieke conditionaliteit tegenover Israël uit den boze is. De commerciële relaties met Israël hoeven dus niet verstoord te worden met politieke discussies en het autoritaire bestuur van de Palestijnse Autoriteit wordt nauwelijks aan de kaak gesteld.
De Russische invasie in Oekraïne toont dat de EU wel degelijk snel, kordaat en eensgezind kan reageren.
De Russische invasie in Oekraïne toont dat de EU wel degelijk snel, kordaat en eensgezind kan reageren. Sinds februari 2022 zagen we een ongeziene bevoorrading van wapentuig voor het Oekraïense leger, een grondige heroriëntering van EU-budgetten ten nadele van het Globale Zuiden en ten voordele van de oostelijke buren, verregaande sancties tegen Russische elites, en zelfs de toekenning van de status van kandidaat EU-lid voor Oekraïne. Iets gelijkaardigs gold overigens voor de zogenaamde ‘vluchtelingencrisis’ in 2015, die meteen leidde tot massale economische en diplomatieke steun voor regimes die het Fort Europa in stand helpen houden. Binnen de EU is veel gebakkeleid over de vluchtelingenallocatie (een mooi staaltje van eurocratisch eufemisme), maar Europese leiders waren het er snel en roerend mee eens dat we het grensbewakingsagentschap Frontex moeten versterken en akkoorden moeten afsluiten met Tunesië en Libië.
Het punt is: onderliggend aan institutionele complexiteiten en nuanceverschillen in aanpak, situeren zich economische en geopolitieke agenda’s die meer fundamenteel vormgeven aan het EU-beleid.
HOOP VOOR DE EU?
De politieke kaarten in de EU liggen niet zeer gunstig voor ambitieuze initiatieven onder de komende Commissie (2024-2029). Het gewicht van centrum- en radicaal-rechtse politici is toegenomen in het Europees Parlement. Centraal- en Oost-Europese landen, waar doorgaans meer sympathie heerst voor de Israëlische staat, staan meer dan ooit op hun strepen. Bovendien zal de Commissie opnieuw geleid worden door Von der Leyen en zal het buitenlands beleid waargenomen worden door EU-Buitenlandvertegenwoordiger Kaja Kallas (een liberale politica en voormalig premier van Estland) en de commissaris voor de Mediterrane Regio Dubravka Šuica (huidige Kroatische commissaris voor Democratie en Demografie, van christendemocratische signatuur). Deze politici hebben vooralsnog weinig moed getoond om de Palestijnse belangen te verdedigen en hun politieke partijen toonden vooral sympathie voor de Israëlische posities.
Centraal- en Oost-Europese landen, waar doorgaans meer sympathie heerst voor de Israëlische staat, staan meer dan ooit op hun strepen.
Toch zijn er enkele meer hoopvolle signalen. In het bijzonder is er de internationale rechtspraak, zoals het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024 dat derde landen oproept om op geen enkele manier bij te dragen aan de illegale Israëlische bezetting (althans die van 1967). In principe is de uitspraak niet bindend, al is het heel dubieus om als land het advies van het ICJ niet te volgen en toch medeplichtig te zijn aan bezetting. De uitspraak kan daarbij ook worden gebruikt door de publieke opinie om druk te zetten op Europa. In Nederland heeft SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen), samen met burgerorganisaties, de Nederlandse staat aangeklaagd wegens het niet volgen van de rechtspraak van het ICJ. Het gaat om zowel het advies van juli 2024 als om de uitspraak van januari 2024, waarbij het Hof besliste dat Israël aannemelijk een genocide pleegt die men moet stoppen. Landen die deze adviezen niet aannemen, zijn medeplichtig.
De wapenhandelkwestie zal een graadmeter zijn voor de handhaving van het internationaal recht. Momenteel leveren diverse landen wapens aan Israël en vice versa. Volgens de logica van de institutionele hypocrisie staat ‘Europa’ hier zwak omdat dit grotendeels de bevoegdheid is van lidstaten. De EU kan enkel een softe druk uitoefenen op hun exportregimes, maar de voorbije jaren zien we wel een europeanisering van het wapenbeleid, steeds meer EU-gedreven interventies in de defensie-industrie, en een effectieve druk van de EU om wapenleveringen aan Oekraïne te verhogen. De komende tijd zal de EU dus noodgedwongen moeten inschatten in hoeverre haar commerciële en geopolitieke belangen in de regio nog opwegen tegen medeplichtigheid aan een genocide en een regionale oorlog.
AFLEIDINGSMANOEUVRES
Het kan evengoed dat de EU zich comfortabel schikt in een tussenpositie die niet raakt aan bestaande machtsverhoudingen. En in de plaats daarvan gaat focussen op absurde thema’s die afleiden van de kern. Zo ging het belangrijkste Israël/Palestina debat in het Europees Parlement sinds 2018 over … Palestijnse handboeken. Pro-Israëlische lobbies brandmerkten, met behulp van pseudo-wetenschappelijke studies, Palestijnse handboeken van het ministerie van Onderwijs als haatdragend en antisemitisch. Dit dient als argument om Europese steun voor de onderwijssector in Palestina terug te trekken. Vooral ook om pro-Palestijnse stemmen in het defensief te duwen rond dit non-issue. Sommige europarlementairen gingen zelfs zover om de misdaden van 7 oktober toe te schrijven aan de haat die in Palestijnse handboeken gepredikt zou worden.
Het belangrijkste Israël/Palestina debat in het Europees Parlement sinds 2018 ging over … Palestijnse handboeken.
Een gelijkaardige situatie zagen we het voorbije jaar met de stemmingmakerij rond de Europese financiering voor humanitaire hulp aan Palestina via de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), omdat een aantal personeelsleden tot de Hamas strijders zouden behoren. Veel politieke energie ging verloren in deze kwesties, terwijl de Israëlische strijdkrachten hun operaties verderzetten.
FALEN VAN HET EUROPESE PROJECT
Niemand verwacht uiteraard dat de EU de complexe situatie in het Midden-Oosten kan oplossen. Gezien de historiek van interventie door Europese grootmachten, namelijk via de kolonisatie van de regio en het antisemitisme dat resulteerde in de Holocaust, is het vooral raadzaam dat Europa zich bescheiden opstelt. Dat betekent dus ook zich onthouden van het vredesnarratief. Men ziet soms de bekomen vrede in Europa na de Tweede Wereldoorlog als een model of scenario voor wat mogelijk zou zijn in het Midden-Oosten.
Maar historisch onderzoek heeft aangetoond dat de Europese vredesmythe grotendeels incorrect is – iets wat men in het Globale Zuiden overigens al lang wist. Europese integratie ging altijd ook om het verderzetten van het koloniale project. Het zou al een goed begin zijn als EU-leiders even in de spiegel kijken en hun retorische pleidooien voor vrede, democratie, mensenrechten, liberale waarden, zelfbeschikkingsrecht toetsen aan hun aanpak niet alleen tegenover Rusland maar ook tegenover Israël.
Het contrast met het EU-beleid tegenover Rusland illustreert het ware falen van het Europese project. Dit is meer dan ooit duidelijk voor het overgrote deel van de wereld (lees: het Globale Zuiden) en leidt binnen Europa tot frustraties dat deze landen ‘ons’ model niet langer volgen. Als het over Oekraïne gaat, dan hebben Von der Leyen en Borrell het over de ‘Europese familie’ en de ‘Oekraïense helden’; als het over Palestijnen gaat, dan spreken ze over terroristen en anonieme mensen zonder enige agency. Dit contrast illustreert hoe Europa er tot op vandaag niet in slaagt om haar koloniale wereldbeeld bij te sturen.3
EINDNOTEN
- Del Sarto, RA (2019) Stuck in the Logic of Oslo: Europe and the Israeli-Palestinian Conflict. The Middle East Journal, 73(3), pp. 376-396.↑
- De hoorzitting in de Kamer geeft een goed beeld van de discussie: https://www.lachambre.be/FLWB/PDF/55/3673/55K3673002.pdf.↑
- Zie Oleart, A & Roch, J (2024), The colonial imaginary of ‘Europe’ in the EU’s asymmetrical response to the Russian and Israeli aggressions: Ukraine as a member of the ‘family’ while ‘othering’ Palestine. Niet-gepubliceerde paper.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 9 (november), pagina 12 tot 16
WIE STOPT ISRAEL?
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.