Het idee dat enkele technologische oplossingen de klimaatcrisis zullen oplossen zonder veranderingen in beleid en levensstijl is eerder gebaseerd op hoop dan op realiteit.
Er doen steevast een aantal mythes over klimaatverandering en klimaatbeleid de ronde die telkens opnieuw worden aangehaald. Dit gebeurt niet alleen in de media maar zeker ook in de campagnes van sommige politieke partijen. Maar wat is de echte waarheid? Wat zegt de wetenschap over deze mythes? Hoog tijd om alles nog eens op een rijtje te zetten. Wat is er nu wel of niet waar?
MYTHE 1. ‘HET WEER VOOR VOLGENDE WEEK KAN NOG NIET EENS VOORSPELD WORDEN, DUS HET KLIMAAT IN DE TOEKOMST ZEKER NIET’
Het weer en het klimaat zijn twee verschillende zaken. Het weer is een momentopname, een kortetermijngebeurtenis op lokale schaal. Het weer is wat je dagelijks ervaart en kan heel veranderlijk zijn, variërend van uur tot uur. De ene dag is het 30°C met zon, de dag nadien amper 15°C met regen. Het klimaat daarentegen is het gemiddelde van dat weer over een periode van minstens 30 jaar. Het jaarlijkse gemiddelde is bijvoorbeeld 12°C in Ukkel.
Klimaatverandering houdt in dat het gemiddelde weer verandert op een bepaalde plaats. Om dit te begrijpen, kijken we naar het ruimtelijke gemiddeld dat variaties op lokale plaatsen compenseert. We analyseren trends over meerdere decennia om tijdsvariaties te neutraliseren. Waarnemingen dat bepaalde plaatsen kouder zijn dan normaal, wat we deze winter in Scandinavië observeerden, betekenen niet dat het klimaat op aarde niet opwarmt. Het is het globale plaatje dat telt.
Er bestaat ook een verschil tussen een weersverwachting (voor enkele dagen) en een klimaatprojectie (voor de komende decennia of zelfs millennia). Beide maken gebruik van verschillende modellen en data. Bij een weersverwachting worden numerieke modellen gebruikt met actuele weerdata (temperatuur, wind, neerslag, bewolking) en basisvergelijkingen voor dynamica en thermodynamica. Klimaatprojecties daarentegen richten zich op processen op grotere schaal, zoals de impact van ijskappen, oceaanstromingen en broeikasgassen. Dit maakt klimaatmodellen complex en onzeker. Maar de grootste onzekerheid komt van economische ontwikkeling en de bijhorende broeikasgasemissies. Welke richting gaan we de komende jaren uit? Reduceren we de emissies of blijven we broeikasgassen uitstoten op het huidig niveau? Hoe zal de bevolking op aarde evolueren? Daarom wordt in klimaatmodellen vaak gebruik gemaakt van verschillende scenario's die verschillende evoluties van de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer kwantificeren. We gebruiken het gemiddelde van tientallen modellen. Wetenschappers proberen op deze manier een reeks van verschillende mogelijke ‘paden’ te tonen, met elk hun mogelijke uitkomst.
Het is niet louter één model en één scenario, maar ze tonen het allemaal.
Ondanks de verschillen tussen de scenario’s en de modellen laten ze voor de komende decennia allemaal een verdere (al dan niet tijdelijke) stijging van de temperatuur zien. Dit maakt de betrouwbaarheid van de projecties groot. Het is niet louter één model en één scenario, maar ze tonen het allemaal. Bovendien blijken onze klimaatmodellen goed in staat om de historische klimaatverandering te reconstrueren. Dit soort ‘validatie’ toont dat onze klimaatmodellen ‘werken’, wat ons vertrouwen in hun simulaties vergroot.
MYTHE 2. ‘DE KLIMAATVERANDERING IS EEN TOEKOMSTIG PROBLEEM’
Het is gemakkelijk om te beweren dat klimaatverandering een probleem is voor de toekomst. Zo stellen we beleidskeuzes, acties en onderhandelingen uit. Maar deze bewering is onjuist. De gevolgen van klimaatverandering – de aarde is al +1,2°C opgewarmd – zijn nu al wereldwijd merkbaar. Voedseltekorten, toenemende migratie, conflicten en meer extreme natuurrampen zoals hittegolven, stormen en overstromingen komen steeds vaker voor.
Na extreem weer, of de gevolgen daarvan, volgt vaak de vraag: is dit nu klimaatverandering? Het antwoord daarop komt van attributiestudies die de relatie tussen de extreme weergebeurtenis duiden met klimaatverandering. Op die manier kunnen studies aantonen dat bepaalde weergebeurtenissen enkel mogelijk zijn door klimaatverandering. Een duidelijk voorbeeld zijn de overstromingen in West-Europa in juli 2021. Een attributiestudie toonde aan dat de kans op dit soort fenomenen veel groter is geworden door klimaatverandering.
MYTHE 3. ‘HET IS TOCH AL TE LAAT OM TE REAGEREN’
In plaats van te zeggen ‘klimaatverandering is een toekomstig probleem’, beweren sommigen dat het al te laat is en we niets meer kunnen doen. Maar ook dit is onjuist. De wetenschap bevestigt dat we de koers nog kunnen veranderen door onze uitstoot drastisch te verminderen in de komende jaren. Het Akkoord van Parijs uit 2015, ondertekend door bijna 200 landen, streeft naar het beperken van de opwarming tot 1,5°C. Om dit te bereiken, moeten landen tegen 2050 ‘netto nul’ CO₂-emissies bereiken. Hoewel veel landen deze doelen hebben vastgesteld, blijven broeikasgasniveaus nog steeds snel stijgen.
Recente projecties tonen aan dat we met het huidige beleid waarschijnlijk uitkomen op 2,5-2,9°C opwarming. Met de gemaakte beloftes zakt dat naar 1,8-2,1°C, maar dat is nog steeds ver weg van de grens van 1,5°C. Het beperken van de temperatuurstijging tot 1,5°C is echter cruciaal. Bij +2°C stijging zal aanzienlijk meer schade ontstaan, waaronder een hogere zeespiegelstijging (zo’n +0,1m, waardoor 10 miljoen meer mensen blootgesteld worden aan frequentere overstromingen) en verlies van koraalriffen.
Klimaatverandering bedreigt de toekomst van onze planeet en wij zijn wellicht de laatste generatie die er iets aan kan doen.
Politieke leiders en bedrijven dragen de grootste verantwoordelijkheid, maar iedereen kan bijdragen aan het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5°C. Als we nu niet handelen, zullen de klimaatproblemen alleen maar erger worden. Klimaatverandering bedreigt de toekomst van onze planeet en wij zijn wellicht de laatste generatie die er iets aan kan doen.
MYTHE 4. ‘TECHNOLOGIE ZAL ONS REDDEN, DUS WE HOEVEN NIETS TE DOEN’
Het idee dat enkele technologische oplossingen (zoals koolstofafvang) de klimaatcrisis zal oplossen zonder veranderingen in beleid en levensstijl is eerder gebaseerd op hoop dan op realiteit. Hoewel technologie onze impact op het klimaat kan verminderen, suggereert onderzoek dat het onvoldoende zal zijn. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan de noodzakelijke veranderingen in onze werkwijzen, levensstijl en recreatie. Alleen maar hopen op technologische oplossingen is een vorm van wetenschappelijke ontkenning.
Wetenschappers hebben herhaaldelijk benadrukt dat de mensheid al over de middelen en technologieën beschikt om klimaatverandering te stoppen en de ergste gevolgen te vermijden. Hoewel we nog vele jaren met de huidige warmere temperaturen zullen moeten leven door het ‘vertragend effect’, kunnen we toekomstige schade nog steeds drastisch beperken door nu krachtige actie te ondernemen. Klimaatoplossingen zijn talrijk, praktisch en vaak economisch voordelig.
MYTHE 5. ‘DE ECONOMIE IS BELANGRIJKER DAN DE DREIGENDE CRISES DIE DE WETENSCHAP VOORSPELT'
Maatregelen nemen om klimaatverandering te vertragen en te beperken, is duur. Het nalaten van actie brengt echter buitengewone kosten met zich mee, zowel in termen van verloren levens als eigendommen. Kijk naar de recente kosten van bosbranden, orkanen en overstromingen. Een studie van de 2018 Californische branden schatte de schade, inclusief gezondheidskosten en economische ontwrichting, op ongeveer 148,5 miljard dollar. Als we zeggen dat we geen actie kunnen ondernemen vanwege de kosten, denken we niet aan de toename van de kosten door niet te handelen. Het alternatief, een wereld waarin sociale, economische en klimatologische omstandigheden steeds moeilijker worden, zal veel meer geld kosten. We moeten we het dus niet zien als ‘betalen voor klimaatverandering’, maar als ‘investeren in de toekomst’.
In Europa bedragen de jaarlijkse kosten van bosbranden gemiddeld 2 miljard euro.
Een studie in Nature Communications toonde aan dat klimaatverandering de wereld momenteel ongeveer 136 miljard euro per jaar kost. Dit bedrag zou eigenlijk nog hoger liggen, gezien het gebrek aan gegevens over de kosten van rampen in arme landen en het ontbreken van de impact van verminderde opbrengsten en stijgende zeespiegelniveaus. In Europa bedragen de jaarlijkse kosten van bosbranden gemiddeld 2 miljard euro. Voor overstromingen moet meer dan 5 miljard euro per jaar voorzien worden.
MYTHE 6. ‘HET KLIMAAT OP AARDE IS EERDER AL VERANDERD. HET IS EEN NATUURLIJKE CYCLUS EN DE MENS IS NIET VERANTWOORDELIJK’
Regelmatig hoor ik dat het klimaat op aarde van nature verandert en dat we nu gewoon in een opwarmingsfase zitten die tijdelijk is en uiteindelijk zal worden gevolgd door een afkoeling. Er zou zelfs weer een ijstijd op komst zijn. Dit idee suggereert impliciet dat menselijke activiteit niet de oorzaak is van de huidige opwarming. Terwijl we weten dat de broeikasgassen in de atmosfeer, die de laatste 250 jaar zijn uitgestoten door menselijke activiteit, de oorzaak zijn.
Nu wil ik zeker niet ontkennen dat het klimaat op aarde veranderingen heeft ondergaan, maar nooit zo snel als nu. Onze instrumentele gegevensreeksen (rechtstreekse temperatuur- of neerslagobservaties) gaan slechts enkele honderden jaren terug in de tijd. Daarom is het niet helemaal correct om bij een hitterecord te spreken van de ‘warmste dag ooit’, maar eerder van de ‘warmste dag sinds het begin van de metingen’. Gelukkig kunnen we informatie over het vroegere klimaat verkrijgen door gebruik te maken van ‘proxies’, elementen die ons indirect kunnen vertellen hoe het klimaat op aarde vroeger was (boomringen, oceaansedimenten, koraalgroei, enzovoort). Deze studie, bekend als paleoklimatologie, heeft aangetoond dat het nu warmer is dan op enig moment in de afgelopen 125.000 jaar. Destijds lag de zeespiegel 6 tot 9 meter hoger. Het landijs had toen duizenden jaren tijd gehad om te reageren op de hogere temperaturen wat de gevoeligheid van de zeespiegel op lange termijn voor schijnbaar ‘kleine temperatuurveranderingen’ benadrukt. In plaats van te zeggen dat het ooit warmer is geweest, moeten we eerder bezorgd zijn als we zien wat de gevolgen van de historische hogere temperaturen waren.
We kunnen dus niet ontkennen dat het vroeger nooit warmer is geweest, maar voor echt duidelijk warmere temperaturen moeten we heel ver teruggaan in de tijd. De snelheid waarmee de temperatuur momenteel stijgt, is buiten proportie ten opzichte van de laatste tienduizenden jaren. Bovendien waren de oorzaken en context tijdens eerdere klimaatveranderingen heel verschillend. Ze werden beïnvloed door natuurlijke processen zoals continentale configuraties, zeespiegelniveaus en klimaatsensitiviteit.
Is de huidige opwarming dan ongewoon? Dat hangt af van hoe je het bekijkt. Op kortere tijdschalen, en qua oorzaak en snelheid van de temperatuurstijging, is de huidige situatie ongekend. Op langere tijdschalen en in termen van absolute temperatuurwaarden kunnen we concluderen dat het vroeger nog warmer moet zijn geweest dan vandaag. Dit werd echter veroorzaakt door natuurlijke processen. Bovendien is het cruciaal dat de aarde nu niet meer hetzelfde is zoals 125.000 jaar geleden. We leven we nu met 8 miljard mensen op aarde, waarvan er 410 miljoen in kustgebieden wonen die tegen het einde van de eeuw niet meer leefbaar zijn (volgens een studie van Nature Communications uit 2021).
‘Chemische handtekeningen’ van CO₂-moleculen suggereren dat het verbranden van fossiele brandstoffen de grootste bron is van de toename van broeikasgassen.
Hoe weten we dat de toename van broeikasgasconcentraties gelinkt is aan menselijke activiteit? Wetenschappers hebben ontdekt dat de samenstelling van CO₂-moleculen in de atmosfeer is veranderd. Dat komt overeen met de verwachtingen als gevolg van het verbranden van fossiele brandstoffen. Bovendien daalt de zuurstof in de atmosfeer, wat past bij het gebruik van fossiele brandstoffen. Deze ‘chemische handtekeningen’ van CO₂-moleculen suggereren dat het verbranden van fossiele brandstoffen de grootste bron is van de toename van broeikasgassen. Het IPCC rapport van 2021 toont duidelijk dat natuurlijk factoren (zonkracht, vulkanen) de huidige opwarming niet kunnen verklaren, terwijl de menselijke factoren (uitstoot van broeikasgassen en aerosolen) dat wel kunnen.
MYTHE 7. ‘ANDERE LANDEN STOTEN VEEL MEER UIT. WAAROM MOETEN WIJ ONS ZO’N GROTE INSPANNING LEVEREN?’
Een veelgehoorde opmerking is dat andere landen veel meer broeikasgassen uitstoten dan België. Waarom zouden wij dan zo'n grote inspanning moeten leveren? China stoot veel meer uit dan ons, waardoor de impact van de Belgische uitstoot minimaal lijkt in het grotere geheel. Als we in absolute termen kijken, klopt dit inderdaad. China heeft recent de VS zelfs overtroffen. Wat moeten sommige ontwikkelingslanden zeggen die cumulatief nog maar zeer weinig hebben uitgestoten, maar wel de grootste gevolgen dragen?
Daarnaast heeft China ook veel meer inwoners. Per capita staat China daarom niet bovenaan. Wat echt telt in de atmosfeer zijn cumulatieve, niet jaarlijkse emissies, waardoor de VS het meest verantwoordelijk is voor klimaatverandering. Kijken we naar de cumulatieve uitstoot per inwoner dan staat België zelfs op plaats 10 in de wereld.
Bovendien is klimaatverandering per definitie een wereldwijde uitdaging. Het kan alleen worden aangepakt als alle landen snel overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen en fossiele brandstoffen uitfaseren. Focussen op de (huidige) grootste uitstoters is niet rechtvaardig.
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 3 (maart), pagina 50 tot 55
MYTHES IN DE WETSTRAAT DOORPRIKT
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.