Abonneer Log in

Hoe we een sterke solidariteit tussen generaties kunnen bevorderen

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 5 (mei), pagina 59 tot 63

Ik ben 68 jaar oud en mijn zoon is 30 jaar oud. Ik maak me grote zorgen over zijn toekomst en die van mijn kleinkinderen.

Op 29 april 2009 lanceerde de Europese Commissie haar Europese dag voor solidariteit tussen de generaties. Dat is intussen al 13 jaar geleden. Tussendoor was 2012 het Europees jaar voor 'actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties'. Tien jaar later is 2022 het 'Europees jaar voor de jeugd'. Spijtig dat de Europese Commissie hier geen link legt met de solidariteit tussen de generaties. Als Voorzitter van ESO-PES senioren, de Europese mantelorganisatie van sociaaldemocratische en socialistische seniorenverenigingen, ben ik daar een felle pleitbezorger van.

GEEN TOEKOMST ZONDER JE VERLEDEN

Vooreerst omdat solidariteit een sociaaldemocratische waarde is: het veronderstelt een betrokkenheid tussen gelijkwaardige mensen (en daar het verschil met liefdadigheid), waar de samenleving en de overheid garant voor staat. Voor socialisten en sociaaldemocraten is dan ook vooral een 'werkwoord': actie voor de verwezenlijking van een solidaire samenleving. De realisatie ervan hangt af van onze overtuiging om voor onze waarden en onze gemeenschappelijke visie op te komen en mensen te mobiliseren.

Als socialisten werken we, daarnaast, aan samenlevingen die geleid worden door een zorgzame overheid die niemand achterlaat. Als ESO leggen we daarbij de klemtoon op het tweede: 'die niemand achterlaat'. Daarom moeten wij ons voortdurend laten bevragen door de mensen die het meest kwetsbaar zijn, en op hetzelfde moment moeten we medeburgers overtuigen van onze visie. De coronapandemie heeft ons geleerd hoe belangrijk dit is. Maar de pandemie leert ons ook hoe kwetsbaar solidariteit is.

Daarenboven moet de intergenerationele solidariteit de brug leggen tussen verleden, heden en toekomst. Je bouwt geen toekomst zonder je verleden te kennen. De contacten en discussies tussen generaties op basis van gelijkwaardigheid zijn daar een middel toe. Jongeren kijken naar de toekomst, ouderen hebben het verleden beleefd en kunnen getuigen van successen en van fouten. Het betreft dus geen belerende relatie, maar een uitwisseling van ervaringen van jong én oud.

ACTIEPLAN VOOR INTERGENERATIONELE SOLIDARITEIT

Met de Europese dag van intergenerationele solidariteit van 29 april vers in het geheugen, wil ik een actieprogramma voor intergenerationele solidariteit ter discussie stellen. Mijn actieprogramma heeft 4 onderdelen: 1. Kom uit je bubbel, samen spreken én werken, is de boodschap; 2. Maak een generatie specifiek probleem tot een probleem van algemeen belang; 3. Bewaak de toegang tot het genot van fundamentele rechten en creëer leeftijdsvriendelijke gemeenschappen en gemeenten; 4. Voorzie evenwaardige participatie voor ouderen én jongeren: niets over ons, zonder ons!

Een vernieuwing van het Vooruit-programma moet ook de getuigenis van het verleden in ogenschouw nemen.

Ik richt mij in eerste instantie tot Vooruit, mijn partij. Vooruit heeft een razendsnelle verandering doorgemaakt. Nog enkele generaties geleden waren het vooral oudere mannen die er de lijnen uitzetten. Jongsocialisten uit die tijd voerden een emancipatiestrijd voor een herbronning en verjonging. Wij behoorden tot die generatie. Nu heeft Vooruit een jong kader. Het volstaat een blik te werpen op de regionale en federale verkozenen of de samenstelling van het partijbureau. Conner Rousseau trekt nu de lijn door en ook nieuwe jongere militanten vinden de weg naar onze partij. Wij kunnen dit alleen maar toejuichen. Maar een vernieuwing van het programma moet ook de getuigenis van het verleden in ogenschouw nemen, zowel de fouten als de successen. Niet alleen spitse en creatieve voorstellen, maar ook kijken naar onze waarden en naar de lessen uit het verleden. Senioren hebben daarin een essentiële rol te spelen.

1. Kom uit je bubbel, samen spreken en werken is de boodschap!

Solidariteit tussen generaties veronderstelt dialoog tussen generaties. Als Voorzitter van ESO was mijn eerste daad om in contact te komen met onze Europese jongsocialisten van YES. Wij – ESO en YES – kwamen in 2017 met een intergenerationele verklaring, mede ondertekend door onze Partij van Europese Socialisten (PES)-voorzitter Sergei Stanishev. Samen met PES en FEPS organiseerden wij twee seminars op 29 april 2020 en 2021, op de Europese dag van solidariteit tussen de generaties.

Dit moeten we ook doen in onze nationale partijen, op nationaal en op lokaal niveau. In Brussel organiseerde de August Vermeylenkring van Curieus en ouderen uit Vooruit met de Jongsocialisten van Brussel en van de VUB een gedachtewisseling over de geschiedenis en de toekomst van het democratisch socialisme. Jaak Brepoels, oud-schepen van Vooruit in Leuven en auteur van Wat zoudt gij zonder 't werkvolk zijn, en Anton Jäger, jonge academicus, filosoof en auteur van verschillende werken over populisme, die veel linkse jongeren inspireert, zetten de toon. Het ging over de compromissen van links en over het gevaar van simpele oplossingen, over het verdedigen van onze waarden en de noodzaak van debat tussen ideologieën in respect met de fundamentele mensenrechten.

Dit kan ook met middelbare scholieren en ouderen. Ook in Brussel werkte de Louis Paul Boonkring, lid van Curieus, samen met S-plus, de seniorenvereniging van de socialistische mutualiteit, en twee middelbare scholen gedurende twee jaar aan ontmoetingen tussen jong en oud. In kleine groepjes werden gesprekken aangegaan. Niets werd gemeden. Het ging over oorlog en geweld, over seksualiteit, over het uitgaansleven, over gezondheid en zorg. Het resulteerde in een mooie scheurkalender van 1 mei tot 1 mei, met citaten uit de gesprekken en gedachtewisselingen.

Ik weet dat er in ons land op nog meer plaatsen zulke initiatieven worden genomen waarin jong en oud met elkaar van gedachten wisselen over hoe we onze samenleving willen gestalte geven. Laat ons deze initiatieven vermenigvuldigen en de ideeën uitwisselen.

Dat is het eerste element in mijn antwoord op de vraag hoe je werkt aan intergenerationele solidariteit. Dit is niet alleen belangrijk voor het publieke debat over politiek en samenleven, maar het heeft bovendien een educatief karakter. Het democratisch socialisme is niet alleen een visie op de samenleving, het is ook een educatief, een pedagogisch project. Het democratisch socialisme stond op zich sterkst toen de socialistische beweging haar militanten aan de basis vormde. Via het politiserende vormingswerk leerde zij politieke analyses te maken en te zien wat democratie en socialisme betekent en betekend heeft in het verleden. Militantenvorming vertrekkend vanuit de ervaringen uit het eigen leven en vooral vanuit het beleven van de minst bevoordeelden en samen 'zien, oordelen en handelen'. Niet voor niets is de huidige centrumrechtse regering in Vlaanderen zo beducht voor het politiserend aspect van het middenveld, en zet ze in op de depolitisering van het sociaal-cultureel werk.

2. Maak een generatie specifiek probleem tot een probleem van algemeen belang

We hebben de neiging om voor bepaalde problemen specifieke doelgroepen aan te spreken. Denk maar aan het gebrek aan kinderopvang of de onderwijsproblematiek, waar vooral jongeren op worden aangesproken. Gaat het over de kwaliteit van de ouderenzorg of de pensioenen, dan richt men zich bijna automatisch op de ouderen. Ik pleit er niet voor om dit na te laten, wel om ook gericht andere groepen te wijzen op het gemeenschappelijke belang dat jong en oud heeft bij de oplossing van deze problemen.

Het gebrek aan betaalbare en toegankelijke kinderopvang is een intergenerationeel probleem, én niet alleen een probleem van jonge ouders. Immers: waar kinderopvang ontbreekt, zorgen de grootouders vaak voor de opvang. Hetzelfde geldt voor de zorg en de dienstverlening aan ouderen: als ouderenzorg ontbreekt, zijn het zorgen voor de kinderen.

Trouwens, als we het hebben over solidariteit tussen de generaties, moeten we ook bedenken dat wanneer we het hebben over jongeren en hun problemen, dit ook voor senioren heel concreet is. Het gaat over onze kinderen. Ik ben 68 jaar oud en mijn zoon is 30 jaar oud. Ik maak me grote zorgen over zijn toekomst en die van mijn kleinkinderen. Wat geldt voor de overgrote meerderheid van onze generatie.

Aan de andere kant, stellen we vast dat veel jonge mensen in het heden leven en (nog) niet denken aan morgen. Dit komt duidelijk naar voren in het debat over ouderenbeleid of de pensioenen. Veel jongeren vinden dit niet erg 'cool'. Nochtans zijn jongeren de senioren van morgen. Het beleid dat we vandaag opzetten, zal hen zorg en diensten bieden wanneer zij ouder worden. De discussie over pensioenen, aangepaste huisvesting voor ouderen, zorg en gezondheid gaat dus niet alleen ouderen, maar alle generaties aan.

In het verleden was dat al zo. Herinner je de invoering van het brugpensioen dat jongeren een kans moest geven op de arbeidsmarkt. Maar ook nu kunnen jong en oud elkaar versterken in plaats van beconcurreren op het werk: door duojobs, door ervaringsuitwisseling, door in- en uitgroeibanen.

Dat is het tweede element bij het beantwoorden van onze vraag hoe we een sterke solidariteit tussen de generaties kunnen bevorderen: jong en oud overtuigen dat als we over ons groepsbelang spreken, het over gemeenschappelijk belang gaat.

We moeten jong en oud overtuigen dat als we over ons groepsbelang spreken, het over gemeenschappelijk belang gaat.

3. Bewaak de toegang tot het genot van fundamentele rechten en creëer 'leeftijdsvriendelijke steden en gemeenschappen'

Op mondiaal en op Europees niveau hebben we sterke instrumenten (conventies, bindende verklaringen, handvesten) over grondrechten. Europese, federale en regionale wetgeving moeten het genot van deze rechten, via hun eigen wettelijk kader, verzekeren.

Toch moeten we vaak vaststellen dat, ondanks een uitgebreide wetgeving en net aan diensten, veel mensen niet genieten van hun rechten. Soms ontbreekt een afdwingbare wetgeving, maar nog vaker zijn het administratieve eisen en bureaucratische procedures die voor veel burgers de toegang tot het genot van hun rechten belemmeren. De digitalisering van de dienstverlening vergroot alleen maar dit probleem. Corona heeft op dit domein heel wat problemen aan het licht gebracht. Het zijn vaak de meest kwetsbaren die hier het slachtoffer van zijn.

Middenveldorganisaties en openbare diensten kunnen hier behulpzaam zijn. Ze kunnen betroffen mensen helpen met het toegang krijgen tot hun rechten. Andere hulpmiddelen zijn de talrijke openbare ombudsdiensten en aanspreekpunten. Nochtans zijn deze vaak zeer specifiek voor een bepaalde sector, voor een welbepaald deelprobleem of beleidsniveau. Ook een probleem: vaak vinden ouderen hun boom niet meer in het bos aan ombudsdiensten en aanspreekpunten.

Wij bepleiten de oprichting van één laagdrempelig aanspreekpunt, waar ouderen met hun klachten over de toegang tot de grondrechten terechtkunnen. Naar analogie met de kinderrechtencommissaris helpt hij of zij niet alleen met het oplossen van de klachten en het afdwingen van de toegang tot het recht, maar brengt hij of zij ook verslag uit over de daadwerkelijke toegang tot de grondrechten. Voor de kinderrechten bestaat er een kinderrechtencommissaris. Dit is een verplichting, in uitvoering van de UNO-conventie voor de rechten van kinderen. We moeten niet wachten op een Conventie voor ouderenrechten om een ouderenrechtencommissaris in te stellen.

Daarnaast lijkt ons de leeftijdsvriendelijkheid van steden en gemeenschappen een prioritair objectief. Een leeftijdsvriendelijke omgeving zet de zwakste (kinderen en ouderen) centraal. Ook dit is wat jongeren en ouderen samenbrengt: een kind- en ouderenvriendelijke leefomgeving waar iedereen tot ontplooiing kan komen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) promoot het door middel van een actieplan voor leeftijdsvriendelijke steden en gemeenschappen. De Europese Commissie zou dit principe leeftijdsvriendelijke steden kunnen toepassen bij het ontwikkelen van Europees beleid, bijvoorbeeld bij het definiëren van de criteria voor toekenning van Europese steun aan infrastructuurprojecten. De WGO heeft nu ook de digitale wereld in het actieplan voor leeftijdsvriendelijke gemeenschappen en steden geïntegreerd. ook op dit terrein is er veel werk voor de boeg.

4. Voorzie evenwaardige participatie voor jongeren én ouderen: 'Niets over ons, zonder ons!'

Alle generaties moeten serieus worden genomen. Jong en oud. Na een generatielange strijd hebben jongeren hun plaats kunnen innemen in allerhande structuren. Verenigingen en partijen zijn niet langer het monopolie van 'oude mannen'. Ook al is er nog werk op de plank om te komen tot evenwaardige participatie van alle groepen uit de samenleving.

Nu zien we echter dat politieke partijen, en met name sociaaldemocratische partijen, waaronder PES, minder aandacht besteden aan senioren en hun organisaties.

Senioren vertegenwoordigen nochtans meer dan 30% van de kiezers en 40% van de leden van socialistische en sociaaldemocratische partijen. Het is geen homogene groep: het zijn niet alleen de oude hulpbehoevende senioren, die zorg en ondersteuning nodig hebben, het zijn ook zeer actieve zelfbewuste burgers en militanten, met hun cultuur en gebruiken.

Senioren moeten zichtbaarder worden in de partijen én in de samenleving. Door de vergrijzing zal hun aandeel groeien. Ze zullen in de toekomst dus meer politieke kracht krijgen in de samenleving. Daarom is het belangrijk om ze te integreren in ons handelen, in onze beslissingen.

Onze partijen kunnen het potentieel en de ervaring van de oudere militanten gebruiken en zo een evenwicht vormen met de jongeren.

Onze partijen kunnen het potentieel en de ervaring van de oudere militanten gebruiken en zo een evenwicht vormen met de jongeren. Hun inzet en engagement verplicht de partijen hen te doen participeren in de besluitvoering. In de PES zijn de politieke seniorenorganisatie, ESO, en de jongsocialisten, YES, complementair: YES motiveert jongeren om actief te worden bij de socialisten en sociaaldemocraten, en ESO motiveert ouderen om actief te blijven bij de socialisten en sociaaldemocraten.

Oudere kameraden willen gezien worden als een politieke kracht die er volop voor gaat en als gelijkwaardige partners willen bijdragen aan politieke realisaties.

Daarom pleit ESO voor meer belangstelling voor senioren en voor seniorenorganisaties bij politieke partijen. Leden moeten kunnen participeren in de beleidsvoering en in de politieke discussie in hun organisaties en partijen; dat geldt voor jong én oud. Wij pleiten voor een gelijkwaardige behandeling voor 60-plussers als voor jongeren, en voor een gegarandeerde participatie in de beslissingsorganen van partijen.

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 5 (mei), pagina 59 tot 63

INTERGENERATIONELE SOLIDARITEIT

Voor mijn kinderen van ooit
Martha Balthazar
Hoe we een sterke solidariteit tussen generaties kunnen bevorderen
Jos Bertrand
Stop de betutteling
Ann Peuteman
Ageism in de gezondheidszorg tackelen
Christel Geerts

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.