Veroudering wordt in onze cultuur toch nog altijd geassocieerd met verlies, achteruitgang en eindigheid. Ook ouderen zelf voelen dit vaak zo aan. En dit alles heeft vergaande gevolgen, waar we ons vaak onvoldoende van bewust zijn.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) bracht in 2020 een document uit waarbij alle uitdagingen met betrekking tot 'gezond ouder worden' werden besproken, waarbij de beeldvorming een belangrijk aandachtspunt is. Het is een belangrijk statement dat de WGO hier maakt. Terecht. Want ageism is een 'umbrella begrip'. Het heeft zowel te maken met stereotypen (cognitieve dimensie), vooroordelen (affectieve dimensie), als met een bepaald gedrag (discrimineren, achteruitstellen van mensen op basis van hun leeftijd).
Ageism is een fenomeen dat zowel naar anderen gericht is (hoe we denken over anderen in termen van bijvoorbeeld clichés: grijs, oubollig), maar dat finaal ook door de persoon wordt opgenomen en zijn zelfbeeld mee vorm geeft. De negatieve stereotypen tasten het gevoel van zelfwaarde aan. De negatieve maatschappelijke beeldvorming kan als een self fulfilling prophecy werken voor mensen. (Marques,2020) Je ziet dit bijvoorbeeld bij oudere werknemers, die soms denken iets niet meer te kunnen op basis van hun leeftijd (en daarin weinig door anderen worden tegengesproken).
Dit brengt ons bij de beeldvorming over oudere werknemers: al te vaak wordt nog gefocust op wat men niet meer zou kunnen. Leeftijd is bovendien een slecht criterium om de prestaties van mensen in te schatten. Leeftijd is slechts één van de vele factoren die een invloed heeft. Het resultaat is dat naarmate mensen ouder worden de verscheidenheid tussen mensen alsmaar groter wordt. Het 'ouder worden' varieert zowel in 'historische zin' (met de generaties) als in 'sociologische zin' (met de levenswijze) als in psychologische zin (met persoonlijke kenmerken). Zowel bij 40-plussers als bij 50- en 60-plussers gaat het over een groep van mensen die als groep niet bestaan. Ook over de 'oudere werknemers' als dusdanig kan bijgevolg niks algemeen worden gesteld. Onderzoek heeft aangetoond dat aanwervingsdiscriminatie ten aanzien van oudere kandidaten een groot probleem is in België. (Van Borm & Baert, 2020) Anderzijds is er toch ook al wat onderzoek waar positieve inzichten naar boven komen. Er zijn immers ook heel wat vaardigheden die niet afnemen met de leeftijd, integendeel zelfs. Ervaring, vaardigheden om te oordelen en zinvolle samenhangen te begrijpen, vaardigheden om plooien in het bedrijf glad te strijken, zijn vaardigheden die zelfs kunnen toenemen. (Geerts & Van Velthoven, 2021)
Ook in eigen recent onderzoek stelden we vast dat 10 à 15% van de oudere volwassenen zich echt niet meer gewaardeerd voelt en geen deel voelt van deze samenleving. Dit aantal is zelfs toegenomen tijdens de coronacrisis. (Geerts & Brys, 2021a) Het tegengaan van ageism moet dan ook één van de pijlers uitmaken van een goed beleid voor oudere volwassenen. Zo'n beleid moet inzetten op activerende en leeftijdsvriendelijke omgevingen, waar ook veel aandacht is voor een toegankelijke en goede zorg. Maar het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie, -vooroordelen en -stereotypering (ageism) lijkt daarbij toch een absolute basisvoorwaarde.
AGEISM IN DE GEZONDHEIDSZORG
Gezondheidszorg is een onderdeel van onze samenleving en dus net als die samenleving niet waardenvrij. De vooroordelen ten opzichte van oudere werknemers in het algemeen bestaan uiteraard ook ten opzichte van oudere werknemers in de gezondheidszorg.
Enige jaren geleden deden we onderzoek in de ouderenzorgsector. We gingen na hoe men het functioneren van oudere zorg- en verpleegkundigen inschatte in vergelijking met de jongere collega's ( FIGUUR 1 ). We verkregen een gedifferentieerd beeld: de oudere collega's werden toch gepercipieerd als productieve, loyale en betrouwbare collega's. Maar wat vooral frappant bleek in dit onderzoek, is dat deze algemene beeldvorming sterk samenhing met de beeldvorming van de leidinggevenden. Daar waar de leidinggevende een positieve beeldvorming had ten opzichte van oudere collega's, werden heel wat ondersteunende initiatieven genomen waardoor de ouderen wellicht ook effectief beter gingen presteren. Dus ook hier: self fulfilling prophecy. Daar waar de directie een veeleer negatief beeld had over oudere werknemers, werden weinig inspanningen gedaan en was de algemene beeldvorming derhalve ook negatiever. (Geerts & De Pagie, 2019)
Maar ageism in de ouderenzorg gaat ook over de bejegening van zij die worden verzorgd.
In recent grootschalig onderzoek lezen we volgende passage: 'Deze review vond een zorgwekkende trend van toenemende leeftijdsdiscriminatie. Dit patroon komt overeen met andere reviews waarin een groeiende leeftijdsdiscriminatie door medewerkers in de gezondheidszorg aan het licht wordt gebracht. Zo tonen twee recente systematische reviews aan dat zowel de houding van verpleegkundigen als verpleegkundigen in opleiding ten opzichte van ouderen de afgelopen 10 jaar negatiever is geworden'. (Chang et al., 2020) De auteur geeft hierbij aan dat er niet onmiddellijk sluitende verklaringen zijn voor deze negatieve trend, maar algemeen wordt wel gewezen op de organisatie van het werk. De toenemende leeftijdsdiscriminatie bij zorgverleners zou kunnen te wijten zijn aan de toenemende tijdsdruk: men is vaak verplicht om patiënten sneller te zien en het bijhouden van klinische informatie in het elektronisch medisch dossier is nu ook onderdeel van de dagelijkse taken.
Deze resultaten deden ons de wenkbrauwen fronsen. We toetsten zelf ook nog één en ander af. We werkten een kleine bevraging uit op het congres van het Netwerk Verpleegkunde (via een mentimeter). Bij onze eigen trainingen rond het cognitief functioneren bij ouderen waar ons doelpubliek allen professionals uit de (ouderen)zorg waren, namen we enkele enquêtes af.
Enkele resultaten stemmen op zijn minst tot nadenken:
- 94% van diegenen die antwoordden gaf aan dat ze vindt dat er sprake is van ageism in hun werksituatie;
- 78% van diegenen die antwoordden wees duidelijk naar negatieve associaties (multipathologie, zorgafhankelijkheid en frailty) met het ouder worden;
- slechts 22% van diegenen die antwoordden schoof expliciet positieve kenmerken naar voor (wijsheid, dankbaarheid, ervaring);
- op de reacties op de stellingen in verband met het cognitief functioneren wordt genuanceerder gereageerd: de meerderheid is het oneens met de stelling dat ouderen een slecht geheugen hebben en een meerderheid is het er mee eens dat ouderen nog wel kunnen leren.
WAAROVER GAAT HET? THEORIE EN PRAKTIJK
Bij zij die hadden aangegeven toch vormen van ageism vast te stellen in hun werkcontext, vroegen we naar voorbeelden.
Daaruit blijkt dat ageism te maken heeft met een ontoereikende communicatie, met te veel focussen op achteruitgang en dat het ook te maken heeft met het onvoldoende doordrongen zijn van een activerende houding. Leeftijdsdiscriminatie leidt tot onderbehandeling. Klachten worden soms onterecht toegeschreven aan iemands leeftijd. Ook onze deelnemers gaven dit als voorbeeld aan: 'Ouderen niet meer behandelen omdat ze toch al een bepaalde leeftijd hebben'.
Bovendien wordt ook vastgesteld dat men zorg voor oudere patiënten als 'niet prestigieus' ervaart. Dit is iets wat docenten verpleegkunde en docenten verbonden aan de opleidingen voor maatschappelijk werk zeer sterk ervaren. De interesse om te werken met ouderen is vaak niet groot.
Hieronder geven we bij elk van de hierboven vermelde dimensies een aantal voorbeelden.
Het ontoereikend communiceren met ouderen
- Informatie vragen over de oudere persoon aan familieleden en niet rechtstreeks bij de patiënt.
- Bedlegerige personen werden benaderd vanuit een routine en zonder rekening te houden met hun individuele behoeften.
- Daarnaast spreekt men de patiënt op een betuttelende manier aan.
- Het systematisch gebruik van verkleinwoorden.
Focus op achteruitgang en onderbehandeling
- Een lage verwachting voor revalidatie en een meer afstandelijke behandeling.
- Zorgmedewerkers komen bijna uitsluitend in contact met ouderen met gezondheidsproblemen, wat onterecht het beeld kan scheppen dat alle ouderen kwetsbaar zijn en hulp nodig hebben.
Gebrek aan een holistische en activerende visie
- Overnemen van zorg i.p.v. stimuleren, want dit gaat veel vlugger.
- Zaken uit hun handen nemen zonder ze tijd te geven.
- Boterhammen worden gesmeerd voor de bewoners, terwijl ze dit zelf kunnen.
- Ouderen bijna altijd vervoeren in bed, hoewel ze vaak nog mobiel zijn.
- Verplichte middagrust voor alle bewoners.
- Plaspauze op vast uur.
HOE KUNNEN WE DIT AANPAKKEN?
Werken om ageism in de gezondheidszorg te doen verdwijnen, is in eerste instantie werken tegen ageism in de samenleving in het algemeen. Dit is een gigantische opdracht, omdat er in onze samenleving toch nog altijd een sterke focus ligt op het jeugdig (schoonheids)ideaal.
Verder zijn er wel een aantal specifieke zaken die we kunnen aanreiken om het ageism in de gezondheidszorg deels te verklaren en van daaruit ook te tackelen.
Men probeert een zorgcultuur te ontwikkelen waarbij de hele mens in beschouwing wordt genomen en niet alleen haar kwalen.
In diverse sectoren van onze gezondheidszorg zet men voorzichtige stappen richting doelgerichte zorg. Men probeert een zorgcultuur te ontwikkelen waarbij de hele mens in beschouwing wordt genomen en niet alleen haar kwalen. Deze cultuur van werken kan ook in de ouderenzorg heilzaam zijn. We denken dat er ook nog in de opleidingen werk aan de winkel is.
In de (zorg)opleidingen moet meer worden ingezet op het 'gezond verouderen'. We moeten ook af van het beeld dat werken met ouderen 'tweederangs' is. De toekomstige professionals moeten eigen gevoelens (angst voor aftakeling en verlies van autonomie) en gedrag bespreekbaar leren maken. Dit blijft ook voor de voortgezette opleidingen een belangrijk element. Hulpverleners moeten leren dat ouderen een zeer diverse groep zijn, met elk hun eigen verhaal. Deze algemene kennis over de doelgroep moet het ook mogelijk maken om een meer accepterende houding aan te nemen tegenover het ouder worden. Men moet eerst de mens zien en het ouder worden niet herleiden tot gezondheidsproblemen of ziekte/stoornis. De oudere persoon moet centraal staan, met haar dromen, wensen en mogelijkheden. Dat is een startpunt voor begeleiding. De woonzorgleefplannen bieden daarbij een mooie houvast. Uiteraard is communicatie daarbij cruciaal. Praat met ouderen en niet over ouderen. Toon interesse, maak echt contact, sta op ooghoogte van een persoon als je met deze praat, en praat motiverend. Het is belangrijk voor alle professionals om deze skills en attitudes goed te beheersen.Uit onderzoek blijkt trouwens dat vooral de kwaliteit van contacten een buffer tegen ageism kan zijn.
CONCLUSIE
Ageism is een sluipend gif. Het tast de zelfwaarde van mensen aan. Ook de WGO besteedt terecht veel aandacht aan ageism. Zij geven aan dat ageism in de samenleving kan worden tegengegaan aan de hand van de volgende drie strategieën. (WGO,2021)
- Op het beleidsmatige niveau vragen zij het nodige te doen opdat men zou inzetten op gezond verouderen en om de samenleving te laten inzien dat ageism talrijke negatieve gevolgen kent.
- De WGO pleit ook voor een doorgedreven inzet op educatie. (Toekomstige) professionals moeten leren inzien dat dé oudere niet bestaat. Een chronologische leeftijd zegt niet veel. We hebben nood aan meer kennis en inzichten over ageism in de samenleving, maar ook in de gezondheidszorgsector.Er is nood aan meer aandacht voor persoonsgerichte zorg met afwezigheid van negatieve percepties rond ouderdom.
- De WGO promoot ook sterk het intergenerationeel contact. Een wederzijds contact kan een realistische beeldvorming helpen.
Tot slot dienen we te erkennen dat ook enige hoop is gevestigd op een toenemend 'ouderenactivisme' dat vanuit hun ervaring en met de kracht van hun getal meer inspraak zullen afdwingen, in de samenleving en finaal ook in de gezondheidszorg. De démarches inzake de wenselijkheid van een ouderenrechtencommissariaat illustreren dit.
REFERENTIES
Baert, V. & Van Duppen, D. (2020) Ageism: 'Ouderen zijn slachtoffer van discriminatie, stereotypen en vooroordelen', sociaal.net, mei 2020.
Chang E-S, Kannoth S, Levy S, Wang S-Y, Lee JE, Levy BR (2020) Global reach of ageism on older persons' health: A systematic review. PLoS ONE 15(1).
Geerts, C. & De Pagie, (2019) Oudere werknemers in de gezondheidszorg, interne paper, VUB.
Geerts, C. & Van Velthoven, J. (2021), Leerboek gerontologie, Gompel & svacina.
Geerts, C., & Brys, C. (2021a) Bevolkingsonderzoek 'ageing well in the city' en onderzoek van ledenseniorenvereniging, interne nota.
Geerts, C. & Brys, C. (2021b) Zorgverleners kijken alsmaar negatiever naar ouderen: 'Ageism is sluipend gif', Sociaal.net, januari 2022, https://sociaal.net/achtergrond/ageism-zorgverleners-kijken-steeds-negatiever-naar-ouderen/.
https://www.who.int/news/item/18-03-2021-ageism-is-a-global-challenge-un.
Marques S., Mariano J. ,Mendonça J. , De Tavernier, W., Hess M. , Naegele L. , Peixeiro F. and Daniel Martins D. , (2020). Determinants of Ageism against Older Adults: A Systematic Review, Int. J. Environ. Res. Public Health 2020, 17, 2560.
Van Borm H. & Baert, S. (2020),
https://users.ugent.be/~sbaert/Stigma_van_minder_flexibiliteit_en_mindere_technologische_kennis_verlagen_jobkansen_voor_50-plussers.pdf.
WHO, Decade of healthy ageing, baseline report, 2020.
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 5 (mei), pagina 68 tot 73
INTERGENERATIONELE SOLIDARITEIT
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.