Abonneer Log in

De ene mens pompt, de andere mens verzuipt

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 4 (april), pagina 73 tot 77

Hopelijk laat de linkerzijde zich niet verleiden door de frames en de mantra's van een conservatieve rechterzijde die de transitie wil vertragen maar neemt ze, samen met het middenveld, het voortouw in deze sociaal noodzakelijke versnelling.

Een kleine maand na de publicatie van Grenzen aan de groei (1972), het eerste rapport aan de Club van Rome, liet de ondervoorzitter van de Sovjet Academie weten dat 'het ondenkbaar was dat economische en bevolkingsgroei in de USSR tot een ecologische catastrofe konden leiden'. In zijn land, waar alles 'vanuit het standpunt van de volledige samenleving' (in tegenstelling tot het kapitalistische Westen) werd bekeken, zouden de milieuproblemen die de economische ontwikkeling met zich mee kon brengen 'dankzij de wetenschap worden opgelost.'

Deze anekdote staat in het onlangs verschenen boek Wat we toen al wisten, waarin Geert Buelens, vijftig jaar na het verschijnen van het Club van Rome-rapport, terugblikt op wat er sindsdien allemaal is gebeurd. En niet is gebeurd. Zowel in de praktijk, als in het denken.

Opmerkelijk was dat de meeste communisten en socialisten, ook in het Westen, het toen moeilijk hadden om de milieuproblematiek een plaats te geven in hun marxistische schema's. Voor sommigen was dat 'milieuvriendelijk gedrag' eerder een hobby voor welgestelden die de luxe hadden zich bezig te houden met de vogeltjes en de bloemen. Voor anderen behoorden milieuproblemen en de (verstoorde) verhouding tussen mens en natuur tot 'een afgeleid probleem' of een 'secundaire tegenstelling' die opgelost zouden worden als die andere hoofdtegenstelling, die tussen arbeid en kapitaal, was opgeheven. 'Al dat gepraat over het milieu leidde alleen maar af van de klassenstrijd', schrijft Jaap Tielbeke in zijn recent verschenen We waren gewaarschuwd. Ook hij beschrijft in zijn terugblik hoe het Club van Rome-rapport 'voor de enen een vooruitziende oerwaarschuwing was, maar voor de anderen het bewijs van de nodeloze hysterie van groene doemprofeten'.

In dit reductionistisch denken werden milieuproblemen wel erkend, maar bleef de nadruk liggen op de sociaal-politieke strijd over de verdeling van de (monetaire) ruilwaarde, de verdeling van inkomens en goederen. De 'gebruikswaarde' van de goederen – hun maatschappelijke nut, de wijze hoe ze tot stand komen, de gebruikte grondstoffen, de aangewende technologie en het geproduceerde afval – bleef grotendeels buiten dat politiek-ideologisch kader.

POGING ROOD EN GROEN TE INTEGREREN

Door de groei van het milieubewustzijn, de opkomst van nieuwe sociale bewegingen en de oprichting van groene partijen inspireerde het politiek-ecologisch ideeëngoed de klassieke linkse bewegingen en partijen. In de meeste West-Europese landen trachtten socialistische en sociaaldemocratische vernieuwers 'rood en groen' ook op theoretisch niveau te integreren. Zo plaatste Koen Raes, voormalig hoofdredacteur van dit tijdschrift, in Socialisme in de postmoderniteit (1990) fundamentele vraagtekens bij 'de reductie van alle waarden tot één enkele standaard, zoals in het ruilwaardenperspectief', en pleitte hij voor een 'gebruikswaardenoriëntatie'. Het besef groeide dat kernenergietechnologie geen neutrale technologie was, dat milieuproblemen geen 'externaliteiten' waren en dat het economisch groeimodel ('produceren om te produceren', zoals UGent-filosoof Rudolf Boehm nooit ophield te benadrukken) niet het heiligmakend middel was om meer welvaart en minder armoede te verkrijgen. Die 'politisering van de gebruikswaarde', waarover Koen Raes en anderen het hadden, kwam ook aan bod in Kiezen tussen eco en ego (1996) van Norbert De Batselier. Daarin pleitte hij voor 'een nieuw debat dat vooral zal gaan over hoe we in de toekomst zullen consumeren en produceren. Over de economie, de groei ervan en de begrenzing van die groei'.

Dat debat is nu, gezien de urgentie van de klimaatopwarming en de oorlogssituatie in Oekraïne, uiterst actueel en concentreert zich rond de contouren van een 'circulaire economie': een economisch systeem dat erop gericht is om zo weinig mogelijk materialen te gebruiken via maximaal hergebruik en minimale waardevernietiging. Een concept dat de begrenzing van de aarde als gegeven beschouwt, de discussie over economische groei in een ander perspectief zet en duidelijk maakt dat de ecologische uitdagingen een sociale kwestie van de eerste orde zijn. Wie meer gelijkheid wil realiseren en basisbehoeften voor iedereen wil vrijwaren, moet de premisse van deze begrenzing integreren in zijn of haar politiek-maatschappelijk denken en handelen.

In het huidig debat over de stijgende energieprijzen komt het vernieuwde denken over 'circulaire economie' (te) weinig aan bod.

Toch komt in het huidig debat over de stijgende energieprijzen en het energiebeleid dat vernieuwde denken, waarvoor de Club van Rome 50 jaar geleden de aanzet gaf, (te) weinig aan bod.

BTW-VERLAGING DE JUISTE OPLOSSING?

Het is eigenaardig dat partijen als Vooruit en PVDA (en in mindere mate Groen) in dat debat dan de focus leggen op een algemene en permanente btw-verlaging op gas en elektriciteit. Uiteraard geeft een verlaging van de btw een serieuze verluchting aan de laagste inkomens, ze besteden immers een hoog percentage van hun inkomen aan energie. Maar door deze maatregel krijgen ook de hogere inkomens, die meer energie verbruiken en waar de energierekening relatief (in procent van hun inkomen) lager ligt, een serieuze financiële tegemoetkoming. 'Dat ook de rijksten zich verwarmen, maakt van energie toch geen luxeproduct?', schrijft PVDA-parlementslid Peter Mertens (De Morgen, 20/1/2022). Uiteraard zijn de beschikbaarheid en betaalbaarheid van water, elektriciteit en andere energiedragers essentieel om een menswaardig bestaan te leiden. Het zijn basisbehoeften. Dat er voor een basispakket – niet te verwarren met een overlevingskit – geen extra heffingen voorzien worden, lijkt mij evident. Boven dit basispakket blijft het aangewezen om wat reeds dertig jaar geleden 'progressieve tarificatie' werd genoemd toe te passen, namelijk een stijgende prijs bij stijgend verbruik. Juist omdat water geen luxeproduct is, is het aangewezen om het vullen van een privézwembad met (drink!)water financieel te ontmoedigen.

'Een energiefactuur is duurzaam als ze een prijssignaal geeft dat de eindconsument automatisch naar meer duurzaamheid stuurt. Een energiefactuur is rechtvaardig als niemand in de kou achterblijft, en als de lasten en lusten correct verdeeld worden', zo schreef Erwin Cornelis, energie-expert van de Bond Beter Leefmilieu, in het vorige nummer van Samenleving & Politiek (maart 2022).

Een permanente en algemene btw-verlaging, die bovendien geen onderscheid maakt tussen de verschillende energiedragers, beantwoordt niet aan deze rechtvaardigheids- en duurzaamheidscriteria. Ze geeft geen stimulans om het energieverbruik (met fossiele brandstoffen) te verminderen. Overmatig energieverbruik, laat staan energieverspilling, kunnen moeilijk als 'basisbehoeften' gedefinieerd worden. Integendeel, ze leggen een hypotheek op deze basisbehoeften. Het overmatig energieverbruik van vandaag is de energiearmoede voor morgen.

IMPACT BTW-VERLAGING BEPERKT

Uitzonderlijke omstandigheden, zoals de prijzen op de wereldmarkt en de oorlog in Oekraïne, noodzaken kortetermijnmaatregelen om te vermijden dat de reeds aanzienlijke energiearmoede nog toeneemt, zeker bij de lagere inkomensklasse.

Toch kunnen we ons afvragen of deze btw-verlaging, sociaal gezien, de beste oplossing is. Recent onderzoek van de KULeuven (zie De Standaard en De Morgen, 14/3/2022) geeft aan dat de impact van de btw-verlaging beperkt is. Ze tempert de inflatie en schuift dus de automatische indexering van lonen en uitkeringen verder op in de tijd. Het uitgebreide sociaal tarief, samen met de automatische indexering, zorgt er wel voor dat de meeste gezinnen in de eerste twee inkomensdecielen hun koopkrachtverlies gecompenseerd zien. 'Eén op de zes huishoudens heeft momenteel recht op het sociaal tarief en we zien dat dat een belangrijke buffer is om het verlies aan koopkracht op te vangen', zei KULeuven-onderzoeker Jonas Vanderkelen. En hij voegde daaraan toe: 'De omvang van de btw-verlaging staat in schril contrast met de plaats die deze maatregel innam in het publieke debat'.

Mede onder druk van dit debat besliste de federale regering op 14 maart om, naast de (terechte) verlenging van het sociaal tarief, de btw op gas, zij het tijdelijk, te verlagen. Deze energiedeal heeft een kostprijs van 1,3 miljard euro. Ze levert weliswaar een daling op van de gasprijs, maar 'zet niet aan om zuiniger om te springen met energie en helpt wel flink wie een luxueuze en energie-intensieve levensstijl heeft'. (De Standaard, 15/3/2022) Mede daarom waren vele economen, energie-experts, milieubewegingen en armoedeorganisaties geen vragende partij voor de btw-verlaging.

De btw-verlaging claimen als een 'overwinning' voor de linkerzijde lijkt mij betwistbaar.

Deze verlaging claimen als een 'overwinning' voor de linkerzijde lijkt mij dan ook betwistbaar. En de vraag of deze kortetermijnbeslissing een stap vooruit is in de sociaalecologische (energie)transitie, kan moeilijk positief worden beantwoord.

VERSCHIL TUSSEN LAAGSTE EN HOOGSTE INKOMENSKLASSEN

Uiteraard kunnen fiscale en parafiscale instrumenten een rol spelen in een sociaalecologisch klimaat- en energiebeleid. Naast de terechte eisen om democratisch in te grijpen in de prijzen op de energiemarkt, en om buitensporige winsten van de private energiesector (120 miljard) af te romen om ze in te zetten in structureel energiebeleid. Juist in de keuze van de ecologisch meest doelmatige en sociale voorstellen kan de linkerzijde (in al zijn schakeringen) het verschil maken met de rechterzijde in de energietransitie.

En ook inzake argumentatie. Zo zei Connor Rousseau op 13 maart in de VTM-studio dat 'de mensen elke dag armer worden'. Hij heeft gelijk. Veel mensen hebben het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar waarom gebruikt hij de metacategorie 'de mensen' als argument in het debat? Wetende dat er een groot verschil is tussen de laagste inkomensklassen (mensen onder en juist boven de armoedegrens) en de hoogste inkomensklassen? Dat verschil is significant, zeker in het energiedebat. Denk aan de Mattheüseffecten in de fiscaliteit waardoor de hogere inkomens meer genieten van de fiscale uitgaven (zoals belastingaftrek voor pensioensparen, dienstecheques en zonnepanelen) dan de lagere inkomens.

Zo kosten de opgetelde fiscale voordelen voor bedrijfswagens de schatkist jaarlijks tot 3,75 miljard euro. Het daarmee verbonden rijgedrag zadelt de samenleving op met meer energieverbruik, meer files en meer uitstoot. Natuurlijk is een groene salariswagen beter voor milieu, klimaat en mens. Toch kunnen we er niet naast kijken dat de helft van deze wagens terechtkomt bij de 10% gezinnen met de hoogste inkomens, terwijl minder dan 6% van deze wagens in gebruik zijn bij de 50% laagste inkomens, zo blijkt uit het Tweejaarlijks Verslag 'Solidariteit en armoede' van het Steunpunt Bestrijding Armoede (december 2021). En daar komt dan bovenop dat de stijgende prijzen aan de pomp het voordeel van bezitters van een onbeperkte tankkaart nog groter maken. Tot 840 euro. De ene mens pompt en de andere mens verzuipt.

CREATIEVE LINKERZIJDE NODIG

Het rapport aan de Club Van Rome gaf vijftig jaar geleden de grenzen aan van het traditioneel groeimodel. Nu weten we nog beter welke de grenzen zijn van ons aardse systeem. Van een creatieve linkerzijde mogen we dan ook verwachten dat ze die ideeën van de circulaire economie integreert in haar waardenkader van gelijkheid en solidariteit, en dat ze de politisering van de gebruikswaarden op haar politieke agenda zet.

Het onlangs verschenen IPCC-klimaatrapport brengt deze grenzen, en de sociale gevolgen bij het overschrijden van die grenzen, nauwkeurig in kaart. De oorlog in Oekraïne toont onze energetische afhankelijkheid en kwetsbaarheid aan. Er zijn dus redenen genoeg voor de federale en (toch wel heel stille) Vlaamse regering om een versnelling hoger te schakelen om de klimaatdoelstellingen te halen.

Hopelijk laat de linkerzijde zich niet verleiden door de frames en de mantra's van een conservatieve rechterzijde die de transitie wil vertragen maar neemt ze, samen met het middenveld, het voortouw in deze sociaal noodzakelijke versnelling. Als woordvoerder van de klimaatrechtvaardigheid, die niet alleen met fiscaal rechtvaardige hervormingen maar ook met structureel beleid en collectieve maatregelen een klimaatneutrale energieproductie, verwarming en mobiliteit stimuleert, substantiële overheidsinvesteringen vraagt in hernieuwbare energie, energiezuinig wonen voor iedereen bepleit, net als een performant en betaalbaar openbaar vervoer.

Ten slotte, alert reageren op de actualiteit is een noodzaak. Maar liefst met kortetermijnmaatregelen die niet haaks staan op de langetermijnoplossingen, zeker in tijden waar deze actualiteit en de daarmee verbonden communicatiestroom het gezichtsveld verkleint en de horizon uit beeld verdwijnt.

Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 4 (april), pagina 73 tot 77

ENERGIE

Onze energierelatie met Rusland is niet langer houdbaar
Moniek De Jong
Een levensduurverlenging voor deficitaire communicatie?
Karel Deneckere
De ene mens pompt, de andere mens verzuipt
Jos Geysels
Deze crisis zal Europees klimaatbeleid maken of kraken
Karel Pype en Louise Hoon

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.