Minister van Welzijn, Wouter Beke, schuift Zorgzame Buurten als één van de speerpunten van zijn beleid naar voor. Wat zijn de kansen en risico's van dit concept?
Bij de start van de coronaepidemie leken mensen werkelijk voor elkaar te willen zorgen. Ze brachten boodschappen mee voor hun oudere buur, lieten hun hond uit, en belden af en toe om te horen of alles nog in orde was. In tal van steden richtten burgers zelf solidariteitsfondsen op, die op vrijwillige giften draaien. De bedoeling was om een antwoord te bieden op allerhande urgente hulpvragen. Met de Zorgzame Buurten lijkt de Vlaamse regering mee te willen surfen op deze golf van warme solidariteit. Op 1 maart 2022 starten minstens 100 Zorgzame Buurtprojecten in Vlaanderen en Brussel. Vlaams minister van Welzijn, Wouter Beke, maakt voor elk initiatief maximum 50.000 euro per projectjaar vrij.
ZORGZAME BUURT OF BUURTGERICHTE ZORG?
Laten we beginnen bij het begin: wat is een Zorgzame Buurt eigenlijk? Op die vraag bestaat geen vastomlijnd antwoord. Omdat elke lokale context anders is, bestaat er geen vast recept. Wel zeker is dat het idee voortbouwt op het concept van de 'Buurtgerichte Zorg'. Ondanks enkele minieme nuanceverschillen zullen we beide termen in deze tekst door elkaar gebruiken.
Volgens de visietekst Buurtgerichte zorg. De actief zorgzame buurt als toekomstmodel voor Vlaanderen en Brussel1 gaat het hier om 'een toekomstmodel voor de organisatie van het ondersteunings-, hulp- en zorgaanbod in Vlaanderen, om zo de hulp en zorg voor iedereen bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar te houden. Dit model biedt kansen om de kwaliteit van leven te verhogen en de kosten van de hulp- en zorgverlening te doen dalen. Het beoogt een samenhangende én buurtgerichte aanpak van wonen, zorg en welzijn.' Daarbij wil de Vlaamse overheid inzetten op drie: de sociale netwerken van mensen lokaal versterken; de link leggen tussen informele en formele zorg; en de intersectorale samenwerking tussen welzijns- en zorgpartners op het terrein stimuleren met het oog op het verlenen van integrale zorg.2
ILLUSTRATIES MAKEN HET CONCREET
Aangezien deze ronkende woorden weinig zeggen, is het nuttig om het diffuse concept met enkele voorbeelden te illustreren. Zo is er 'Samen voor talent' in Zedelgem dat mensen met een beperking een volwaardige plaats in de samenleving wil geven en daarvoor samenwerkt met het sterrenrestaurant Hertog Jan. Er zijn de buurtgerichte werkingen van de lokale dienstencentra van OCMW Gent die de diverse vragen van senioren in kaart willen brengen. Of er is het 'Buurtpensioen' in Neder-Over-Heembeek dat mensen samenbrengt zodat ze elkaar leren kennen en elkaar misschien wel van dienst kunnen zijn als ze hulp nodig hebben.
Telkens gaat het om manieren die zorgnoden in kaart brengen en eenzaamheid tegengaan. De overheid is daarbij de spelverdeler, maar vrijwilligers spelen een belangrijke rol als aanvulling op de openbare dienstverlening. Bovendien zorgen die laatsten voor een versterking van de buurtcohesie. In tijden van vermaatschappelijking, vergrijzing … en misschien ook wel besparingen, zijn dat aantrekkelijke troeven.
GEEN TOVERFORMULE
Toch is Buurtgerichte Zorg geen eenvoudige toverformule. Het is geen concept waarmee een lokaal bestuur even in één twee drie mee van start kan gaan. Buurtgerichte Zorg is een werk van lange adem dat investeringen vereist. In de loop der jaren moet er aan niet minder dan acht functies gebouwd worden: buurtanalyse, partnerschappen, sociale netwerken, sensibiliseren en informeren, sociaal gewaardeerde rollen, detectie zorgnoden, toeleiding naar zorg, en beleidsadvisering.
Buurtgerichte Zorg is een werk van lange adem dat investeringen vereist.
De buurtanalyse is de basis. Dit hoort een gedegen onderzoek te zijn dat de noden en de krachten van de buurt in kaart brengt. Daarbij is het belangrijk erop te wijzen dat de andere functies geen stappen zijn die één voor één gevolgd moet worden. 'Het is onmogelijk om de acht functies in hun volle glorie operationeel te maken. Rome is niet in één dag gebouwd. Meestal wordt aangeraden om aan te kijken waar de energie bij de mensen in de buurt zit, en daarmee van start te gaan. Daarbij is het steeds opletten dat de beleidsadvisering door alle praktische noden niet in de vergeetput belandt. Mocht dat gebeuren, dreigt Buurtgerichte Zorg haar kansen tot structurele verandering voorbij te schieten.
INDIVIDUEEL SCHULDMODEL
Als het over structurele verandering gaat, is het wel bemoedigend om zien dat Zorgzame Buurten specifiek aandacht hebben voor mensen in een kwetsbare positie. Door de sociale dynamieken die in een buurt leven, bestaat echter de kans dat net zij bij deze initiatieven uit de boot vallen. Op die manier dreigen Zorgzame Buurten bestaande ongelijkheden nog te vergroten.
De functie 'sociaal gewaardeerde rollen' biedt hier een antwoord op. Dit punt start met de vaststelling dat de samenleving mensen in een kwetsbare positie een aantal negatieve kenmerken toedicht. Ze zijn zogenaamd lui, weinig bekwaam of onaangenaam in de omgang. Hierdoor krijgen ze een minderwaardige sociale status en worden ze door anderen op afstand gehouden. Een Zorgzame Buurt kan dit risico opvangen door deze groep mensen een rol te geven waarbij ze vanuit hun talenten net iets kunnen bijdragen. Dit kan allerhande vormen aannemen. Denk bijvoorbeeld aan Syrische mama's die helpen op de school van hun kinderen; of een jongen met autisme die de ingeleverde boeken terugzet in de bibliotheek.
Doordat mensen in een kwetsbare positie iets voor hun buurt kunnen betekenen, krijgen ze daar waardering voor en vinden ze aansluiting. Bovendien stelt deze manier van werken het vooroordeel bij dat deze groepen niet zouden kunnen of willen bijdragen. Het spreekt voor zich dat deze functie beter uitgevoerd wordt door een opgeleide professional die hier de kennis en know how voor heeft. Deze weet dat het toepassen van de 'sociaal gewaardeerde rollen' een sine qua non vormt voor elke performante Zorgzame Buurt.
In het verlengde hiervan valt op dat kwetsbaarheid in beleidsteksten vaak ingevuld wordt als senioren en mensen met een psychische of fysieke beperking. Het spreekt voor zich dat deze mensen veel aandacht verdienen. Tegelijk dreigt het gevaar dat groepen die door het dominante individueel schuldmodel sterker onder vuur liggen, zoals mensen in armoede, werkzoekenden of mensen met een andere etnisch culturele achtergrond, in de kou blijven staan. Het is het bedje waarin heel het vermaatschappelijkingsidee ziek is. Witte mensen met een diploma, voldoende inkomen en een sterk netwerk zijn erdoor geholpen. Maar wat met de rest?
OPWAARTSE SOCIALE MOBILITEIT
Dat het mogelijk is om hier binnen het model van Buurtgerichte Zorg een antwoord op te bieden, bewijst SAAMO. Sinds 2018 al zetten opbouwwerkers via twee pilootgemeenten in Limburg (Pelt en Hamont-Achel) en twee in West-Vlaanderen (Deerlijk en Moorslede) in op praktijkontwikkeling. Via de inhoudelijke steun van VVSG en wetenschappelijke begeleiding van Vonk3 (Thomas More) kijkt SAAMO hoe ze het beste met de acht functies van Buurtgerichte Zorg aan de slag kunnen. Op die manier willen ze dit model als een werkzaam en sociaal toekomstperspectief naar voor te schuiven waarbij proactief en participatief werken voorwaarden zijn om mee aan de slag te gaan.
In haar proefprojecten gaat SAAMO samen met vrijwilligers, die allemaal een opleiding hebben gevolgd, op huisbezoek. In de gesprekken die deze vrijwilligers voeren, polsen ze naar mogelijke zorgvragen. Deze variëren van de nood aan sociaal contact tot het invullen van een formulier voor een premie. Indien er vragen of signalen zijn, geven de vrijwilligers dit door aan de gemeentelijke coördinator die er verder mee aan de slag gaat.
Om die link te kunnen leggen, is het belangrijk om brede partnerschappen op te zetten met bijvoorbeeld de mutualiteiten. Het lokale bestuur voert de regie maar staat ook open voor suggesties van de professionals van SAAMO. Zo maken deze initiatieven structureel onderdeel uit van het welzijns- en dorpenbeleid.
In deze proefprojecten gaat het erom dat mensen aansluiting kunnen vinden bij buren die een babbeltje willen doen of samen iets willen ondernemen. Maar daar stopt het niet. Het is even belangrijk uit te zoeken op welke (financiële) tegemoetkoming de persoon recht heeft. Om ook de meest kwetsbaren vooruit te helpen, is het van cruciaal belang dat dit soort koude solidariteit het startpunt is. De proefprojecten hebben als uitdrukkelijk ambitie iedereen die dat nodig heeft te bereiken en hen actief toe te leiden naar hulp- en dienstverlening zodat ze hun grondrechten kunnen laten uitoefenen.
Zorgzame Buurten kunnen een ladder voor opwaartse sociale mobiliteit betekenen.
Op die manier ingevuld zijn deze Zorgzame Buurten niet enkel een middel tot versterking van sociale cohesie, maar ook en vooral een ladder voor opwaartse sociale mobiliteit.
POLITIEKE WIL
Tijdens corona zagen we tal van mooie voorbeelden die de basis kunnen vormen voor sociaal innovatieve projecten. Met Zorgzame Buurten hoopt de Vlaamse regering hier een vervolg op de breien. Toch mogen deze hartverwarmende initiatieven ons niet doen vergeten dat het de koude solidariteit, onze sociale zekerheid, is die de grote stabiliserende factor is die onze samenleving recht houdt. Daarom is het zorgwekkend om lezen dat de visietekst Buurtgerichte Zorg. De actief zorgzame buurt als toekomstmodel voor Vlaanderen en Brussel de volgende paragraaf bevat: 'Het huidige model van zorgfinanciering is niet toereikend om de groeiende maatschappelijke nood aan hulp en zorg te lenigen. De budgettaire ruimte van de overheid en de sociale zekerheid laten dat niet toe, en de budgetten kunnen ook niet blijven groeien'.3
Deze quote drukt ons direct met onze neus op een substantieel risico van dit concept: besparingen. Daarom is het belangrijk om er hier nog eens op te wijzen dat kwesties als betaalbaarheid geen natuurwetenschappelijk gegeven zijn. Ze zijn de uitkomst van het politieke debat. De vraag is of we als samenleving de middelen willen vrijstellen om – ook voor mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie – de beste zorg te betalen. Binnen het concept Zorgzame Buurten is er nood aan publiek debat en politisering.
DE BELOFTE VAN NABIJHEID
Een ander aandachtspunt bij Zorgzame Buurten dat meer ter discussie gesteld zou moeten worden, is de vraag of nabijheid als uitgangspunt altijd wel beter is. Zeker nu de focus van het armoedebeleid steeds meer op lokaal niveau komt te liggen is dat een zorg die ons meer zou moeten bezighouden, zeker wanneer de nodige middelen niet mee overgeheveld worden. Niet voor niets waarschuwde Decenniumdoelen in zijn tweede Lokale Armoedebarometer dat decentralisatie van het armoedebeleid voor de ondermijning van gelijke rechten zorgt wanneer dit zonder duidelijke kaders en zonder duidelijke en herverdelende financiering gebeurt. Dit betekent dat de Vlaamse en federale overheid verantwoordelijkheid moeten blijven opnemen.4
Nabijheid is een 'schoon ideaal', maar door een te grote idealisering dreigt het een pervers idee te worden.
Het spreekt voor zich dat lokale besturen het beste zicht hebben op de noden van hun buurten en wijken. Maar zij kunnen mensen moeilijk structureel uit de armoede halen. De krachtigste hefbomen, zoals kindergeld, wonen en werkloosheidsuitkeringen, bevinden zich op het Vlaamse en federale niveau. Dat is ook logisch. Sociaal beleid wil per definitie zeggen: herverdelen. Maar wat ga je herverdelen als er in een buurt veel noden zijn, en weinig of niets om te herverdelen? Als je daar als beleidsmaker te weinig oog voor hebt, en je je te eenzijdig op buurten en wijken richt, dan werk je de ongelijkheid in de hand. Met andere woorden nabijheid is een 'schoon ideaal', maar door een te grote idealisering dreigt het een pervers idee te worden.
Deze waarschuwingen mogen echter niet verhullen dat Zorgzame Buurten, mits voldoende oog voor politiserend en structureel werk, een model met potentieel is waar ook de meest kwetsbare in de samenleving baat bij kunnen hebben.
Dit is een uitgewerkte en geactualiseerde versie van 'Zorgzame buurt moet bovenal oog hebben voor haar kwetsbare bewoners' dat op 3 juni 2020 op Sociaal.net verscheen.
VOETNOTEN
- Vlaamse Dienstencentra (VVDC) en het Kenniscentrum Woonzorg Brussel (2016). 'Buurtgerichte zorg 'De actief zorgzame buurt als toekomstmodel voor Vlaanderen en Brussel', Brussel: VVDC) en het Kenniscentrum Woonzorg Brussel, p. 9.↑
- Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding (2021). 'Bisnota aan de Vlaamse Regering. Betreft: Vlaamse Veerkracht – versterking mentaal welzijn – zorgzame buurten (project 144), Brussel: Vlaamse regering, p. 3.↑
- Vlaamse Dienstencentra (VVDC) en het Kenniscentrum Woonzorg Brussel (2016). 'Buurtgerichte zorg 'De actief zorgzame buurt als toekomstmodel voor Vlaanderen en Brussel', Brussel: VVDC) en het Kenniscentrum Woonzorg Brussel, p. 31.↑
- Decenniumdoelen (2021). 'Lokale armoedebarometer. Deel Beleid. Lokaal armoedebeleid: Het kan beter', Brussel, Decenniumdoelen, p. 30.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 2 (februari), pagina 12 tot 16
DE STAD, MOTOR VAN VERANDERING
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.