Met UHasselt bouwen we aan een intellectuele infrastructuur voor een kansrijk Limburg.

In de laatste tien jaar heeft UHasselt zich steeds krachtiger gepositioneerd als een uitgesproken ‘civic’ universiteit of, met andere woorden, een universiteit die “zich ten volle engageert voor en in de samenleving waarvan ze deel uitmaakt” en een academische gemeenschap die “zichzelf niet afsluit van de wereld, maar die linken legt en de samenwerking zoekt”. (Voorwoord van de Rector tot de Kritische Reflectie naar aanleiding van de instellingsreview, januari 2022) Dit engagement weerspiegelt de omarming van haar rol als ‘ankerinstelling’, zoals gesteld in haar visie en missie. Ankerinstellingen zijn instellingen – zoals universiteiten, middenveldorganisaties, ziekenhuizen en sterk verankerde bedrijven – die een fundamentele bijdrage leveren tot het culturele, sociale en economische weefsel van een stad of regio. Ze doen dat door de ruimte mee vorm te geven met hun gebouwen, hun naam en herkenbaarheid, hun intellectuele bijdrage, alsook hun rol als belangrijke werkgever en koper van goederen en diensten. Samen vormen ankerinstellingen een plaatsgebonden infrastructuur die niet enkel fysiek is, maar ook economisch, institutioneel, sociaal en intellectueel.
De notie van een ‘civic’ universiteit is niet toevallig in het Verenigd Koninkrijk ontstaan, waar de deïndustrialisering veel steden en regio’s hard getroffen heeft en plaatselijke regeneratie vroeger dan op het continent hoog op de agenda is komen te staan. Hoewel deze rol bij de UHasselt reeds in de eerste dagen aanwezig was, is het in de laatste tien jaar centraler en explicieter geworden. Het toenemende belang van kwaliteitsvolle academische opleidingen, onderzoek en samenwerkingen als kern van een bredere intellectuele infrastructuur van lokaal verankerde actoren, netwerken, praktijken en instrumenten werd steeds meer zichtbaar vanaf de jaren 1980. De definitieve sluiting van de koolsteenmijnen en later van grote bedrijven zoals Philips in Hasselt in 2004 en Ford Genk in 2014, tekenden de transitie naar een post-industriële Limburgse economie en samenleving, waar kennis en ideeën centraler staan.
De sluiting van grote bedrijven zoals Ford Genk tekende de transitie naar een post-industriële Limburgse economie, waar kennis en ideeën centraler staan.
Het is in deze momenten van crisis, wanneer grote bedrijven wegtrekken, dat de tegenstrijdige aard van de relatie tussen samenleving, staat en kapitaal zich manifesteert. Belangen die lang gedeeld leken, komen dan openlijk in conflict te staan. Wanneer het economische en maatschappelijke weefsel hertekend moeten worden, groeit het besef dat innovatie en welvaart niet zomaar via de ‘onzichtbare hand’ van de markt ontstaan. Zoals Mariana Mazzucato beaamde, toen ze een UHasselt eredoctoraat in 2017 in ontvangst nam, vereisen ze echter een gedeelde strategische visie en gecoördineerde actie van vele verscheiden actoren over een langere tijdshorizon.
Bij haar stichting in het begin van de jaren 1970 formuleerde UHasselt de expliciete ambitie om gelijkheid te bevorderen door “begaafde jongeren uit alle sociale lagen de mogelijkheid geven in eigen midden studies aan te vatten”, en meer specifiek studies “in die disciplines waaraan een werkelijke behoefte bestaat voor de economische en sociale uitbouw van een gewest met een jonge en dynamische bevolking” (Memorie van Toelichting oprichtingswet 1971). De universiteit had een dubbele missie: de emancipatie en de sociale mobiliteit van jongeren bevorderen, en meer specifiek de jongeren uit de gezinnen en de socio-economische en culturele groepen in de samenleving die tot dan niet aan het hoger onderwijs participeerden, alsook de economische en sociale ontwikkeling van de regio in haar geheel. Deze ambitie wordt weerspiegeld in de historisch vooruitstrevende onderwijsfilosofie en -praktijken, waarbij er veel aandacht is voor interdisciplinariteit en interactieve leervormen om academische kennis te leren gebruiken, alsook inclusie in curricula, didactische vormen en leeromgevingen. Maar ze is vooral zichtbaar in de geleidelijke uitbreiding van het onderwijsaanbod over de jaren heen, zowel via de academisering van het bestaande aanbod – via de zogenaamde ‘inkanteling’ van bestaande opleidingen, zoals de bedrijfseconomische wetenschappen en architectuur – als de creatie van nieuwe opleidingen, zoals rechten, geneeskunde en, meer recent, sociale wetenschappen.
Limburgse jongeren hebben nog steeds een lichte achterstelling op vlak van deelname aan het hoger universitair onderwijs ten aanzien van jongeren uit andere provincies.
Ondanks de groei van UHasselt heeft Limburg vandaag nog steeds een beperkt aanbod van universitaire opleidingen, en hebben Limburgse jongeren nog steeds een lichte achterstelling op vlak van deelname aan het hoger universitair onderwijs ten aanzien van jongeren uit andere Vlaamse provincies. Analyses tonen duidelijk aan dat ze ondervertegenwoordigd zijn in de opleidingen die niet in de regio aangeboden worden en dat de inrichting van nieuwe opleidingen deze onderparticipatie grotendeels wegwerkt. Een verdere, op de noden van de regio gerichte uitbreiding wordt dus als een gepast antwoord beschouwd op grote uitdagingen, zoals de snelle vergrijzing van de provincie, de aanhoudende braindrain en de toename van het aandeel Limburgse jongeren met een migratieachtergrond, die tot heden minder in het hoger onderwijs participeren. Lokale bacheloropleidingen verhogen de onderwijskansen van een groep studenten die anders geen universitaire studies zouden aanvatten. Masteropleidingen spelen echter een fundamentele rol in de verdere uitbouw van de lokale intellectuele infrastructuur, door de braindrain tegen te gaan en mogelijk braingain te bevorderen. Ze zijn ook essentieel om het fundamenteel onderzoek te laten groeien en het sociaal, cultureel en economisch weefsel van de regio intellectueel te voeden.
De recent ingerichte School voor Sociale Wetenschappen, waarvan ik lid ben, vormt een goede illustratie van de centrale rol van de universiteit in een duurzame intellectuele infrastructuur, waar synergieën tussen onderwijs en onderzoek kunnen ontstaan en de waarde van academische kennis tastbaarder wordt voor alle betrokken partijen. Sinds academiejaar 2022-2023 bieden we een interdisciplinaire casusgeörienteerde bacheloropleiding sociale wetenschappen aan vanuit media en communicatiewetenschappen, sociologie en politieke wetenschappen en bestuurskunde. Helemaal in lijn met onze civic rol en de verwachting dat hogere onderwijsinstellingen sociale impact creëren, staan drie grote uitdagingen van hedendaagse samenlevingen – digitalisering, diversiteit en democratie – centraal in het curriculum.
Op een paar jaar tijd hebben we talrijke partnerschappen kunnen aangaan met lokale openbare besturen, middenveldorganisaties en bedrijven.
Op een paar jaar tijd hebben we talrijke partnerschappen kunnen aangaan met lokale openbare besturen, middenveldorganisaties en bedrijven, die zich in ons project herkennen. Het gaat niet enkel over gastlezingen, bezoeken aan instellingen en het bieden van stageplekken. We betrekken ook lokale actoren, groot en klein, bij internationale onderzoeksprojecten waardoor nieuwe netwerken en nieuwe inzichten ontstaan, zoals in een lopend internationaal project rond arbeid in de digitale logistiek. We werken samen met lokale besturen en geven hen toegang tot de meest recente wetenschap omtrent de bestuurlijke complexiteit van migratievraagstukken, produceren empirische gegevens rond het profiel en de ervaringen van nieuwe migrantengemeenschappen, identificeren aandachtspunten en formuleren aanbevelingen voor het beleid. Dit gebeurt ook mede op basis van studentenprojecten die de aanpak van lokale besturen in andere regio’s en landen in kaart brengen. Studenten komen in contact met allerlei ankerinstituties in het kader van wetenschappelijke opdrachten, en ervaren daardoor de relevantie van academische kennis voor het begrijpen van de samenleving in haar complexiteit. Ze experimenteren ook met het inzetten van deze kennis om de samenleving te veranderen, zoals in een recent project rond vrijheid met gedetineerden. Deze samenwerkingen voeden tevens de maatschappelijke relevantie van ons onderzoek.
Deze dagelijkse praktijken geven vorm aan een gedeelde intellectuele infrastructuur waarvan alle onze studenten onderdeel zijn, ongeacht de opleiding, het inkomen of de naam van hun ouders. Hoewel structurele ongelijkheid niet zomaar weggeveegd kan worden, cureren we ruimtes en partnerschappen waar kansen maximaal geborgd worden. Deze infrastructuur is onlosmakelijk verbonden met Limburg maar stopt vanzelfsprekend niet aan de provinciale grenzen. Het verbindt ons, onze studenten en onze partners met de bredere regio, de buurlanden, Europa en de hele wereld.
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 1 (januari), pagina 14 tot 15
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.