Abonneer Log in

Hoe chauvinistisch is het Vlaams regeerakkoord?

  • Silke Goubin - Postdoctoraal onderzoeker, HIVA - Onderzoekscentrum voor de Arbeid en Samenleving, KU Leuven

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 9 (november), pagina 60 tot 64

Welvaartschauvinisme maakt een gestage opmars in Europa. Ook het Vlaams regeerakkoord is hier een voorbeeld van: taalvaardigheid wordt ingezet als poortwachter van publieke diensten.

Europeanen maken zich zorgen over hun toekomst. Onder druk van vergrijzing, besparingen, klimaatverandering en migratie groeit het gevoel dat burgers in de toekomst geen toegang meer zullen hebben tot kwalitatieve publieke diensten. Die bezorgdheid manifesteert zich op verschillende manieren, ook in Vlaanderen. Zo vindt 73% van de Vlamingen dat werkenden geen eerlijk deel van de nationale welvaart ontvangen, terwijl 1 op de 3 aangeeft moeilijk rond te komen met het huidige gezinsinkomen. Tegelijk geloven veel Vlamingen (ongeveer 40%) dat mensen die een sociale uitkering ontvangen eigenlijk geen hulp nodig hebben.[1] Voorts vindt zo’n 30% dat migranten nooit, of enkel wanneer ze de Belgische nationaliteit hebben, toegang zouden mogen krijgen tot sociale diensten.[2]

Deze onzekerheid en dit wantrouwen zijn koren op de molen van radicale en populistische politieke partijen. Partijen zoals Vlaams Belang en de Nederlandse PVV zijn groot geworden door de retoriek dat politiek zich weer moet richten op ‘gewone mensen’. Ze koppelen dit aan migratiekwesties en geven er ook een economische invulling aan: door in te spelen op de vermeende negatieve impact van migratie op de sociale zekerheid. Daarbij voeden ze de angst dat nieuwkomers als ‘profiteurs’ publieke diensten zouden misbruiken en zo de kosten zouden opdrijven. Deze partijen beloven dat de overheid er vooral moet zijn voor de ‘hardwerkende burger’. Ze beweren dat dit momenteel niet mogelijk is, omdat sociale voorzieningen zouden worden misbruikt door nieuwkomers, en dan met name door asielzoekers en nieuwkomers met een niet-westerse achtergrond. Hun oplossing? ‘Eigen volk eerst’ binnen de welvaartsstaat.

Welvaartschauvinisme, of het idee dat sociale zekerheid en publieke diensten bedoeld zijn voor de eigen bevolking en dat nieuwkomers uitsluit of onder strengere voorwaarden plaatst, maakt dus een gestage opmars in Europa. De kiezers van radicaal-rechtse populistische partijen ondersteunen deze houding. Een anti-migrantenhouding, het geloof dat sociale voorzieningen worden misbruikt en moeten worden voorbehouden voor mensen met de eigen nationaliteit, zijn belangrijke stemmotieven.[3]

WELVAARTSCHAUVINISME IN DE PRAKTIJK

Waar populistische en radicaal-rechtse partijen mee regeren, stellen we verschuivingen vast in de sociaal zekerheid. Zo wordt er meer uitgegeven aan sociaal beleid dat ‘verdienende’ burgers beloont, zoals pensioenen. Tegelijkertijd investeren deze regeringen minder in werkloosheidsuitkeringen of leeflonen. Deze meer herverdelende systemen ten opzichte van kwetsbare groepen worden namelijk weggezet als vooral gebruikt door nieuwkomers. In het algemeen leidt een deelname van deze populistische en radicaal-rechtse partijen dan ook tot een verzwakking van de welvaartsstaat: regeringen met deelname van deze partijen voeren in eerste instantie een besparingsbeleid uit, dat niet gecompenseerd wordt door uitgaven aan bepaalde ‘verdienende’ groepen te verhogen.[4]

De groeiende politisering van de migratiekwestie in Europa zorgt ervoor dat het welvaartschauvinistisch gedachtegoed verder reikt dan de radicaal-rechtse flank.

De groeiende politisering van de migratiekwestie in Europa zorgt ervoor dat het welvaartschauvinistisch gedachtegoed verder reikt dan de radicaal-rechtse flank. Traditionele partijen nemen elementen van dit discours over om stemmen te (her)winnen bij kiezers van partijen als Vlaams Belang of het Franse Rassemblement National. Zowel centrumrechtse als sociaaldemocratische partijen passen hun migratie- en sociale zekerheidsstandpunten aan: richting een meer kritisch discours ten opzichte van migranten, wat de normalisering en verspreiding van welvaartschauvinisme verder in de hand werkt.[5] Het is overigens twijfelachtig of dit centrumpartijen effectief meer stemmen oplevert. Onderzoek geeft alvast aan dat het eerder de populariteit van radicaal-rechtse partijen bestendigt.[6]

DOET HET VLAAMS REGEERAKKOORD AAN WELVAARTSCHAUVINISME?

Ook de nieuwe Vlaamse regering springt mee op de kar van het welvaartschauvinisme. Dit omvat drie elementen: het beleid richt zich op de Vlaamse natie en natievorming, ‘verdienende burgers’, en een groeiende voorwaardelijkheid van bepaalde publieke diensten op basis van taal.

Om van een ‘chauvinistisch’ regeerakkoord te kunnen spreken, moet er ten eerste een duidelijke focus zijn op de natie en het beschermen van haar eigenheid. Het regeerakkoord zet in op Vlaamse fierheid en een sterke Vlaamse identiteit, bijvoorbeeld via de openbare omroep VRT (p. 187). Ook in het integratiebeleid staat ‘de kennismaking met onze Vlaamse identiteit in al haar diversiteit’ (p. 209) centraal. De Canon van Vlaanderen maakt integraal deel uit van de lessen maatschappelijke oriëntatie, waarvan het slaagpercentage strenger wordt (70%). De inzet op taal valt op: ‘Taal en gedeelde waarden en normen: dat zijn de bindmiddelen van de Vlaamse natie die we samen vormen’ (p. 7). Het woord ‘Nederlands’ komt maar liefst 120 keer voor in het regeerakkoord.[7]

Een tweede kenmerk van welvaartschauvinisme is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen beleid dat meer ‘verdienende burgers’ ten goede komt, versus burgers die gezien worden als ‘oneigenlijke gebruikers’. Wat betreft die ‘verdienende burgers’ vallen er een paar doelgroepen op in het Vlaams regeerakkoord. Bijvoorbeeld, ‘voorrang voor kinderopvang voor ouders die werken of een werkgerichte opleiding volgen’ (p. 119). Meer in het algemeen wil de nieuwe Vlaamse regering fors investeren in de ondersteuning van personen met een beperking, kinderopvang, ouderenzorg en jeugdhulp.[8] In beleidsdomeinen gericht op ‘verdienende burgers’, zoals jongeren, ouderen of mensen met gezondheidsproblemen, lijkt er minder sprake te zijn van besparingen of een meer restrictief beleid.[9]

Het Vlaams regeerakkoord volgt de welvaartschauvinistische lijn door strengere voorwaarden te stellen aan de toegang tot publieke diensten, met de nadruk op taalkennis.

Welvaartschauvinistisch beleid richt haar pijlen vooral op lagere inkomensgroepen, zoals armen en werklozen. Het beschouwt deze kwetsbare groepen als zelf verantwoordelijk voor hun sociale positie, bijvoorbeeld omdat ze niet willen integreren. Het Vlaams regeerakkoord volgt deze lijn door strengere voorwaarden te stellen aan de toegang tot publieke diensten, met de nadruk op taalkennis. Vooral in het sociale huisvesting- en onderwijsbeleid worden nieuwkomers in het vizier genomen.

We nemen die laatste twee domeinen, sociale huisvesting en onderwijs, hieronder nader onder de loep.

SOCIALE HUISVESTING: EEN HORDEPARCOURS VOOR NIEUWKOMERS

Het nieuwe Vlaams regeerakkoord sluit nieuwkomers verder uit van sociale huisvesting door strengere taaleisen, controles en het behoud van het principe van lokale binding.

Het Vlaamse beleid vereist dat huurders een basisniveau Nederlands beheersen. Onder de vorige regering werd dat gedefinieerd als een A2-niveau (een basiskennis). De huidige plannen zijn strenger: ‘De kennis van het Nederlands is onontbeerlijk voor een gedegen maatschappelijke integratie, arbeidsmarktparticipatie en sociale mobiliteit. We trekken daarom het verplicht taalniveau voor sociale huurders op naar B1 mondeling’ (p. 164). Dit vereiste taalniveau komt ongeveer overeen met wat we van onze middelbare scholieren verwachten na zes jaar Frans in de A-stroom.[10] Het mag duidelijk zijn dat dit voor kwetsbare en kortgeschoolde nieuwkomers een belangrijk obstakel vormt.

Daarnaast behoudt de nieuwe regering het voorrangscriterium van lokale binding. Dit is de optie van woonmaatschappijen om voorrang te verlenen aan ‘wie de afgelopen tien jaar minstens vijf jaar ononderbroken in de gemeente woonde’.[11] Dit maakt het voor nieuwkomers, maar ook voor werkzoekenden die van woonplaats veranderen, en dak- en thuislozen, moeilijker om toegang te krijgen tot sociale woningen, gezien zij vaak geen duurzame band met hun gemeente kunnen aantonen. Voor alle duidelijkheid: het Vlaams regeerakkoord maakt hier geen specifieke melding over, de nieuwe toewijzingscriteria worden verdergezet en geëvalueerd.

Dit strikte beleid rond lokale binding en taal is eerder atypisch in een Europese context.[12] Ook in Wallonië en Brussel wordt het criterium van taal en lokale binding niet toegepast, wat de toegang tot sociale huisvesting voor o.a. nieuwkomers daar minder beperkt maakt. De gebruikelijke voorwaarden voor sociale huur zijn vaak eenduidiger: in het bezit zijn van een legale verblijfsstatus of de lokale nationaliteit, een inkomen hebben dat onder een bepaalde drempel valt, en voorrang voor mensen in acute woonnood, zoals slachtoffers van huishoudelijk geweld of daklozen.[13]

Diependaele I volgt dezelfde logica als Jambon I: een streng en voorwaardelijk sociaal huisvestingsbeleid.

Diependaele I volgt dus dezelfde logica als Jambon I: een streng en voorwaardelijk sociaal huisvestingsbeleid. Ze voert ook de controle op misbruik verder uit: ‘We blijven sterk inzetten op het bestrijden van domiciliefraude en controles naar buitenlandse eigendommen. Woonmaatschappijen worden verplicht om eraan mee te werken en om daarover periodiek te rapporteren’ (p. 164).[14] Gezien de taal- en lokale bindingsregels, krijgen geboren en getogen Vlamingen voorrang tot de sociale huur – wat een perfect voorbeeld is van welvaartschauvinisme.[15]

ONDERWIJS: SYMBOOLPOLITIEK

Een sterke kennis van het Nederlands, en taalonderwijs in het algemeen, leest als een rode draad doorheen het onderwijsbeleid van de nieuwe Vlaamse regering. In de woorden van de regering: ‘Nederlands is de taal die leren mogelijk maakt, kansen geeft en ons allemaal verbindt’ (p. 135). Gezien de tegenvallende PISA-resultaten is dit op zich geen slechte zaak.[16]

Toch sluipt ook hier chauvinisme in het beleid, dat zich richt op ouders van leerlingen die een schoolbonus krijgen. ‘Ouders die hun kinderen inschrijven in het Nederlandstalig onderwijs, leveren van minstens een van hen een bewijs van kennis van het Nederlands of engageren zich om zelf ook Nederlands te leren. […]. Wie binnen het jaar geen deelnamebewijs kan voorleggen, verliest de schoolbonus(sen) voor alle schoolgaande kinderen’ (p. 136). ‘Wanneer ouders hun verantwoordelijkheid niet willen opnemen, kan het lokaal sociaal beleid de schoolbonus en de schooltoeslag rechtstreeks laten toekomen bij de school of zelf omzetten in materiële hulp voor de kinderen’ (p.145).

Anderstalige ouders met een kwetsbare achtergrond lopen sneller het risico om de schoolbonus te verliezen, gezien zij vaak het Nederlands niet machtig zijn.

Anderstalige ouders met een kwetsbare achtergrond lopen bijgevolg sneller het risico om de schoolbonus te verliezen, gezien zij vaak het Nederlands niet machtig zijn. Of dit beleid veel vruchten gaat afwerpen, is nog maar de vraag – het valt te betwijfelen dat het afnemen van de schoolbonus een voldoende bestraffende maatregel is voor ouders om Nederlands te leren. De kans lijkt groter dat kwetsbare kinderen verder in de armoede geduwd worden, terwijl scholen met meer administratie en een nieuwe controlefunctie geconfronteerd worden.

Ook voor de kinderopvang in de Vlaamse Rand rond Brussel onderzoekt de Vlaamse regering ‘hoe we in het belang van het kind voor nieuwe instroom voorrang kunnen geven in de kinderopvang aan wie Nederlands spreekt of het leert’ (p 214). In het Nederlandstalige opvang- en scholennet in Brussel is dit sowieso al een voorrangsgroep.

De Vlaamse regering probeert voorts ook voor EU-migranten het leren van Nederlands te verplichten: ‘De inburgeringsplicht geldt niet voor EU-burgers. Samen met gelijkgezinde lidstaten en regio’s ijveren we op Europees niveau om de inburgeringsplicht en minstens ook de plicht om Nederlands te leren ook mogelijk te maken voor situaties waar dat vandaag uitgesloten is’ (p. 208). Ook andere ‘niet-verplichte inburgeraars in Vlaanderen en Brussel’ (p. 208) worden aangemoedigd om toch maar Nederlands te leren. Voorts plant men: ‘een aangepast, verplicht inburgeringstraject voor arbeidsmigranten van buiten de EU’ (p. 208).

Ten slotte ontsnappen mensen die een leefloon ontvangen niet aan de aandacht van de Vlaamse regering. In het beleid ten opzichte van de Vlaamse Rand rond Brussel lezen we: ‘We inspireren bijvoorbeeld lokale besturen hoe taalintegratievoorwaarden te verbinden aan de toekenning van het leefloon’ (p. 214).

TAAL ALS BINDMIDDEL EN POORTWACHTER

De Vlaamse regering zet sterk in op taal: als bindmiddel voor de natie, en als uitsluitingsmiddel voor sociale rechten. Of dit tot minder misbruik van publieke diensten zal leiden, of een betere integratie, is een open vraag.[17] Wel kunnen we stellen dat het tot extra administratie en controles zal leiden, en een voorbeeld is van een wantrouwende overheid richting kwetsbare burgers, en met name nieuwkomers. Of dit welvaartschauvinisme zal leiden tot extra stemmen voor de deelnemende regeringspartijen bij de volgende verkiezingen, is bovendien onzeker.

EINDNOTEN

  1. INVOLVE Democracy Survey 2024. HIVA, KU Leuven.
  2. Meuleman, B., et al. (2018). The Past, Present and Future of European Welfare Attitudes: Topline Results from Round 8 of the European Social Survey. ESS Topline Series.
  3. Goubin, S., & Hooghe, M. (2022). Do welfare concerns drive electoral support for the populist radical right? An exploratory analysis. Acta Politica, 57, pp. 431-453.
  4. Chueri, J. (2021). Social policy outcomes of government participation by radical right parties. Party Politics, 27(6), pp. 1092-1104.
  5. Schumacher, G., & van Kersbergen, K. (2016). Do mainstream parties adapt to the welfare chauvinism of populist parties? Party Politics, 22(3), pp. 300-312.
    Harris, E., & Römer, F. (2023). Contextual welfare chauvinism: Left-wing governments and immigrant welfare rights in Western Europe. European Journal of Political Research, 62(2), pp. 443-462.
  6. Tarik Abou-Chadi, ‘De flinkse lijn is een vergissing’, Samenleving & Politiek, juni 2022.
  7. In vergelijking, ‘Français’ komt slechts 29 keer voor in de regeringsverklaringen van het Waalse Gewest en Franstalige Gemeenschap (in totaal), waarbij het dikwijls verwijst naar de instelling zelf (niet de taal). In het algemeen speelt de kennis van taal aan de andere kant van de taalgrens een minder dominante en gespecifieerde rol.
  8. https://www.vlaanderen.be/publicaties/vlaamse-begroting-2025-2029.
  9. Met mogelijke uitzondering van de jeugdzorg, zie ook https://www.knack.be/nieuws/belgie/politiek/ondanks-de-retoriek-over-samen-vlaanderen-maken-krijgen-diverse-groepen-in-vlaanderen-een-ander-gezicht-van-de-overheid-te-zien/.
  10. https://www.onderwijsdoelen.be/uitgangspunten/4681.
  11. https://www.vlaanderen.be/lokaal-woonbeleid/vlaamse-beleidsprioriteiten/betaalbaar-woonaanbod/lokaal-toewijzingsbeleid-voor-sociale-woningen/toewijzing-volgens-vier-pijlers.
  12. Aigner, A. (2018). Housing entry pathways of refugees in Vienna, a city of social housing. Housing Studies, 34(5), pp. 779-803. Arrigoitia, M. F., Whitehead, C., & Scanlon, K. (Eds.). (2014). Social Housing in Europe. John Wiley & Sons.
  13. Goubin, S., & Heylen, K. (2023). Vinden dak-en thuislozen de weg naar sociale huisvesting in België? Een verkennende studie. HIVA - KU Leuven.
  14. Dit beleid leidde effectief tot een beperkt aantal fraudedossiers, maar het zal niet de grote nood aan sociale woningen verminderen, gezien het beperkte effect op het aanbod. https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementair-werk/plenaire-vergaderingen/1737383/verslag/1739363.
  15. Deze strengere voorwaarden hebben als externaliteit dat de wachtlijsten verminderen of minder aangroeien: zo’n 175.000 huishoudens wachten nog op de toewijzing van een sociale woning.
  16. OECD (2024). Education at a Glance 2024. Paris: OECD Publishing.
  17. De mosterd komt hier uit Denemarken, waar voor vluchtelingen en niet-EU migranten ingezet wordt op een soortgelijk streng taalbeleid en tewerkstellingsvoorwaarden. Hoewel dit voor een snellere opstart van integratie zorgt op de korte termijn, leidt het tot een eerder gebrekkige effectieve integratie op de lange termijn. Denemarken is overigens één van de enige Europese landen waar de integratie van niet-Europese migranten er op achteruitgaat. Zie: Arendt, J N, Dustmann, C., & Ku, H. (2023). Permanent residency and refugee immigrants’ skill investment. Journal of Labor Economics. Zie ook: https://www.mipex.eu/denmark.

Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 9 (november), pagina 60 tot 64

HET VLAANDEREN VAN DIEPENDAELE I

Het Vlaanderen van N-VA en Vooruit blaast warm en koud
Wim Vermeersch
Maken Melissa en Caroline van gele hesjes progressieve kiezers?
Philippe Diepvents
Hoe chauvinistisch is het Vlaams regeerakkoord?
Silke Goubin
Disciplineren is maar een halve oplossing
Ludo Struyven

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.