Ook voor de verkiezingen van 9 juni 2024 zien we vooral kandidaten met een migratie-achtergrond opduiken op de lijsten van linkse partijen en minder op die van rechtse partijen. De kandidatenlijsten vormen echter nog steeds geen representatieve afspiegeling van de bevolking.
Partijen maken bij verkiezingen aan de kiezer duidelijk waar ze voor staan. Ze kunnen dit doen door het opstellen van een verkiezingsprogramma, door berichten op sociale media te posten en door standpunten in te nemen in debatten en interviews, maar ook door bepaalde kandidaten al dan niet op hun lijsten te zetten. Partijen die op een geloofwaardige manier de arbeidersklasse willen vertegenwoordigen, doen er bijvoorbeeld goed aan om ook enkele arbeiders als kandidaat op hun lijsten te hebben.
We kunnen een gelijkaardige reflex veronderstellen met betrekking tot de thema’s migratie en integratie. Partijen die positiever aankijken tegen een multiculturele samenleving en migratie minder als een bedreiging zien, zullen dit wellicht ook willen tonen via hun lijstvorming door meer mensen met een migratieachtergrond als kandidaat naar voren te schuiven. Voor partijen die kritischer staan ten aanzien van migratie geldt dan de omgekeerde redenering.
Het is des te relevanter om die signaalfunctie van kandidatenlijsten van dichtbij te bekijken, omdat migratie en integratie tegenwoordig ‘top of mind’ zijn bij vele kiezers.1 Bovendien zien we dat centrumpartijen, onder druk van het succes van radicaal-rechtse partijen, op dit thema recent opgeschoven zijn naar een strengere positie.2 De vraag is dan ook: in welke mate wordt dit vertaald in het aandeel dat kandidaten met een migratieachtergrond op de lijsten innemen? Plaatsen partijen die kritischer geworden zijn voor migratie ook minder kandidaten met een migratie-achtergrond op hun lijsten? En zien we dat partijen die een meer open houding aannemen ten aanzien van migratie en integratie als reactie meer kandidaten met een migratieachtergrond plaatsen? We onderzoeken deze vragen voor de parlementsverkiezingen van 9 juni 2024, waarbij we telkens de vergelijking maken met 2019.3
METHODOLOGIE
Hoe zijn we hiervoor te werk gegaan? Het vaststellen van de migratie-achtergrond van personen is minder eenvoudig dan bijvoorbeeld gender of leeftijd. Omdat een grootschalige bevraging naar afkomst van (groot)ouders te omslachtig is en niet voor alle kandidaten een antwoord oplevert, en omdat toegang tot officiële gegevens hierover botst op privacybezwaren, hebben we een beroep gedaan op een door Sigrid Van Trappen ontwikkeld stappenplan4 dat voornamelijk gebaseerd is op naamherkenning. Naam en uiterlijk spelen een belangrijke rol bij het bepalen van een eerste indruk en etnische minderheden worden vaak gediscrimineerd op basis van deze kenmerken, bijvoorbeeld op de arbeids- of huurmarkt.5
Onze focus ligt op zichtbare etnische minderheden, dat wil zeggen mensen met een andere achtergrond dan Noord- en West-Europa. In een eerste stap werden de kandidatenlijsten gescreend op de vreemde afkomst van de voornaam of familienaam van kandidaten. Deze ruime groep van kandidaten werd vervolgens in een tweede stap aan een diepgaander onderzoek onderworpen door hun website, Facebookprofiel, LinkedIn-profiel, partijwebsite, enzovoort na te kijken, en door na te gaan hoe ze gecodeerd werden bij vorige verkiezingen. Zo konden we voor heel wat kandidaten uitmaken of ze een migratie-achtergrond hadden (of niet). Voor kandidaten voor wie dat nog niet duidelijk was, hebben we als derde stap de herkomst van hun naam opgezocht via de genealogische website Forebears. Kandidaten die op basis daarvan duidelijk toegewezen konden worden aan een bepaalde herkomstregio, werden dusdanig gecodeerd. We hebben de kandidaten gegroepeerd volgens herkomstgroep (Zuid-Europa, Centraal- en Oost-Europa, Turkije en Maghreblanden, Overige Afrikaanse landen, Overige Aziatische landen en Midden-Oosten, Latijns-Amerika).
Onze focus ligt op Vlaamse partijen, dat wil zeggen alle partijen die in Vlaanderen kandidatenlijsten hebben ingediend. We analyseren die kandidatenlijsten voor de verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, het Vlaams Parlement en het Europees Parlement. We hebben geen kandidatenlijsten onderzocht wanneer Vlaamse partijen in competitie treden met Franstalige partijen (voor het Brussels Parlement) of wanneer er heel wat gemeenschappelijke lijsten met Franstaligen werden ingediend (voor de Kamer in Brussel).
CIJFERS PER VERKIEZING
We bespreken eerst de resultaten voor de drie verkiezingen die we onderzoeken en vergelijken met 2019. Uit FIGUUR 1 blijkt dat het percentage kandidaten met een migratie-achtergrond licht gedaald is voor alle drie de verkiezingen. Het is al bij al een lichte daling van telkens minder dan 2 procentpunt. Ten opzichte van 2014 (niet in de figuur) is er wel een lichte stijging6: toen had maar 7,3% van de kandidaten voor de Vlaamse verkiezingen een migratie-achtergrond, en 9,1% van de kandidaten voor de Kamer.
Verderop gaan we dieper in op de evoluties die de verschillende partijen op dat vlak hebben doorgemaakt. We kunnen nu al wijzen op één verklaringsfactor voor deze daling. In 2019 waren er een aantal zogenaamde migratiepartijen die kandideerden, onder meer Be.one, D-SA en PV&S. Deze partijen kenden weinig succes, maar stuwden door hun hoge percentages kandidaten met een migratie-achtergrond (telkens meer dan 75% van hun kandidaten)7 het algemene gemiddelde in 2019 naar boven. Door gebrek aan succes dienden deze partijen in 2024 geen kandidatenlijst meer in, wat een groot deel van de daling verklaart.
We kunnen op basis van FIGUUR 1 ook een vergelijking maken tussen de verschillende parlementen. Daar waar Kamer en Vlaams Parlement nagenoeg op hetzelfde niveau zitten rond 10%, staan er op de lijsten van het Europees Parlement merkelijk meer kandidaten met een migratieachtergrond (ongeveer 15%).
Op de lijsten van het Europees Parlement staan merkelijk meer kandidaten met een migratieachtergrond.
Deze hogere aanwezigheid bij de Europese verkiezingen kan worden verklaard door twee factoren. Ten eerste hebben EU-onderdanen die in België verblijven en zich registreren stemrecht voor de Europese verkiezingen, en kunnen EU-burgers zich ook kandidaat stellen in België voor de Europese verkiezingen. Het is dus makkelijker om kandidaten met een migratieachtergrond (in dit geval uit Zuid-Europa of uit Centraal- en Oost-Europa) op de kandidatenlijsten te zetten, en het is electoraal lonend voor partijen om dat te doen. Ten tweede worden de zetels voor het Europees Parlement verdeeld in één Nederlandstalig kiescollege (dat zich uitstrekt over heel Vlaanderen en Brussel), waardoor partijen een kleiner aantal kandidaten moeten zoeken. Hierdoor wegen één of enkele kandidaten met een migratie-achtergrond zwaarder door op het geheel. Deze lijstsamenstelling wordt ook (nog) meer gestuurd door de nationale partijleiding die van diversiteit een belangrijk selectiecriterium kan maken.
Net als bij vorige verkiezingen en in andere landen zijn er meer vrouwen8 met een migratieachtergrond kandidaat dan mannen: 13% van de vrouwelijke kandidaten heeft een migratie-achtergrond tegenover 7,9% van de mannen. Partijen lijken in hun zoektocht naar diversiteit op de lijsten twee vliegen in één klap te willen slaan door zowel in te zetten op gender als op etnische afkomst.
CIJFERS PER PARTIJ
Vervolgens kijken we over de drie verkiezingen heen naar de cijfers per partij (FIGUUR 2). Net als in eerder onderzoek9, is er een duidelijk verschil tussen linkse en rechtse partijen, met centrumpartijen daar tussenin. Vooruit, PVDA en Groen spannen de kroon met 16 a 17% kandidaten met een migratie-achtergrond, wat (met uitzondering van PVDA) in lijn ligt met de percentages uit 2019.
Centrumpartijen (CD&V en Open Vld) scoren een stuk lager met ongeveer 8%. De rechtse partijen N-VA en Vlaams Belang volgen nog een eind verderop met respectievelijk 4,4% en 1,4%. De nieuwe partij Voor U scoort opvallend hoog met ongeveer 11% van haar kandidaten die een migratie-achtergrond hebben. Mogelijk zorgt het feit dat dit een nieuwe partij is ervoor dat er meer kansen zijn voor nieuwkomers (in de brede zin van het woord).
De nieuwe partij Voor U scoort opvallend hoog met ongeveer 11% van haar kandidaten die een migratie-achtergrond hebben.
Er zijn verschillende verklaringen voor het duidelijke links-rechts-patroon: rechtse partijen (en hun kiezers) zijn kritischer voor migratie en daardoor minder geneigd om kandidaten met migratie-achtergrond op hun lijsten te zetten, er stemmen meer kiezers met een migratie-achtergrond op linkse partijen waardoor deze partijen een grotere pool hebben om uit te rekruteren, linkse partijen hechten meer belang aan de vertegenwoordiging van diversiteit en willen daar ook meer actie toe ondernemen (onder de vorm van streefcijfers of quota), en partij-selectoren schatten over het algemeen kandidaten met een migratie-achtergrond linkser in dan andere kandidaten.10
Anders dan verwacht vinden we geen duidelijke patronen terug wanneer wordt vergeleken met 2019. Het is niet zo dat partijen die migratie-kritischer geworden zijn ook minder kandidaten met migratie-achtergrond op hun lijsten geplaatst hebben (en vice versa). Voor alle partijen zijn de verschuivingen ten opzichte van 2019 vrij beperkt en met uitzondering van PVDA nergens groter dan 1 procentpunt.
CIJFERS PER KIESKRING EN IN VERGELIJKING MET DE BEVOLKING
Tot slot bekijken we de percentages nog per kieskring, waarbij ook een vergelijking wordt gemaakt met de samenstelling van de bevolking (FIGUUR 3).11 Omdat het Europees Parlement in één kiescollege (bestaande uit Vlaanderen en Brussel) wordt gekozen, worden resultaten voor de verkiezingen van dat parlement hier buiten beschouwing gelaten.
De grote verschillen tussen de kieskringen springen onmiddellijk in het oog. In Brussel heeft 22,6% van de kandidaten op de kandidatenlijsten voor het Vlaams Parlement een migratie-achtergrond, terwijl in West-Vlaanderen slechts 5,2% van de kandidaten wortels heeft in de migratie. Dat verschil is onder andere te verklaren door de aanwezigheid van de migratiepartij Team Fouad Ahidar in Brussel en natuurlijk ook door de grotere aanwezigheid van mensen met migratieroots in de hoofdstad. In Brussel heeft ruim 67% van de inwoners een migratie-achtergrond, terwijl dat in West-Vlaanderen beperkt is tot 12,3%.
In Brussel heeft 22,6% van de kandidaten op de kandidatenlijsten voor het Vlaams Parlement een migratie-achtergrond, terwijl dat in West-Vlaanderen slechts 5,2% is.
Algemeen zien we dat in heel wat provincies het percentage kandidaten met een migratie-achtergrond ongeveer de helft (of zelfs iets minder) bedraagt van het percentage inwoners met een migratie-achtergrond. Er lijkt met andere woorden een soort van plafond te bestaan waar partijen maar moeilijk over geraken. De kieskring Limburg is hier de uitzondering waar het percentage kandidaten met migratie-achtergrond bijna 60% bedraagt van hun percentage in de bevolking, maar zelfs daar zijn kandidaten met migratie-achtergrond nog ruim ondervertegenwoordigd. De kandidatenlijsten vormen op het vlak van migratie-achtergrond dus allerminst een representatieve afspiegeling van de bevolking.
CONCLUSIE
De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat ertussen 2019 en 2024 niet zo heel veel veranderd is qua etnische diversiteit op de lijsten van de Vlaamse partijen. Het aantal kandidaten met een migratie-achtergrond is zo goed als stabiel gebleven en we zien ze zoals voorheen vooral opduiken op de lijsten van linkse partijen. De programmatorische verstrenging op het thema migratie wordt voorlopig niet weerspiegeld in de samenstelling van de kandidatenlijsten. Het gebrek aan toename in etnische diversiteit op de kandidatenlijsten en blijvende ondervertegenwoordiging van kandidaten met migratie-achtergrond zou kunnen wijzen op structurele barrières binnen politieke partijen zelf die de volledige integratie en doorstroming van kandidaten met een migratie-achtergrond belemmeren.
EINDNOEN
- Zie o.m. I. Goovaerts, A. Kern, E. van Haute en S. Marien (2020), ‘Proteststem of ideologische stem?’, in: J-B Pilet et al (eds), De Belgen verheffen hun stem. Een analyse van het stemgedrag op 26 mei 2019. Louvain-la-Nueve: Presses universitaires de Louvain, pp. 57-76. ↑
- S. Grommen (29 april 2024), ‘De Stemtest leert: Vooruit en CD&V zijn op vlak van migratie het meest opgeschoven naar rechts’, vrtnws.be. en T. Abou-Chadi & W. Krause (2020). The Causal Effect of Radical Right Success on Mainstream Parties’ Policy Positions: A Regression Discontinuity Approach. British Journal of Political Science. 50(3), pp. 829-847.↑
- We baseren ons daarvoor op: I. Govers (2019), Voorbeeldige politiek: Vertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden in de Vlaamse politiek in 2019. Brussel: Minderhedenforum. Om de vergelijking correct te houden, werden een aantal herberekeningen uitgevoerd (onder meer zonder de Brusselse kandidaten voor de Kamer) waardoor de cijfers hier licht kunnen afwijken van de cijfers in het oorspronkelijke rapport.↑
- S. Van Trappen (2022), Colourless politics? An examination of party selectors’ openness to ethnic minority candidates in Flemish local politics. Phd thesis, Ghent University.↑
- Zie o.m. L. Lippens, S. Baert, A. Ghekiere, P.P. Verhaeghe, & E. Derous (2022). Is labour market discrimination against ethnic minorities better explained by taste or statistics? A systematic review of the empirical evidence. Journal of Ethnic and Migration Studies, 48(17), pp. 4243-4276.↑
- Deze cijfers komen uit: Devriendt, C., & Charkaoui, N. (2014). Diversiteit op de kieslijsten bij de verkiezingen 2014. Brussel: Minderhedenforum. Omdat zij enkel naar gevestigde partijen kijken (en ook niet naar de Europese verkiezingen), hebben we hun percentages niet opgenomen in de figuur↑
- I. Govers. Ibid.↑
- S. Van Trappen, R. Devroe & B. Wauters (2023), ‘The gendered nature of ethnic minority candidate nomination. An analysis of the moderating role of district diversity, party affiliation and ethnic minorities’ visibility’, in: Local Government Studies.↑
- S. Van Trappen & B. Wauters (2018), ‘Kleur in de gemeenteraad?’, in: Samenleving & Politiek, 25(9), pp. 68-73.↑
- S. Van Trappen. Ibid.↑
- Deze cijfers werden berekend op basis van de cijfers van Statbel rond de herkomst van de bevolking naar gedetailleerde bevolkingsgroepen per provincie, https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/structuur-van-de-bevolking/herkomst#figures.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 6 (juni), pagina 42 tot 47
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.