Toegegeven, ‘Ambitieus. Haalbaar. Betaalbaar.’ zijn strategisch goed gekozen woorden uit het Vlaams Energie- en Klimaatplan. Helaas worden deze begrippen vandaag misbruikt om een écht ambitieus en sociaal rechtvaardig klimaatbeleid te ondermijnen.
©ID/ Thomas Sweertvaegher
Ambitieus. Haalbaar. Betaalbaar. Met deze intussen legendarische woorden klopten minister Zuhal Demir en een voltallige Vlaamse regering de energie- en klimaatplannen af. Dat de plannen nochtans niet ambitieus genoeg zijn, bewees niet enkel het Brusselse Hof van Beroep vorige maand, maar ook de talrijke analyses van onder andere de Europese Commissie, de SERV en Bond Beter Leefmilieu. Zijn ze dan op z’n minst sociaal rechtvaardig? We lezen immers dat er resoluut voor werd gekozen ‘een klimaatbeleid [te voeren] waarvan elke Vlaming beter wordt’ en om te ‘vermijden dat bestaande economische en sociale ongelijkheden verder uitgediept worden’. Na vijf jaar wanbeleid onder het mom van ‘haalbaar en betaalbaar’ legt Reset.Vlaanderen de vinger op de wonde met een nieuw rapport.
Laten we eens kijken naar de belangrijkste uitdaging (en kans) voor de Vlaamse regering om de daad bij het woord te voegen: de renovatie van ons gebouwenpark. Geen onbelangrijke werf, want met 29% zijn onze gebouwen verantwoordelijk voor een heel groot deel van de Vlaamse ESR-broeikasgasuitstoot. Het volledige gebouwenpark van EPC label A voorzien tegen 2050, zoals aangegeven in de langetermijnrenovatiestrategie, moet ons niet alleen dichter bij onze klimaatdoelstellingen brengen, maar biedt ook kansen om sociale doelstellingen te halen.
Mensen in armoede wonen vooral op de sociale en private huurmarkt. Volgens de Koning Boudewijnstichting is energiearmoede een zorgwekkend probleem bij sociale woningen: 41% van de huurders van de 292.000 Belgische sociale woningen zou er het slachtoffer van zijn. Bijna de helft van de sociale woningen heeft dan ook een EPC-label D of slechter. Maar ook de private huurmarkt is een zorgenkindje. Het aanbod op de huurmarkt is te klein en er heerst een tekort aan kwalitatieve, betaalbare huurwoningen. Eén op drie woningen op de private huurmarkt zijn namelijk van matige tot zeer slechte kwaliteit. Bovendien hebben zo’n 46% van de private huurders recht op een sociale woning die niet voorhanden is.
Daarnaast zijn er ook voor eigenaars grote uitdagingen. Tot 40% van de Vlaamse huishoudens kan de renovatiekosten niet zelf betalen. Een deel hiervan (4% van de woningeigenaars), onderaan de inkomensladder, zijn noodkopers die geen uitweg vonden op de sociale of private huurmarkt en gedwongen een woning van (zeer) slechte kwaliteit moesten kopen.
Wil de Vlaamse regering echt werk maken van een klimaatbeleid waar elke Vlaming beter van wordt, dan moet ze inzetten op betaalbare en toegankelijke renovaties.
Wil de Vlaamse regering echt werk maken van een klimaatbeleid waar elke Vlaming beter van wordt, dan moet ze inzetten op betaalbare en toegankelijke renovaties. Deze dienen namelijk een dubbel en met elkaar vervlochten doel: door in te zetten op energie-efficiëntie, defossilisatie en betaalbaar wonen kunnen we mensen afhelpen van volatiele energieprijzen (en dus soms veel te hoge facturen), de woon- en levenskwaliteit verbeteren, én de uitstoot omlaag helpen. Wonen kan zo de motor van de rechtvaardige transitie zijn. Is dit wat de Vlaamse regering echt voor ogen heeft met ‘haalbaar en betaalbaar’?
AMBITIEUS
De doelstelling van de renovatiestrategie is duidelijk: alle woningen voldoen tegen 2050 aan EPC label A. Concreet wil de Vlaamse Regering dit realiseren door de uitwerking van een uitgebreid beleidsinstrumentarium gericht op vier werven: verplichtingen en normeringen, financiële stimulansen, ontzorging, en informatieverstrekking en sensibilisering.
Het gros van dat beleid spitst zich toe op de eigendomsmarkt. Zo worden renovatieverplichtingen, op basis van minimale EPC-labeleisen met een verstrengingspad die inzetten op sleutelmomenten, gekoppeld aan financiële stimulansen zoals premies en leningen. Het stimulerend beleid van premies en leningen werd onder een nieuwe noemer gebracht: Mijn VerbouwPremie en Mijn VerbouwLening. Bij deze financiële stimulansen wordt gedifferentieerd naargelang inkomen: wie een lager inkomen heeft, kan een groter bedrag gesubsidieerd krijgen en/of aanspraak maken op extra leningen. Tot slot bestaan er nog leningen vanuit het Noodkoopfonds, specifiek gericht op lagere inkomens.
Dit alles is deel van het energiearmoedeplan van de Vlaamse regering, dat preventieve en curatieve acties vormgeeft om de energiearmoede in Vlaanderen tegen te gaan. Onder preventieve acties horen, naast de eerder vermelde premies en leningen voor lage inkomens, ook speciale begeleiding voor inkomensdoelgroepen (Mijn Verbouwbegeleiding) en de uitbreiding en verhoging van de kortingsbon voor energiezuinige huishoudtoestellen. Curatieve acties zijn onder andere het optimaliseren van sociale openbare dienstverplichtingen en de minimale levering van aardgas via OCMW’s.
Over de sociale en private huurmarkt lezen we daarentegen weinig in de Vlaamse plannen, ondanks de grote uitdagingen daar. Voor de private huurmarkt stimuleren de maatregelen vooral de verhuurder, zonder daarbij de huurder te beschermen. Daarnaast werd beloofd bepaalde vormen van geconventioneerd verhuren te onderzoeken. Dit laatste kwam er dit jaar ook, maar in een sterk afgezwakte vorm. Voor de sociale huurmarkt wordt een actieplan ‘Traject Klimaat 2050’ beloofd, maar tot op heden is daar nog geen spoor van.
BETAALBAAR
Klinkt allemaal goed, maar is het ook voldoende om kwetsbare groepen te beschermen en mee te nemen in de transitie? Moeilijk te zeggen, want deze holle beloftes over ‘sociale rechtvaardigheid in alle dimensies van het plan’ worden niet gekoppeld aan duidelijke doelstellingen over energiearmoede of sociaal renovatiebeleid. Dan maar kijken naar het gevoerde beleid.
Hoewel je zou denken dat vanuit sociaal rechtvaardigheidsperspectief de sociale en private huurmarkt veel aandacht zouden krijgen in de klimaatplannen, is het beleid vooral gericht op eigenaar-bewoners. Daarbij gaan de prikkels vooral naar de mensen die het financieel niet nodig hebben. Zo komt meer dan de helft van de premies voor energiebesparende renovaties terecht bij de 30% huishoudens met de hoogste lonen. Het is namelijk zo dat de laagste inkomenscategorie in de Mijn VerbouwPremie 70% van de bevolking vertegenwoordigt. Een veel te brede invulling van ‘lage inkomens’, en dus onmogelijk om gerichte steun te bieden.
Het Noodkoopfonds is voorlopig het enige instrument dat écht werkt voor de laagste inkomens, maar de drempel (voor gemeenten) is te groot.
Voor de laagste inkomens zijn louter premies hoe dan ook ontoereikend, en worden ze best gecombineerd met toegang tot de Mijn VerbouwLening of het Noodkoopfonds. Maar ook hier zijn uitdagingen. De rente voor de Mijn VerbouwLening staat momenteel op 2,25%, wat te hoog is. Het Noodkoopfonds is voorlopig het enige instrument dat écht werkt voor de laagste inkomens, maar de drempel (voor gemeenten) is te groot. Veel gemeenten zijn er namelijk nog niet mee begonnen, gezien de OCMW’s het zelf niet kunnen trekken door capaciteitstekorten. Bovendien blijkt zelfs de combinatie van premies en leningen nog vaak onvoldoende om de lage inkomens mee te nemen.
Hoe kan het beter? Beginnen kan met een grotere differentiëring van de definitie van de inkomensgroepen om zo gerichter hulp te kunnen bieden voor bepaalde inkomensgroepen. Voor de laagste inkomensgroepen is een prefinanciering van 100% het enige werkende mechanisme. Maak daarnaast werk van een écht progressief premiestelsel, om ervoor te zorgen dat de schaarse overheidsmiddelen efficiënt en effectief worden ingezet en naar de huishoudens gaan die de steun echt nodig hebben. Werk hier met automatische toewijzing. Laat bovendien de energiehuizen de trekker zijn van het Noodkoopfonds en de OCMW’s meenemen, verhoog de werkingsmiddelen ervan en prioriteer de allerslechtste woningen.
De private huurmarkt krijgt veruit de minste aandacht: in het Vlaamse renovatiebeleid is nog steeds geen volwaardige opening gemaakt naar de private huurmarkt, blijft een doelmatige vorm van geconventioneerd verhuren uit, komt een ambitieloze energienorm in de minimale woonkwaliteitsnormen veel te laat (2030) en waren andere waardevolle maatregelen (zoals blokkering van de indexering van slecht geïsoleerde woningen) slechts tijdelijk.
Hier roepen we op om een volwaardige vorm van geconventioneerd verhuren (zoals voorgesteld door de Vlaamse Woonraad) te implementeren. Creëer een win-win-win voor huurder, verhuurder en planeet door in te zetten op financiële stimulansen ter renovatie en ontzorging voor de verhuurder, gekoppeld aan betaalbare prijzen voor de huurder. Ondertussen kan je werk maken van een ambitieuze energienorm in de minimale kwaliteitsnormen en het conformiteitsattest verplichten voor verhuurders. In afwachting hiervan kan de huurwaarde geobjectiveerd worden en de indexering van energieverslindende woningen geblokkeerd worden. Dit kan samengaan met meer inspecties en sancties (zonder hierbij de huurder te treffen).
De sociale huurmarkt krijgt ondanks alle problemen weinig aandacht in de renovatiestrategie van de Vlaamse overheid.
De sociale huurmarkt krijgt ondanks alle problemen ook weinig aandacht in de renovatiestrategie van de Vlaamse overheid. Er worden gewoon te weinig sociale woningen gebouwd. Dit heeft verschillende redenen: te weinig budgetten die ook nog eens slecht worden ingezet (de maatschappijen mogen er bijvoorbeeld geen bouwgronden mee kopen, en het geld wordt vooral ingezet voor omgevingswerken), bezwaarschriften tegen nieuwe vergunningen als gevolg van een negatief discours rond sociaal wonen, een slechte regie tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten, enzovoort. Dat terwijl er veel meer goed geïsoleerde, fossielvrije sociale woningen nodig zijn. Er staan bijna evenveel mensen op de wachtlijst als er nu sociale woningen zijn.
De private huurmarkt socialiseren is een deel van de oplossing, maar door de sociale huurmarkt uit te breiden zal de druk op de private huurmarkt ook verkleinen, en zullen de huurprijzen afkoelen. Dit kan door de budgetten voor sociale huisvestingsmaatschappijen structureel te verhogen en de regels te versoepelen, als overheid meer betrokken te zijn bij het gevoerde grond- en vastgoedbezit, een meer verbindend discours rond sociaal wonen te voeren, en de objectieven en opvolging van het Bindend Sociaal Objectief ambitieuzer te maken.
Er is ten slotte ook dringend een collectieve aanpak nodig van het renovatiebeleid. De Vlaamse overheid legt vandaag nog te veel verantwoordelijkheid bij het individu, terwijl een systemische aanpak nodig is. Dat betekent niet alleen collectief renoveren, zoals nu al gebeurt bij sommige appartementsgebouwen. Ook renovatie-aanvragen per wijk bundelen via online platformen kan mensen helpen om premies aan te vragen. Daarnaast zou een publieke operator die renovaties kunnen coördineren en stimuleren, bijvoorbeeld door collectieve aankopen te organiseren. Ten slotte zou er een specifiek overheidsprogramma moeten komen om de meest kansarme gezinnen te ondersteunen, zowel financieel, technisch, als mentaal.
HAALBAAR
De analyse is duidelijk: de overheid belooft een ambitieus en betaalbaar klimaatbeleid, maar lost die belofte niet in. Gelukkig liggen de aanbevelingen klaar om wél werk te maken van een ambitieus en eerlijk renovatiebeleid. De laatste vragen die ons resten, zijn hoe we dit gaan betalen en wie deze werken gaat uitvoeren, om zo het voorgestelde klimaatbeleid ook 'haalbaar' (en niet enkel 'betaalbaar') te maken. Op deze vragen biedt het rapport van Reset.Vlaanderen ook een antwoord.
De kost van de klimaattransitie in België zou €415 miljard euro bedragen tegen 2050. Een hele opgave. Maar de overheid heeft hier tal van hefbomen voor in handen.
De kost van de klimaattransitie in België zou €415 miljard euro bedragen tegen 2050, waarvan de helft naar de renovatie van ons gebouwenpark gaat. Een hele opgave. Maar de overheid heeft hier tal van hefbomen voor in handen. Federaal en gewestelijk zijn er publieke investeringsmaatschappijen, Belfius is nog steeds voor 100% in handen van de staat en de Nationale Bank van België beheert niet alleen haar eigen reserves, maar kan ook wegen op het beleid van de Europese Centrale Bank. De eigen uitgaven kan ze ook sterk sturen richting meer sociale en ecologische rechtvaardigheid. Tot slot vloeit er vanuit Europa veel geld naar België voor de klimaattransitie. En ook in eigen land zijn er, ondanks de gemiste kansen deze legislatuur, veel mogelijkheden om de fiscaliteit milieuvriendelijker en rechtvaardiger te maken.
Tot slot belooft de klimaattransitie een nettostijging van de werkgelegenheid in de bouwsector. Goed nieuws zou je denken, maar de sector heeft vandaag te kampen met serieuze uitdagingen: bouwvakkers zien hun reële lonen al jaren achteruit gaan, meer dan een kwart klaagt over de belastende arbeidsomstandigheden en het werk is fysiek erg zwaar, met lange werkdagen. Allemaal redenen waarom de sector jaarlijks duizenden arbeiders verliest. De overheid, die nagenoeg nauwelijks aandacht besteedt aan de arbeidsmarkt in de klimaatplannen, zoekt de oorzaken te vaak op de verkeerde plaats (demografische ontwikkelingen en opleidingsmismatchen), zonder te erkennen dat een groot deel van het probleem ook ligt bij de structurele onderwaardering van maatschappelijk relevante jobs. Hoog tijd om hier verandering in te brengen.
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 1 (januari), pagina 49 tot 53
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.