Door een ondoordachte taakuitbreiding te koppelen aan de zoveelste besparingsoperatie dwingt de Vlaamse regering de VDAB ertoe om keuzes te maken die de kwaliteit van de dienstverlening in gevaar brengt.
Het einde van de coronacrisis is in zicht. Het systeem van tijdelijke werkloosheid en de overbruggingsmaatregelen vanuit de overheid hebben vooralsnog grote schokken in de werkloosheid kunnen vermijden. Op het eerste zicht is er dus niets aan de hand. Anderzijds heeft de crisis de kloof op de arbeidsmarkt vergroot en is de langdurige werkloosheid enorm toegenomen. Personen met een arbeidshandicap en migratieachtergrond worden geconfronteerd met meer banenverlies, hogere werkloosheid en digitale uitsluiting. Bovendien waarschuwen arbeidsmarktexperten dat faillissementen en herstructureringen op de loer liggen eens alle steunmaatregelen afgebouwd zijn. De ambities vanuit de Vlaamse regering zijn groot voor de VDAB. Zij krijgt een brede rol om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen, maar moet dit doen met extra taken opgelegd voor de crisis. Is onze Vlaamse arbeidsbemiddelaar daar wel klaar voor?
EEN ARBEIDSMARKTREGISSEUR ZONDER MIDDELEN
Tegen 2030 wil Vlaanderen een werkzaamheidsgraad van 80% realiseren. De VDAB moet daarom uitgroeien tot een arbeidsdata-, activerings- en loopbaanregisseur. Ook werknemers, huismoeders en -vaders, leefloongerechtigden en langdurig zieken moet de VDAB gaan opvolgen. Die uitbreiding van taken gaat echter niet gepaard met een uitbreiding van middelen. Jaar op jaar moet VDAB het met minder doen: tegen 2024 zal VDAB haar huidige én nieuwe taken uitvoeren met 8% minder personeel.
Tegen 2024 zal VDAB haar huidige én nieuwe taken uitvoeren met 8% minder personeel.
In februari van dit jaar trok VDAB aan de alarmbel. Het structureel tekort aan bemiddelaars, door opeenvolgende besparingsrondes loopt op tot een tekort van 358 voltijdse bemiddelaars. De VDAB is hierdoor hoe langer hoe minder uitgerust om in haar basisdienstverlening te voldoen, laat staan om er nieuwe taken bij te nemen en ons uit een economische crisis te loodsen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat de VDAB 1 op 4 van de werkzoekenden vandaag al niet bereikt met een aanbod binnen het jaar. En zijn het vooral de meest kwetsbaren die uit de boot vallen.1
Om het tekort op te vangen en zich voor te bereiden op haar nieuwe taken voert VDAB enkele aanpassingen door in haar begeleiding en manier van werken. Als nieuwe doelstelling zal de VDAB binnen de eerste drie maanden de werkzoekende inschatten en deze matchen met een jobaanbieding of opleiding. Is er nood aan ondersteuning, dan gaat VDAB de werkzoekende zo veel mogelijk uitbesteden. Ten slotte zal ook de bemiddeling, indien mogelijk en gewenst, worden gedigitaliseerd.
Deze drie fundamentele ingrepen hebben als doel de druk op de bemiddelaarscapaciteit te verlichten zodat het structureel tekort verdwijnt. Bovendien zou er zo ook ruimte komen om bemiddelaarscapaciteit in te zetten om de nieuwe doelgroepen te bereiken. De gevolgen voor de kwaliteit van de dienstverlening zijn groot.
BEMIDDELAARS WORDEN DOORGEEFLUIK
Positief aan het model is dat de VDAB de intentie heeft om een werkzoekende binnen de drie maanden een traject aan te bieden naar werk. Dat kon in het verleden veel langer duren. Maar er gaan ook alarmbellen af.
Alarmbel 1. Blijkt er na de inschatting nood te zijn aan begeleiding? Dan zal de VDAB de werkzoekende zo snel mogelijk doorsturen naar een privépartner. En dat op basis van een groeimodel. Vandaag wordt ongeveer 1 op 4 van de werkzoekenden verder geholpen door private partners. De intentie is om dit te verhogen zodat competentieversterkende of opleidingstrajecten zo veel mogelijk door externen worden ingevuld. VDAB volgt dan enkel in tweede lijn op. Met het grote tekort aan bemiddelaars moet een cliënt zo snel mogelijk uit de 'portefeuille' verdwijnen. In de feiten wordt het werk van een VDAB-bemiddelaar herleid tot bandwerk: werkzoekenden worden digitaal of telefonisch in het systeem gezet, de bemiddelaar schat binnen de drie maanden in en stuurt door naar een partner indien begeleiding nodig is. Heeft het aanbod bij een partner niet geleid tot een job, dan mag de werkzoekende opnieuw op de band springen en het proces nogmaals doorlopen.
Alarmbel 2. Veel ruimte om betrokkenheid en vertrouwen op te bouwen tussen VDAB-bemiddelaar en werkzoekende is er dan niet. Terwijl vertrouwen volgens het HIVA Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving enorm belangrijk is om werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt succesvol naar een job te begeleiden. Het is essentieel dat van in het begin voldoende tijd wordt genomen om de competenties en wensen in kaart te brengen van een werkzoekende. Dit kan beter via diepgaande persoonlijke contacten.2 Iemand die een ontslag te verwerken heeft en voornamelijk digitaal en telefonisch wordt benaderd om vervolgens te worden doorgestuurd naar een andere organisatie, krijgt niet de kwalitatieve begeleiding die hij of zij verdient.
Alarmbel 3. Bovendien schort er ook heel wat aan de wijze waarop de keuze wordt gemaakt of een werkzoekende 'in eigen beheer' verder wordt geholpen of doorgestuurd naar een privépartner. Het Vlaams Parlement vroeg het Rekenhof begin 2020 om de effectiviteit van het uitbestedingsbeleid te onderzoeken. Het Rekenhof fileerde het VDAB-beleid en concludeerde 'dat het de VDAB ontbreekt aan een duidelijk uitbestedingsbeleid en aan performante informatie over de eigen zowel als de partnerprojecten. De VDAB neemt beslissingen om een dienstverlening uit te besteden vaak op ad-hocbasis, zonder gedegen inzicht in de factoren die al dan niet tot succes kunnen leiden bij de klanten en zonder inzicht te hebben in de (kosten)effectiviteit'. Een conclusie die ook al in 2009 werd getrokken door een ander evaluatierapport.
Het valt te betwijfelen of het kwart werkzoekenden dat vandaag niet wordt bereikt nu wél zal worden opgepikt.
Het valt bovendien te betwijfelen of het kwart werkzoekenden dat vandaag niet wordt bereikt wél zal worden opgepikt met deze nieuwe uitbestedingsambitie. Deze groepen zijn immers ondervertegenwoordigd in de huidige tenders waar sterkere werkzoekenden door de privépartners worden 'uitgepikt' omdat zij sneller naar een job kunnen worden toegeleid en dus financieel interessanter zijn.
In de keuze om bemiddeling uit te besteden moeten de competenties en noden van de werkzoekende centraal staan. Nog meer en sneller inzetten op uitbesteding zonder duidelijk in kaart te brengen welke werkzoekenden het best gebaat zijn met welke partners staat hier lijnrecht tegenover.
DE VDAB-BEMIDDELAAR ALS POLITIEAGENT
Waar de VDAB vroeger werd ingezet als werkbemiddelaar schuift haar taak dus meer en meer op naar doorgeefluik, administratieve opvolger en politieagent. Hoe kan VDAB uitgroeien tot dé arbeidsmarktregisseur als haar taken stelselmatig worden uitgehold en de bemiddelaars enkel nog hun vingertje mogen gebruiken? Het is door het opbouwen van een vertrouwensrelatie, een betrokken en persoonlijke aanpak dat mensen hun vertrouwen kunnen leggen bij de VDAB. Door de bemiddelingstaak door te schuiven naar partners kan VDAB nooit dat vertrouwen krijgen.
UITBESTEDEN KOST OOK GELD
En dan is er nog het financiële plaatje. Het uitbesteden van 1 op 4 werkzoekenden kost vandaag ongeveer 50 miljoen euro per jaar. De uitbesteding optrekken betekent meer geld uittrekken. De helft van de werkzoekenden uitbesteden is dan pakweg een verdubbeling van dat budget.
Maar is dat wel de beste keuze? Reken even mee. Uit de eigen cijfers van VDAB blijkt dat het aanwerven van 150 begeleiders 10 miljoen kost. Omgerekend 66.600 euro per begeleider per jaar. Voor 358 bemiddelaars (het tekort) heb je dan 'slechts' 23,48 miljoen nodig. Waardoor VDAB twee keer zo veel gaat betalen om werkzoekenden uit te besteden dan dat ze op tafel zou moeten leggen om het structureel tekort aan bemiddelaars op te vangen en het zelf te doen.
DIGITALISEREN OM CAPACITEIT VRIJ TE MAKEN
VDAB heeft in 2018 de keuze gemaakt om zo veel mogelijk in te zetten op een 'digital first strategy'. Het inschrijven bij VDAB gebeurt nu digitaal of telefonisch, en indien werkzoekenden digitaal sterk genoeg zijn worden zij verder geholpen met online tools. Dat lijkt super-efficiënt en modern, maar twee jaar na de start zijn er niet minder maar net meer mensen in persoonlijke dienstverlening dan voorheen. Het publiek van VDAB ís immers niet digitaal zelfredzaam. Dat blijkt ook uit de barometer digitale inclusie: 54% van de werkzoekenden heeft zwakke digitale vaardigheden.
De sociale partners van de SERV wezen er dit jaar al op dat door de versnelde inzet op digitalisering er een verhoogd risico is op digitale uitsluiting bij kwetsbare groepen. En het intern klachtenrapport van VDAB doet de aanbeveling om 'oog te hebben voor een kwalitatief bemiddelingsproces, ook wanneer er voornamelijk op afstand wordt gewerkt. In deze periode is het belangrijk om de kwetsbare werkzoekenden nauw op te volgen en gepast bij te staan waar nodig'. Er waren immers meer klachten bijgekomen dan andere jaren.
In deze context kan je op zijn minst vraagtekens plaatsen bij de plannen van VDAB om haar bemiddeling te digitaliseren.
Bovendien, en dat is nog problematischer, zal VDAB ook een aanpassing doorvoeren in de manier waarop werkzoekenden hun communicatie met betrekking tot controle en sancties krijgen. Momenteel gebeurt dat zowel per brief als digitaal (via de persoonlijke pagina). Enkel de briefcommunicatie is vandaag rechtsgeldig. VDAB gaat het mogelijk maken dat werkzoekenden tijdens hun digitale inschrijving kunnen aangeven om deze communicatie enkel nog digitaal te ontvangen. VDAB verwacht dat de werkzoekende regelmatig zijn persoonlijke pagina raadpleegt. Dit legt een enorme verantwoordelijkheid op de schouders van de werkzoekenden.
BESLIST EEN COMPUTER BINNENKORT OVER JE UITKERING?
En het blijft niet bij die verantwoordelijkheid alleen. Door onder andere deze intensifiëring van de digitalisering bij de bemiddeling moet het VDAB-oprichtingsdecreet ge-update worden. Een eerste principe dat wordt voorzien is het verbod op het gebruik van geautomatiseerde besluitvorming met rechtsgevolgen. In principe blijft het dus zo dat beslissingen over uitkeringen altijd door de VDAB-bemiddelaar worden genomen. De Vlaamse regering bouwt hier echter een achterpoortje in. Zo kan ze bepalen welke processen wel of niet onder het verbod vallen. En wordt het in principe mogelijk dat een computer straks over je uitkering beslist.
Vandaag zijn het de meest kwetsbare profielen zoals kortgeschoolden, langdurig werkzoekenden en personen met een migratieachtergrond die meer worden doorgestuurd naar de controledienst en gesanctioneerd. De data vertellen er niet bij wat de oorzaken en context zijn. Beslissingen kunnen en mogen daarom niet worden overgelaten aan een (algoritme van een) computer. Het feit dat deze of een volgende Vlaamse regering een uitzondering kan inschrijven om alsnog te voorzien in geautomatiseerde besluitvorming met rechtsgevolgen is onrustwekkend.
DE KLOOF IN DIGITALE VAARDIGHEDEN
Of schat de Vlaamse regering de doelgroep fout in? Bemiddeling digitaliseren vertrekt vanuit de noden van hoogopgeleiden en techneuten. Zij stromen meestal zonder hulp van de VDAB en haar digitale tools vlot door naar de arbeidsmarkt. Daar tegenover staat het publiek van VDAB: bijna 1 op 5 is de Nederlandse taal onmachtig, 80% is midden- tot kortgeschoold en 54% is digitaal onvaardig. Hun nood: een betrokken en persoonlijke aanpak via face-to-face bemiddeling. Vertrouwen en betrokkenheid bouw je nu eenmaal niet op via een telefoonverbinding of computerscherm.
Vertrouwen en betrokkenheid bouw je nu niet op via een telefoonverbinding of computerscherm.
Het structureel dichten van en aandacht voor de digitale kloof blijft achterwege in de digitale omslag van VDAB. De voordelen van de digitale transitie zijn enkel relevant voor zover sprake van digitale inclusie. Anders gaan ze grotendeels aan de werkzoekenden voorbij en hebben ze een tegengesteld effect. Investeringen in de digitale omslag kan enkel als er ook geïnvesteerd wordt in face to face dienstverlening en flankerende maatregelen. Enkel zo worden niet-digitaal vaardigen meegenomen en treedt er geen kwaliteitsverlies op in de dienstverlening.
ZET DE NODEN VAN DE WERKZOEKENDEN CENTRAAL
Door een ondoordachte taakuitbreiding te koppelen aan de zoveelste besparingsoperatie dwingt de Vlaamse regering de VDAB ertoe om keuzes te maken die de kwaliteit van de dienstverlening in gevaar brengt. In een moeilijk jaar voor onze arbeidsmarkt en met de bijkomende taken en rollen, is het essentieel dat de VDAB alle middelen in handen krijgt om in een kwalitatieve dienstverlening te voorzien voor élke werkzoekende. Het inzetten op digitalisering en uitbesteding doet de kwaliteit dalen en staat haaks op de noden van werkzoekenden. Bovendien zal ze ook meer kosten. Dat is problematisch en inefficiënt.
Op deze manier zal de VDAB haar rol als activeringsregisseur nooit kunnen uitvoeren. Niemand wordt daar beter van. Niet de werkzoekenden, niet de VDAB en ook niet de samenleving. Een andere aanpak dringt zich op. Uitgangspunt daarbij moet zijn: wat zijn de noden van die groepen die het vandaag moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, welke begeleiding is daarvoor nodig en welke middelen moeten daartegenover staan?
VOETNOTEN
- Desiere, S. Van Landeghem, B. & struyven, L. (2017). Wat het beleid aanbiedt aan wie: een onderzoek bij Vlaamse werkzoekenden naar vraag en aanbod van activering.↑
- Desiere, S. Van Landeghem, B. & struyven, L. (2017). Ibid.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 28, 2021, nr. 7 (september), pagina 45 tot 49
ARBEIDSMARKT
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.