Abonneer Log in

Terugblik op het opkomstfiasco van 13 oktober 2024

Politieke participatie vergroot je niet door grootschalige communicatiecampagnes en digitale participatieplatformen, maar wel door te investeren in het sociaal weefsel.

Met een bezoek aan een kapperszaak in een stemhokje in Antwerpen-Centraal gaf minister Lydia Peeters op 10 september formeel het startschot van een campagne die het belang onderstreept om de stem te laten horen op 13 oktober 2024.

Op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) staat te lezen over de verkiezingscampagne: ‘Dwang kent geen plaats in een democratie. We leggen de verantwoordelijkheid waar ze hoort: bij de burger zelf’. Die blauwe gedachtegang lag dan ook aan de basis van het afschaffen van de lokale opkomstplicht bij de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 door toenmalig Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bart Somers (Open VLD). Campagnes met flyers, posters en informatieve websites opereren binnen dit liberaal paradigma. De onderliggende premisse van dat soort (digitale) mobilisatievormen is namelijk dat burgers zelf verantwoordelijk zijn om zich politiek te informeren en engageren.

Verschillende campagnes moesten de kiezer overtuigen om naar het stemhokje te trekken in afgelopen verkiezingsjaar: met de #Gebruikjestem probeerde de EU om kiezers te doen stemmen, de FOD Binnenlandse Zaken lanceerde de informatiecampagne ‘Maakt mijn stem het verschil?’ en het ABB spoorde burgers aan om niet alleen hun stem bij de kapper te laten horen via televisie, radio en posters in het straatbeeld. Toenmalig minister voor Binnenlands Bestuur, Lydia Peeters (Open VLD), bracht daarvoor 1 maand voor de lokale stembusgang een bezoek aan een kapperszaak in een stemhokje in het Centraal Station in Antwerpen. Op verschillende beleidsniveaus en binnen uiteenlopende organisaties werd gewerkt aan flyers, posters, infofiches, filmpjes, educatief materiaal en podcasts.

Het was allemaal tevergeefs. De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar lag historisch laag. Welke lessen vallen er te trekken uit het opkomstfiasco van 13 oktober 2024 voor de nieuwe minister van Binnenlands Bestuur, Hilde Crevits (CD&V)?

DE REËLE IMPACT VAN PERSOONLIJKE MOBILISATIEVORMEN

Wanneer we kijken naar de verschillende mobilisatievormen die er zijn, wordt er een veelgemaakte opdeling gemaakt tussen persoonlijke en onpersoonlijke mobilisatie. Persoonlijke mobilisatievormen zijn boodschappen die overgebracht worden door een andere persoon, bijvoorbeeld via face-to-face gesprekken of telefonisch contact. Bij onpersoonlijke mobilisatievormen is er geen contact tussen personen en wordt de boodschap verspreid door een medium.1

Al jaren toont onderzoek aan dat deze onpersoonlijke mobilisatievormen (flyers, posters, sms-berichten, e-mails, reclameborden) amper burgers tot het stemhokje krijgen.2 Dat komt omdat deze boodschappen concurreren met de stroom aan informatie die we dagelijks binnen krijgen. Daarnaast gaat het om boodschappen die bijzonder talig van aard zijn, waardoor ze voorbij gaan aan groepen in de samenleving die de Nederlandse taal minder machtig zijn.3 Ten slotte komen deze vragen om te participeren onoprecht over op mensen in kwetsbare posities, omdat media en politici hen regelmatig negatief portretteren. Dat wantrouwen speelt dus sterk in op de mate van politieke participatie.

‘Persoonlijke mobilisatiestrategieën’ zijn veel effectiever, zoals van deur-tot-deur gaan, telefonisch contact opnemen en gesprekstafels organiseren.

Anders dan de onpersoonlijke communicatiecampagnes, moeten we nadenken over omstandigheden die de mobilisatie van zoveel mogelijk groepen in de samenleving bewerkstelligen. Vanuit The social connectedness theory argumenteert men dat we het geweer van schouder moeten veranderen door in te zetten op ontmoeting en verbinding, aangezien verkiezingsdeelname een sociale aangelegenheid is.4 Er wordt dan specifiek gewezen naar ‘persoonlijke mobilisatiestrategieën’ zoals van deur-tot-deur gaan, telefonisch contact opnemen, gesprekstafels organiseren, enzovoort.5 Bij persoonlijk contact zijn er namelijk sterkere sociale prikkels die kunnen motiveren om naar de stembus te trekken.

Deze prikkels blijken bovendien indringender wanneer er een vertrouwensrelatie is opgebouwd tussen zender en ontvanger. In de woorden van Rosenstone & Hansen (1993, p. 176): Mensen nemen niet deel omdat politieke partijen hen dat vragen, maar omdat mensen die zij kennen en respecteren hen dat vragen. Die vertrouwensrelatie is eens zo hard van belang wanneer burgers een groter gevoel van politiek wantrouwen en ontevredenheid hebben ten aanzien van besturen.

Prikkels blijken indringender wanneer er een vertrouwensrelatie is opgebouwd tussen zender en ontvanger.

Ook onderzoek naar de inhoud van campagnes maakt duidelijk dat stemmen een sociale aangelegenheid is.6 Boodschappen die een collectieve identiteit aanspreken, zouden succesvoller zijn in het bevorderen van opkomst dan boodschappen die zich richten op het individu. Een campagne die oproept om te stemmen voor ‘betere scholen’ of ‘veiligere buurten’ is een voorbeeld van een community building boodschap en zou dus effectiever zijn dan bovengenoemde, bovenlokale campagnes #Gebruikjestem of ‘Maakt mijn stem het verschil?’. Zeker in de context van de versterking van de lokale democratie kunnen gemeenschapsvormende boodschappen die een (hyper)lokaal probleem onderlijnen communicatieve tools zijn om burgers te mobiliseren.

LESSEN VOOR VORMEN VAN DEMOCRATISCHE VERNIEUWING

Politieke participatie gaat breder dan enkel verkiezingsdeelname, ook niet-electorale participatie is van belang in deze analyse. Het laatste decennium zijn er een groot aantal initiatieven ontstaan die de democratie trachten versterken. Verschillende vormen van burgerparticipatie zoals burgerpanels, burgerbudgetten en burgerinitiatieven vullen het klassieke model van de representatieve democratie aan. Dit zijn plaatsen waar burgers hun democratische vaardigheden oefenen, en waar men liefst komt tot een eenstemmige conclusie na discussie, met de uitwisseling van pro- en contra-argumenten.

Ook hier geldt de vraag: hoe goed worden de mobilisatievormen afgesteld op het bereiken van een breed publiek? Vaak appelleren lokale besturen mensen om zich te engageren richting hun lokaal bestuur over een specifiek thema. Dat gebeurt dan via websites, affiches of online participatieplatformen. De opzet en het kader waarbinnen men werkt wordt strak gemanaged met weinig ruimte voor het persoonlijk contacteren van verschillende doelgroepen, het opbouwen van vertrouwensrelaties en het appelleren op collectieve gemeenschapszin. De extra stappen die nodig zijn om een breder publiek te betrekken, krijgen weinig plek bij aanvang van dergelijke initiatieven.

De daadwerkelijke samenstelling van democratische initiatieven vormen vaak geen goede afspiegeling van de samenleving.

Het effect hiervan is dat in principe alle burgers een kans hebben om deel te nemen, maar dat de daadwerkelijke samenstelling van democratische initiatieven geen goede afspiegeling vormen van de samenleving. Wat betreft opleidingsniveau is er sprake van een oververtegenwoordiging van theoretisch opgeleiden en de output reflecteert ook vaak diens belangen.7 Indien we de politieke participatie de komende jaren oprecht willen verhogen, met de verkiezingen als onderdeel, dan moeten we durven onder ogen komen hoe weinig inclusief de gehanteerde mobilisatiestrategieën zijn.

BURGERSCHAP COLLECTIEF EN INCLUSIEF BENADEREN

Het verhogen van de politieke participatie begint met oog te hebben voor álle burgers en te investeren in het sociaal weefsel van de samenleving. In plaats van te vertrouwen op communicatie- en consultancybureaus, ligt de echte uitdaging in het ondersteunen van maatschappelijke actoren zoals middenveldorganisaties, vakbonden en verenigingen. Deze groepen brengen al decennialang burgers samen en spelen een cruciale rol in het creëren van veilige ruimtes waarin informatie wordt gedeeld, steun wordt gevonden en bezorgdheden worden geuit en gecollectiviseerd.

In plaats van te vertrouwen op consultancybureaus, ligt de echte uitdaging in het ondersteunen van actoren zoals middenveldorganisaties, vakbonden en verenigingen.

Het samenbrengen van mensen door maatschappelijke actoren is een essentieel instrument om deze ongelijkheden aan te pakken en burgers in staat te stellen samen weerstand te bieden aan politieke en economische druk. Onderzoek toont tevens aan dat zelfbeeld een belangrijke rol speelt in stembereidheid.8 Zo zijn middenveldorganisaties een grote hulp om ‘actieve burgers’ te construeren, in plaats ‘klanten’ of ‘cliënten’. Een ‘burger’ denkt kritisch na over publieke kwesties, kan onrechtvaardigheid aankaarten, terwijl de handelingscapaciteit van een ‘klant’ beperkt is tot het kopen van bepaalde diensten. Die shift in bewustzijn is cruciaal om over te gaan tot politieke participatie.

Bovengenoemde maatschappelijke actoren dragen bij aan de ontwikkeling van een identiteit als actieve burger, een identiteit die burgers motiveert om zich politiek te engageren9. Vooral persoonlijke mobilisatiestrategieën, gebaseerd op wederzijds vertrouwen, zijn hierbij van essentieel belang. Ze bieden een tegengewicht aan de neoliberale tendens die burgers als geïsoleerde, autonome individuen beschouwt. Deze benadering negeert immers niet alleen de machtsdynamiek tussen burgers, markt en politiek, maar ook de ongelijkheid tussen burgers zelf.10 De verantwoordelijkheid bij de individuele burger leggen, creëert bovendien onvermijdelijk meer ongelijkheid, omdat participatie afhankelijk blijft van middelen die niet gelijk verdeeld zijn binnen de samenleving.11

Mobilisatie dient jaar na jaar te gebeuren vanuit een sterke nabijheid.

Indien men het versterken van de (lokale) democratie serieus neemt, zal politieke participatie moeten verduurzamen door een visie op lange termijn te hanteren. Er bestaat geen quick fix. Het heeft dan ook geen zin om het grootste deel van de participatiebudgetten in te zetten voor kortstondige communicatiecampagnes. Mobilisatie dient jaar na jaar te gebeuren vanuit een sterke nabijheid. Dat is geen fait divers: de capaciteit om inclusief te mobiliseren, bepaalt de kwaliteit van onze democratie.

EINDNOTEN

  1. Dale, A., & Strauss, A. (2009). Don’t forget to vote: Text message reminders as a mobilization tool. American Journal of Political Science, 53(4), 787–804. https://doi.org/10.1111/j.1540 5907.2009.00401.
  2. Green, D. P., & Gerber, A. S. (2015). #Get out the vote: How to increase voter turnout. Brookings Institution Press.
  3. Eef Jonkers (2023), Ieders Stem Telt. Een kwalitatief vignetten onderzoek naar kiezersmobilisatie bij bezoekers van Antwerpse SAAMO buurtwerkingen, Antwerpen, UAntwerpen, Masterproef Master in het Sociaal Werk.
  4. Rosenstone, S. J., & Hansen, J. M. (1993). Mobilization, participation and democracy in America. Pearson Education.
  5. Green, D. P., & Gerber, A. S. (2015). #Get out the vote: How to increase voter turnout. Brookings Institution Press.
  6. Valenzuela, A. A., & Michelson, M. R. (2016). Turnout, status, and identity: Mobilizing Latinos to vote with group appeals. American Political Science Review, 110(4), pp. 615-630.
  7. Binnema, H., & Michels, A. (2022). Does Democratic Innovation Reduce Bias? The G1000 as a New Form of Local Citizen Participation. International Journal of Public Administration, 45(6), pp. 475-485.
  8. Valenzuela, A. A., & Michelson, M. R. (2016). Turnout, status, and identity: Mobilizing Latinos to vote with group appeals. American Political Science Review, 110(4), pp. 615-630.
  9. Bedolla, L. G., & Michelson, M. R. (2012). Mobilizing inclusion: Transforming the electorate through Get-Out-the-Vote campaigns. Yale University Press. & Dodge, J., & Ospina, S. M. (2016). Nonprofits as “Schools of Democracy”: A comparative case study of two environmental organizations. Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, 45(3), pp. 478-499.
  10. Ico Maly – De herschepping van de democratie.
  11. Dalton, R. J. (2017). The turnout gap: Social status and political inequality. Oxford University Press.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.