Abonneer Log in

Zoals de ruimte verrommelt het bestuur

  • Tom Coppens - Hoogleraar Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, Universiteit Antwerpen
  • Peter Renard - Redactielid Samenleving & Politiek
  • Guy Vloebergh - Gastprofessor Universiteit Antwerpen, ruimtelijk planner ontwerpbureau Omgeving

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 1 (januari), pagina 34 tot 38

De beleidsnota van Vlaams minister van Omgeving, Jo Brouns, bevat interessante pistes voor de noodzakelijke transitie. Maar het ontbreekt aan een coherente strategie om die uitdagingen voor onze omgeving en ruimte aan te gaan. Vlaanderen wil niet excelleren.

© ID/ Fred Debrock

De bescherming van de open ruimte moet de basis van het Vlaamse ruimtelijk beleid zijn. Dat was het besluit van het boek Met voorbedachten rade. De sluipmoord op de open ruimte (Kritak) dat we twee jaar geleden publiceerden.

Er volgden suggesties voor maatregelen voor alle facetten van het ruimtelijk beleid: plannen, vergunnen en handhaven. Met daarbij een heldere taakverdeling tussen gewest, provincies en gemeenten. En een duidelijk planningskader – sinds 2011 is er sprake van een Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) ter vervanging van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, maar dat plan is nog altijd niet volledig af en dus niet juridisch verankerd. Meer transparantie ook door het schrappen van de talloze uitzonderingsregels die zelden of nooit de open ruimte beschermen maar precies zonevreemde activiteiten (in de open ruimte) bevorderen. Beloon gemeenten die open ruimte en landschap beschermen. Sanctioneer bouwovertredingen echt en maak ze niet langer afkoopbaar. Bouw daartoe een sterke Vlaamse bouwinspectie uit.

VLAAMS REGEERAKKOORD

Met die aanbevelingen in het achterhoofd bekeken we het hoofdstuk ruimtelijke ordening van het recente Vlaams regeerakkoord en de beleidsnota (15 november 2024) van de nieuwe minister van Omgeving en Landbouw, Jo Brouns (CD&V).

De beleidsnota waaruit verder wordt geciteerd, heeft het zoals het regeerakkoord over de grote maatschappelijke uitdagingen. Het woord transitie is niet van de lucht en win-winsituaties zullen ons lot zijn. Maar het gaat uiteraard opnieuw vaak over rechtszekerheid. Die vormt immers veel meer dan planning of duurzaamheid de basis van het Vlaamse ruimtebeleid.

De bouwshift (vroeger bouwstop) moet tegen 2040 een feit zijn. Ze wordt gekoppeld aan ontharding, energietransitie, natuurherstel, biodiversiteit, betaalbaar wonen… Over vijftien jaar mag er in Vlaanderen geen hectare extra worden bebouwd. Een mooie gedachte. Probleem is dat er toch nog open ruimte kan worden ontwikkeld. De minister laat de deur op meer dan een kier. Met andere woorden: de bouwstop in de open ruimte is absoluut, behalve wanneer dat niet zo is. Letterlijk: ‘Alleen wanneer dat niet haalbaar is of in functie van de versterking in of rondom onze economische polen, wordt nieuwe ruimte voor ontwikkeling bestemd. Uitgangspunt is dat in die gevallen gestreefd wordt naar planologische compensatie om netto geen extra open ruimte te gebruiken, behalve in uitzonderlijke gevallen waar dat niet mogelijk is.’ Bent u nog mee?

Aan het streven naar extra ruimte rond economische polen worden geen duidelijke ruimtelijke voorwaarden gekoppeld.

De beleidsnota besteedt veel aandacht aan de economie, met onder meer regelluwe zones, nieuwe pijplijnen en activering van slapende bedrijventerreinen. Maar aan, bijvoorbeeld, het streven naar extra ruimte rond economische polen worden geen duidelijke ruimtelijke voorwaarden gekoppeld en er wordt evenmin over mogelijke milieueffecten gerept. “We zorgen ervoor dat tegen 2040 bijkomend aanbod globaal inpasbaar is binnen een strategie voor nul netto ruimte-inname.” Het zal wel.

Kortom, Vlaanderen gaat voor een bouwstop. Maar extra bebouwing kan, mits compensatie. Die compensatie moet komen van gemeenten die bijkomend aanbod willen realiseren. Vooralsnog zijn bovenlokale compensaties niet mogelijk. Hoe de compensaties moeten worden gecoördineerd zou kunnen worden uitgeklaard in een beleidskader, maar na veertien jaar palaveren is er helaas nog altijd geen Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Het wordt nog eens aangekondigd. “Het BRV speelt een essentiële rol in een coherent, effectief en win-win-gedreven omgevingsbeleid. Het dient als kader voor het eigen gewestelijke ruimtelijke beleid maar geeft ook richting aan andere overheden.”

Het instrumentendecreet (2023) is intussen in voege. Mogelijk goed nieuws is dat de beleidsbrief een opening laat om de bouwshift enigszins betaalbaar te maken. De planschadevergoeding zou rekening houden met de verwervingswaarde. Wie louter speculatief rijk werd met bouwgronden wordt dus niet langer beloond. “Bij de uitrol van het Instrumentendecreet bewaken we de betaalbaarheid van de bouwshift door ervoor te zorgen dat ook het ogenblik van verwerving – wat als criterium is opgenomen in het instrumentendecreet – effectief doorweegt in het bepalen van de planschadevergoeding, zonder afbreuk te doen aan het principe van een correcte vergoeding. Zo moedigen we lokale besturen aan om de bouwshift ook effectief in de praktijk te brengen en overtollige en slecht gelegen bouwgronden te neutraliseren.”

RECHTSZEKERHEID

Kwaliteitsvolle verdichting en strikte bescherming van de open ruimte vergen een fijnmazige gebiedsregie. De vraag is hoe dat kan sporen met de vooropgestelde administratieve vereenvoudiging. Want misschien wordt het allemaal net complexer in plaats van eenvoudiger? Inzetten op administratieve vereenvoudiging en snellere procedures is prima. De vraag is of dat streven naar snelheid en efficiëntie samengaat met de nodige robuuste milieueffectbeoordelingen en transparante besluitvorming met echte participatie.

De aangekondigde oprichting van een gemengde commissie voor rechtszekere vergunningverlening was veelbelovend. “De Vlaamse Regering (stelt) een gemengde commissie aan met experts, de overheid, academische wereld en juridische sector (Raad voor Vergunningsbetwistingen en Raad van State), die binnen een jaar na de start van deze legislatuur een advies verleent met concrete maatregelen voor de opmaak van een actieprogramma door de Vlaamse Regering. Bij de opmaak van dat advies is er ook een consultatieronde door deze commissie van het brede middenveld.” Helaas bestaat die commissie overwegend uit juristen. Daardoor is een interdisciplinaire benadering van het vergunningenbeleid (met oog voor planologische, sociale, bestuurskundige, milieutechnische aspecten) mogelijk al bij de start verkeken.

Over handhaving wordt veel gesproken maar weinig gezegd. Het blijft vaag.

Over handhaving wordt veel gesproken maar weinig gezegd. En al zeker niet dat Vlaanderen op het niveau van het gewest behoefte heeft aan een sterke inspectie (vroeger Bouwinspectie) omdat kleinere gemeenten niet tegen bouwovertredingen kunnen of willen optreden. Het blijft vaag. “We leggen de laatste hand aan het Omgevingshandhavingsbesluit en zorgen voor de nodige aanpassingen in de werking van de handhavingsdiensten.”

Kleine gemeenten missen bestuurskracht, niet alleen op het gebied van handhaving. Dat erkent de Vlaamse regering ook. Maar daar blijft het bij. Vrijwillige gemeentefusies en referentieregio’s als overlegmodel zullen daar weinig aan veranderen. Het gebrek aan een uitgesproken visie op de toekomst van provincies, gekoppeld aan de versnippering van verantwoordelijkheden, verminderen de coherentie en de efficiëntie van het beleid. Het helpt uiteraard niet dat de Vlaamse overheid veel taken naar (ook kleine) gemeenten doorschuift, zonder geld.

OMGEVINGSREGIO

Een probleem voor onze omgeving en ruimte is dat Vlaanderen niet wil excelleren. ‘No gold plating’ heet dat in verhullende bestuurstaal. Vertaald: Vlaanderen wil inzake omgeving niet de beste leerling van de Europese klas zijn – dat is gezien het verleden overigens een onbestaand risico. Inzake milieubeleid bungelen we immers al een tijdje onderaan. Onder het mom van economische flexibiliteit wil de regering Europese regelgeving expliciet niét toepassen.

Onder het mom van economische flexibiliteit wil de regering Europese regelgeving expliciet niét toepassen.

Deze Vlaamse regering heeft wel ambities met wonen. Er komen meer sociale huurwoningen en publieke gronden worden “geactiveerd” om een divers woningaanbod te realiseren. Daarbij is er een opvallend uitgestoken hand naar de ruimtelijke ordening. Er is sprake van “optimale integratie van ruimte en (betaalbaar) wonen.” De focus op publiek-private samenwerking vergroot - bij gebrek aan een nieuw decreet grond- en pandenbeleid - de risico’s op speculatie en grondprijsstijgingen.

Vaak ontbreekt duidelijkheid over cijfers en financiering. Wat zijn de concrete planologische doelstellingen? Waar is de ruimteboekhouding over bijvoorbeeld hoeveel harde in zachte bestemmingen worden omgezet? Waar is het geld? In november halveerde minister Brouns het bouwshiftfonds van 95 miljoen naar 47,5 miljoen euro. Vreemd, want de kostprijs van de bouwshift wordt volgens de gunstigste ramingen van de Taskforce Bouwshift op 6,8 miljard euro geraamd. Een factuur die in het slechtste geval tot… 31 miljard euro kan oplopen.

De mobiliteitsvisie blijft eenzijdig gericht op infrastructuuruitbreiding zoals havens, binnenvaart en pijpleidingen, zonder integratie met het ruimtelijk beleid. Auto’s en vrachtwagens staan centraal, investeringen in waterinfrastructuur renderen blijkbaar onvoldoende en het spoor wordt stiefmoederlijk behandeld. En de lat mag niet te hoog liggen, ook al is er werk aan de winkel. We leven nu eenmaal met veel mensen op een kluitje. “Op vlak van energie, mobiliteit en landbouw moeten we verduurzamen zonder onze strategische autonomie in het gedrang te brengen in een wereld waar steeds meer geostrategische uitdagingen op ons afkomen. Het is de opdracht van ons omgevingsbeleid om dit alles te verzoenen met het behoud van de open ruimte, herstel van onze natuur en biodiversiteit, en een gezonde leefomgeving. Omdat wij op zo een beperkte ruimte zo veel activiteiten moeten verzoenen, gecombineerd met een sterke demografische groei, is die uitdaging in Vlaanderen nog veel groter dan elders in Europa.”

Het niet koppelen van ruimtelijk beleid aan de werking van vervoerregio’s en wegenplanning is een gemiste kans.

Na de introductie van de 15 Vlaamse vervoersregio’s (2019) waarin gemeenten het mobiliteitsbeleid uitstippelen, was het wachten op de komst van omgevingsregio’s waarin, bijvoorbeeld, mobiliteit aan ruimtelijke ordening kon worden gekoppeld. Die komen er niet. Het niet koppelen van ruimtelijk beleid aan de werking van vervoerregio’s en wegenplanning is een gemiste kans om, bijvoorbeeld, duurzame mobiliteit strategisch te verankeren.

GRONDBELEID

Bij de landbouw ligt het accent op het economische aspect, het voorkomen van grondspeculatie en het ondersteunen van jonge boeren. Wel wordt een breed landbouwtransitieplan aangekondigd. “Er wordt, in samenspraak met de middenveldsectoren, een toekomstvisie op de landbouwsector 2030-2050 geschreven waarmee we bijdragen tot de realisatie van de diverse Europese, rechtelijke verplichtingen, onder andere de Europese natuur-, klimaat- en milieuverplichtingen. Die visie geeft weer hoe we een rendabel landbouwmodel laten passen binnen de ecologische grenzen van onze regio, duurzaam grondgebruik en wederkerig goed nabuurschap.”

Zonevreemde functiewijzigingen blijven kunnen in landbouwgebied “in respect voor en met aanvaarding van de gebiedseigen activiteiten”. De vele vrijkomende boerderijen kunnen dus ook in de toekomst nieuwe functies krijgen. Al wil de minister met het oog op duurzaam landgebruik wel een openruimtepact sluiten met alle belanghebbenden. ‘We voorzien in de open ruimte de nodige plaats voor onder andere landbouw, natuur, klimaatmitigatie- en adaptatie, waterberging, recreatie en ontspanning.’ Interessant in dat verband is ook dat Vlaanderen een actief grondbeleid wil voeren, al is niet duidelijk waar het geld daarvoor vandaan komt.

“Zowel het beleid rond bouwshift, rond ruimte voor economie als het openruimtebeleid vraagt een blijvende inzet op grondbeleid.” En wat de open ruimte betreft: “Om de verschillende maatschappelijke doelen binnen de open ruimte te kunnen realiseren, is het ontwikkelen van een performant en proactief grondbeleid cruciaal. Via lokale grondenbanken verwerven we gronden voor de realisatie van strategische water-, natuur- en infrastructuurdoelen en creëren we gelijktijdig nieuwe toekomstmogelijkheden voor de betrokken landbouwers.”

Het landschappelijk waardevol landbouwgebied wacht een stille dood. “Om te verhinderen dat landschappelijk waardevol agrarisch gebied zo niet de jure dan toch de facto als bouwvrije zone wordt aanzien, verduidelijken we de reikwijdte van de zogenaamde ‘esthetische toets’, zodat gebiedseigen constructies of infrastructuren niet bij voorbaat uitgesloten worden.” En natuurverenigingen kunnen niet langer in alle gevallen zelf beslissen of ze een landbouwgrond aankopen. “Indien entiteiten van de Vlaamse overheid, of derden met gebruik van aankoopsubsidies, gronden willen aankopen die in het verleden gevat werden door een ruilverkaveling, ligt de individuele beslissing bij de Vlaamse Regering.”

De sluiting van de luchthaven van Deurne is een enorme ruimtelijke kans voor Antwerpen. Als park.

Opvallend veel aandacht besteedt de beleidsbrief aan de luchthaven van Zaventem, bijzonder weinig aandacht aan de regionale luchthavens (Oostende, Antwerpen, Kortrijk) “We staan voor een toekomstgericht en duurzaam Vlaams luchtvaartbeleid waarin onze regionale luchthavens een rol hebben naast en complementair aan de luchthaven van Zaventem.” Dat gebrek aan belangstelling voor de regionale luchthavens is des te merkwaardiger omdat bijvoorbeeld de sluiting van de luchthaven van Deurne een enorme ruimtelijke kans voor Antwerpen is. Als park.

TAAKVERDELING

Hoewel de nota enkele interessante pistes aanreikt voor de noodzakelijke transitie, ontbreekt een coherente strategie om die uitdagingen aan te gaan. De visie op de Vlaamse ruimte bevat veel inherente tegenstellingen, voornamelijk tussen de (begrijpelijke) economische investeringsagenda (havens, pijpleidingen, bedrijventerreinen, luchthavens…) enerzijds en de bouwshift anderzijds. In de open ruimte wordt gepleit voor een pact, maar landbouw en natuur lijken toch vooral diametraal tegenover elkaar te staan. Die inherente tegenstellingen zullen het opstellen van heldere beleidskaders en de goedkeuring van het BRV niet vergemakkelijken. Duidelijke doelstellingen en financiering lijken te ontbreken.

Tegelijk bevat de nota nog te weinig handvatten voor een heldere taakverdeling tussen de bestuursniveaus. Dat staat een gecoördineerde uitvoering van de bouwshift, een geïntegreerd mobiliteits- en ruimtelijk beleid, en bescherming van de open ruimte in de weg. Het beleid rekent vooral op de lokale besturen om de open ruimte te beschermen, maar die hebben niet de capaciteit, middelen of motivering om dat te doen. Tussen het Vlaamse en het gemeentelijke niveau gaat het bestuurlijk verrommelen maar door, met formele provincies en een waaier aan (informele) niveaus (referentieregio’s, vervoersregio’s, gebiedscoalities…). Dat vergroot het risico op georganiseerde bestuurlijke onverantwoordelijkheid. Ook bestuurlijk blijven heldere keuzes uit.

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 1 (januari), pagina 34 tot 38

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.