De tijd is rijp voor een grondige realitycheck van de Belgische en Europese waterstofstrategieën.
INEOS Phenol en ENGIE gebruiken waterstof in industriële installatie in Antwerpen
België wil zich op de kaart zetten als waterstofdraaischijf voor Europa door een grootschalige import van hernieuwbaar waterstof per schip. Dit blijkt echter niet te gebeuren. De groeicijfers voor hernieuwbare waterstof blijven ver achter bij de doelstellingen. Voorbij de hype, is er nood aan een realitycheck.
TE MOOI OM WAAR TE ZIJN
Het gebruik van waterstof is op zich niet nieuw. Vandaag wordt waterstof al gebruikt als bouwsteen in de industrie. Deze waterstof wordt gemaakt op basis van aardgas waar veel CO₂ bij vrijkomt.
Hernieuwbare waterstof wordt zonder CO₂-uitstoot geproduceerd. Water wordt door elektrolyse gesplitst in waterstof en zuurstof met behulp van groene elektriciteit. Vandaag wordt er bijna geen hernieuwbare waterstof geproduceerd omdat het nog een pak duurder is dan fossiele waterstof. Maar toch zal hernieuwbare waterstof in toekomst niet alleen fossiele waterstof vervangen maar ook in nieuwe toepassingen als energiedrager een belangrijke rol spelen.
Want waterstof brandt zonder CO₂-uitstoot en lijkt het onmogelijke mogelijk te maken: een energietransitie zonder grote aanpassingen aan infrastructuur en investeringen. Uiteraard is deze droom te mooi om waar te zijn.
INEFFICIËNTE STROOM
Bij de omzetting van elektriciteit naar waterstof gaat 30% van de energie verloren. Wordt die waterstof vervolgens weer omgezet naar elektriciteit, verliezen we nog een keer zoveel. Het is dus veel efficiënter om groene elektriciteit waar mogelijk rechtstreeks te gebruiken. Zo is een elektrische auto bijvoorbeeld 2,5 keer efficiënter dan een auto op basis van waterstof. De waterstofhype botst met andere woorden tegen de wetten van de thermodynamica en verliest keer op keer tegen de elektrische alternatieven.
De waterstofhype verliest keer op keer tegen de elektrische alternatieven.
Willen we zeker zijn dat we door waterstof écht CO₂ besparen, dan moeten we waarborgen dat waterstof door additionele hernieuwbare stoom geproduceerd is. Als we de huidige groene stroom gebruiken om waterstof mee te maken, dan zullen onze warmtepompen, elektrische wagens en andere elektrische toestellen gewoon draaien op meer elektriciteit uit fossiele centrales. Resultaat: net meer in plaats van minder CO₂-uitstoot. Dit geldt nog jaren voor grote delen van Europa, en zeker voor Vlaanderen met zijn hoge energieverbruik en relatief beperkte mogelijkheden om veel hernieuwbare elektriciteit te produceren.
Waar willen we al die waterstof voor een duurzame toekomst dan vandaan halen?
FOSSIELE LOCK-IN
Een strategie die de Europese Commissie in haar waterstofstrategie naar voren schuift, is het afvangen van de CO₂ die vrijkomt bij de productie van fossiele waterstof. Maar deze zogenoemde blauwe waterstof heeft geen rol in een klimaatneutrale economie, ook niet als tussenstap. Want de totale uitstoot ervan (met name een aanzienlijk deel niet afgevangen koolstof en upstream methaanuitstoot van aardgasontginning) is zelfs hoger dan bij rechtstreeks gebruik van fossiele brandstoffen. Het is dus niet verstandig om nieuwe installaties voor fossiele waterstof met koolstofafvang te bouwen. Equinor en Engie bergen hun Gentse plannen voor blauwe waterstofproductie dus maar best snel op.
Equinor en Engie bergen hun Gentse plannen voor blauwe waterstofproductie maar best snel op.
Ook voor bestaande waterstofproductie is koolstofafvang geen oplossing. Door de hoge investeringskosten dreigt een verlenging van de levensduur van deze fossiele installaties om zo de investeringen terug te verdienen. Een dergelijke fossiele lock-in kunnen we ons niet permitteren.
IMPORT VIA PIJPLEIDING
Ligt de oplossing dan in een massale import van hernieuwbare waterstof uit landen waar er wél groene stroom op overschot is? Dit lijkt alvast de strategie die ons land wil hanteren. België moet in die visie de draaischijf worden van waterstofdoorvoer voor Europa, zoals het vandaag voor aardgas is. Waterstof en aardgas verschillen echter sterk.
Waterstof heeft een zeer lage volumetrische energiedichtheid. Er is dus veel meer plaats nodig om dezelfde hoeveelheid energie op te slaan. Door waterstof zeer sterk te koelen (tot -253°C) en vloeibaar te maken kan het volume gereduceerd worden. Daarbij gaat echter 30% van de energie verloren en er zijn nog steeds drie schepen nodig om dezelfde hoeveelheid energie te vervoeren als één tanker met vloeiend aardgas.
Transport per schip over grote afstanden is – ook in de vorm van afgeleide moleculen, met nog meer energieverliezen als gevolg – geen oplossing. Transport per pijpleiding is ook niet simpel, maar zeker voordeliger. Hoe korter de afstand tussen productie en gebruik hoe beter.
Door de vraag naar waterstof te beperken tot enkel de cruciale toepassingen, kunnen ook nieuwe afhankelijkheden en geopolitieke risico's vermeden worden.
Er zijn voldoende landen in (en rond) Europa, waar een overschot aan hernieuwbare elektriciteit en dus hernieuwbare waterstof voor export geproduceerd kan worden, zowel in het Zuiden (Spanje/Frankrijk) als in het Noorden (Scandinavië). Door de vraag naar waterstof te beperken tot enkel de cruciale toepassingen, kunnen ook nieuwe afhankelijkheden, geopolitieke risico's en nefaste effecten op bevolking en milieu in het Globale Zuiden vermeden worden.
REALITYCHECK
De milieubeweging is dan ook van mening dat de tijd rijp is voor een grondige realitycheck van de Belgische en Europese waterstofstrategieën.
Laten we het doel niet uit het oog verliezen: een energievoorziening voor België die voldoet aan de behoeften van ons dagelijks leven op korte en lange termijn en die onze economie competitief houdt zonder de grenzen van de planeet te overschrijden.
Lees het waterstofdossier (december 2023) van Greenpeace, Canopea en Bond Beter Leefmilieu via https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/dossier-voorbij-de-hype-een-realitycheck-rond-waterstof
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 1 (januari), pagina 28 tot 29
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.