Abonneer Log in

Racisme meten, discriminatie bestrijden

Piketty blijft een gevestigde waarde als het gaat over het meten en tegengaan van inkomensongelijkheid. Op vlak van het bestrijden van etnische ongelijkheid is dit essay echter niet overtuigend.

Racisme meten, discriminatie bestrijden

Thomas Piketty
De Geus, Amsterdam, 2023 (2022)

We kennen Thomas Piketty voornamelijk van zijn werk over de groeiende inkomens- en vermogensongelijkheid in de wereld. Zijn vuistdikke boeken Kapitaal en ideologie en Kapitaal in de 21ste eeuw zijn ondertussen tot klassiekers uitgegroeid in debatten over ongelijkheid en vermogensbelasting. Groot was dan ook mijn nieuwsgierigheid toen zijn laatste pennenvrucht onder mijn ogen kwam. Piketty's focus ligt hier immers niet bij de sociaaleconomische ongelijkheden in de maatschappij, zoals in zijn vorige werken, maar wel bij etnische ongelijkheden.

Het voedde mijn hoop op een actueel boek dat beide fronten – tegen sociale ongelijkheid en tegen racisme – samenbrengt. Nog te vaak worden armoede, ongelijkheid en racisme immers als aparte werelden beschouwd in publieke en academische debatten. Het zijn doorgaans aparte onderzoeksvelden aan universiteiten, kennen verschillende belangengroepen in het middenveld en worden beleidsmatig door verschillende politici behandeld. Dat is best opmerkelijk, want laat nu net veel etnische minderheden oververtegenwoordigd zijn op de laagste sporten van de sociaaleconomische ladder.

Het boek van Piketty is in feite een essay van nog geen 80 pagina's geworden. Piketty pleit er voor om een 'nieuw Frans en Europees model' te ontwikkelen voor de bestrijding van discriminatie, ingebed in een algemeen sociaaleconomisch raamwerk voor universele gelijkheid. Inkomens- en vermogensongelijkheden moeten op de schop, aangevuld met een gericht beleid tegen racisme. De prioriteit van Piketty is echter duidelijk in dit essay: eerst de sociaaleconomische ongelijkheden aanpakken, vervolgens het racisme.

De prioriteit is duidelijk in dit essay: eerst de sociaaleconomische ongelijkheden aanpakken, vervolgens het racisme.

Dat blijkt ook uit zijn analyse van racisme. Voor Piketty is racisme een maatschappelijk probleem dat zich voedt met economische onrechtvaardigheid en vooral met de perceptie van die onrechtvaardigheid. Hierbij reduceert hij, in marxistische traditie, de vele oorzaken van racisme tot puur economische factoren. En hoewel deze zeker belangrijk zijn, toont wetenschappelijk onderzoek aan dat racisme veel complexer is. De mate van zich 'cultureel bedreigd' te voelen, is bijvoorbeeld een sterkere voorspeller van antimigrantenattitudes dan economische dreiging of onrechtvaardigheid.

Wat het antidiscriminatiebeleid betreft, blijft Piketty ook vrij braaf. Hij pleit voor de oprichting van een nationaal kenniscentrum discriminatie in Frankrijk. Dit kenniscentrum zou als belangrijkste opdracht krijgen om discriminatie via praktijktesten systematisch te monitoren op de arbeids- en woningmarkt en om etnisch profileren door de politie via datamining in kaart te brengen. Zo zou dit kenniscentrum jaarlijks discriminatierapporten kunnen publiceren die gebruikt kunnen worden om het antidiscriminatiebeleid te evalueren en indien nodig bij te sturen. Dit is allesbehalve baanbrekend. Het is iets dat Unia in België al jaren doet via zijn discriminatiebarometers en wat ook de Vlaamse regering deze legislatuur heeft ingevoerd in 35 sectoren op de arbeidsmarkt. Piketty schrijft echter wel dat de resultaten ook 'aanleiding kunnen geven voor gerechtelijke stappen of boetes', maar met uitzondering van dit ene zinnetje is er geen sprake van een stok achter de deur bij ernstige gevallen van discriminatie. Piketty gaat ook niet in op hoe het antidiscriminatiebeleid bijgestuurd zou kunnen worden via andere maatregelen. Hij rept geen woord over diversiteitsopleidingen, anonieme sollicitaties, streefcijfers of andere instrumenten om discriminatie tegen te gaan. Op dit vlak is de titel van het boek misleidend: hij wil racisme meten, maar bestrijdt het niet echt.

Piketty is op zijn best als hij de etnisch-culturele ongelijkheden analyseert aan de hand van financiële ongelijkheden.

Piketty is op zijn best als hij de etnisch-culturele ongelijkheden analyseert aan de hand van financiële ongelijkheden. Zo legt hij haarfijn uit hoe het gemiddelde salaris van leerkrachten in Frankrijk stijgt naarmate het percentage leerlingen afkomstig uit de betere sociale klassen op een school hoger ligt, waardoor deze onderwijsinstellingen ook betere en meer ervaren leerkrachten aantrekken. Hetzelfde verhaal geldt voor de betoelaging van universiteiten: de meest prestigieuze universiteiten (les grandes écoles) krijgen de meeste subsidies, maar wordt ook voornamelijk door kinderen uit de hoogste sociale klassen gefrequenteerd. In de praktijk betekent dit dat etnische minderheden vaak slechter onderwijs krijgen in Frankrijk, omdat ze oververtegenwoordigd zijn in de lagere inkomensgroepen. Het onderstreept het belang van een meer egalitair sociaaleconomisch beleid ter bestrijding van etnische ongelijkheden.

Een ander voorbeeld is de directe en indirecte subsidiëring van religieuze organisaties. Binnen het Franse model van laïcité krijgen gebedshuizen geen officiële subsidies, behalve als ze voor 1905 zijn gebouwd. In de praktijk zijn dit enkel kerken. Eenzelfde uitzondering bestaat voor katholieke scholen. Een andere ongelijkheid zit in de belastingvoordelen bij religieuze donaties. Franse burgers kunnen twee derde van hun religieuze giften van hun belastingen aftrekken, waardoor alle belastingbetalers samen deze donaties moeten dragen. De facto betekent dit dat een religie waarvan de geloofsgemeenschap bestaat uit gelovigen met een laag inkomen, het zal moeten doen zonder publieke subsidies, terwijl een religie met een geloofsgemeenschap bestaande uit welgestelde gelovigen voor twee derden door de maatschappij zal worden bekostigd, óók door de armere gelovigen uit die eerstgenoemde geloofsgemeenschap.

Deze vaststellingen noopt Piketty tot de conclusie dat we niet zozeer nood hebben aan 'positieve discriminatie', maar dat we voornamelijk de 'negatieve discriminatie' dienen weg te werken. Als er dan toch wordt overgegaan tot positieve discriminatie – waar hij dus niet echt voorstander van is – dan ziet hij het meeste heil in quota op basis van objectieve sociale criteria, zoals het inkomen van de ouders, het opleidingsniveau en vermogen.

Dit essay tracht de verwaarloosde traditie van een gemeenschappelijke strijd tegen sociaaleconomische en etnische ongelijkheden nieuw leven in te blazen.

Dit essay sluit aan bij een lange, maar de laatste decennia helaas meer verwaarloosde traditie van een gemeenschappelijke strijd tegen sociaaleconomische en etnische ongelijkheden. In veel betogingen, debatten en boeken uit de jaren 1960 en 1970 stonden beiden eisen centraal. Om maar één voorbeeld te geven: op de banner van de wereldberoemde burgerrechtmars van Martin Luther King naar Washington in 1963 stonden de gevleugelde woorden 'For Jobs and Freedom'. Het was een en-enverhaal. De zwarte burgerrechtenactivisten liepen er samen met witte vakbondsmilitanten. Mede door identiteitsdebatten allerhande is deze gemeenschappelijke agenda tanende. De grote meerwaarde van Piketty's boek is dat het deze agenda tracht nieuw leven in te blazen. Helaas bleef het bij een essay, bij een aanzet om beiden te verzoenen. Piketty blijft een gevestigde waarde als het gaat over het meten en tegengaan van inkomensongelijkheid. Op vlak van het bestrijden van etnische ongelijkheid was zijn essay echter niet overtuigend.

Pieter-Paul Verhaeghe

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.