Abonneer Log in

Hoe de federale overheid de OCMW-werking steeds meer stuurt

De federale overheid wil meer vat krijgen op de invulling van de algemene OCMW-opdracht. Hoewel nobel, heeft deze keuze twee belangrijke neveneffecten.

De OCMW's krijgen hun opdracht van de federale overheid. De invulling van die opdracht is echter voor een groot stuk decentrale materie: lokaal en Vlaams. Volgens Filip De Rynck (2016) geeft deze bestuursvorm, met een combinatie van autonomie en medebewind, veel mogelijkheden tot bestuurlijke veranderingen in functie van nieuwe behoeften en inzichten. Wijzigingen behoeven zelden grote institutionele hervormingen.

Exact dat soort wijzigingen gebeuren momenteel. Een aantal recente evoluties tonen dat de federale overheid pogingen onderneemt om het OCMW-beleid meer te sturen. Sturen kan ze via regels, systemen, prestaties of vertrouwen (De Rynck, 2016). Het lijkt erop dat de federale overheid steeds meer overgaat van sturing op basis van vertrouwen (zeer ruime en weinig gereglementeerde OCMW-opdracht) en regels (bijvoorbeeld voorwaarden leefloon), naar sturing op basis van regels, vertrouwen en systemen. Ze ontneemt OCMW's niet zozeer hun beslissingsvrijheid door het introduceren van regels, maar promoot specifieke procedures en methodieken. Zo houdt ze de OCMW's een ideaaltypische invulling van de OCMW-opdracht voor.

De federale overheid ontneemt OCMW's niet zozeer hun beslissingsvrijheid door het introduceren van regels, maar promoot specifieke procedures en methodieken.

Ik geef een aantal voorbeelden.

Voorbeeld 1. OCMW's konden het afgelopen decennium intekenen op uiteenlopende federale projectmiddelen. Er zijn de Miriam-middelen voor OCMW's die inzetten op de ondersteuning van alleenstaande kansarme ouders. De federale overheid zet hiervoor een aantal krijtlijnen uit. De gewenste ondersteuning dient integraal en empowerend te zijn. Een andere inhoudelijke focus is het doorbreken van het isolement bij jongeren door in te zetten op mentale ondersteuning. Om beroep te kunnen doen op de middelen die vrijgemaakt zijn voor housing-first-dienstverlening moeten OCMW's huisvesting op langere termijn aanbieden. Vermits dit ingaat tegen een traditie van noodwoningen en doorgangswoningen, promoot de centrale overheid hiermee een specifieke inhoudelijke keuze. Of OCMW's werden via projectmiddelen uitgenodigd om data te gebruiken om mensen proactief te identificeren. Zo stimuleert de centrale overheid een nieuwe manier van het benaderen van mensen.

Voorbeeld 2. Naast methodische stimulansen, zet de federale overheid ook steeds meer in op het terugbetalen van facturen waarvan zij oordeelt dat tussenkomsten op dat vlak cruciaal zijn: socio-culturele participatie, kinderarmoede, energie, voedselhulp en medische kosten. Door deze facturen op zich te nemen, geeft de federale overheid richting aan de financiële steun die OCMW's aanvullend kunnen bieden aan burgers. Dit echter zonder de OCMW's te verplichten. Iets gelijkaardigs gebeurde tijdens de Covid-crisis. OCMW's konden steun verlenen aan cliënten omtrent zeven thema's. Opnieuw vaardigde de overheid geen vaste regels uit, maar ze richtte wel het beschikbaar gemaakte geld naar de problematieken waar zij noden vermoedden.

Voorbeeld 3. Sinds april van dit jaar ontvangen 424 van de 581 Belgische gemeenten subsidies om aanvullende financiële steun te verlenen aan cliënten. De enige voorwaarde is dat de OCMW's voor de berekening van de financiële nood van een cliënt REMI gebruiken en inzetten op de activering van de begunstigden. REMI is een webtool waarmee professionals op maat van elke cliënt kunnen berekenen wat die cliënt nodig heeft om menswaardig te leven. Na de berekening kunnen de OCMW's beslissen hoeveel ze de cliënt geven. De oproep is een onvoorzien succes. Ze draagt de belofte in zich dat OCMW's anders en meer uniform aanvullende steun zullen verlenen.

TWEE NEVENEFFECTEN VAN DIE STURING

Het lijkt erop dat de federale overheid meer vat wil krijgen op de invulling van de algemene OCMW-opdracht. Gezien de bestaande bestuursvorm en de doelgroep waarmee OCMW's werken, kan ze dat slechts beperkt via het uitvaardigen van regels. De keuze die de federale overheid alternatief maakt, is een sturing op systemen, door OCMW's met extra middelen in een bepaalde richting te lokken. Hoewel nobel, heeft deze keuze twee belangrijke neveneffecten.

Eerste neveneffect. Ze leidt tot een enorme versnippering van middelen. Zulke versnippering leidt al te vaak tot een opstapeling van deelwerkingen in grote en middelgrote steden of een focus op één aspect (namelijk hetgene waarvoor het OCMW geld krijgt) in kleinere gemeenten. Zulke versnippering gaat diametraal in tegen het groeiende belang van integraal werken. Het is slechts een beperkt aantal OCMW's gegeven om versnipperde middelen slim in te schuiven in een integrale algemene werking.

Tweede neveneffect. Ze zorgt voor een veelheid aan verantwoordingen die OCMW's moeten afleggen. Als een subsidie een doel heeft, moet dat doel ook te checken zijn. Met elke aparte subsidie gaat dus een eigen administratief proces gepaard. Elke besteding wordt afgewogen tegen de beschikbare subsidies. Professionals zijn niet meer altijd bezig met het verlenen van hulp, maar wel met het hertalen van een vraag van een cliënt naar de lokaal beschikbare steunvormen. Vervolgens is er de – zonder enige overdrijving – slopende rapportering naar de hogere overheid toe. Het gaat hier om een administratieve overlast die niet zelden de relevante doelen in projectomschrijvingen of subsidieregelementen ondermijnt.

De federale overheid kiest ten volle voor het sturen op systemen, zij het nog steeds ingebed in een ruim bad van vertrouwen.

Ik wil dan ook afsluiten met de positieve noot die de webtool REMI is in dit geheel. De noodzakelijke verantwoording van de bestede middelen is – voor zover ik dat op dit moment kan inschatten –beperkt. De federale overheid kiest ten volle voor het sturen op systemen, zij het nog steeds ingebed in een ruim bad van vertrouwen. Het lijkt erop dat de federale overheid de lokale overheden behandelt zoals de initiatiefnemers van REMI hopen dat OCMW's door het gebruik van REMI cliënten behandelen.

Filip De Rynck (2016). Het OCMW in de netwerken voor sociaal beleid: een bestuurskundige analyse. In De Wilde, M., Cantillon, B., Vandenbroucke, F., De Bie, Maria. 40 jaar OCMW en Bijstand. Leuven: Acco, 168-83.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.