Politici overschatten systematisch de steun voor rechtse standpunten, zowel bij de publieke opinie als bij het eigen electoraat. Voor linkse partijen zoals Vooruit compliceert dit (onnodig) de zoektocht naar een evenwicht tussen de eigen ideologie en de publieke opinie.
Een politieke actor – een partij, een politicus, een beweging – kan maar succesvol zijn wanneer hij een goed evenwicht vindt tussen het eigen ideologische project en de voorkeuren van burgers. Alle partijen worstelen met die opgave.
Langs de ene kant hebben ze een bepaalde ideologie, een normatieve overtuiging van waar het met de wereld en met het land naar toe moet. Deze ideologie is het uitgangspunt van alles wat partijen doen, of dat mag je toch verwachten. Het einddoel van elke partij is om die overtuiging in beleid om te zeten, om de wereld te kneden naar het beeld van haar ideologie. Om dit ultieme doel te realiseren, moeten partijen logischerwijs verkiezingen winnen, en streven ze eraan om deel te nemen aan de regering.
Maar langs de andere kant is er de weerbarstige realiteit van de publieke opinie. Partijen worden vaak geconfronteerd met het feit dat hun ideeën, hun ideologische preferenties voor een beleid, niet door de kiezers worden gedeeld, soms zelfs niet door de kiezers van hun eigen partij. Je kan daar als partij de conclusie uit trekken dat je harder je best moet doen om de publieke opinie, of minstens je eigen kiezers, te overtuigen van je standpunt. Maar zo lang je dat niet succesvol hebt gedaan, rest er je weinig anders dan rekening te houden met die publieke opinie en een ongemakkelijke tussenpositie tussen je ideologische ideale wereld en de preferentie van de kiezer in het algemeen of van je eigen (potentiële) electoraat in te nemen. Openlijk en met luid tromgeroffel ingaan tegen wat een meerderheid van de kiezers denken, is zonder meer een electoraal risico.
RECHTSE BIAS IN DE PERCEPTIES VAN POLITICI
De kwestie is niet alleen dat de publieke-opinie-realiteit soms botst met de ideologische voorkeuren van een partij, maar evengoed dat 'de publieke opinie' en zelfs de voorkeuren van de eigen kiezers niet altijd gekend zijn.
Er worden bij ons in Vlaanderen wel wat peilingen gedaan, maar het is relatief uitzonderlijk dat onze beleidsvoorkeuren worden bevraagd. Heel vaak hebben politici er dus het raden naar wat burgers nu precies willen, welke beleidsvoorstellen ze genegen zijn en in welke mate ze belang hechten aan verschillende maatschappelijke kwesties. Om het evenwicht tussen ideologie en de publieke opinie te vinden, is het nochtans belangrijk dat politici goed kunnen inschatten wat burgers willen, welke steun er is voor allerlei beleidsvoorstellen die op tafel liggen. Politici kunnen dus niet anders dan zich een beeld vormen van de publieke opinie; ze kunnen bij hun evenwichtsoefening met andere woorden alleen rekening houden met hun percepties van de publieke opinie.
In een boek dat wij recent met Julie Sevenans publiceerden – Politicians'Reading of Public Opinion and its Biases (Oxford University Press) – en dat gebaseerd is op een bevraging van 175 Vlaamse politici in 2018, tonen we aan dat de publieke-opiniepercepties van Vlaamse politici niet zo accuraat zijn als men zou kunnen verwachten. Vlaamse politici doen heel hard hun best om de publieke opinie te leren kennen – ze spenderen bijvoorbeeld heel veel tijd aan interacties met burgers. Er kan hen zeker niet verweten worden dat ze te weinig om de publieke opinie geven. Maar die inspanningen leveren voor de meeste politici niet het gehoopte resultaat op: ze zijn nauwelijks beter in het inschatten van de publieke opinie dan gewone Vlaamse burgers. Ze maken vrij grote inschattingsfouten en schatten soms zelfs verkeerdelijk in of een meerderheid van de burgers voor of tegen een bepaald beleidsvoorstel is. Voor we onze Vlaamse politici te veel met de vinger wijzen: ook in andere landen maken politici gelijkaardig grote fouten bij het inschatten van de publieke opinie.1
Politici zijn nauwelijks beter in het inschatten van de publieke opinie dan gewone Vlaamse burgers.
Maar dat is niet alles: er blijkt een opvallende systematiek in de inschattingsfouten van politici te zitten. Voor alle beleidsvoorstellen die we aan politici en burgers voorlegden, zien we dat politici de steun voor linkse voorstellen onderschatten en die voor rechtse voorstellen overschatten. Intrigerend is dat die rechtse vertekening in publieke-opiniepercepties geldt voor politici van alle partijen, dus ook de linkse, en dat zulke vertekening niet alleen bestaat voor de inschatting van de algemene publieke opinie, maar ook van het eigen electoraat. Bovendien vinden we een gelijkaardige rechtse bias wanneer politici de publieke opinie moeten inschatten over zowel sociaal-culturele als sociaaleconomische beleidsvoorstellen. Wederom is dit allesbehalve een Vlaams verschijnsel: in ander onderzoek dat we met collega's in Franstalig België, Duitsland, Canada en Zwitserland deden, en in eerder onderzoek in de Verenigde Staten, worden gelijkaardige rechtse vertekeningen vastgesteld.2 De rechtse bias in de percepties van politici lijkt alomtegenwoordig.
RECHTSE BIAS IN DE PERCEPTIES BIJ VOORUIT
Ten behoeve van dit nummer van Samenleving & Politiek over de toekomst van de sociaaldemocratie, duiken we even dieper in de resultaten voor Vooruit – toen we de politici in 2018 bevroegen was het nog sp.a. Het zou kunnen dat de percepties van politici anno 2023 gekeerd zijn en dat de rechtse bias verdwenen is, maar we durven dat te betwijfelen. Noteer nogmaals dat de resultaten voor Vooruit (sp.a) in 2018 niet afweken van die van de andere, Vlaamse linkse partij Groen (er waren toen geen Vlaamse PVDA-parlementsleden) noch van de andere sociaaldemocratische partijen in de vier andere landen waar we gelijkaardig onderzoek deden. Het gaat dus niet louter om Vooruit, maar om de linkerzijde meer algemeen.
Aan ons onderzoek in het voorjaar van 2018 namen 26 Vooruit-politici deel, allemaal Vlaamse of nationale parlementsleden of partijleider – 81% van de Vooruit-politici beantwoordde dus onze vragen. We vroegen die politici eerst naar hun eigen mening over acht specifieke beleidsvoorstellen; we nemen aan dat de eigen mening van de politici hun ideologie weerspiegelt. Daarna vroegen we naar hoeveel percent van de Vlaamse kiezers in het algemeen en van hun eigen partij-electoraat die voorstellen steunt, dat is onze meting van de perceptie van de publieke opinie. Parallel daarmee deden we een bevraging onder de Vlamingen (waaronder Vooruit-kiezers), die we naar hun eigen mening over de acht voorstellen vroegen. Door de perceptie van de werkelijke opinie af te trekken, gaan we na hoe sterk en in welke richting de percepties van politici van de realiteit afwijken. Er kan worden gediscussieerd over de representativiteit en de verwoording van de acht beleidsvoorstellen, maar dit waren ze: (1) De pensioenleeftijd mag niet verder stijgen dan 67 jaar, (2) Bedrijfswagens moeten zwaarder worden belast, (3) De opkomstplicht moet behouden blijven, (4) Het stakingsrecht moet worden ingeperkt, (5) Alle inkomsten van elk parlementslid moeten jaarlijks bekend worden gemaakt, (6) In steden moeten de meest vervuilende wagens verboden worden, (7) België mag nooit iemand uitwijzen naar een land waar mensenrechten geschonden worden, (8) Nationale legers zouden vervangen moeten worden door één Europees leger. De eerste vier (pensioenleeftijd, bedrijfswagens, stakingsrecht, opkomstplicht) zijn typische economische links-rechts-thema's, de laatste drie (vervuilende wagens, migranten, Europees leger) zijn sociaal-cultureel links-rechts.
Laat ons eerst naar de volle rode balkjes kijken, dat is de eigen mening van de Vooruit-politici. Die is zoals we zouden verwachten consistent links, zowel sociaaleconomisch als sociaal-cultureel – en voor die eerste categorie nog net iets meer uitgesproken dan voor de tweede. De percentages steun voor de linkse voorstellen zit rond de 100%, de steun voor het rechtse voorstel (stakingsrecht) is 0%.
De lichtrode balken geven op hun beurt de steun voor de voorstellen bij Vooruit-kiezers weer. Ook hier zien we een duidelijke meerderheidssteun voor alle linkse voorstellen en weinig steun voor het rechtse voorstel. Hoewel heel wat minder uitgesproken dan hun politici, zijn Vooruit-kiezers dus links op beide dimensies. Logischerwijs is de mening van het algemene publiek wat rechtser, zoals we zien in de donkergrijze balken, al zijn de verschillen tussen Vooruit-kiezers en de Vlaming in het algemeen soms opvallend klein. Voor de stelling over migranten, bijvoorbeeld, zijn de Vooruit-kiezers 14 procentpunten linkser (83%-69%) dan de algemene kiezer, maar voor de vervuilende auto's zijn Vooruit-kiezers maar 1 procentpunt linkser (70%-69%) (zie ook pensioenleeftijd, opkomstplicht en Europees leger, waar de verschillen heel klein zijn). Als je het zo bekijkt, dan kan je stellen dat de Vlaming over het algemeen eerder linkse politieke opvattingen heeft. Noteer wel dat de manier waarop de stellingen zijn geformuleerd, dus eerder principieel en niet erg concreet (in welke landen worden mensenrechten geschonden, bijvoorbeeld, of vanaf wanneer mag je met je vuile wagen de stad niet meer in?) een linkse positionering zou hebben kunnen vergemakkelijken.
Tot dusver niets nieuws onder de zon. Maar als we dan kijken naar hoe Vooruit-politici de mening van hun eigen kiezers of het algemeen publiek percipiëren – zie de roze en lichtblauwe balken in GRAFIEK 1 – dan komt de kat op de koord. Die inschatting is heel wat rechtser dan wat we zouden verwachten. Er bestaat immers zoiets als een algemene menselijke neiging om er van uit te gaan dat anderen de eigen mening delen, en zeker de anderen die we graag hebben en waarmee we ons verbonden voelen – psychologen noemen dat fenomeen 'sociale projectie'. Vooruit-politici hebben hier duidelijk weinig last van. In plaats van er van uit te gaan dat de Vlaming in het algemeen, en zeker de Vooruit-kiezers, het met hun eens zijn, zien we het omgekeerde fenomeen: een systematische onderschatting van de mate waarin de publieke opinie linkse voorstellen steunt of rechtse afkeurt.
Die rechtse bias in percepties is veruit het grootste wanneer Vooruit-politici de mening van het algemene publiek inschatten.
Die rechtse bias in percepties is veruit het grootste wanneer Vooruit-politici de mening van het algemene publiek inschatten; gemiddeld is het verschil hier 12 procentpunten in de rechtse richting met grote uitschieters zoals de opkomstplicht waar de fout in rechtse richting 23 procentpunten bedraagt. Dat Vooruit-politici het algemeen publiek als rechtser inschatten dan het werkelijk is, hoeft misschien niet te verbazen. Maar dat ze dat ook doen bij het eigen electoraat is toch merkwaardig. Voor het voorstel van de pensioenleeftijd, is de inschatting van de Vooruit-politici van hun eigen electoraat perfect: ze schatten dat 92% van hun kiezers akkoord zijn dat de pensioenleeftijd op 67 jaar afgetopt wordt en dat is exact hoeveel percent van die kiezers dat ook effectief vinden. Maar voor alle andere voorstellen overschatten ze de steun voor het rechtse standpunt. Noteer wel dat de inschattingen die politici maken de meerderheid zelden aan de foute kant plaatsen. Slechts één van de inschattingen is pertinent fout: Vooruit-politici denken dat een minderheid van 38% van de Vlamingen voor het behoud van de opkomstplicht is, terwijl er een meerderheid van 61% voorstander van is.
MISVATTING PLAATST VOORUIT ONNODIG IN MOEILIJK PARKET
Wat betekenen deze resultaten nu voor de complexe zoektocht naar het evenwicht tussen de eigen ideologie en de publieke opinie (beter: de perceptie er van)? Ze impliceren dat Vooruit-politici relatief vaak met de ongemakkelijke situatie worden geconfronteerd dat hun eigen ideologie niet, of toch veel minder dan zelf verhoopt, overeenstemt met hun beeld van de publieke opinie. Noteer nogmaals dat deze vaststelling ook gold voor de Groen-politici in Vlaanderen, en ook voor de linkse politici in de andere landen die we onderzochten. Dit is verre van een Vooruit-specifiek probleem. Interessant is vooral dat de (vertekende) percepties van Vooruit-politici hen in een moeilijker parket plaatsen dan de werkelijkheid wettigt. Ze zijn zelf links, maar ze percipiëren het algemene electoraat en zelfs hun eigen kiezers een stuk rechtser dan dat ze in werkelijkheid zijn. Deze perceptuele bias compliceert dus onnodig de zoektocht naar een evenwicht tussen de eigen ideologie en de publieke opinie.
Inzake de sociaal-culturele breuklijn lijkt het erop dat voorzitter Conner Rousseau met Vooruit naar rechts (beter: het centrum) wil opschuiven. Zijn befaamde 'Molenbeek'-uitspraken wijzen in die richting, alsook de schijnbaar gewijzigde positie inzake de lage-emissiezones. Wat de sociaal-economische positionering betreft – dat is de oude breuklijn waarop het socialisme vanouds geënt is – lijkt de perceptie van het relatief rechtse Vlaanderen niet tot een herpositionering te leiden; Vooruit staat pal op links. Wat de sociaal-culturele positionering betreft – op die nieuwe breuklijn zijn er andere linkse partijen met eigenaarschap en met een meer uitgesproken profilering – lijkt de partij wél bereid om haar percepties van de rechtsere publieke opinie te volgen en zichzelf meer een centrum-profiel aan te meten. Noteer dat de Vooruit-politici zélf op beide dimensies even uitgesproken links zijn.
Percepties van de publieke opinie zijn dus niet zomaar vrijblijvende inschattingen. Ze hebben impact op de communicatie van partijen en politici, en kunnen leiden tot grote strategische maneuvers. Percepties kunnen niet alleen voor een ongemakkelijke spreidstand zorgen, ze kunnen politici ook doen twijfelen aan de eigen ideologie, en zich laten aanpassen aan wat ze denken dat de mensen denken.
EINDNOTEN
- Walgrave, S., Jansen, A., Sevenans, J., Soontjens, K., Pilet, J. B., Brack, N., ... & Loewen, P. J. (2023). Inaccurate Politicians: Elected Representatives' Estimations of Public Opinion in Four Countries. The Journal of politics, 85(1), 000-000.↑
- Broockman, D. E., & Skovron, C. (2018). Bias in perceptions of public opinion among political elites. American Political Science Review, 112(3), 542-563.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 2 (februari), pagina 11 tot 16
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.