Abonneer Log in

Wat we van Noorwegen kunnen leren

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 1 (januari), pagina 78 tot 79

In Noorwegen is maar liefst zo'n 76 procent van het vermogen (exclusief huisvesting) in handen van een publiek vermogensfonds.

'There's class warfare, all right, but it's my class, the rich class, that's making war, and we're winning.' Het citaat van de Amerikaanse kapitalist Warren Buffett uit 2006 heeft sindsdien enkel aan actualiteitswaarde gewonnen. Zowat overal ter wereld is het aandeel van kapitaal in het nationaal inkomen gestegen, en het aandeel van arbeid gedaald. Met andere woorden: een groter deel van de koek gaat naar de aandeelhouders, een kleiner deel naar de werknemers. Of in de taal van de Franse econoom Thomas Piketty: r > g.

Eén van de belangrijke gevolgen is dat de inkomensongelijkheid toeneemt. Dat hoeft niet per se zo te zijn: als de ongelijkheid van arbeidsinkomens en kapitaalinkomens identiek is, dan heeft een groter aandeel voor kapitaal geen effect op de ongelijkheid. Maar we weten natuurlijk dat dat helemaal niet het geval is. Vermogen, zeker financieel kapitaal zoals aandelen en obligaties, is veel minder gelijk verdeeld dan arbeidsinkomens. Zo ligt de Gini-coëfficiënt voor kapitaalinkomens in veel landen rond de 0,8 à 0,9, waarbij een Gini-coëfficiënt van 1 betekent dat één persoon de volledige inkomsten ontvangt en de rest van de maatschappij niets.

Ook in België weten we dat het financieel vermogen zeer ongelijk verdeeld is. Volgens het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen, op basis van de laatste cijfers die dateren uit 2017, zouden de rijkste 10% zo'n 85% van alle aandelen en obligaties bezitten.

Wat kunnen we daaraan doen? Een vermogensbelasting is natuurlijk één optie. Maar stel je voor dat er een ander mogelijkheid bestond. Een systeem waarmee de 10 miljard euro aan dividenden die de beursgenoteerde Belgische bedrijven samen in 2021 uitkeerden gelijk verdeeld werden. Waarbij elk gezin in België dus rechtstreeks zo'n 1.500 euro aan 'kapitaalinkomsten' gekregen zou hebben, of waar dat geld voor de sociale zekerheid zou worden gebruikt.

Klinkt gek? Het bestaat nochtans bijna, in een land waarin maar liefst zo'n 76 procent van het vermogen (exclusief huisvesting) in handen is van de overheid, en waar de vermogensongelijkheid daardoor dus sterk beperkt wordt. Je moet het niet zo ver gaan zoeken als Noord-Korea, China of Cuba, maar veel dichter bij huis: Noorwegen. Noorwegen heeft een 'sovereign wealth fund', een publiek vermogensfonds: het zogenaamde Government Pension Fund Global. Dat fonds, oorspronkelijk gespijsd met geld uit de Noorse olievelden, bezit aandelen, obligaties en vastgoed. Zoals een promofilmpje op de website beschrijft: 'It is the people's money, owned by everyone, divided equally and for generations to come.'

Noorwegen staat daar niet alleen mee. Op kleinere schaal heeft bijvoorbeeld de Amerikaanse staat Alaska hetzelfde: het Alaska Permanent Fund. Noteer dat hier gaat om een Amerikaanse staat waar sinds 1998 behalve vier jaar een onafhankelijke gouverneur permanent een Republikeinse gouverneur aan de macht was.

Een mogelijkheid is dat bedrijven vanaf een bepaalde grootte elk jaar een aantal nieuwe aandelen moeten uitgeven, die dan naar een publiek vermogensfonds gaan.

Natuurlijk hebben Alaska en Noorwegen een belangrijk 'voordeel' dat België niet kent: olie. Maar er zijn ook andere manieren om zo'n fonds te spijzen. Zo zou het mogelijk zijn dat bedrijven vanaf een bepaalde grootte, zowel beursgenoteerd als niet-beursgenoteerd, elk jaar een aantal nieuwe aandelen moeten uitgeven, die dan naar een publiek vermogensfonds gaan. Dat heeft geen enkele negatieve impact op het bedrijf, het bedrijf verliest er geen middelen door om werknemers te betalen of investeringen te doen. Het enige dat gebeurt is dat de bestaande aandeelhouders een beetje minder rijk worden. Langzaam maar zeker kan het vermogensfonds zo groeien in omvang.

Dit is ook hoe het Zweedse Meidner Plan het beoogde, dat in de jaren 1980 deels in de praktijk werd gebracht door een sociaaldemocratische regering, maar in 1991 weer werd afgevoerd door een conservatieve regering.

Een publiek vermogensfonds leidt tot een gelijkere vermogensverdeling en meer inkomensgelijkheid. Maar het heeft ook andere voordelen. Het kan de structurele macht van het bedrijfsleven verminderen. De angst voor kapitaalvlucht of delokalisering zal immers minder groot zijn wanneer drie vierde van het kapitaal in handen is van een publieke instelling.

Bovendien kan zo'n fonds een actieve rol spelen in de strijd tegen klimaatontwrichting of ongelijkheid. Dat is een groot verschil met andere grote aandeelhouders, zoals de zogenaamde Big Three Blackrock, Vanguard and State Street. Dat zijn niet zo bekende maar machtige financiële spelers die miljarden aan aandelen 'managen' via passieve indexfondsen, en die geen progressieve rol opnemen op vlak van werknemersrechten of de strijd tegen klimaatontwrichting. Het Noorse publieke vermogensfonds probeert dat wel te doen, en wordt daar ook toe verplicht door het parlement. Zo heeft het Fonds laten weten dat het tegen bestuurders en bestuursraden zal stemmen die geen duidelijke 'net zero' strategie hebben voor 2050. Het Fonds verzet zich ook tegen al te hoge CEO-lonen.

Een publiek vermogensfonds is zeker geen panacee. Het zal niet alle grote wereldproblemen oplossen. Bovendien is het beheer van het fonds belangrijk: een democratische cultuur en democratische controle zijn essentieel, zeker voor een publieke instelling die actief is de financiële wereld.

Maar het kan dus wel de vermogensongelijkheid terugdringen, en een iets democratischer economie tot stand brengen. Ironisch genoeg kunnen we met een publiek vermogensfonds ook één van de dromen van Margaret Thatcher waarmaken: een samenleving 'waar aandelen bezitten even gewoon is als een auto bezitten'. Maar dan wel collectief en democratisch, in plaats van individueel en plutocratisch.

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 1 (januari), pagina 78 tot 79

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.