Als vakbondssecretaris kom ik dagelijks op het terrein van de kinderopvang en zie ik steeds meer bandwerk.
Kinderopvang was het voorbije jaar niet weg te branden uit de actualiteit. Er moest een kind sterven opdat alle media en de politiek eindelijk aandacht besteedden aan deze onzichtbare, maar onmisbare schakel in de ondersteuning van gezinnen en de opvoeding van onze allerkleinsten.
Als vakbondssecretaris kom ik dagelijks op het terrein. Kinderbegeleiders en leidinggevenden vertellen me hoe moeilijk het is geworden. Hoeveel ze hopen op echte erkenning als cruciale sector. Een erkenning die eruit bestaat dat ze de mogelijkheden krijgen om hun job echt uit te voeren: structureel minder kinderen per begeleider, meer ruimte voor opleiding en reflectie, meer doorgroeimogelijkheden. Ze dromen ook van een socialere kinderopvang, waar geen enkel kind uitgesloten wordt.
NOOD AAN WAARDERING EN ERKENNING
Corona heeft iets doen knakken, zeggen de mensen in de sector. Ze waren essentieel: sluiten, telewerken of tijdelijke werkloosheid was geen optie. Maar geen enkel overlegcomité had het over hen. Mondmaskers? Naai die maar zelf! Prioritair voor vaccinatie? Neen hoor! Applaus? Zelfs dat niet!
Nu we leren leven met Covid, blijft alleen de vermoeidheid over. De stress van die lange maanden zit nog in de lijven en de geesten. Het besef ook dat ze voordien al zwaar over hun limieten waren gegaan, altijd maar weer aan de slag om er te staan voor die baby's en peuters, voor hun ouders, … En dat met weinig benijdenswaardige arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. En al helemaal zonder erkenning voor hun essentiële toegevoegde waarde in de ontwikkeling en opvoeding van de allerjongsten en voor de samenleving.
ZO IS ER LEEN (EN ANISSA EN MELIKE EN ANNE EN …)
Leen werkt al 20 jaar als kinderbegeleidster. Ze was schijnzelfstandige, onthaalouder (met een forfaitaire onkostenvergoeding en minimale sociale zekerheid) en loontrekkende. Telkens is het een vraagteken hoe de verloning exact zal zijn, want voor gelijk werk zijn de lonen en voorwaarden in de sector heel uiteenlopend. Toen ze in 2018 op haar huidige werkplek startte (trap 2B), had ze het vooruitzicht op beter tegen 2020, aangezien het decreet tegen dan alle opvang met inkomenstarieven zou harmoniseren. Dit werd op de lange baan geschoven naar 2026. Nu is er sinds de Septemberverklaring toch uitzicht op een gelijkschakeling in 2023. Oef!
Eind 2021 ging Leen er even onderdoor: weerslag van corona en de werkdruk.
VICIEUZE CIRKEL
Leen werkt in een grote crèche, met 4 leefgroepen van gemiddeld 18 kinderen en drie kinderbegeleiders – in theorie. In de werkelijkheid staan ze regelmatig met twee in een groep met 18 à 20 kinderen. Want er waren de voorbije jaren constant structureel 3 à 4 personen tekort (op 13), door vertrek of langdurige afwezigheid. Wie overblijft, heeft vaker ondankbare uren en overuren. Het is een vicieuze cirkel: komt er iemand terug na een lange afwezigheid, valt een ander uitgeput uit.
Het is niet evident om snel geschikt personeel te vinden (en al helemaal niet wanneer het geco-personeel betreft in Brussel). De job is zwaar en de verantwoordelijkheid groot. De uren zijn ondankbaar, zeker voor wie de job moet combineren met een eigen gezinsleven. De lonen zijn niet om over naar huis te schrijven. Vele starters stromen na een paar jaar weer uit. Dat is zo in gans de sector en dus ook in de crèche waar Leen werkt. Nieuwe collega's blijven niet lang.
BANDWERK
Met 2 begeleiders voor 18 kinderen is er geen ruimte voor activiteiten of kwaliteitsvolle interacties. Dat is nochtans wat arbeidsvreugde geeft, en beroepstrots.
Met 2 begeleiders voor 18 kinderen is er geen ruimte voor activiteiten.
Verversen, voeden, verversen, te slapen leggen. Ondertussen wat poetsen of opruimen. En hopen dat er geen accidenten gebeuren. Dat vooral.
Er is onvoldoende tijd om nieuwe collega's te helpen groeien. Geen tijd om te reflecteren of uit te wisselen. Geen tijd om activiteiten voor te bereiden. Geen tijd om de ouders te betrekken in het leven van de crèche. Alle creativiteit is weg. Het is een fysiek zware job. De stress zorgt voor veel rugpijn en vice versa.
Ouders klagen en recent was er ook een bezoek van Zorginspectie die niet lovend was. Dat legt nog meer druk op de ketel. Volgens de bedrijfsleiding is het sluiten van leefgroepen geen oplossing, want dan staan de ouders in de kou. Er is immers geen overschot aan kinderopvangplaatsen.
Wat zeker niet helpt, is dat er in deze crèche al vele maanden een tekort aan leiding is. Leidinggevenden zie ik trouwens overal uitvallen: ze vangen zo vaak mee de tekorten op de vloer op dat ze geen tijd hebben om te werken aan beleid. Na hun werkdagen doen ze dan de noodzakelijke administratie. Als er een administratieve of pedagogische job vrijkomt, kiezen zij er daar dan voor…
WELKE TOEKOMST?
Leen en haar collega's vragen kleinere groepen en minder kinderen per begeleider. Ze zien voldoende mensen solliciteren of starten, maar er zijn er gewoon te weinig die in deze omstandigheden willen of kunnen werken. Ze vragen niet liever dan ruimte en mogelijkheden om aan een betere kwaliteit te werken in de opvang.
Daarom hebben wij ons als vakbond, samen met experten en werkgeversorganisaties, verenigd in een Consortium Kinderopvang, die 7 thema's op tafel legt om een crash van de sector te voorkomen: een lagere kind-begeleiderratio, betere opleidings- en doorgroeimogelijkheden, goede statuten en arbeidsvoorwaarden, meer aandacht voor kwaliteit, meer kinderopvangplaatsen, financiële leefbaarheid.
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 9 (november), pagina 46 tot 47
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.