Patrick Loobuyck heeft een kader getrokken, dat toelaat het individuele en het collectieve met elkaar te verzoenen.
Burgerschap
Patrick Loobuyck schreef naar eigen zeggen een politiek-filosofische toelichting en verheldering van het begrip burgerschap. Hij stelt de vraag wat vrije en gelijkwaardige burgers van elkaar en van de overheid kunnen verwachten. Een politiek-filosofische analyse is geen empirische maar een normatieve discipline, merkt hij op. Het gaat over hoe de samenleving het best kan functioneren. Het is een moraalfilosofisch antwoord, dat niet gaat over de vraag wat je moet doen om goed te leven. Het gaat over hoe men kan samenleven in politieke gemeenschappen en wat de rol van de overheid daarin is/moet/kan zijn. Eigenlijk gaat het er dan om wat rechtvaardig is. De auteur benadrukt nog dat hij een academisch en theoretisch werk verricht heeft, geen ideologisch of partijpolitiek. Hij wil op die manier het alledaagse publiek debat overstijgen, en gaat voor een bedaarde en rationele benadering die vooral op argumenten steunt.
DRIE DIMENSIES
Met die uitgangspunten analyseert Loobuyck burgerschap in zijn drie dimensies: juridische status, publieke activiteit en lidmaatschap.
Aan de juridische status zijn rechten en plichten verbonden. Er wordt al over nagedacht sinds de Romeinen. Maar voor ons zijn Hobbes en Locke de basisfiguren. Ook het onderscheid tussen negatieve en positieve vrijheid, door Isaiah Berlin geïntroduceerd, is belangrijk. Maar het belangrijkste is toch de discussie over de verhouding tussen democratie en vrijheid. Je kunt er niet omheen dat liberalen in het verleden gemakkelijk vrijheid boven democratie verkozen. Mill bijvoorbeeld vond niet dat democratie voor alle burgers weggelegd is. Men was nogal bang voor 'collectieve middelmatigheid' en nog meer voor de 'tirannie van de meerderheid'. In een democratie hebben burgers niet alleen recht op democratisch bestuur, maar willen de burgers ook zelfbestuur uitoefenen en moeten ze daartoe de mogelijkheden hebben.
Burgerschap is, ten tweede, een activiteit. Deze idee gaat terug op een zeer lange zogenaamd republikeinse traditie. Die staat voor een collectieve vrijheid om aan een collectief debat deel te nemen. Hiervoor zijn wetten nodig, die de burgers zichzelf opleggen. Cruciaal zijn de scheiding der machten en de controle op de uitvoering van de macht. Binnen deze traditie, die het ook heeft over volkssoevereiniteit of algemeen belang, streeft men eerder naar directe of participatieve democratie dan naar representatieve democratie.
Ten slotte gaat burgerschap ook over het gevoel deel te hebben aan een afgegrensde politieke gemeenschap. Dit lidmaatschap is een gevoel erbij te horen, maar ook samen te horen. Een stabiele democratische samenleving is meer dan de som van de individuen. Er is een gemeenschap van burgers nodig om een democratische samenleving mogelijk te maken. Deze communitaristische opvattingen liggen aan de basis van het volksnationalisme dat in de 19e eeuw opkwam.
Iedere burger moet een minimale inspanning doen om de gemeenschap in stand te houden.
De drie dimensies – status, activiteit en gemeenschap – zijn met elkaar verweven. Rechten en plichten worden gegarandeerd door lidmaatschap van een politieke gemeenschap. Iedere burger moet een minimale inspanning doen om de gemeenschap in stand te houden. Burgers moeten erop toezien dat de politiek de basisrechten garandeert. Loobuyck gaat in dit verband uitvoerig in op Jürgen Habermas, die argumenteert dat grondrechten en democratie onlosmakelijk verbonden zijn. Grondrechten maken zelfbestuur mogelijk, maar zelf kunnen ze niet zonder burgerschap en democratisch zelfbestuur. Toch blijft er altijd een spanning tussen democratie en de bescherming van rechten en vrijheden. Chantal Mouffe wijst erop dat het in een democratie mogelijk is om de volkssoevereiniteit te beperken in naam van de vrijheid. Dit noemt zij de democratische paradox. Het volk kan niet helemaal beslissen wat het wil, bijvoorbeeld wanneer zelfbestuur in conflict komt met grondrechten en minderheden. Een liberale democratie is voor haar een plaats van voortdurende politieke strijd. Politiek is een geweldloze manier om met politieke tegenstellingen om te gaan. Wanneer politieke beslissingen legitiem genomen zijn, moeten burgers zich erbij neerleggen. Alleen is het niet zo eenvoudig die legitimiteit in te vullen.
WELKE RECHTEN?
Waarom zouden burgers eigenlijk wetten naleven? Het antwoord van Loobuyck is simpel: gewoon omdat anders iedere samenleving onmogelijk wordt. Omdat het de wet is, met andere woorden. Het is een basisgedachte van de sociale contracttheorie dat het in het belang van iedereen is om een stuk vrijheid op te geven. Voorwaarde is natuurlijk dat de wetten democratisch tot stand komen. Slechts in heel specifieke gevallen is burgerlijke ongehoorzaamheid aanvaardbaar. Burgerschap houdt altijd een element van uitsluiting in zich. Het bepaalt nu eenmaal wie tot de politieke gemeenschap behoort en wie niet. Wie nergens burger is, hoort nergens bij. Loobuyck gaat in dit verband dieper in op de verhouding burgerrechten en mensenrechten. Op de vraag 'Welke rechten?' antwoordt hij dat er niet alleen burgerlijke vrijheden en politieke rechten zijn, maar ook sociale rechten. Hij gaat uitvoerig in op de opvattingen van John Rawls om die sociale rechten af te bakenen. Het komt neer op het garanderen van basisvrijheden en voorzien van substantiële gelijke kansen. Daarbij moeten economische ongelijkheden uitgelegd worden aan wie het minst bevoordeeld is. Ook de auteurs die Rawls bekritiseerd, genuanceerd of aangevuld hebben, krijgen een plaats.
Rawls is voor Loobuyck een gids om te beschrijven wat de voorwaarden zijn voor een open, rechtvaardig en diverse samenleving.
Rawls is voor Loobuyck een gids om te beschrijven wat de voorwaarden zijn voor een open, rechtvaardig en diverse samenleving. Elke burger moet zich inschrijven in een soort basispakket voor een publieke moraal. Rawls heeft het over een 'overlappende consensus'. Die sluit niet uit dat er op tal van punten morele verschilpunten blijven, maar die horen tot de individuele sfeer. Je hebt niet over alles overeenstemming nodig om een samenleving te organiseren. Een basispakket volstaat: basisvrijheden die elk redelijk individu aanspreken, om de eenvoudige reden dat iedereen ze nodig heeft. Daarbij draait alles om respect voor ieders vrijheid en gelijkheid. Daarbuiten is er voldoende ruimte voor eigen geloofswaarheden. Men moet alleen aanvaarden dat je deze niet aan anderen kunt opdringen. Met private moraal kun je geen publieke discussies beslechten. Wederkerigheid is een essentieel begrip om uit te maken wat in de overlappende consensus moet opgenomen worden: je kunt vrijheid niet alleen voor jezelf opeisen.
Burgerschap heeft ten slotte ook betrekking op het subjectieve gevoel lid te zijn van een politieke gemeenschap. Burgers kennen elkaar niet, maar weten zich verbonden. Het is duidelijk dat dit kan mislopen, bijvoorbeeld in het geval van mensen met een buitenlandse origine. Toch komt de stabiliteit van een democratie onder druk als het gemeenschapsgevoel niet sterk genoeg is. Langs de kant van de politieke denkers was er niet altijd evenveel belangstelling voor dat gevoel. Rawls bijvoorbeeld heeft het eigenlijk onderschat. Loobuyck staat vooral stil bij het zogenaamde liberaal nationalisme, dat de nadruk legt op een gemeenschappelijke politieke cultuur en maatschappelijke context. Die laten een onderlinge identificatie toe, zonder de eigen afkomst, cultuur of religie te moeten opgeven. Ook Habermas denkt in die richting, al gebruikt hij andere termen. Een gevoel van lotsverbondenheid kan echter ook worden bevorderd wanneer mensen eenvoudigweg samen dingen doen.
STANDAARDWERK
Patrick Loobuyck heeft grondig nagedacht en een indrukwekkende hoeveelheid literatuur doorwrocht. Het resultaat is wat mij betreft een standaardwerk. Mijn overzicht kan daar maar een kleine indruk van geven. Ik kan veel van zijn beschouwingen niet opnemen en veel van de auteurs waarmee hij werkt kan ik niet vernoemen. Toch hoop ik dat voldoende blijkt dat hij een kader getrokken heeft waar niet naast kan gekeken worden. Uiteindelijk is dat een kader dat toelaat het individuele en het collectieve met elkaar te verzoenen. Er blijft genoeg individuele vrijheid en diversiteit over, maar de burger moet zich ook engageren in de samenleving. Dat kan eng en breed ingevuld worden. Loobuyck schrijft zelf dat hij een academisch werk beoogt, geen moraalfilosofie, ideologie of politiek. Burgerschap is inderdaad een activiteit, maar voor wie in die praktijk staat is zijn boek toch een belangrijk instrument dat wel degelijk – op een bedaarde en rationele manier – argumenten aanreikt. Je moet wel gaan zitten om het boek gelezen te krijgen.
Luc Vanneste
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 9 (november), pagina 79 tot 81
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.