Abonneer Log in

De sociaaldemocratische evenwichtsoefening in Zweden

VOORUITBLIK OP DE ZWEEDSE VERKIEZINGEN VAN 11 SEPTEMBER

  • Nassreddin Taibi - Nederlands politicoloog, expert Zweden voor EuropeElects
  • 8 september 2022

Zondag trekken de Zweden naar de stembus na vier chaotische jaren. Blijft de sociaaldemocratische premier Magdalena Andersson aan de macht?

De Zweedse premier Magdalena Andersson, © Commons Wikimedia

Op 11 september gaat Zweden naar de stembus na vier chaotische jaren. Het land heeft in die tijd vijf regeringen gekend, maakt dagelijkse schietpartijen mee tussen criminele bendes en kampt nu met een energiecrisis. Men zou hierdoor kunnen denken dat de regerende Sociaaldemocraten van premier Magdalena Andersson zich klaarmaken voor een groot verlies. Integendeel, de verkiezingen zijn een nek-aan-nek-race tussen de rechtse oppositie en de coalitie rondom Andersson waarbij de Sociaaldemocraten nipt kunnen winnen. Maar als het hen lukt om aan de macht te blijven, wacht de partij een moeilijke klus om de eerder genoemde problemen op te lossen. Terwijl er geen zicht is op stabiele steun voor een nieuwe regering.

VAN STABILITEIT NAAR CONSTANTE INSTABILITEIT

Dat Zweden niet bepaald het land is dat je zou associëren met politieke instabiliteit is niet zo raar. Het was lange tijd stabiel met de zogenaamde blokpolitiek waarbij de macht alterneert tussen twee coalities van partijen. Op rechts had men de Alliantie met de Liberalen, Centrumpartij, Christendemocraten en de conservatieve Gematigden als grotere partij. Deze Alliantie probeerde de Sociaaldemocraten, die sinds 1917 altijd de grootste partij zijn geweest, van de macht te stoten. Hierdoor ontstond er op links automatisch ook een blok: de Sociaaldemocraten die min of meer zaten opgescheept met de Groenen en Linkspartij.

De 'blokpolitiek' veranderde in 2010 toen de extreemrechtse Zweden-Democraten voor het eerst zetels behaalden en geen van de twee traditionele blokken een meerderheid had.

Dit veranderde in 2010 toen de extreemrechtse Zweden-Democraten voor het eerst zetels behaalden en geen van de twee traditionele blokken een meerderheid had. De Zweden-Democraten zijn een partij opgericht in 1988 door neonazi's, waaronder iemand die als vrijwilliger meevocht in het Nazi-Duits leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. De partij is weliswaar onder leiding van de huidige partijleider, Jimmie Åkesson, minder radicaal geworden, maar nog steeds komen er regelmatig schandalen naar boven van leden die met de oorspronkelijke partijideologie flirten. Om die reden werden de Zweden-Democraten direct in een cordon sanitaire gezet. Geen blok of partij wilde met hen samenwerken.

Dat betekende echter niet dat er tussen de twee blokken een coalitie werd gevormd. De Zweedse links-rechts polarisatie is namelijk te sterk voor zo'n brede middencoalitie. In plaats daarvan bedachten ze een constructie waarbij het kleinere blok zich onthield in vertrouwensstemmingen, zodat het grotere blok een regering kon vormen. In 2010 was de centrumrechtse Alliantie groter en kon Fredrik Reinfeldt van de Gematigden verder als premier. In 2014 was het andersom met het linkse blok groter en werd de sociaaldemocraat Stefan Löfven premier. Maar beiden leidden uiterst zwakke minderheidsregeringen die steeds weer op het punt stonden te vallen, wiens begrotingen vaak zijn weggestemd en wetsvoorstellen zijn tegengehouden.

Deze constructie werd na de verkiezingen van 2018 onhoudbaar door de groei van de Zweden-Democraten die 17,5% behaalden. De eerste regering-Löfven poogde verder te regeren, maar werd binnen twee weken in het parlement weggestemd. Een maandenlange politieke patstelling volgde, waarna de zogenaamde Januari-coalitie werd gevormd in januari 2019. De Sociaaldemocraten en Groenen vormden opnieuw een minderheidskabinet, met steun van de Centrumpartij en Liberalen in ruil voor economisch liberale hervormingen. De centrumrechtse Alliantie viel uit elkaar en er kwam een einde aan de traditionele blokpolitiek die Zweden decennialang heeft gekend. De Januari-coalitie had echter geen meerderheid en kon alleen overleven zolang de Linkspartij niet zou optrekken met de rechtse oppositie.

In juni 2021 gebeurde het toch wel. Toen de Januari-coalitie van plan was de woningmarkt te liberaliseren, besloot de Linkspartij voor een motie van wantrouwen te stemmen met de rechtse oppositie. De tweede regering-Löfven viel en de Liberalen die jarenlang desastreuze opiniepeilingen hadden, weigerden een nieuwe sociaaldemocratische regering te steunen. De Liberalen voegden zich bij de Gematigden en Christendemocraten in de oppositie met wie ze hun eerdere veto jegens de Zweden-Democraten ophieven en de deur openden voor samenwerking. Deze actie kwam uit pure noodzaak voor de drie partijen. Zonder de Zweden-Democraten is het in het huidige politieke landschap namelijk onmogelijk om de Sociaaldemocraten van de macht te stoten. Als het de vier partijen lukt een meerderheid te behalen, zal voor het eerst in de Zweedse geschiedenis een extreemrechtse partij politieke macht hebben als regerings- of gedoogpartij.

Als het de vier oppositiepartijen lukt een meerderheid te behalen, zal voor het eerst in de Zweedse geschiedenis een extreemrechtse partij politieke macht hebben als regerings- of gedoogpartij.

Hierdoor raakten de Sociaaldemocraten en Groenen opgescheept met gedoogsteun van de Linkspartij, Centrumpartij en onafhankelijk kamerlid Amineh Kakabaveh. Zo vormde Löfven zijn derde minderheidsregering, met steun van slechts één zetel meerderheid. De instabiliteit van deze coalitie zou weken later blijken toen Löfven aftrad als premier en partijleider met Magdalena Andersson als opvolger in november 2021. De liberale Centrumpartij weigerde te onderhandelen met de Linkspartij waardoor Anderssons begroting werd weggestemd. De Groenen verlieten uit protest de regering en Andersson moest aftreden als premier, zeven uur nadat ze was aangetreden. Andersson vormde een paar dagen later een nieuwe minderheidsregering met enkel Sociaaldemocraten die bijna tot val werd gebracht door Kakabaveh omdat ze tegen het Zweedse toetreding tot de NAVO is.

EEN PARADOXALE CAMPAGNE

De afgelopen jaren waren voor de Sociaaldemocraten dus niet makkelijk. Daarnaast staat de huidige regering onder vuur door de groeiende criminaliteit in Zweden en de snelle prijsstijgingen. In de afgelopen acht maanden alleen zijn er ruim 250 schietpartijen tussen criminele bendes geweest, waarin 47 vooral jongvolwassenen hun leven hebben gelaten en velen meer gewond zijn geraakt. Hiermee komt Zweden per capita bovenaan te staan in de EU als het gaat om ernstige criminaliteit. Ter vergelijking, in België waren er 'slechts' 23 vuurwapendoden over een heel jaar tijd. Als het gaat om de prijsstijgingen zijn met name de enorme verschillen in energieprijzen de grootste bekommernis. De meeste energie wordt geproduceerd door windmolens en waterkrachtcentrales in het noorden van Zweden. Daarentegen komt de meeste energie-export naar de rest van Europa die nu met energieschaarste kampt komt vanuit het zuiden. Hierdoor zijn de prijzen in het zuiden van Zweden 16 keer duurder dan in het noorden.

Energie, inflatie en criminaliteit domineren de verkiezingscampagne.

Energie, inflatie en criminaliteit domineren de verkiezingscampagne. Peilingen laten zien dat rechts onder kiezers het meeste vertrouwen heeft op deze thema's. De Zweden-Democraten zien het relatief open migratiebeleid als hoofdoorzaak voor de hoge criminaliteit. De Gematigden en Christendemocraten pleiten voor hogere straffen. Betreft de energiefacturen beschuldigen de rechtse partijen de Sociaaldemocraten wijzende naar het sluiten van vier kernreactoren. Vooralsnog laten de meeste peilingen zien dat de Gematigden, Zweden-Democraten, Christendemocraten en Liberalen met gemiddeld 49% vlak achter de Sociaaldemocraten, Centrumpartij, Linkspartij en Groenen met gemiddeld 50% liggen.

Dat de Sociaaldemocraten voor de derde keer op rij kunnen regeren, en zelf als partij op winst staan met rond de 30% in de peilingen, komt door recente ontwikkelingen. De partij heeft in de afgelopen jaren weliswaar veel van de traditionele arbeidersklasse aan de Zweden-Democraten verloren, maar tegelijkertijd is het de partij gelukt om nieuwe kiezersgroepen voor het eerst aan zich te binden. Dat de Liberalen en Gematigden nu met de Zweden-Democraten samenwerken, heeft liberaal-progressieve stedelijke kiezers afgeschrikt en naar de Sociaaldemocraten geduwd. Zo zien we dat in de hoofdstad Stockholm – traditioneel een centrumrechtse stad – de Sociaaldemocraten, Groenen en Linkspartij voor het eerst een meerderheid van de stemmen lijken te halen. Dit effect wordt versterkt door de grote populariteit van premier Andersson die als enige partijleider netto positieve vertrouwenscijfers heeft.

Dat de Liberalen en Gematigden nu met de Zweden-Democraten samenwerken, heeft liberaal-progressieve stedelijke kiezers afgeschrikt en naar de Sociaaldemocraten geduwd.

De Sociaaldemocraten hebben de rechtse samenwerking ook tot een campagnethema gemaakt door de vier oppositiepartijen samen de 'Blauw-Bruinen' te noemen, verwijzend naar het naziverleden van de Zweden-Democraten. Ook praten de Sociaaldemocraten graag over de mogelijke banden tussen de Zweden-Democraten en het Kremlin, en over hoeveel macht de partij zou kunnen hebben in een rechtse regering. Een doel met deze campagne is om progressieve kiezers die sceptisch zijn over de rechtse samenwerking over te halen van de Liberalen en Gematigden. Een ander doel is om kiezers met een migratieachtergrond te mobiliseren die veelal op de Sociaaldemocraten stemmen en vrezen voor de politieke invloed die de Zweden-Democraten kunnen krijgen.

Deze electorale ontwikkeling is tegelijkertijd redelijk paradoxaal. Sinds Andersson werd verkozen, hebben de Sociaaldemocraten een linksere retoriek onder druk van de eigen leden. Ze voeren nu campagne op een winstverbod voor scholen (in Zweden mogen scholen winst maken), een extra belasting voor hoge inkomens, het terugdraaien van privatisering in de zorg en meer regulering van de woningmarkt. Dit is een groot contrast met de Januari-coalitie vol economisch liberale hervormingen waaraan de partij 15 maanden geleden nog gebonden was. Dat de Sociaaldemocraten nu progressieve centrumrechtse kiezers winnen, is dus opvallend. Daarnaast komt de groei en mogelijke invloed van de Zweden-Democraten mede door het feit dat de Sociaaldemocraten kiezers aan hen hebben verloren. Dus het eerdere verlies van Anderssons partij zorgt er indirect voor dat ze nieuwe kiezers aan zich kunnen binden.

DE SOCIAALDEMOCRATISCHE EVENWICHTSOEFENING

Met een eventuele verkiezingsoverwinning zijn de problemen van de afgelopen jaren niet weg. Als het de rechtse oppositie mislukt een meerderheid te behalen, kunnen de Sociaaldemocraten weliswaar doorregeren. Maar dan zijn ze wel afhankelijk van de Linkspartij, Groenen en Centrumpartij die het onderling over weinig dingen eens zijn. Het enige dat de drie partijen en die van Andersson bij elkaar houdt, is dat ze de Zweden-Democraten van alle politieke macht willen isoleren. De Sociaaldemocraten zijn de afgelopen tijd strenger geworden op criminaliteit en opener voor het bouwen van nieuwe kernreactoren, terwijl de drie andere partijen dat juist niet zijn.

Als de Sociaaldemocraten zouden kunnen doorregeren, zijn ze wel afhankelijk van de Linkspartij, Groenen en Centrumpartij die het onderling over weinig dingen eens zijn.

Het allergrootste probleem is, daarentegen, te vinden tussen de Centrumpartij en Linkspartij. De Centrumpartij is de meest economisch liberale partij van Zweden. Zo willen ze onder andere de macht van vakbonden doorbreken, verdere privatisering van de zorg en het onderwijs toelaten, de huidige regulering van de huurprijzen afschaffen en weigeren ze te onderhandelen over een begroting met de Linkspartij. De Linkspartij eist tegelijkertijd alle marktwerking in de zorg en het onderwijs af te schaffen, nieuwe belastingen op vermogen en eigendom met een zetel aan de onderhandelingstafel voor de begroting. Anders zullen ze tegen Andersson als premier stemmen na de verkiezingen. Maar als de Linkspartij haar zin krijgt, bestaat een grote kans dat de Centrumpartij tegen de regeringsbegroting stemt – iets dat ze al twee keer eerder hebben gedaan.

Een andere bijgekomen moeilijkheid zit op rechts, waar een aardverschuiving lijkt te gebeuren. De Gematigden die al sinds 1979 de op een na grootste partij van Zweden zijn, lijken deze titel te verliezen. Volgens de peilingen zakken ze nu richting de 17%. De partij verliest kiezers aan alle kanten: progressieve stedelijke kiezers gaan naar de Sociaaldemocraten; en conservatieve landelijke kiezers gaan naar de Zweden-Democraten, die de Gematigden nu voorbij is gegaan naar rond de 20% in de peilingen. De Zweden-Democraten kunnen hierdoor dus voor het eerst het prestigieuze Mynttorget – het gebouw waar 's lands tweede partij traditiegetrouw zetelt – binnentrekken.

Als de rechtse oppositie een meerderheid behaalt, zullen de Zweden-Democraten met de scepter zwaaien als tweede partij van het land. Ook al zullen ze hoogstwaarschijnlijk slechts een gedoogpartij zijn. Als dat niet het geval is en Andersson verder kan regeren, moeten de Sociaaldemocraten hun borst nat maken. De Zweden-Democraten zijn de oppositieleider. De Sociaaldemocraten hebben dan dus een populistische partij als grootste tegenstander. Zorgwekkend in een tijd waar de energiecrisis alsmaar lijkt te verergeren, de inflatie nieuwe records zal breken en de criminaliteit volgens experts op zijn best op hetzelfde niveau blijft.

In het geval dat de peilingen correct zijn en de Sociaaldemocraten samen met de Centrumpartij, Linkspartij en Groenen ternauwernood zegevieren, kan het lachen ze snel worden ontnomen. Premier Andersson moet twee evenwichtsoefeningen doen. Ze moet aan de ene kant de Centrumpartij en de nieuwe progressief-liberale kiezers uit de steden die geen fan zijn van een economisch linkse politiek tevreden houden, terwijl de Linkspartij en haar eigen leden juist naar links willen. Als dit Andersson niet lukt, zal ze moeten toezien haar begrotingen en wetsvoorstellen alweer worden weggestemd, terwijl haar achterban uit elkaar kan vallen.

Heel veel is nog ongewis, maar een ding is duidelijk: de Zweedse politiek blijft in zeer onstuimige vaarwateren. Of zoals de Zweden zeggen: Hela havet stormar oavsett vad.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.