Het zomeruur is een illustratie geworden van een bedroevend gebrek aan politieke moed en leiderschap.
In de nasleep van de oliecrisis in de jaren 1970 voerden zowat alle Europese landen het zomeruur in. Zo dacht men energie te kunnen besparen. Die hoop bleek al gauw tevergeefs. Erger nog: de uurwisselingen hebben een reeks nadelige effecten. Dieren en kleine kinderen trekken er zich niets van aan. Volwassenen geraken in meerdere of mindere mate ontregeld door de tijdschok, met veel lichamelijke ongemakken, gemiste afspraken en zelfs een piek in de verkeersongevallen tot gevolg. Het protest tegen de zomertijd is dan ook al even oud als de zomertijd zelf. In 2019 echter keurde het Europees Parlement een voorstel goed van de Europese Commissie om te stoppen met de uurwisselingen, ten laatste in 2021. Lidstaten mogen zelf beslissen of ze kiezen voor permanent zomer- of winteruur.
Ondertussen is het 2022 en heel stil geworden rond dit thema. Europese beslissing of niet, op zondag 27 maart zetten we met zijn allen de klok weer een uur vooruit en op maandag 28 maart trekken de meesten onder ons niet al te best uitgeslapen een uur vroeger naar school of werk. Natuurlijk was er corona, de overstroming in Wallonië, en nog veel meer, maar dat belette niet dat er ook over heel wat andere, minder urgente kwesties beleid werd gevoerd. Het schoentje moet dus ergens anders wringen. Mijn gok: de ineenschrompelende politieke daadkracht zou er wel eens veel mee te maken kunnen hebben. In 2019 kondigde eerste minister Charles Michel alvast aan dat België dezelfde tijd zou hanteren als Nederland en Luxemburg. Hij organiseerde meteen een bevraging: 83% gaf aan af te willen van de uurwisselingen. Een ruime meerderheid dus, so far so good. Bleef er alleen maar te beslissen of men zou gaan voor een permanente zomer- of wintertijd: 50% van de ondervraagde Belgen gaf de voorkeur aan de wintertijd, 45% aan de zomertijd. Bij de Vlamingen was een lichte voorkeur voor de wintertijd, bij de Walen een lichte voorkeur voor de zomertijd.
Er zouden minder auto-ongelukken, slaapproblemen en bioritmeverstoringen zijn, en wie kan daar kwaad om zijn?
En voila, daar zitten we in een impasse. Die impasse levert meteen ook een paradox op: een grote meerderheid zou 'de politiek' dankbaar zijn voor de afschaffing van de uurwisseling, maar 'de politiek' schrikt ervoor terug uit angst om diezelfde meerderheid voor het hoofd te stoten bij de keuze voor zomer- of wintertijd. Onterechte angst. Want eenmaal er gekozen en geïmplementeerd is, zou wellicht niemand zich er nog druk over maken. Er zouden gewoon minder auto-ongelukken, slaapproblemen en bioritmeverstoringen zijn, en wie kan daar kwaad om zijn? De wetenschap is overigens behoorlijk eensgezind over wat de beste keuze zou zijn (wintertijd). Weinig reden tot uitstel dus. Maar zo is het zomeruur een illustratie geworden van een bedroevend gebrek aan politieke moed en leiderschap. De gevolgen daarvan dreigen veel erger te zijn dan wat kortstondig ongenoegen over het uur waarop de zon op- en ondergaat.
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 3 (maart), pagina 80
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.