De federale en Vlaamse regering hebben al een aantal ingrepen doorgevoerd aan de energiefactuur die op korte termijn de pijn moet verzachten. Maar het werk is nog niet af.
De huidige energiefactuur is duurzaam noch rechtvaardig. Ze belast namelijk duurzame vormen van energie meer dan vervuilende vormen. Ook ronselt ze geld bij armen om energie-investeringen bij rijken te financieren. De energiefactuur moet anders. En dat kan ook. De huidige energiecrisis noopt de overheden tot dringende actie. Maar de veranderingen moeten wel leiden tot een energiefactuur die écht duurzaam en rechtvaardig is.
NIET DUURZAAM, NIET RECHTVAARDIG
Midden december vorig jaar brachten de Bond Beter Leefmilieu (BBL) en de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE) samen een pleidooi uit voor een duurzame en transparante energiefactuur. Het pleidooi riep de Vlaamse en federale regeringen op om dringend werk te maken van een duurzame hervorming van de energiefactuur. 83 andere organisaties, besturen, bedrijven en kennisinstellingen aarzelden niet om de boodschap mee te ondertekenen.
De huidige energiefactuur maakt duurzame investeringen immers minder interessant, iets wat de duurzame energiesector al lang frustreert. Zo kunnen door de vele heffingen op stroom warmtepompen niet concurreren tegen aardgasketels omdat er op aardgas amper heffingen zijn. Het pleidooi roept dan ook op om de energiefactuur dringend te hervormen, zodat de energiefactuur een hefboom wordt voor duurzame investeringen. En die investeringen zijn dringend nodig, want aan het huidig tempo krijgen we het energiesysteem niet klimaatneutraal tegen 2050.
Bovendien is de energiefactuur ook niet rechtvaardig – een ander oud zeer. De energiefactuur is een soort belastingbrief geworden, waarmee de overheid significante sommen geld int. Daarmee worden investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie mee ondersteund. Alleen kunnen sociaal zwakkeren zich deze investeringen niet permitteren, terwijl ze er wel aan bijdragen.
NEVER WASTE A GOOD CRISIS
Nog frustrerender dan de energiefactuur zelf, is het politiek immobilisme om er iets aan te doen. Er is al jaren consensus dat de energiefactuur moet veranderen, maar de aanpassingen zelf blijven uit. Enerzijds lopen de meningen uiteen over hoe de factuur hervormd moet worden. Anderzijds helpt de bevoegdheidsverdeling tussen het federale en gewestelijke niveau allerminst om snel tot actie over te gaan.
En dan kwam de energiecrisis. In de loop van vorig jaar is de prijs van aardgas – en in haar kielzog die van elektriciteit – exponentieel beginnen stijgen. Een groot aantal mensen had al voor de prijsstijging moeite om de energiekost te dragen, maar deze forse en bruuske prijsstijging grijpt nu echt naar de keel.
Een sociaal drama dreigt en een antwoord van de politiek kon niet langer uitblijven. Zowel de federale als Vlaamse overheid hebben al een aantal aanpassingen doorgevoerd in de energiefactuur. De focus ligt daarbij op het verlichten ervan om ze betaalbaar te houden, wat uiteraard meer dan nodig is.
Maar in deze bittere noodzaak ligt ook een uitgelezen kans om de energiefactuur verder te hervormen tot een duurzaam én een rechtvaardig instrument. Een energiefactuur is duurzaam als ze een prijssignaal geeft dat de eindconsument automatisch naar meer duurzaamheid stuurt. Een energiefactuur is rechtvaardig als niemand in de kou achterblijft, en als de lasten en lusten correct verdeeld worden.
WAT ONZE ENERGIEFACTUUR NIET DUURZAAM MAAKT
In het verleden hebben de verschillende regeringen in ons land ervoor gekozen om via de elektriciteitsfactuur een groot deel van de kosten van de energietransitie te financieren. Zo draagt de eindconsument bij, via allerlei heffingen op distributie van stroom, aan onder meer subsidies voor hernieuwbare energie en premies voor energiebesparende maatregelen.
Eigenlijk is het niet logisch dat de overheden via de elektriciteitsfactuur geld inzamelen om premies voor isolatie en renovatie van gebouwen mee te betalen, omdat we met die ingrepen besparen op aardgas en stookolie. Het zou al logischer zijn, mochten we het geld inzamelen via de aardgas- en stookoliefactuur zelf. Maar op brandstoffen zijn er amper heffingen, in tegenstelling tot op elektriciteit.
Het is niet logisch dat overheden via de elektriciteitsfactuur geld inzamelen om premies voor isolatie en renovatie mee te betalen.
Al deze eenzijdige heffingen op elektriciteit maken stroom kunstmatig duurder dan brandstoffen. Ook brachten de discussies over de btw aan het licht dat er veel willekeur is in de tarieven. Zo bedraagt de btw op groene stroom 21% (tijdelijk wel teruggebracht tot 6%), terwijl dat voor steenkool 12% en op brandhout zelfs maar 6% is. De milieuvriendelijkste vorm van energie heeft dus het hoogste tarief. Dat druist regelrecht in tegen het principe dat 'de vervuiler betaalt'. Daarbij komt nog dat die scheeftrekking in België groter is dan in de andere Europese landen.
Nochtans is de omslag van brandstof naar elektriciteit een belangrijke tendens in de energietransitie. Volgende korte rekenoefening toont er de zin van aan. Neem het aardgasverbruik van een gemiddeld gezin (23.260 kWh). Als we die hoeveelheid aardgas eerst voeden aan een gascentrale om met die stroom warmtepompen aan te drijven, dan kunnen we er naast dit ene gezin ook nog een alleenstaande mee verwarmen. Of nog, met datzelfde pakket aardgas geraak je met een wagen op aardgas (CNG) ongeveer 250 km ver. Voed je het eerst aan een gascentrales om met die stroom een elektrische wagen op te laden, dan geraak je gemakkelijk dubbel zo ver. Voed je die warmtepompen en elektrische wagens met hernieuwbare stroom, dan is de winst voor milieu en klimaat compleet.
HOE MAKEN WE ONZE ENERGIEFACTUUR DUURZAAM?
Om te komen tot een duurzame energiefactuur, schuiven BBL en ODE drie principes naar voren.
Ten eerste moet wie minder verbruikt minder betalen, om zo een zuinig gebruik van energie te stimuleren. Dit principe is minder evident dan het lijkt. Er zitten namelijk een aantal vaste kostenposten in de energiefactuur, die iedereen betaalt ongeacht het verbruik. Zo betaalt iedereen een vaste bijdrage van 5,40 euro aan het Vlaamse Energiefonds.
Ook het capaciteitstarief, dat begin juli wordt ingevoerd ter vervanging van het distributietarief op basis van het verbruik, heeft een vaste component door de inbouw van een minimumdrempel. Het is dan ook geen verrassing dat de recente UGent-studie aangeeft dat de invoering van het capaciteitstarief in de huidige vorm nadelig is voor wie weinig verbruikt.
Ten tweede moet wie voor milieuvriendelijke energie kiest minder betalen. Zo worden investeringen in hernieuwbare energie aangemoedigd. Kosten van milieuverontreiniging en klimaatverandering moeten dan weer deel uitmaken van de energiefactuur, in plaats van dat ze afgewenteld worden op de maatschappij. Dat is in lijn met het principe 'de vervuiler betaalt' en stelt de energieverbruiker voor zijn verantwoordelijkheid.
Ten derde moet wie het elektriciteitsnet optimaal gebruikt ook minder betalen. Op die manier wordt het gebruik van energie buiten de piekmomenten gestimuleerd. Elektriciteit wordt de energievorm van de toekomst. Enerzijds zullen we nog meer dan nu onze stroom zelf produceren. Anderzijds zullen we meer stroom afnemen, zeker als we massaal elektrisch rijden en verwarmen. Het stroomnet is daar niet op voorzien en dan komt het erop aan om de beschikbare capaciteit zo correct mogelijk te verdelen.
Vlaanderen voert om die reden vanaf juli van dit jaar een capaciteitstarief in. Helaas is het in zijn huidige vorm wel een botte manier om de capaciteit van het net te verdelen. Het houdt namelijk geen rekening met het moment waarop de consument het net het meeste belast. De consument, die het net belast terwijl de buren er amper gebruik van maken, wordt er toch op afgerekend terwijl het voor de leiding in de straat totaal geen probleem is om die stroom te verdelen. Het zou dus beter zijn om het capaciteitstarief te laten afhangen van de mate waarin alle consumenten samen het net belasten.
WAT ONZE ENERGIEFACTUUR NIET RECHTVAARDIG MAAKT
Naast het feit de huidige energiefactuur niet duurzaam is, is ze ook niet rechtvaardig. De verdeling van kosten en baten zit scheef.
Het zijn vooral gezinnen en kleine bedrijven die bijdragen aan de ondersteuning van groene stroom en energiebesparing.
Uit een analyse van wie bijdraagt aan de ondersteuning van groene stroom en energiebesparing blijkt dat de last grotendeels ligt bij gezinnen en kleine bedrijven (FIGUUR 1). Vooral voor grootverbruikers vallen de bijdragen weg. Dat is nodig – naar hun zeggen – om hun concurrentiekracht te vrijwaren. Maar ondertussen tast die scheve verdeling van de lasten wel de koopkracht van gezinnen aan.
Daarnaast kan niet iedereen in gelijke mate profiteren van het geld dat via die heffingen wordt verzameld. Dat geld dient per slot van rekening om investeringen in onder meer PV-installaties of gebouwenrenovatie te ondersteunen. Maar niet iedereen kan die investeringen zomaar doen. Zo vallen huurders uit de boot omdat ze geen eigenaar zijn van het gebouw. Daarnaast zijn er ook veel eigenaars met een beperkte financiële reserve die zo'n investering niet kunnen dragen. Maar ze dragen wel bij.
HOE MAKEN WE ONZE ENERGIEFACTUUR RECHTVAARDIG?
Om de energietransitie te realiseren, moet er behoorlijk geïnvesteerd worden. En om die investeringen aan te zwengelen, zal de overheid tussen moeten komen. De overheid zal hiervoor wel het nodige geld moeten inzamelen. Vraag is nu hoe dit het beste gebeurt. Nu zamelt de overheid dat geld in via de elektriciteitsfactuur, wat contraproductief is.
Over hoe het anders kan, lopen de meningen van experts uiteen. De ene groep pleit voor een gelijkmatige spreiding van de heffingen over de verschillende energiedragers. Een andere groep is voorstander om bij die verdeling rekening te houden met de milieu- en klimaatimpact van de verschillende energiedragers. Zo zien ze kansen in de invoering van een CO₂-prijs voor transport en verwarming. Nog een andere groep pleit ervoor om de nodige financiële middelen niet via de energiefactuur, maar via het algemene belastingstelsel te verzamelen.
Het tweede voorstel sluit het nauwst aan met het principe van de vervuiler betaalt, dat hierboven verdedigd werd. Er is wel een valkuil. Het risico bestaat dat sociaal zwakkeren finaal het gelag betalen omdat zij niet de mogelijkheden hebben gehad om in duurzame verwarming of transport te investeren terwijl de gegoede middenklasse dat wel heeft kunnen doen.
Om dat te vermijden zijn er twee correcties nodig. Allereerst moeten de subsidies veel meer dan nu het geval is, gaan naar mensen die deze investeringen niet kunnen dragen. De Europese Commissie stuurt daar ook echt op aan en verplicht de lidstaten sociaal zwakkeren als een prioritaire groep te behandelen.
Subsidies moeten, veel meer dan nu het geval is, gaan naar mensen die deze investeringen niet kunnen dragen.
Vervolgens moet er, naar analogie met de waterfactuur, een basispakket aan energie vastgelegd worden. Op dit basispakket zouden er dan amper – of nog liever: geen – heffingen moeten zijn. Op die manier stimuleert de energiefactuur een zuinig gebruik van energie, het ontziet ook consumenten die het uit node met minder moeten doen.
Bij de recente aanpassingen van de energiefactuur is gebleken dat het niet mogelijk is om de btw-voet te differentiëren naargelang het verbruik, maar dat kan wel voor heffingen. Meer zelfs, dat is nu al van toepassing voor de grootste bedrijven. Als dat voor hen kan, kan dat ook voor gezinnen.
HET WERK IS NOG NIET AF
De federale en Vlaamse regering hebben in de laatste maanden al een aantal ingrepen doorgevoerd aan de energiefactuur. Ze dienden om op korte termijn de pijn te verzachten. Sommige ingrepen maken de energiefactuur iets meer duurzaam en rechtvaardig. Zo zijn al een aantal heffingen uit de elektriciteitsfactuur overgeheveld naar de algemene middelen. Maar het werk is niet af.
Hoe dan ook is het immobilisme in de politiek doorbroken en daarin ligt juist de kans om de hervorming van de energiefactuur te voltooien, zodat we eindigen met een energiefactuur die wél duurzaam en rechtvaardig is.
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 3 (maart), pagina 54 tot 58
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.