Het leek een meesterzet van SPD-voorzitter Sigmar Gabriel, toen die op 24 januari aankondigde dat niet hij maar de vroegere voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, het bij de parlementsverkiezingen in september zou opnemen tegen bondskanselier Angela Merkel. In de maanden daarop piekten de Duitse sociaaldemocraten in de peilingen. Na drie recente nederlagen in de deelstaten, is de euforie rond Martin Schulz echter gaan liggen. Hoe komt het dat het vuurwerk te snel is afgegaan?
GABRIEL KIEST VOOR SCHULZ
Een jaar geleden, in het voorjaar van 2016, zag de politieke situatie in Duitsland er nog heel anders uit. In de herfst van 2015 had de populariteit van Angela Merkel en haar christendemocratische CDU een flinke deuk gekregen, nadat ze beslist had om honderdduizenden migranten het land binnen te laten. Rond Kerstmis 2015 leek Angela Merkel de situatie weer enigszins onder controle te hebben, maar toen kwam de Nieuwjaarsnacht in Keulen. Bij het feest aan de Dom werden tientallen vrouwen lastiggevallen, bestolen en zelfs aangerand. De daders waren voor het merendeel migranten uit Noord-Afrika. Opnieuw nam de populariteit van kanselier Merkel een forse duik, want zij had immers de migranten binnengelaten. SPD kon daar echter niet van profiteren, omdat ze het beleid van de bondskanselier volledig steunde. Alleen de extreem-populistische Alternative für Deutschland (AfD) haalde profijt uit de situatie. Bij een reeks deelstaatverkiezingen in de loop van 2016 haalde AfD scores tussen 13 en 24 procent.
Eind vorig jaar moest SPD-voorzitter Sigmar Gabriel een beslissing nemen over de sociaaldemocratische kandidaat voor het kanselierschap. Zowat iedereen had verwacht dat Sigmar Gabriel zelf in het strijdperk zou treden tegen Angela Merkel. Maar de SPD-voorzitter schoof de beslissing alsmaar voor zich uit. Zelfs toen Angela Merkel op 20 november 2016 aankondigde dat ze kandidaat was voor een vierde ambtstermijn, bleef Sigmar Gabriel aarzelen. En dat was merkwaardig, want als voorzitter van de sociaaldemocraten kon Sigmar Gabriel een mooi palmares voorleggen. Toen hij in 2009 de leiding over de partij overnam, had die net een zware verkiezingsnederlaag geleden tegen de christendemocraten. Angela Merkel ging toen in zee met de liberalen. Vier jaar later zorgde Sigmar Gabriel ervoor dat SPD weer in de regering zat. Intussen is hij er ook in geslaagd om zowat alle sociaaldemocratische verkiezingsbeloften in te lossen, inclusief de invoering van een minimumloon in Duitsland.
De positie van SPD ziet er nog beter uit als we kijken naar de deelstaten en de grote steden. Ondanks de verkiezingsnederlagen van de afgelopen maanden in drie deelstaten, zitten de sociaaldemocraten nog altijd in de regering in negen van de zestien Duitse Länder. In zeven gevallen leveren ze ook de minister-president. De drie grootste Duitse steden worden bestuurd door SPD: Berlijn, Hamburg (allebei deelstaten), maar ook München, een gigantische rode vlek in een christendemocratische zee (op het Beierse platteland blijft de conservatieve CSU, zusterpartij van Angela Merkels CDU, heer en meester).
Al met al een positieve balans. Eén probleem: de kiezer ziet het zo niet. De man en vrouw in de straat zien een partij die federaal nog maar één vijfde van de kiezers kan bekoren, en die volledig in de schaduw staat van het politieke slagschip Angela Merkel. Ze zien een partijvoorzitter, die flink wat extra gewicht meetorst en meteen wordt de conclusie getrokken dat de man niet wilskrachtig genoeg is om een paar kilo af te vallen. En zo iemand zou het land moeten leiden… Kortom: Sigmar Gabriel en zijn partij hebben een imagoprobleem.
Sigmar Gabriel is bovendien een mens van emoties, die af en toe iets scherper uit de hoek komt dan hij zelf zou willen. En het helpt al helemaal niet dat de andere kopstukken van de partij bij problemen de andere kant op kijken. Frank-Walter Steinmeier, tot voor kort minister van Buitenlandse Zaken en nu bondspresident, hult zich als het te warm wordt in diplomatiek stilzwijgen. Olaf Scholz, de populaire Erster Bürgermeister van Hamburg, blijft veilig in zijn stadhuis aan de Rathausmarkt, net als de andere rode minister-presidenten.
Bovendien sleept SPD nog altijd de erfenis van Gerhard Schröders Agenda 2010, beter bekend als de Hartz-hervormingen, mee. Gerhard Schröder, begin deze eeuw één van de protagonisten van de Derde Weg, voerde in 2002 en 2003 een reeks hervormingen door in de Duitse arbeidsmarkt. Het ging onder meer om de invoering van de mini-jobs (of de 450-euro-jobs) en de beperking van de werkloosheidsuitkeringen tot één jaar. Veel partijleden van SPD leverden gedegouteerd hun lidkaart in. Ze vonden dat de sociaaldemocraat Gerhard Schröder schaamteloos het programma van de neoliberalen uitvoerde. Hij stond niet voor niets bekend als de Genosse der Bosse, de kameraad van de bazen.
Tegen die achtergrond moet Sigmar Gabriel eind 2016 beslissen of hij zich al dan niet kandidaat stelt voor het kanselierschap. Gabriel is nog niet lang geleden hertrouwd, zijn vrouw verwacht een tweede kind. Hij wil niet nog eens een afwezige vader zijn, zoals voor zijn oudste dochter. Een geheime peiling onder (mogelijke) SPD-kiezers geeft de doorslag. In die enquête wordt gevraagd met welke kandidaat SPD de beste kansen heeft bij de komende parlementsverkiezingen, Sigmar Gabriel of Martin Schulz. De uitslag is duidelijk: 19 procent voor Sigmar Gabriel, 43 procent voor Martin Schulz. En dus zet Sigmar Gabriel een stap opzij en schuift Martin Schulz naar voor als Spitzenkandidat van SPD.
SCHULZ-MANIA
Schulz kan meteen rekenen op veel bijval in heel Duitsland. Begin januari 2017 staat SPD in de peilingen1 op 20 procent, CDU torent daar hoog bovenuit met 37 procent. Anderhalve maand later is de situatie volledig gekeerd: SPD haalt 32 procent, CDU 31 procent. De Deutschlandtrend van de ARD stelt ook regelmatig de vraag wie men zou kiezen, als de bondskanselier rechtstreeks zou worden verkozen. Hier is het Schulz-effect nog duidelijker. Begin december 2016 zou 43 procent van de kiezers voor Angela Merkel gaan, 36 procent voor Martin Schulz. Eind januari staan de twee gelijk op 41 procent. Een paar weken later haalt Martin Schulz al 50 procent en strandt Angela Merkel op 34 procent.
Niet slecht voor een boekhandelaar uit Würselen, die zijn middelbaar nauwelijks heeft af gemaakt en die een tijdlang veel meer dronk dan goed voor hem was. Dat zijn namelijk de biografische gegevens van Martin Schulz die intussen iedereen kent. De rechtse beurskrant Handelsblatt voegt daar op haar eigen typisch vileine manier aan toe: '… om daarna voor 22 jaar te verdwijnen in het Europees Parlement in Brussel'.
Vader Albert Schulz komt uit een sociaaldemocratische mijnwerkersfamilie uit het Saarland, moeder Clara is een conservatieve huisvrouw, die nog mee aan de wieg stond van de plaatselijke CDU-afdeling. Het koppel woont in Würselen, een gemeente op een paar kilometer van Aken, in de buurt van het Drielandenpunt met België en Nederland. Martin, geboren in 1955, is het jongste van vijf kinderen. Als hij elf is gaat hij naar een streng-katholiek college. Martin wil voetballer te worden, maar een knieblessure maakt een eind aan die droom. Acht jaar later verlaat hij de school, zonder einddiploma. Maandenlang blijft hij werkloos en hij geraakt ook nog aan de drank. In die tijd heeft hij, zoals hij later zelf bekent, alles gedronken wat hij te pakken kon krijgen. Op een of andere manier vindt hij wel nog de energie om een opleiding te volgen tot boekhandelaar. Dat wordt zijn geluk. Sinds 1980 raakt hij geen druppel alcohol meer aan, twee jaar later beginnen hij en zijn zus een eigen boekhandel in Würselen.
Op zijn 19de had Martin Schulz zich al aangesloten bij de plaatselijke jong-socialisten, de Jusos. In 1984 wordt hij verkozen in de gemeenteraad van Würselen, drie jaar later is hij op zijn 31ste de jongste burgemeester van de deelstaat Noordrijn-Westfalen. En Martin Schulz wil nog hoger. Bij de Europese verkiezingen in 1994 slaagt hij erin een zetel te veroveren in het Europees Parlement. Het verhaal doet de ronde dat hij bij zijn eerste bezoek aan het parlementaire halfrond in de stoel van de parlementsvoorzitter ging zitten en tegen zijn medewerkers zei: 'Hier wil ik naartoe'.2Se non è vero… zelfs als het niet waar is, heeft het verhaal een duidelijke boodschap: Martin Schulz is eerzuchtiger en ambitieuzer dan we op het eerste gezicht zouden zeggen.
In een land waar academische titels enorm belangrijk zijn, steekt hij schril af tegen het overgrote deel van de politici. In de federale regering in Berlijn hebben alle ministers ten minste één universitaire graad, de helft heeft een dokterstitel. Martin Schulz heeft zijn middelbaar nauwelijks afgemaakt. Maar zijn gebrek aan opleiding heeft hij ruimschoots goedgemaakt door veel te lezen. Hij spreekt een taal of zes, waaronder ook Nederlands. En omdat hij niet door de academische molen is gedraaid, spreekt hij ook nog de taal van het volk. Martin Schulz is recht voor zijn raap, laat zijn emoties zien. Hij voelt aan wat er leeft onder de mensen.
TE PRAGMATISCH, TE CDU
Martin Schulz weet dus dat de doorsnee Duitser zijn werk belangrijk vindt. Otto Normalverbraucher wil dat er respect is voor de regels en dat er niet met zijn belastinggeld gesmeten wordt. Duitsers begrijpen sowieso niet dat mensen jarenlang op krediet kunnen leven en dat ze dan hun hand omhoog houden als er geen krediet meer is (dat is wat de Duitsers van de Grieken denken). Als burgemeester van Würselen heeft hij zich altijd pragmatisch opgesteld. Hij heeft het niet zo begrepen op linkse wereldverbeteraars, die het altijd beter weten. Maar Martin Schulz is zo pragmatisch dat veel mensen binnen SPD zich afvragen wat nu zijn mening is over bijvoorbeeld een vermogensbelasting of de pensioenen. De vroegere Europese parlementsvoorzitter is ook een meester in het ontwijken.
22 jaar in Brussel heeft nog een ander vervelend neveneffect. Martin Schulz is het contact met de Heimat een beetje kwijtgeraakt. Het gaat dan niet over de grote politieke lijnen. Al die tijd heeft hij ook in het nationale partijbestuur gezeten en hij kent dus wel degelijk de achtergrond van elke beslissing die de partij en de regering genomen hebben. Maar niemand kent Duitsland zo goed als Sigmar Gabriel: die weet hoeveel een kassier(ster) verdient bij Aldi en Lidl, hoeveel er van een brutoloon wordt afgehouden voor ziekteverzekering of pensioenen, hoeveel een brood kost en waar de belangrijkste hoogspanningslijnen liggen (en vooral waar ze ontbreken). Bovendien kent Sigmar Gabriel de juiste man of vrouw op de juiste plaats: burgemeesters, bedrijfsleiders, vakbondsleiders, mensen op wie het aankomt als je iets gedaan wil krijgen. En die mensen kent Martin Schulz niet.
Martin Schulz weet dan weer wel waar de gemiddelde SPD-kiezer van wakker ligt. De Duitse Jan met de pet wil vast werk en later een goed pensioen. Vandaar het succes dat Martin Schulz meteen na zijn aanstelling als Spitzenkandidat oogstte met zijn voorstellen om de werkloosheidsregels te versoepelen en tijdelijke contracten moeilijker te maken. Nu krijgt een Duitse werkloze maar één jaar een volledige werkloosheidsuitkering (60 procent van het laatste loon), daarna valt hij of zij terug op een soort leefloon, dat een heel stuk minder is. Martin Schulz wil de werkloosheidsuitkering langer betalen voor wie een beroepsgerichte opleiding volgt.
De bijval die Martin Schulz met dit voorstel kreeg, bewijst dat de neoliberale Agenda 2010 van Gerhard Schröders rood-groene regering bij veel Duitsers nog altijd niet verteerd is. Door toe te geven dat de Hartz-hervormingen te ver zijn doorgeschoten, creëerde Martin Schulz veel goodwill voor wat het kernthema van zijn kiescampagne moet worden: sociale gerechtigheid. Hij slaagt er ook in om zijn thema in praktische voorbeelden te gieten. Zo stelt hij op verkiezingsmeetings altijd de vraag waarom de Kneipe om de hoek meer belastingen zou moeten betalen dan de Starbucks, honderd meter verder. Of waarom een chirurg, die levens redt, meer respect zou verdienen dan een buschauffeur, die elke dag met tientallen levens rondrijdt.
Eerlijk loon voor eerlijk werk dus. Maar hoe dat er in de praktijk moet uitzien, wordt maar met mondjesmaat duidelijk. Een volledig uitgeschreven programma is voor later. Toch laat SPD af en toe al in haar kaarten kijken. Wie niet meer dan 2.000 euro bruto per maand verdient, zou fors minder moeten betalen voor bijvoorbeeld kinderkribben. En zou ook kunnen rekenen op een hogere studiebeurs. Voor werkende koppels moet de belasting apart, per inkomen berekend worden. Ouders krijgen tot 300 euro als ze minder gaan werken om voor de kinderen te zorgen. Komt ons dat bekend voor? Het zijn de klassieke recepten waarmee de sociaaldemocraten in heel Europa zichzelf in de gracht hebben gereden. Je krijgt dat soort berekeningen namelijk niet uitgelegd aan de kiezers voor wie ze bedoeld zijn. En het voelt aan als gerommel in de marge.
Ook als het over veiligheid en migratie gaat slaat Schulz de flinkse toon aan, die zo populair is bij sociaaldemocratische voormannen. Om te beginnen moeten er 15.000 politieagenten bij komen en de overheid moet extra investeren in videobewaking. Migranten, die strafbare feiten plegen, moeten onmiddellijk het land worden uitgezet, als ze hun straf hebben uitgezeten. Extremistische moskeeën moeten worden gesloten en hun financiering onmogelijk gemaakt. En asiel moet worden voorbehouden aan vluchtelingen die kunnen bewijzen dat ze politiek vervolgd worden. Ik hoor precies Theo Francken… Martin Schulz wil op die manier kiezers terughalen, die de afgelopen jaren onderdak hebben gezocht bij de extreem-populistische partij Alternative für Deutschland. Maar daar is meer voor nodig dan halfhartige flinksheid.
In veel gevallen is het programma van SPD nauwelijks te onderscheiden van dat van CDU van Angela Merkel. Over Europese zaken zijn ze het roerend eens. Volgens Angela Merkel ligt de toekomst van Duitsland in Europa, het kan maar goed gaan met Duitsland als het ook goed gaat met Europa. De uitspraak had van Martin Schulz kunnen komen. In het verleden heeft de SPD-topman wel eens gepleit voor Eurobonds, Europese obligaties, die worden uitgegeven door alle landen van de Eurozone samen. En Martin Schulz was ooit voorstander van een schuldverlichting voor Griekenland, waarbij een deel van de staatsschulden wordt kwijtgescholden. Voor CDU, en zeker voor haar minister van Financiën Wolfgang Schäuble, is dat erger dan vloeken in de kerk. En voor veel Duitsers is het een brug te ver, ze vinden nu al dat ze zo ongeveer in hun eentje de hele Europese Unie betalen.3 Vandaar dat Martin Schulz nu een paar octaven lager zingt.
SCHULZ-EFFECT LIJKT UITGEWERKT
De kandidatuur van Martin Schulz voor het kanselierschap is in Duitsland oorspronkelijk erg goed onthaald. Eindelijk leek er een alternatief te zijn voor de eeuwige Angela Merkel. Zonder valabele tegenkandidaat leek die ongehinderd op een vierde ambtstermijn af te stevenen. Daarom waren veel Duitse kiezers in de loop van 2015 en 2016 gaan flirten met de AfD. Niet zozeer omdat ze zich zo goed konden vinden in het populistische gedachtengoed van Frauke Petry en consoorten, maar omdat ze Mutti beu waren. Twaalf jaar was genoeg geweest.
Maar het vuurwerk van Martin Schulz is te snel afgegaan. Hij slaagde er niet in om geloofwaardige oplossingen aan te reiken voor de problemen waarmee veel Duitsers worstelen. Dat was ook te merken in de peilingen. Eind februari, op het hoogtepunt van de Schulz-mania, stonden de sociaaldemocraten op 32 procent, CDU van Angela Merkel op 31 procent. Eind april 2017 was CDU weer naar 35 procent geklommen, SPD bleef steken op 30 procent. En eind mei waren de oorspronkelijke verhouding bijna hersteld: CDU op 38, SPD op 26 procent. Begin februari zou de helft van de Duitsers op Martin Schulz gestemd hebben, als de kanselier rechtstreeks zou worden verkozen, en 34 procent op Angela Merkel. Eind mei was de verhouding weer net omgekeerd. Met andere woorden: het Schulz-effect is nu al uitgewerkt. En de verkiezingen zijn pas eind september…
Rik Tyrions
Duitsland-kenner en voormalig vrt-correspondent
1
Om de populariteit van partijen en politici te meten, gebruik ik steeds de peilingen van de openbare omroep ARD. Die Deutschlandtrend is niet alleen betrouwbaar, maar wordt ook twee keer per maand gehouden, zodat evoluties op de voet te volgen zijn.
2
Van Gerhard Schröder wordt ongeveer hetzelfde verhaal verteld. Schröder zou in 1982, als voorzitter van de jong-socialisten, na een kroegentocht in Bonn, aan de omheining van het Bundeskanzleramt zijn gaan rammelen en geroepen hebben: "Ich will hier rein".
3
Wat pertinent niet waar is: met ongeveer 16 procent van de inwoners van de Europese Unie betaalt Duitsland netto 25 procent van de begroting van de Unie. Per inwoner gerekend betaalt Nederland méér.
Schulz Martin - Duitsland - SPD
Samenleving & Politiek, Jaargang 24, 2017, nr. 6 (juni), pagina 53 tot 58
LINKS IN EUROPA
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.