Armoedebestrijding staat vandaag bovenaan de politieke agenda. Dat is hetgeen de laatste jaren echt tot stand gekomen is. Iedereen heeft er de mond van vol. Alleen lijken heel wat politici en partijen de strijd tegen armoede te verwarren met een strijd die uiteindelijk een strijd tegen mensen in armoede zelf is. We zien hierin een duidelijk patroon terugkeren met twee hoofdlijnen. Tweemaal zien we dat de verantwoordelijkheid om uit de armoede te geraken nog sterker richting de persoon zelf verschuift.
VIZIER OP MENSEN IN ARMOEDE
Ten eerste zien we dat alle bestuursniveaus, zowel federaal, Vlaams als een hele rits lokale besturen, hun vizier richten op mensen in armoede. Zogezegd om hen te activeren, weer een perspectief te geven, hen terug aan de samenleving te laten deelnemen. In de praktijk stellen we vast dat mensen in armoede verder perspectief ontnomen wordt, dat die kleine opening naar een geschikte job verder dichtgegooid wordt en dat de kloof met de rest van de samenleving groter wordt.
We keren terug naar 1 november vorig jaar. De federale regering kondigt de versnelde degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen aan. Langdurig werkzoekenden zien hun uitkering voortaan zakken tot op het niveau van het leefloon. De rechterzijde vraagt al langer een beperking in de tijd van werkloosheidsuitkeringen. In de feiten is die er al. Mensen vallen terug op een inkomen dat onder de armoedegrens ligt en waar ze onmogelijk waardig kunnen van leven. De versnelde degressiviteit wordt politiek verkocht als een activeringsmaatregel. Daarmee wordt duidelijk hoe de partijen binnen de federale regering kijken naar mensen die vruchteloos naar werk zoeken. Ze willen niet werken. Dus verlagen we hun uitkering tot een niveau dat ze vanzelf wel in activeringsmodus gaan. De realiteit is echter anders: mensen met een inkomen onder de armoedegrens raken nog meer geïsoleerd dan ze al waren. Ze moeten extra besparen op hun uitgaven, ook op zaken die hen helpen om werk te zoeken (internetabonnement, computer). Meer nog, wetenschappelijk onderzoek van onder meer HIVA-professor Ides Nicaise heeft al aangetoond dat hogere uitkeringen, gekoppeld aan goede begeleiding naar werk, mensen sneller aan het werk krijgt. Het omgekeerde van wat men nu doet.
Als werkzoekende krijg je daarnaast tegelijk van de Vlaamse regering te horen dat er tal van werkwinkels in Vlaanderen de deuren sluiten. Net die plek waar je nog relatief makkelijk naartoe kon voor een aanpak op maat op zoek naar de geschikte opleiding of een nieuwe job. Het antwoord vanuit het beleid dat het sterkst naar voor komt: uitbouw van de online dienstverlening. Opnieuw zullen eerst mensen met beperkte middelen en opleiding hiervan de gevolgen voelen.
Door veel van deze maatregelen op Vlaams en federaal niveau zullen mensen sneller bij het Sociaal Huis op zoek gaan naar een beetje aanvullende steun om de maand door te komen, naar hulp inzake schuldbemiddeling,… Maar ook daar dreigt de deur dicht te klappen. Het voorstel om leefloners voortaan verplicht vrijwilligerswerk te laten doen, is daar een voorbeeld van. Iemand die net het hoofd boven water moet houden, met tal van problemen, krijgt er nog een extra verplichting bovenop. Daarnaast zullen tal van lokale besturen ook, omwille van personeelsingrepen, in dienstverlening gaan schrappen. Dit terwijl er nu al op veel plaatsen wachtlijsten zijn om in schuldbemiddeling te gaan en er veel te weinig tijd is om vanuit hulpverlening echt met mensen op stap te gaan. Deze tendens staat bovendien in contrast met de wetenschappelijk onderbouwde vraag van mensen in armoede om meer op maat en krachtgericht begeleid te worden.
UITBLIJVEN STRUCTURELE MAATREGELEN
Een tweede grote lijn zien we in het uitblijven van noodzakelijke structurele maatregelen. Automatisch toekenning van rechten staat bijvoorbeeld al jaren op de politieke agenda. Mensen geven waar ze nu al recht op hebben, daar is iedereen het over eens. In de praktijk zien we dat grote voorbeeldcases als schooltoelage en OMNIO-statuut (die recht geeft op een betere terugbetaling van geneeskundige verzorging) blijven steken. De huidige Vlaamse regering zette, na dialoog met mensen in armoede, een aantal cruciale structurele maatregelen voorop in hun plannen: het versterken en uitbreiden van de werking van wijkgezondheidscentra, een systeem van kostenbeheersing in het secundair, het structureel verankeren van werk-welzijnstrajecten voor mensen in armoede, het uitbreiden van een systeem van huursubsidies voor mensen die lang op een wachtlijst voor een sociale woning staan,… Sommige van deze maatregelen staan zelfs letterlijk in het Vlaams regeerakkoord. Het stemt tot nadenken dat we armoede op de agenda krijgen, dat we goede structurele maatregelen voorop in de plannen krijgen, maar dat dan nog weinig gebeurt. Bij andere topprioriteiten geeft dit aanleiding tot stevig politiek debat en regeringscrisissen. Bij armoedebestrijding zien we veel te weinig echte verontwaardiging bij de politieke klasse over de stilstand die in werkelijkheid een achteruitgang betekent voor mensen in armoede. Het wachten zorgt ervoor dat mensen in armoede nog meer op zichzelf aangewezen zijn, terwijl het zien van perspectief en kleine stappen vooruit hen net moeten vooruitbrengen in hun dagelijkse strijd.
OPTREKKEN INKOMENS EN UITKERINGEN TOT ARMOEDEGRENS
De komende jaren zullen politici moeten worden overtuigd dat armoedebestrijding en minder ongelijkheid de hele samenleving ten goede komt (cfr. Richard Wilkinson, Kate Pickett, The Spirit Level: Why More Equal Societies Almost Always Do Better, 2009). Het blijft wachten op politici die dit kunnen en willen verkopen binnen hun partij en de samenleving.
Een half jaar voor de verkiezingen zullen de beloftes ons weer om de oren vliegen. Armoedebestrijding zal in elk partijprogramma wel terug te vinden zijn. Het Netwerk tegen Armoede wil politici en partijen op hun waarheidsgehalte testen met een welgemikte, concrete eis: geen federale regering zonder het optrekken van inkomens en uitkeringen tot de armoedegrens (www.netwerktegenarmoede.be/petitie). Wie de armoede echt wil bestrijden, maakt daar eerst werk van en zet een tijdspad uit om dit aan te pakken. De maatregel is ambitieus, ze kost 1,5 miljard euro. Geen klein bedrag, maar een heel stuk minder dan wat de federale overheid jaarlijks ophoest aan notionele intrestaftrek. Hogere uitkeringen zijn immers een belangrijke eerste stap om mensen een waardig leven te bieden en hen te activeren. Met een beetje meer koopkracht zullen ze iets meer aansluiting vinden bij de samenleving. In combinatie met andere structurele maatregelen kan dit de stijgende armoede een halt toeroepen. Het is trouwens ook een goede relancemaatregel voor de regering. Mensen in armoede hebben niet de luxe om te kunnen sparen. Ze zullen iets meer hun basisbehoeften kunnen financieren (huishuur, energiekosten, voeding), het geld komt dus direct in de economie.
Frederic Vanhauwaert
Algemeen Coördinator Netwerk tegen Armoede
armoede - armoedebestrijding - solidariteit
Samenleving & Politiek, Jaargang 20, 2013, nr. 10 (december), pagina 37 tot 39
SOLIDARITEIT ONDER DRUK?
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.