De macht van bedrijfslobbyisten is nooit groter geweest dan op dit moment. Voor het uitbouwen van een sociaal en duurzaam Europa, moet de politieke macht van grote bedrijven nochtans drastisch worden ingeperkt. Laten we de strenge regels voor de omgang met tabakslobbyisten uitbreiden naar de fossiele brandstofindustrie en andere sectoren.

De macht van bedrijfslobbyisten is al decennialang een serieus obstakel voor het uitbouwen van een sociaal en duurzaam Europa. Van de 35.000 lobbyisten in de Europese wijk van Brussel vertegenwoordigt een grote meerderheid belangen van het bedrijfsleven, en dan vooral de grote bedrijven. Vertegenwoordigers van het middenveld zijn aanwezig, maat het verschil in menskracht en middelen is groot. Het bedrijfsleven heeft gewoon veel diepere zakken.
De Europese wetgevingsprocessen zijn heel complex en duren lang. Als je met een begroting kan werken die veel groter is dan die van je tegenstander, dan kun je in alle fases van wetgeving veel invloed uitoefenen. Naast het verschil in geld en menskracht, is het óók een ideologisch verhaal. Op belangrijke departementen van de Europese Commissie staat de deur wijd open voor bedrijven omdat zij als de belangrijkste spelers worden gezien. Dit alles zorgt voor geprivilegieerde toegang en een overmatige bedrijfsinvloed op wetgeving.
Grote delen van de European Green Deal zijn uiteindelijk afgezwakt en zelfs geblokkeerd als gevolg van het lobbyen van de fossiele bedrijven.
Het resultaat is het stelselmatig afzwakken of belemmeren van wetgeving die nodig is voor een sociaal en duurzaam Europa. Ook grote delen van wetgeving die de laatste vijf jaar in het kader van de European Green Deal werd voorgesteld, is uiteindelijk afgezwakt en in sommige gevallen zelfs geblokkeerd (zoals de beloofde wetgeving om het pesticidegebruik te halveren), als gevolg van het lobbyen van de fossiele bedrijven, de agro business en de chemische industrie.
GRAAG OOK BRANDMUUR TEGEN LOBBYISTEN VAN FOSSIELE INDUSTRIE
Het inperken van de macht van de bedrijfslobbyisten is vooral een kwestie van politieke wil. Door strengere lobbyregels, zowel voor de Europese instellingen als de lidstaten, kan de Europese besluitvorming beschermd worden tegen buitensporige bedrijfsinvloed, waardoor er ruimte komt voor zaken als milieu, gezondheid en sociale rechtvaardigheid.
Een voorbeeld is de aanpak van het departement voor Volksgezondheid van de Europese Commissie om de beleidsvorming rond te beschermen tegen inmenging van de tabaksindustrie. Contact met de tabaksindustrie wordt beperkt tot een minimum en wanneer nodig alleen in de vorm van transparante hoorzittingen, waar ook maatschappelijke organisaties en wetenschappers aanwezig zijn. Ook andere departementen van de Europese Commissie volgen sinds kort deze aanpak.
Contact met de tabaksindustrie wordt beperkt tot een minimum en wanneer nodig alleen in de vorm van transparante hoorzittingen.
Helaas geldt dit alleen voor de tabaksindustrie, terwijl een gelijkaardige benadering ook nodig is bijvoorbeeld voor besluitvorming over klimaatbeleid. De fossiele brandstofindustrie maakt gebruik van haar geprivilegieerde toegang tot beleidsmakers om de ambities zo beperkt mogelijk te houden en zo te verhinderen dat de fossiele brandstoffen in de grond blijven. De Fossil Free Politics campagne dringt erop aan dat zowel de VN-klimaatonderhandelingen als de EU-klimaatbeleidvorming worden beschermd via belangenvermengingregels die de macht van de fossiele brandstofindustrie aan banden leggen. Met andere woorden: een brandmuur om de lobbyisten van de fossiele industrie de toegang tot politici en beleidsorganen te ontzeggen.
De Wereldgezondheidsorganisatie wijst er ook al langer op dat de macht van alcoholproducenten, de voedingsindustrie en andere sectoren aan banden gelegd zou moeten worden om effectieve regelgeving rond gezondheidsschadelijke producten mogelijk te maken.
Naast het terugdringen van de geprivilegieerde toegang van bedrijfslobbyisten moeten de democratische tekorten in de Europese besluitvorming worden aangepakt. De drempels voor burgers en bewegingen om zich met Europees beleid te engageren, moeten worden verlaagd. Dat is een kwestie van de lange adem, maar het moet gebeuren.
VON DER LEYEN IN DE BAN VAN DEREGULERING
Het terugdringen van de macht van bedrijfsleven is helaas niet bepaald een prioriteit voor Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, integendeel. Von der Leyen is direct bij aanvang van haar tweede mandaat begonnen aan een radicale dereguleringscampagne, officieel omschreven als “vereenvoudiging”, maar met de duidelijke intentie om regels te ontmantelen waar bedrijvenlobby's een hekel aan hebben, waaronder sociale en milieunormen.
De EU heeft al eerder dereguleringsgolven gekend, maar deze keer is die van een heel andere orde. Niet alleen gebeurt het nu veel uitgebreider, diepgaander en meedogenlozer, maar deze keer gaat het gepaard met een ongekende steun van regeringen en de rechtse meerderheid in het Europees Parlement. Als gevolg daarvan riskeren we een rampzalig half decennium van deregulering, terwijl cruciale kwesties rond klimaatverandering, het milieu, gelijkheid en sociale rechten op de lange baan worden geschoven. En dat alles in naam van ‘concurrentievermogen’.
Het eerste wapenfeit was een zogenaamd ‘Omnibuspakket’ om drie belangrijke en recente wetten op het gebied van duurzaam ondernemen te herzien. Deze drie wetten waren een jaar of twee eerder goedgekeurd door het Europees Parlement en de regeringen. Maar nu stond de Commissie erop om de ambities van de wetgeving weer radicaal terug te schroeven. De maatschappelijke coalitie European Coalition for Corporate Justice (ECCJ) omschreef het voorstel van de Commissie als “deregulering op grote schaal, bedoeld om de verantwoordingsplicht van bedrijven te ontmantelen en de Green Deal-verplichtingen van de EU op te geven”.
Von der Leyens dereguleringsagenda is een droom van het bedrijfsleven die uitkomt.
Later dit jaar zullen omnibusvoorstellen volgen rond digitale wetgeving, landbouwbeleid, chemische stoffen, enzovoort. En dat is nog maar het begin. Het plan van Von der Leyen omvat niets minder dan het ‘stresstesten’ van het volledige EU-acquis vanuit het perspectief van ‘vereenvoudiging’ (deregulering); Dat betekent dat alle bestaande EU-wetgeving onder de loep genomen wordt! Om deze gigantische operatie uit te voeren, zal de Commissie zogenaamde ‘Implementatiedialogen’ organiseren, bedoeld om “te luisteren naar de zorgen van bedrijven” en om “lastenverminderingen” te identificeren. Elk van de 27 commissarissen zal twee van dergelijke evenementen per jaar organiseren: dat zijn nog eens 54 lobbybijeenkomsten voor bedrijven per jaar! Von der Leyens dereguleringsagenda is een droom van het bedrijfsleven die uitkomt: het heropenen van reeds overeengekomen EU-wetten geeft lobbygroepen uit het bedrijfsleven nieuwe mogelijkheden om ook andere sociale en milieunormen in wetten die hen niet aanstaan, af te zwakken.
Daarnaast heeft Von der Leyen een aantal nieuwe bureaucratische mechanismen in het leven te roepen die ervoor moet zorgen dat alle toekomstige EU-wetgeving volledig aansluit bij de wensen van het bedrijfsleven. Dit zou bedrijfsbelangenorganisaties tal van nieuwe mogelijkheden bieden om nieuwe regelgeving die nodig is om maatschappelijke problemen op te lossen en een rechtvaardige ecologische transitie mogelijk te maken, te vertragen, te blokkeren en in het algemeen enorme hindernissen op te werpen. Daarom juichen lobbyisten van het bedrijfsleven in de EU-wijk in Brussel dat “alles voor het grijpen ligt”.
VERTROUWEN VAN DE BURGERS TERUGWINNEN
Het is verleidelijk om te denken aan Elon Musks Doge en dito kettingzaag waarmee hij de Amerikaanse overheidsdiensten te lijf ging, bij het analyseren van de Europese huidige dereguleringsgolf. Maar hij is toch echt van eigen Europese bodem. Machtige maar voor het brede publiek onbekende lobbygroepen zoals de European Round Table for Industry (ERT) en BusinessEurope speelden een belangrijke rol bij het vormgeven van Von der Leyens huidige deregulerende aanpak. De macht van bedrijfslobbyisten is waarschijnlijk nooit groter geweest dan op dit moment.
Progressieven moeten burgers een aansprekend verhaal bieden om aan te tonen dat regelgeving nodig is om mensen en het milieu te beschermen.
Naast verzet tegen de deregulering van specifieke sociale en milieuwetgeving, zoals het Omnibus-pakket dat de wetgeving inzake bedrijfsverantwoordelijkheid uitholt, moet de nieuwe dereguleringsdoctrine fundamenteler worden aangevochten. Progressieve bewegingen moeten de valse veronderstellingen van deze doctrine ontkrachten (‘wat goed is voor het bedrijfsleven, is goed voor Europa’) en de burgers een aansprekend verhaal bieden om aan te tonen dat regelgeving nodig is om mensen en het milieu te beschermen en dat deze een cruciaal onderdeel vormt van de sociaal rechtvaardige transitie naar eerlijkere samenlevingen waar natuur, gezondheid en welzijn niet worden opgeofferd voor kortetermijnwinsten.
Op die manier kan onvrede over de dereguleringsgolf, op termijn, leiden tot maatschappelijke druk voor democratisering en het inperken van de macht van bedrijfslobbies. Een Europese Unie die vooral de belangen van grote bedrijven vooropstelt, zal zich vervreemden van de burgers. Alleen door de de macht van de bedrijfslobbyisten te breken – en zo het uitbouwen een sociaal en duurzaam Europa mogelijk te maken – kan de EU het vertrouwen van de burgers terugwinnen.
Volg onze ‘Deregulation Watch’ op https://www.corporateeurope.org/en/deregulation-watch.
Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2025: Make Europe Great Again van Samenleving & Politiek.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.