1 mei is geen feest van het verleden, maar het stille vuur dat brandt zolang mensen geloven dat werk méér moet zijn dan overleven.

Op 1 mei vieren wij de Dag van de Arbeid. Geen dag van holle toespraken of beduimelde rituelen, maar een dag die ooit een reden had en vandaag nog steeds een reden heeft. Wij vieren dat werk meer is dan labeur alleen. Werk is zingeving, biedt een kader. Werk maakt een leven mogelijk. Maar werk mag niet alleen uitputten, maar ook moet dragen. Werk hoort te beschermen, niet te breken.
HET NON-BELEID VAN ZUHAL DEMIR
De harde realiteit waarmee wij vandaag geconfronteerd binnen de Vlaamse regering, trekt die belofte compleet aan flarden. Want wat de minster van Werk, Zuhal Demir (N-VA), stelselmatig uitbouwt, is geen werk dat werkt. Het is beleid dat mensen uitput, wantrouwt, straft en in de steek laat.
De feiten zijn hard en onontkoombaar. Minister Demir halveert het budget voor opleidingen. Ooit stonden er 89 miljoen euro ingeschreven om werknemers kansen te bieden. Tegen 2026 moet daar nog 45 miljoen van overblijven. ‘Levenslang leren’ klonk het nog plechtig in het regeerakkoord. Wat is daar nog van aan?
‘Levenslang leren’ klonk het nog plechtig in het Vlaamse regeerakkoord. Wat is daar nog van aan?
Wat er op de vloer gebeurt, is heel iets anders. Omscholing naar een betere job wordt haast onmogelijk. Ondanks het protest zet Demir ook door met het beperken van het recht op Vlaams Opleidingsverlof. Wie niet minstens 4/5e werkt, verliest het recht vanaf 1 september van dit jaar. Dit zijn geen onschuldige ingrepen. Het is moedwillig wegnemen van kansen. Zeker voor deeltijders, opvallend vaak vrouwen in zorg, dienstencheques en kleinhandel. Duizenden werknemers worden daardoor getroffen, 1 op 5 vrouwen wordt uitgesloten van het opleidingsverlof. In sommige sectoren gaat dat voer meer dan de helft van de werknemers.
Ook de loopbaanbegeleiding wordt gekort. Waar 36.000 mensen loopbaancheques gebruikten, blijven er straks 12.000 over. Op 1 april waren 1.000 cheques in 7 minuten en 30 seconden uitgedeeld. Voor de rest: niks, nada, nougatbollen. Mensen die fysiek of mentaal vastlopen, lopen tegen de deur. Dit is geen beleid, maar cynisme: besparen op wie probeert, terwijl men klaagt over krapte op de arbeidsmarkt.
Maar Demir zet door. Werkzoekenden krijgen nog vijf dagen om op sollicitaties te reageren. Eén fout, en de uitkering kan worden geschorst. Dit beleid activeert niet, het ontmoedigt. Mensen uithollen helpt niemand sneller aan werk.
WAAR IS DE VISIE?
De logica achter dit alles is wreed in haar eenvoud. Beleid schuift de risico’s door naar de werknemer. Wie niet bijblijft, wie struikelt, wie faalt, wordt verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen miserie. Je had maar flexibeler moeten zijn. Je had maar sneller moeten bijleren. Je had maar zelf je vrije dagen moeten opofferen voor bijscholing.
De samenleving mag niet meer stutten. De werknemer moet zichzelf torsen tot hij bezwijkt. Tijdskrediet wordt een luxe. Opleidingsverlof verdwijnt, tenzij je voltijds draait als een radertje in de productiemachine. Begeleiding wordt een formulier, een controle. Niet een gesprek. Niet een perspectief. Werkzekerheid? Die is geruild voor eindeloze flexibiliteit, losse uren, tijdelijke contracten, en de schrale troost van een flexi-job op zondagavond.
Alles wat ooit gebouwd is door strijd, alles wat ooit verworven is met solidariteit, wordt teruggeschroefd onder het mom van efficiëntie.
Er zit geen toekomstvisie achter zulke beslissingen. Er zit geen zorg in, geen solidariteit, geen inzicht in de complexiteit van het leven. Alleen een kille, technocratische wens om te besparen. Alles wat ooit gebouwd is door strijd, alles wat ooit verworven is met solidariteit, wordt teruggeschroefd onder het mom van efficiëntie.
En terwijl mensen uitgeblust thuisvallen, blijft de boodschap dezelfde: wees beschikbaar, wees wendbaar, wees niet te veel ziek. Maar vooral: verwacht niets. Verwacht geen steun, geen tijd, geen ademruimte. Verwacht niet dat werkgevers bijdragen aan je opleiding. Dat je recht hebt op vorming. Dat je werk je ook gezond mag houden.
1 MEI ALS OPDRACHT
En dus rijst de vraag, vandaag dringender dan ooit: wat doe je, als werknemer, als werkzoekende, als burger, wanneer het beleid niet langer voor jou werkt, maar tegen jou? Je kunt proberen te overleven. Flexibeler worden. Vlugger bijleren. Vlugger reageren. Vlugger ademen. Maar je zult nooit vlug genoeg zijn. Nooit beschikbaar genoeg. Nooit goedkoop genoeg. Je zult altijd tekortschieten in een systeem dat zo is ontworpen. En dat is geen toeval. Dat is beleid.
De enige echte reactie is collectief. Samen eisen dat werk opnieuw werkt. Samen verdedigen wat anderen voor ons hebben afgedwongen: opleidingen tijdens de werkuren, met uitzicht op beter werk en beter loon. Tijd om te zorgen, zonder schuldgevoel. Begeleiding die steunt, niet straft. Werk met zekerheid, niet werk met uitstel. En ja, eerlijke bijdragen van werkgevers aan de opleiding en ontwikkeling van hun personeel. Want werk is geen eenrichtingsverkeer.
Wat vandaag nog rest zoals betaalde vakantie, tijdskrediet, opleidingsmogelijkheden is geen vanzelfsprekendheid.
Daarom vieren wij 1 mei niet als een nostalgisch ritueel. Wij vieren 1 mei als een opdracht. Want wie vandaag zwijgt, zal morgen niets meer hebben om te verdedigen. Wat vandaag nog rest zoals betaalde vakantie, tijdskrediet, opleidingsmogelijkheden is geen vanzelfsprekendheid. Het zijn wapenfeiten die opnieuw verdedigd moeten worden, tegen een regeringslogica die liever beknibbelt dan beschermt, liever verdeelt dan verbindt, liever wantrouwt dan ondersteunt. Iemand als minister Demir voert beleid dat niet vooruithelpt. Ze voert beleid dat uitput, uitsluit en wantrouwt. En dat mag nooit het laatste woord zijn.
Werk moet werken. Niet tegen mensen, maar voor hen. Voor wie zorgt. Voor wie leert. Voor wie bouwt. Voor wie opstaat om vijf uur. Voor wie op zondagavond nog een shift draait. Voor al wie wil leven van zijn werk. Daarom is 1 mei geen feest van het verleden, maar het stille vuur dat brandt zolang mensen geloven dat werk méér moet zijn dan overleven.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.