De egocultuur leidt tot een eindeloze zoektocht naar identiteit. Men wil uniek zijn, maar staat ook alleen in de wereld. Zie mij! Ik besta!

Een hegemonie steunt op dwang en instemming tegelijk. De dwang zal nu toenemen omdat de regering werkt aan een regimeshift en dus weerstanden moet overwinnen. Disciplinering wordt het ordewoord. De instemming die wordt gezocht, geeft een raamwerk voor een vernieuwd “gezond verstand”, voor “evidenties”, voor de enkele basisopvattingen die de meesten van ons moeten delen.
Eentje daarvan is de gedachte dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons eigen leven. Daarvan afgeleid, wordt het samenleven gezien als een samenspel van individuen geregeld door contracten en ruilverhoudingen. Dat is het uitgangspunt van het politiek liberalisme. Die basisveronderstellingen werden door veertig jaar neoliberalisme breed verspreid. In dat klimaat zijn de huidige generaties groot geworden. Volgens Humo is de samenleving nu een broedplaats voor narcisten.
POSTINDUSTRIËLE DIENSTENECONOMIE
De onderlegger van die ontwikkeling is een grondige herstructurering van economie en arbeidsmarkt. De overgang naar een postindustriële samenleving op het einde van de 20e eeuw betekent ook het afsterven van de geïntegreerde grootindustrie. Vandaag vertrekken ondernemingen van een “core business” met vele onderaannemers. Deregulering en flexibilisering van arbeid en arbeidstijden zijn regel. Eerder dan via de bedrijfsorganisatie worden ondernemingen nu samengehouden door de financiële holding. En die kijkt alleen naar Excel files en winstcijfers. Collectieve arbeidscontracten worden vervangen door meer flexibele zelfstandigenarbeid. Vaste benoemingen afgebouwd. De eengemaakte tijdsorde wordt vervangen door individuele agenda’s in iets wat neigt naar een 24-uursmaatschappij. Het bekroonde docudrama Het verhaal van Souleymane toont hoe zo’n ontregelde platformeconomie eruitziet.
Ons bewustzijn wordt nu eerder gevormd door onze verlangens als klant dan door onze sociale positie als producent.
Dat nieuwe kapitalisme heeft de overlegeconomie afgezworen. In verschillende confrontaties heeft de georganiseerde arbeidersbeweging nederlagen geleden. De grote sociale bewegingen, de vakbonden en de mutualiteiten, worden steeds minder actieve ledenorganisaties dan wel openbare diensten. Ook de nieuwe sociale bewegingen en de cultuurinstellingen zijn niet langer mobiliserende vrijwilligersorganisaties, eerder gesubsidieerde serviceclubs. De aandacht van het middenveld verschuift van wegen op de maatschappelijke productievoorwaarden naar een optimalisering binnen de consumptiemaatschappij. Ons bewustzijn wordt nu eerder gevormd door onze verlangens als klant dan door onze sociale positie als producent. En zo worden velen prijsbewuste steunpilaren van uitgebuite arbeid.
Die mentaliteitsverandering wordt begeleid door de commercialisering van media, onderwijs en cultuur. De verkleutering van de cultuur ziet men vooral in de ontspannende tv-formats van Big Brother tot Expeditie Robinson gericht op competitie, individuele tactiek en systematisch ook uitsluiting uit de groep, wat veel verraad en bedrog lijkt te verantwoorden. Ook in de sport zien we een neergang van actieve groepssport naar enerzijds kijksport en anderzijds individuele fitness. Iedereen is ieders “competitor” en een mogelijke sta-in-de-weg. Er zijn altijd winners en verliezers. Niemand is nog te vertrouwen. In die voortdurende ratrace is het best jong en in vorm te blijven, want je moet steeds weer in competitie met nieuwkomers. Vandaar een ongeziene toename van aandacht voor lichamelijke fitheid, jong blijven, ook met artificiële middelen als botox of plastische chirurgie. Nieuw lijkt altijd beter. Jeunisme of jeugdisme. Een exclusief clubje BV’s illustreert dat alles met inkijktelevisie waar wat groepsgevoel en menselijkheid wordt gespeeld. Ze “komen zichzelf tegen”. Whatever. Ofzo.
De samenhang in de maatschappij verdampt. Integratie en solidariteit moeten steeds meer kunstmatig worden opgelegd.
Die afbouw van georganiseerd lidmaatschap, samen met de cultuur van schaarste en wantrouwen, leidt tot een proces van atomisering. De samenhang in de maatschappij verdampt. Integratie en solidariteit moeten steeds meer kunstmatig worden opgelegd. De dominante cultuur is gericht op onderscheid en het maken van verschil. Ook met de toegenomen migratie en multicultuur is diversiteit nu de regel. Dat maakt solidariteit niet makkelijker. Eigenheid betekent onderscheid, niet engagement.
De overgang is gebeurd in de jaren 1980. Het individualisme van de YUPies kreeg dan de bovenhand over het collectieve vrijheidsstreven van de jaren 1960. In de muziek en de cultuur heersten nog even vrijheid en contestatie, maar economisch ging het al om flexibiliteit, instabiliteit en onzekerheid.
IKKERIGHEID
De egocultuur leidt tot een eindeloze zoektocht naar identiteit, die een uiting zou moeten zijn van een unieke innerlijkheid. Uniek zijn. Maar ook alleen in de wereld. En die uniciteit moet worden ingeschreven in de symbolische orde. Zie mij! Ik besta! Zie de normalisering van een tattoo- en piercingcultuur, de groei van graffiti en tags, en vooral de obsessie met selfies. Merktekens, vormen van handtekening. Ik ben hier.
De verbanden met andere mensen worden eerder commercieel of contractueel. Of virtueel!
Het individualisme ontrafelt lidmaatschap. De verbanden met andere mensen worden eerder commercieel of contractueel. Of virtueel! De nieuwe generaties socialiseren via internet en sociale media. Zie het gedrag in de publieke ruimte of op het openbaar vervoer: al te veel mensen zijn gekluisterd aan hun scherm, zijn nauwelijks geïnteresseerd in wat er ter plekke gebeurt, voeren, nogal luid soms, vooral intieme of zakelijke gesprekken via de telefoon. Het eigen leven primeert op de omgeving. Het openbaar domein wordt geprivatiseerd tot ego-bubbels.
Het individualisme – “ikkerigheid”, zegt Dirk de Wachter – steunt op een zeer betwistbare antropologie. Het neoliberalisme gaat uit van een mensbeeld met ondeelbare persoonlijkheid (in-dividu), die een rationele keuze maakt, vanuit het eigenbelang, in een ruilverhouding met anderen. Alsof atomisering de natuurlijke staat van de mens is. Alsof het verzet tegen en de ontworsteling van collectieve verbanden en regels emancipatie is. De ik-wording. Samenhang wordt vervangen door een afstandelijke bureaucratische administratie. Een grond voor de kloof tussen burger en politiek. Het enige gevolg van die theorie is vereenzaming en geestelijke uitzichtloosheid. Isolement, onrust, zelfdestructie en uiteindelijk zelfmoord worden de belangrijkste ziektebeelden.
De mens is van nature immers een sociaal dier. Het ondeelbare individu bestaat niet. We zijn verdeelde ambivalente wezens, op zoek naar verschillende verbanden met verschillende emotionele lagen. Een zelfstandig mens worden, vereist een relatie met anderen. Ook met de grote Ander, de symbolische orde, de talige werkelijkheid. Identiteit komt niet vanuit de eigen navel, maar vanuit identificatieprocessen met het imaginaire aanbod uit de buitenwereld. Wij zijn interdependent, van elkaar afhankelijk. Die nood aan de ander wordt ideologisch letterlijk door schermcultuur in media en internet afgedekt. Het heeft allemaal bijgedragen tot de verruwing.
De nood aan de ander wordt ideologisch letterlijk door schermcultuur in media en internet afgedekt.
Dat isolement leidt tot geestelijke ontworteling, tot instabiliteit, tot eindeloze zoektocht naar het onvindbare, en ja tot het toenemend gebruik van roesmiddelen en opzoeken van droomwerelden. Zij die toch naar groepsgevoel op zoek zijn, moeten zich richten tot het nog beschikbare aanbod van sektes, religies, etnocentrisch communitarisme of conservatief traditionalisme. Het zijn vormen van sociaal georganiseerde roes die allen een autoritaire verleiding in zich dragen. Het democratisch samenleven zelf lijkt immers geen aantrekkelijk wensbeeld. Laat staan cosmopolitisme of internationalisme. Eigen volk eerst.
TIJD VOOR EEN OMMEKEER
Het neoliberalisme heeft zijn grens bereikt. Overal loopt het electoraal terug, wordt het vervangen door een rechts conservatieve variant of voorbijgestoken door een autoritair nationalisme. Om de markteconomie te redden, moet de ideologie blijkbaar worden bijgesteld. Vrijheid van ondernemen vergt nu steeds minder sociale bescherming en steeds meer autoritaire staat.
Het neoliberalisme wordt overal vervangen door een rechts-conservatieve variant of voorbijgestoken door een autoritair nationalisme.
Een links ecosocialistisch alternatief is vooralsnog niet geloofwaardig zichtbaar. Paul Magnette schreef er twee interessante boeken over, maar maakte het nog niet tot partijlijn. Ook de socialisten zijn individualisten geworden. Wat ontbreekt, is een aanbod van daadwerkelijke socialisering in het hier en nu, een uitnodiging het samenleven ook in een praktijk mee vorm te geven, een ideologie van ecologisch duurzaam collectief welzijn en solidariteit. Zeker, vele mensen zijn dagelijks dienstig aan de ander, in de zorg, het onderwijs, de openbare sector, het onderhoud, de cultuur, enzovoort. Maar hun werk wordt niet als noodzakelijke samenlevingsopbouw geëerd. Het wordt voortdurend beoordeeld vanuit een budgettaire discussie, bedrijfsefficiëntie of privilegieafgunst. Er is geen respect voor samenlevingsopbouw. En de nieuwe commons of het vrijwilligerswerk blijven onzichtbaar en bekeken als vrijetijdsbesteding en niet als deel van de essentiële economie.
Veertig jaar neoliberale hegemonie heeft het samenleven grondig veranderd, in de realiteit en in de mentaliteit. Individualisme en eigenbelang zijn de regel. Er is argwaan gecreëerd tegen collectivisme en brede solidariteit. Staat en overheidsapparaat worden geïsoleerd. Daardoor is er ook een zeer brede kloof ontstaan, in vele landen, tussen een op besturen gerichte sociaaldemocratie en een strijdsocialisme gericht op maatschappelijke verandering. De enen hebben zich neergelegd bij het status quo en willen er het beste van maken. De anderen beseffen dat een nieuwe krachtsverhouding nodig is, wil men de groeiende groep verliezers beschermen.
Onderdrukten en uitgestotenen verdedigen, zal niet kunnen vanuit een individualistisch concurrentieverhaal.
Onderdrukten en uitgestotenen verdedigen, zal in elk geval niet kunnen vanuit een individualistisch concurrentieverhaal. Wil men echt stappen zetten in een groene transitie, of een meer gelijkwaardig bestaan, of een interculturele samenleving, dan zal dat alleen kunnen via nieuwe collectieve initiatieven. En via een stelselmatige eenmaking van praktijken en vertogen. Na decennia achteruitgang en nederlagen is een nieuwe ideeënstrijd noodzakelijk. Laten we alvast opkomen tegen het individualistische mensbeeld en opnieuw zelfverzekerd gaan voor solidariteit en samenlevingsopbouw. De oligarchen van het systeem hebben samen met hun politici en hun media een eindstrijd ingezet. Verdere deregulering en atomisering, ja zelfs oorlog, hebben ze nodig om hun privatisering van winst en bezit te voleindigen. Samenwerking, eenheid, mobilisatie en een strijdend narratief zijn onze enige verweermiddelen. Tot het onzalige tij is gekeerd.
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.