De bewering van Georges-Louis Bouchez dat ‘belastingen niet rechtvaardig moeten zijn, wél efficiënt’ is liberale demagogie.
© ID/ Jef Van den Bossche
“Belastingen moeten niet rechtvaardig zijn, wél efficiënt.” Dat was het eerlijke antwoord van Georges-Louis Bouchez (HLN, 16/11) op de vraag of de sterkste schouders dan niet meer moeten bijdragen in de sanering van de overheidsfinanciën. “Het idee van een rijkentaks klinkt rechtvaardig, maar straks zijn er geen ondernemers en bedrijven meer”. Volgens Bouchez zal het belasten van aandelen, bedrijven en vermogenswinsten ondernemers en bedrijven uit België doen vertrekken. Dat is “niet efficiënt”, klinkt het. Meer zelfs, het is “anti-economisch”.
Bouchez’ argument van vermogensvlucht, dat steevast terugkomt, mag alvast in de prullenbak. Tuurlijk zoekt kapitaal altijd de plek met de laagste belastingdruk, maar belastingen ontwijken wordt internationaal steeds moeilijker. In de EU geldt vrij verkeer van kapitaal, maar wie als Belgisch inwoner een buitenlandse bankrekening heeft, weet dat zijn gegevens automatisch aan de fiscus worden doorgegeven (dat is bij een Belgische bankrekening vooralsnog niet het geval). En ook in de strijd tegen belastingparadijzen zijn cruciale stappen voorwaarts gezet door de 'automatische uitwisseling van bankgegevens'. Volgens het Global Tax Evasion Report 2024 is de belastingontwijking door rijke individuen in belastingparadijzen nog maar één derde van tien jaar geleden. En mocht blijken dat vermogensvlucht zich op grote schaal zou voordoen, dan is het nog altijd een optie om boven een bepaalde vermogensgrens een afradende exitbelasting in te voeren, een beleidsmaatregel die al van toepassing is in de VS.
Volgens het Global Tax Evasion Report 2024 is de belastingontwijking in belastingparadijzen nog maar één derde van tien jaar geleden.
Los van het loze argument van vermogensvlucht, is Bouchez’ stelling toch wel bijzonder. Vooreerst even vertalen wat hij hier precies mee bedoelt. ‘Efficiënte’ belastingen zijn voor hem newspeak voor het vermijden van deadweight loss, het verlies aan economische activiteit door ‘verstorende’ belastingen. Met meer ‘efficiëntie’ wil hij economische activiteit, zoals investeren en werken, stimuleren door lage marginale tarieven en minder overheid. Onder de vlag van ‘efficiëntie’ zit dus een liberale ideologische visie.
Michel Maus gaat alvast niet akkoord. Van zijn hand verschijnt binnenkort het artikel ‘Fiscale rechtvaardigheid, een algemeen rechtsbeginsel?’, over precies dit onderwerp. Op LinkedIn definieert Maus fiscale rechtvaardigheid als volgt: “Fiscale rechtvaardigheid is de resultante van een sociaal contract in een samenleving, waarbij de fiscale bijdrageplicht van rechtsonderhorigen het gevolg is van een parlementair beslissingsproces, in overeenstemming met de bestaande regelgeving binnen de samenleving, fiscale gelijkheid en een minimale fiscale bijdrage beoogt, doch geen onevenredige afbreuk doet aan het eigendomsrecht en waarbij een ongelijke fiscale behandeling redelijk verantwoord is in functie van de budgettaire, sociale, economische of ecologische doelstellingen van de samenleving.” Een hele boterham. Kort gesteld, komt het hier op neer: fiscale rechtvaardigheid heeft een fiscale ondergrens (van elke deelnemer aan de maatschappij wordt een minimale fiscale bijdrage verwacht), maar ook een fiscale bovengrens (fiscaliteit mag het recht op eigendom niet schaden).
Managementvennootschappen die goede verdieners oprichten om minder belastingen te betalen, zijn noch efficiënt noch rechtvaardig.
Toegegeven, dit is nogal theoretisch. Laten we er een aantal voorbeelden bij nemen, met de concepten ‘efficiëntie’ en ‘rechtvaardigheid’ in het achterhoofd. Neem de erfbelasting. Die wordt door menig liberaal een ‘dodentaks’ genoemd. In het Waalse regeerakkoord snoeien Les Engagés en MR dan ook fel in het stelsel. Nochtans is een waterdichte erfbelasting die focust op de hoogste erfenissen zeer efficiënt (het gaat over grote sommen voor de overheid) alsook zeer rechtvaardig (extreme ongelijkheid, generatie op generatie doorgegeven, ontwricht de samenleving). Nog een voorbeeld: de managementvennootschappen die goede verdieners oprichten om minder belastingen te betalen op hun arbeid. Deze fiscale vehikels zijn noch efficiënt (de staatskas mist veel inkomsten) noch rechtvaardig (ze betalen minder lasten op hun arbeid dan anderen); toch horen we Bouchez er niet over. Nog een voorbeeld: de jacht op fraude. De jacht op sociale fraude is weinig efficiënt (het gaat om relatief kleine sommen), wel rechtvaardig (misbruik kan niet worden getolereerd); de jacht op fiscale fraude daarentegen is zowel efficiënt (de sommen zijn een pak groter) als rechtvaardig (frauderende rijken zijn de echte afgehaakten). Toch hoor je Bouchez vaker over het eerste dan over het tweede. Idem voor de invoering van een kadaster: een kadaster opstellen van sociale huurders met een woning in het buitenland, is weinig efficiënt (het gaat om een paar tientallen gevallen), wel rechtvaardig (de schaarse sociale woningen moeten juist verdeeld); terwijl een kadaster opstellen van de vermogens zowel efficiënt (kan de staatskas spekken) als rechtvaardig (transparantie over de vermogens) kan zijn. Maar ook bij het in kaart brengen van deze twee kadasters zien we verschillende dynamieken: het eerste is ‘rechtmatig’, het tweede ‘snuffelen in de wijnkelders’. En dan is er nog het voorbeeld van de Toeslagenaffaire in Nederland. Die was hoogst efficiënt (de Nederlandse overheid rijfde hiermee 889 miljoen euro binnen), maar ook hoogst onrechtvaardig (26.000 ouders werden onterecht slachtoffer van een heksenjacht door de overheid).
De Toeslagenaffaire in Nederland was hoogst efficiënt, maar ook hoogst onrechtvaardig.
Om maar te zeggen, het gegoochel met de termen ‘rechvaardig’ en ‘efficiënt’ verhult simpelweg liberale demagogie. De marsrichting voor een fiscale hervorming is nochtans voor velen duidelijk: er is nood aan meer progressiviteit, met lagere tarieven onderaan en hogere tarieven bovenaan de inkomensverdeling; aan meer energieheffingen, met het principe ‘de vervuiler betaalt’; aan meer vermogensheffingen, die de rijken en niet de middenklasse belasten; aan minder consumptiebelastingen, want die raken proportioneel sterker de armen; en aan minder forfaitaire belastingen, want die wegen zwaar door in kleine huishoudbudgetten. Efficiëntie en rechtvaardigheid in de fiscaliteit zijn wel degelijk te verzoenen. Maar je moet het wel wíllen natuurlijk.
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 10 (december), pagina 2 tot 3
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.