De auteur wilde een optimistisch boek schrijven: de mens is in het verleden al herhaaldelijk in staat gebleken om een diepe crisis te overleven.

Geschiedenis voor morgen
De nieuwe Europese Commissie heeft geen Commissaris meer voor Sociale Zaken. Wel een Commissaris voor Paraatheid en andere problemen. Paraatheid: sociale problemen zoals de groeiende ongelijkheid, de extreme individualisering van de voorbije generatie met steeds meer mensen aan de slechte kant (‘deplorables’ van Hillary Clinton) zijn het probleem van de slachtoffers van die misgroei. Of korter: dat ze een probleem hebben om een decent leven te leiden, zal wel aan henzelf liggen. Dat is een duidelijk teken dat de nieuwe Commissie meer dan ooit kiest voor de neoliberale visie op mens en maatschappij: de economie bepaalt wat moet, wat de idealen zijn (groei, vooruitgang) en onderwijs moet geen kwaliteiten van samenwerking of verantwoordelijkheid ontwikkelen, maar wel individuele competitie van allen tegen allen. In dezelfde periode dat die duidelijke verrechtsing zich doorzet, staan Roemenië, Oostenrijk en enkele andere landen in het voormalige Oost-Europa onder water, terwijl Portugal de bosbranden maar niet onder controle krijgt. Dat is het effect van de klimaatontwrichting, zelfs in de gematigde streken van Europa. Klimaatproblemen zijn mondiale problemen, die niet door individualisme, noch door technologie binnen minstens nog een generatie zullen worden opgelost. Dat weten we eigenlijk al lang.
Het boek van de Britse filosoof Roman Krznaric gaat in feite over dit soort zaken, maar dan door talloze voorbeelden te bespreken van de manier waarop mensen in het verleden de eigen maatschappij (en soms grote delen van de wereld) hebben gered door de andere weg op te gaan; dat wil zeggen: door samen te werken. Uit die voorbeelden haalt de auteur dan bewijzen voor de kracht van samenwerking en solidariteit vroeger, en biedt aan om die kracht ook vandaag te erkennen en gebruiken. De auteur wilde een optimistisch boek schrijven. Zeker, de problemen die we zelf over de mensheid hebben afgeroepen zijn enorm, maar de mens is in het verleden herhaaldelijk in staat gebleken om een diepe crisis te overleven. En dat was steeds door samenwerking, door excessieve zelfzuchtige machtsuitoefening tegen te gaan en samen leven centraal te stellen. De meeste voorbeelden die de auteur bespreekt, zullen onbekend zijn: ze komen uit de hele wereld en dat wil zeggen dat het voor de onderzoeker (en dus ook voor de burger en de politicus) duidelijk is dat mensen overal en in elke cultuur creatief kunnen zijn. Er is niet zoiets als de superioriteit of de voorsprong van het ‘hoogontwikkelde Westen’ tegenover de rest van de wereld. Dat thema komt terloops ter sprake, maar de voorbeelden uit verschillende culturele tradities spreken voor zich.
Het boek bevat veel verrassende inzichten. Zo ontwikkelt de auteur een analyse van de zogenaamde radicale flank: diverse bewegingen in het verleden (zoals de Black Panthers) formuleerden zogenaamd radicale oplossingen voor sociale problemen. Door hun acties werden de meer gematigde emancipatiebewegingen echter aanvaardbaarder en succesvoller. De conservatieve dominantie was nagenoeg steeds bereid om hun eisen in te lossen, om zo de radicalen te neutraliseren. Die analyse geeft echter aan de radicale bewegingen een eervolle plaats in het veld van emancipatie en rechtvaardigheid. Vandaag verwijst de auteur naar Extinction Rebellion en dergelijke actiegroepen, die eenzelfde rol vervullen. Door de analyse worden zij een positieve rol toebedeeld, terwijl de mainstream pers of de rechtse politieke kringen hen keer op keer criminaliseert. Verrassend voor de gemiddelde westerse lezer, vermoed ik, haalt de auteur echter ook voorbeelden van gelijkaardige ontwikkelingen aan in de islamitische geschiedenis, om uit dit en andere voorbeelden een voorzichtige suggestie te doen om in de sterk verstedelijkte wereld van morgen vooral convivialiteit na te streven: grotere verdraagzaamheid is gisteren zoals morgen een belangrijke meerwaarde voor de overleving. In een tijd waarin polarisatie en vreemdelingenhaat weer hoogtij lijken te vieren, is dit een krachtige boodschap.
Grotere verdraagzaamheid is gisteren zoals morgen een belangrijke meerwaarde voor de overleving.
Op gelijkaardige en vaak verrassende manier worden heel wezenlijke problemen van de huidige tijd en van de voorzienbare toekomst behandeld in het boek: afkicken van fossiele brandstof, consuminderen, de beteugeling van sociale media, het verstandig beheren van water, het herstel van vertrouwen in de democratie, het verstandig gebruik van de gentechnologie, het dichten van de gestaag groeiende ongelijkheidskloof (zie de aanhef van deze bespreking over de EU-politiek als verkeerde keuze), het verstandig en gecontroleerd gebruik van de AI-technologie, en de ernstige analyse van de manieren waarop beschavingen hun ondergang hebben kunnen afwenden of omkeren. Toegegeven, dit is een heel programma. Doorheen het boek zijn echter een aantal vaste handvatten terug te vinden.
Een eerste, zeer fundamenteel handvat is dat van de samenwerking in plaats van de oeverloze, en nu hyperindividualistische één-tegen-allen ideologie, die met het neoliberalisme leidt tot het uithollen van democratie en het feitelijke overwicht van een heel kleine economische elite (in feite slechts een tiental megacorporaties) die enkel de eigen winsten als richtsnoer hebben en feitelijk een steeds grotere verarming van grote groepen uit de maatschappij bereiken. Dat laatste laat zich zien in de snelle omkering van de O-maatschappij (met een kleine niet recupereerbare laag van behoeftigen onderaan en een even kleine toplaag, naast een grote meerderheid ‘middenklasse’ die goed kan leven) naar een X-maatschappij (met een groot segment van de bevolking dat gemarginaliseerd geraakt onderaan, een elite met enorme mogelijkheden en snel verdwijnende middenklasse). Die laatste ontwikkeling zien we in alle neoliberale maatschappijen ontstaan. Gemeenschappelijke problemen (zoals de klimaatcrisis) worden in zo’n structuur niet aangepakt. Wanneer een crisis toch een keer behandeld wordt, zien we dat de X-maatschappij en haar machtsverdeling ‘on hold‘ wordt gezet. Dat gebeurde bijvoorbeeld in oorlogstijd (met drastische quasi-communistische economische beslissingen onder Roosevelt tijdens de Tweede Wereldoorlog) en recent in vele landen tijdens de pandemie. Een gelijkaardige aanpak zal echter niet volstaan voor de aanpak van de mondiale klimaatcrisis, zeker niet in een wereld waar ongelijkheid steeds groeit. Dat laatste is immers een moeilijk te keren negatieve ontwikkeling, zoals de geschiedenis weer toont: de ondergang van rijken en beschavingen kan, volgens de auteur, aantoonbaar worden verklaard door een diep gebrek aan solidariteit of gedeelde belangen.
Dat is meteen een tweede handvat: het bevorderen en onderhouden van algemeen welzijn, buiten privébelangen en de nu heilige principes van privébezit en competitie is een fundamenteel belangrijke voorwaarde voor overleving van beschavingen gebleken. Het hoeft geen betoog dat de ideologie van het neoliberalisme precies dit algemeen welzijn afbouwt en zelfs bestrijdt. De vaak bizarre retoriek van het managementdenken, dat in de plaats komt van solidariteit, is daarvan een soms aberrant symptoom. Opnieuw kunnen de niet bediscussieerbare waarden van economische groei en privébezit als mantra’s aangeduid worden. Deels door historische tegenvoorbeelden, deels door verwijzing naar hedendaagse tegenbewegingen (zoals kleine en grote coöperatieven) toont de auteur hoe alternatieve wegen een sterke weerbaarheid en duurzaam welzijn voor gemeenschappen kon en kan bewerkstelligen.
In zijn besluit geeft de auteur vijf redenen aan voor radicale hoop. Het kennen en erkennen van historische en ook van niet-westerse goede voorbeelden is er zo één, zoals de opwaardering van ‘wij’ tegenover ‘ik’. Ten slotte is het engagement in hoop (in plaats van gelatenheid of cynisme) een oproep, maar met de verwittiging dat dit geen ‘hopium’ mag zijn. Dat wil zeggen, hoop op zich is maar het halve verhaal. Het moet hoop met actie zijn.
De nadruk op het samenwerken als typisch, noodzakelijk want intrinsiek menselijke eigenschap, is bijzonder belangrijk in deze tijden.
Dit is een bijzonder waardevol boek dat aantoont hoe een open geest veel kan mogelijk maken. De nadruk op het samenwerken als typisch, noodzakelijk want intrinsiek menselijke eigenschap, is bijzonder belangrijk in een tijd waarin de politiek van het laten uitsterven van de minder gelukkige delen van de mensheid (al gevolg van de klimaatcrisis en haar effecten in eerst en vooral de zuidelijke landen) zich al laat zien in de enige politiek die vandaag nagenoeg geruisloos doorzet vanuit het rijke Noorden (de VS en de EU): het versterken van de grenzen om de slachtsoffers van de klimaatcrisis vooral buiten te houden en dat laten doorgaan als verantwoorde politiek. Blindheid en kortzichtigheid worden dan verkocht als verantwoord leiderschap, tot half Europa onderloopt of Portugal in brand staat.
Rik Pinxten
Samenleving & Politiek, Jaargang 31, 2024, nr. 9 (november), pagina 77 tot 79
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.