Koeien wenden na de begroeting hun blik kortstondig af. Ze doen dat niet uit onverschilligheid, maar om hun gesprekspartner de ruimte te geven om te reageren. Het is een subtiele daad van beleefdheid en openheid.
Ik heb altijd gedacht dat koeien bange wezens waren. Als ik een koe nader, loopt ze meestal bruusk weg, of wendt haar blik af. Ze toont geen interesse, dacht ik dan een beetje teleurgesteld, vaak nog met wat gras in mijn hand in een poging tot contact. Die blik van de koe, het afwenden van de ogen, zag ik als een afwijzing.
Tot ik deze zomer de Nederlandse taalkundige, Leonie Cornips, hoorde spreken over de taal van koeien. Ze ontmoette voor haar onderzoek honderden koeien, en ging op zoek naar de patronen in hun ‘taalgebruik’. Wat ze ontdekte, was verrassend: koeien hebben een veel verfijndere manier van communiceren dan de meeste mensen zich voorstellen. Ze groeten elkaar met een loei van een welbepaalde toonhoogte. Koeien hebben verschillende geluiden voor verschillende situaties; ze loeien anders wanneer ze waarschuwen voor gevaar of hun kalveren roepen. Tevreden koeien maken een zacht neuriënd geluid.
Maar het meest frappante vond ik: na de begroeting wenden koeien hun blik kortstondig af. Ze doen dat niet uit onverschilligheid, zoals mensen geneigd zijn te denken, maar om hun gesprekspartner de ruimte te geven om te reageren. Het is een subtiele daad van beleefdheid en openheid. Toen Cornips dit patroon begon te ontwaren, begon ze het gedrag van de koeien na te bootsen. Ze loeide terug, wendde haar hoofd af, en de koe reageerde. Ze leerde de taal van de koeien te spreken.
Het probleem was nooit dat koeien niet communiceerden, maar dat ik niet wist hoe hun communicatie te interpreteren.
Op de filmpjes die de onderzoekster maakte, zie je de koeien nieuwsgierig dichterbij komen na deze groet. Het probleem was nooit dat koeien niet communiceerden, maar dat ik niet wist hoe hun communicatie te interpreteren. Mijn onvermogen om hun gedrag te begrijpen, had de diepte van hun binnenwereld voor mij onzichtbaar gemaakt.
Er is natuurlijk veel communicatie die we niet begrijpen. Als iemand mij in een voor mij vreemde taal aanspreekt, begrijp ik de woorden niet, maar ik herken nog steeds dat er sprake is van een poging tot contact. Als mijn hond jankt, weet ik vaak niet meteen wat ze wil, maar ik weet dat ze iets probeert te zeggen. Bij mijn contact met koeien zat dat anders. Ik herkende hun gedrag niet eens als een poging tot communicatie. Het afwenden van hun blik, wat ik altijd als onverschilligheid had geïnterpreteerd, bleek een uitnodiging tot ‘gesprek’ te zijn.
De Australische etnografe, Tripta Chandola, zegt dat we een ‘politiek van geluid’ voeren.
De Australische etnografe, Tripta Chandola, zegt dat we een ‘politiek van geluid’ voeren. Zij stelt dat we bepaalde geluiden als betekenisvol beschouwen, terwijl we andere geluiden afdoen als betekenisloze ruis of lawaai. Ze deed onderzoek in de sloppenwijken van Delhi, waar ze probeerde te luisteren met de oren van een lokale bewoner. De geluiden die buitenstaanders vaak als lawaai afdoen – schelle speakers, knallende motoren, spelende kinderen – zijn voor de bewoners juist betekenisvol. Die geluiden zijn tekenen van leven, van een levendige gemeenschap. Maar door buitenstaanders werden ze gereduceerd tot hinderlijk achtergrondgeluid.
“Iets kwalificeren als ruis komt vaak neer op het terzijde schuiven als niet van betekenis,” schrijft filosofe Miriam Rasch in haar boek Luisteroefeningen, waarin ze Chandola's onderzoek aanhaalt. Het categoriseren van geluiden als ruis is geen neutrale handeling, het is een morele keuze: we besluiten welke geluiden we de moeite waard vinden om naar te luisteren, en welke we afwijzen. En daarmee kiezen we ook welke levens we belangrijk vinden en welke we negeren. Door de geluiden van de sloppenwijken te reduceren tot lawaai, ontzeggen we de mensen die er wonen hun volwaardige menselijkheid.
Door de geluiden van de sloppenwijken te reduceren tot lawaai, ontzeggen we de mensen die er wonen hun volwaardige menselijkheid.
Zoals we de geluiden van de sloppenwijken als louter lawaai kunnen beschouwen, zo had ik de hoofdbeweging van de koeien niet geïnterpreteerd als betekenisvol. Ik had hun wegkijken niet gezien als iets dat deel kon zijn van de interactie. Maar belangrijker nog: ik had een denkfout gemaakt. Ik dacht: "Ik kan hier niets van maken, want dit is niet interessant." Maar zoals Chandola ons leert, kunnen we dat oordeel ook omkeren: "Dit lijkt niet interessant, juist omdat ik er niets van kan maken."
Welke pogingen tot communicatie doen we nog ten onrechte af als ruis? Wat verdient onze aandacht, en zijn we wel zo goed in zelf beslissen waar die naar uitgaat? Misschien zijn het niet de koeien die geen interesse tonen, maar zijn wij het die niet bereid zijn om te luisteren.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.