Abonneer Log in

Blijvende waakzaamheid na een korte opluchting

ZOMERREEKS 2024 - VERZET

Het is niet omdat op 9 juni een extreemrechtse dijkbreuk vermeden werd, dat het insijpelen van vervuild water stopt.

‘Oef’ dacht ik wanneer ik op 9 juni ’s avonds hoorde dat Vlaams Belang niet de grootste partij in Vlaanderen was geworden en dat ze, samen met N-VA, geen parlementaire meerderheid behaalden om een Vlaamse regering te vormen.

Ook de uitslag van de tweede ronde van de Franse parlementsverkiezingen heeft waarschijnlijk bij menig progressief een zucht van opluchting opgeleverd. In plaats van de beoogde meerderheid werd Rassemblement National (RN) slechts de derde partij, na het goed scorende (en broze) nieuwe Front Populaire en de partij van president Macron.

‘Oef’, het is een begrijpelijke reactie. Een mens heeft soms goed nieuws nodig. Het kan nieuwe energie geven, broodnodige energie. Want RN haalde zowel bij de Europese verkiezingen als bij de eerste ronde van de parlementsverkiezingen meer dan 30% van de stemmen. Ze was daarmee de grootste partij. En ofschoon de Belgische Wetstraat-commentatoren spraken van een ‘overwinningsnederlaag’, won Vlaams Belang wel degelijk de verkiezingen. Ze is nu de grootste partij in drie provincies en ook in sommige plattelandsgemeenten.

Hopelijk blijft het niet bij die ‘oef’ en behouden we een assertieve alertheid. Wie om zich heen kijkt, kan er ook niet omheen dat PVV van Geert Wilders en Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni in een regering zitten, dat AFD in het najaar bij de Duitse deelstaatverkiezingen op een hoge score rekent, FPÖ in Oostenrijk opnieuw aan de macht kan komen, Le Pen in 2027 de presidentsverkiezingen in Frankrijk kan winnen en dat extreemrechts in het Europees Parlement nog nooit zo veel zetels behaalde.

Met alleen die ‘oef’ zullen we er niet geraken. Hoe dan wel? Enkele gedachten, opmerkingen en vragen ter overweging.

1.

Het is weinig waarschijnlijk dat het cordon sanitaire bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen zal worden doorbroken. Ofschoon in meer dan de helft van de Vlaamse gemeenten N-VA en Vlaams Belang over een meerderheid beschikken, zullen de N-VA-afdelingen die tot enige soepelheid geneigd zijn, wel beseffen (of de instructie krijgen) dat een samenwerking met Vlaams Belang bij de gemeenteraadsverkiezingen de positie van formateur (premier?) Bart De Wever in het gevaar brengt. Zijn Franstalige coalitiepartners zullen dergelijke démarches van N-VA immers niet aanvaarden. En Conner Rousseau verklaarde in 2022 dat hij ‘als N-VA ook maar ergens in Vlaanderen zou besturen met Vlaams Belang hij elke coalitie tussen Vooruit en N-VA opblaast’.

Er is dus hoop.

2.

De uitslag van de parlementsverkiezingen zomaar projecteren naar de gemeenteraadsverkiezingen is weinig zinvol. Lokale verkiezingen hebben immers een specifieke lokale en particuliere inbedding, zowel inhoudelijk als inzake lijstvorming. Bovendien zal de afschaffing van opkomstplicht een weerslag hebben op de uitslag van de verschillende partijen. Over hoe groot die weerslag zal zijn, is er bij de onderzoekers geen eensgezindheid. Sommigen voorspellen een electoraal verlies voor Vlaams Belang.

De uitslag van de parlementsverkiezingen zomaar projecteren naar de gemeenteraadsverkiezingen is weinig zinvol.

Daarop speculeren lijkt mij niet verstandig. Het succes (en de normalisering) van Vlaams Belang bij de parlementsverkiezingen zal misschien kiezers aantrekken om toch te gaan stemmen, zeker als een andere partij, zoals in Nederland, de deur op een kier zet voor eventuele samenwerking. De partij zal er bovendien alles aan doen om het cordon sanitaire te doorbreken door onder andere lijsten met een andere naam in te dienen of door een aanbod om kandidaat-burgemeesters van andere partijen te steunen. Alertheid blijft dus aangewezen, zeker wanneer Vlaams Belang een proper camouflagepak aantrekt.

3.

Het is niet omdat een extreemrechtse dijkbreuk – op het niveau van de uitvoerende macht – vermeden wordt dat het insijpelen van vervuild water stopt. Politiek worden ze geweerd uit het bestuur, maar de ideologische machtsvorming breidt zich uit. De invloed en de reikwijdte van extreemrechtse ideeën en standpunten in de samenleving zijn dagelijks voelbaar.

Ook democratische partijen beginnen soepel om te springen met de fundamentele mensen- en grondrechten, zoals blijkt uit het onderzoek van de Vlaamse verkiezingsprogramma’s in opdracht van de Orde van Vlaams Balies. In plaats van de ideeënstrijd te voeren, laten ze zich – om strategische en/of electorale redenen – besmetten door het politieke vocabulaire van het rechtse populisme.

Voor de schrijver, Ilja Leonard Pfeijffer, is ‘deze geleidelijke normalisering van extreme opvattingen onder invloed van klassieke middenpartijen die in de richting van de extremisten opschuiven omdat zij denken dat daar electorale winst te behalen valt, het grootste gevaar voor de democratie en de rechtstaat.’

Voor Ilja Leonard Pfeijffer is de geleidelijke normalisering van extreme opvattingen onder invloed van klassieke middenpartijen het grootste gevaar voor de democratie en de rechtstaat.

Bovendien werkt dit kopieergedrag niet, maatschappelijk noch electoraal. Dat is ook de conclusie van Koen Haegens, journalist van De Groene Amsterdammer, na uitgebreide gesprekken met wetenschappers. ‘Zonder uitzondering’, schrijft hij, ‘deelden ze ten minste één analyse: de kiezer verkiest vrijwel altijd het origineel. Het heeft daarom weinig zin om als sociaaldemocratische partijen een rabiaat asielbeleid door te voeren, zoals in Denemarken is gebeurd.’

Er blijven dus redenen genoeg om de politieke waakzaamheid niet in te ruilen voor ideologische volgzaamheid. En dat geldt niet alleen voor politici, ook voor de mainstreammedia waarvan sommige te vlug en te slordig extreemrechtse partijen als ‘normaal’ kwalificeren. Berusting en normalisering, ze vormen elkaars spiegelbeeld.

4.

Niet Vlaams Belang, wel het maatschappelijk onbehagen beantwoorden met een hoopvol project is de inzet van de verkiezingen. En dat onbehagen is groot. ‘Democratie is een spel met de ontevredenheid geworden’, stelt Aron Grunberg. En dat spel is al enige tijd bezig.

‘Er is een diep ongenoegen over de manier waarop politici luisteren, handelen en besluiten nemen’. Dat was de conclusie van de onderzoekers van De Stemming (De Standaard, 11/5/2023). Ofschoon acht op de tien bevraagde Vlamingen gehecht blijven aan de democratie als een (zeer) goede manier om een land te besturen, vindt slechts de helft dat België ook in de praktijk democratisch bestuurd wordt. En het vertrouwen in politici, regeringen en parlementen van België en ­Europa krijgt een lage waarderingsscore laag, tussen de 3 en 4 op 10. Dat is een dikke buis.

In een recente studie, Somber over Nederland, ontwaart het Nederlandse Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dezelfde tendens. Het SCP heeft het over een breed ‘maatschappelijk onbehagen’: een negatieve stemming over de maatschappij, de richting waarin deze zich ontwikkelt en de ervaren onbeheersbaarheid van deze achteruitgang. In dat onbehagen komen verschillende gevoelens van onvrede, onzekerheid en onrechtvaardigheid tot uiting die gepaard gaan met een onvermogen om daar iets aan te doen’. Het gaat dus niet zozeer over specifieke vormen van ontevredenheid, protest of woede, over concrete kwesties in de samenleving, maatschappelijk onbehagen gaat over de samenleving.

Zoals ook andere onderzoeken wijst het SCP-rapport erop dat ‘als blijkt dat verschillen in onbehagen samenhangen met structurele ongelijkheden (…), de aandacht gerichter moet worden ingezet op deze ongelijkheden’. Het voegt eraan toe: ‘Het gaat er dus niet om ‘ruim baan te geven aan gevoelens en sentimenten. Wanneer de politiek vooral aandacht heeft voor dat sentiment, maar daarbij minder prioriteit geeft aan bepaalde inhoudelijke beleidsdoelstellingen, lost dat de echte onderliggende problemen niet op’. Integendeel, het zet ‘een neerwaartse onbehagen-spiraal in gang’.

Het is veel meer dan het dichten van ‘de kloof met de burger’, het gaat om het bestrijden van ongelijkheden.

Het is dus veel meer dan het dichten van ‘de kloof met de burger’, het gaat om het bestrijden van ongelijkheden, om mensen meer zeggenschap over de organisatie van hun leven te geven. Over een verhaal waar zij als samenwerkende burgers en niet louter als ‘cliënten’, als ‘calculerende’ consumenten of als ‘achterblijvers’ worden aangesproken.

5.

Dat maatschappelijk onbehagen heeft uiteraard te maken met de financieel-economische achterstelling die veel mensen dagelijks aan lijf en leden ondervinden. Het zijn mensen, een derde van de Belgen, die ofwel in armoede leven of tot de lage inkomensklasse behoren. Zij ervaren de harde scheiding tussen verschillende leefwerelden en daarmee verbonden levensstijlen. Er gaapt een diepe kloof tussen wie vermogend is en wie minder centen heeft, tussen Audi- en Dacia-rijders, tussen dragers van merkkledij en gele hesjes, tussen bewoners van kansrijke buurten en achtergestelde wijken.

Mensen die een goede opleiding genoten en op aangenamere plekken leven, komen meer aan het woord, in het politieke bedrijf en het verenigingsleven. Iedereen heeft een stem bij de verkiezingen, maar sommigen beschikken in het maatschappelijk debat over meer stemvolume dan anderen.

De enen kiezen er doelbewust voor om zich af te zonderen, de anderen worden afgesloten. Soms van energie, dikwijls van contact. Er zijn winnaars en verliezers. Er is het beloofde land en er is het verdronken land. Er is een kloof tussen burgers. En die wordt onderschat.

Deze segregatie, en met name de toestand van de verliezers, vormt een uitstekende voedingsbodem voor de handelaren in angst. Dat wordt deels onderkend maar het is nog altijd te weinig onderwerp van politiek debat, laat staan van doortastend beleid.

6.

Deze achterstelling reduceren we het best niet tot de sociaaleconomische positie van mensen. Het heeft ook te maken met de beschikbaarheid van en de toegankelijkheid tot netwerken, diensten en voorzieningen. Velen ontberen het sociaal en cultureel kapitaal dat noodzakelijk is om zich als een volwaardig burger in een ingewikkelde samenleving te kunnen opstellen.

Mensen zijn niet alleen op zoek naar een betaalbare en kwaliteitsvolle woning, een huis, maar ook naar een thuis, een omgeving waar ze zich kunnen verplaatsen (mobiliteit), mensen kunnen ontmoeten (groene openbare ruimten) en waar ze terechtkunnen met hun vragen en zorgen. Zo bleek uit een brede bevraging door de armoedeorganisatie ’t Antwoord in Turnhout dat het (opnieuw) openen van de loketten (van het stadsbestuur, banken ,…) de eerste prioriteit van mensen in armoede was.

Uit een bevraging door de armoedeorganisatie ’t Antwoord in Turnhout bleek dat het (opnieuw) openen van de loketten de eerste prioriteit van mensen in armoede was.

Nu krijgen ze het gevoel dat de collectieve verbanden (familie, buurt en regio) die hen omringen uiteenvallen, terwijl ze geen controle hebben over de grotere machten die hun leven beheersen. De Amerikaanse politieke wetenschapper, Michael Sandel, noemt dit ‘het verlies aan zelfbestuur en de erosie van gemeenschap’. Niet voor niets pleit hij voor een ‘gelijkheid van omstandigheden’, wat vertaald kan worden in een ‘nabijheidspolitiek’ (Dominique Willaert) die afstand neemt van een rechts-populistische achteruitkijk-discours (voor ‘onze mensen’) en tegelijk uitzicht geeft om voor de problemen van de grote wereld (voor alle mensen) oplossingen te zoeken in het kleine van het dagelijks leven. Voorbeelden zijn er genoeg: decentrale duurzame energievoorzieningen via coöperatieve samenwerkingsverbanden, stimuleren van de korte keten inzake voedselproductie en -consumptie, openbare ontmoetingsruimten, betaalbare energiezuinige woningen en vervoersmogelijkheden.

In de nabijheid kan een wereld opengaan. Tenminste als deze nabijheidspolitiek vergezeld gaat van een systematische aanwezigheid van democratische politici en zeker van het middenveld in de leefwereld van mensen. Alternatieven zichtbaar en populair maken, zonder in populisme te vervallen. Het kan werken.

7.

Ook mensen in rijkere (plattelands)gemeenten hebben bij de laatste parlementsverkiezingen voor Vlaams Belang gekozen. Gemeenten zoals het Kempense Hulshout waar deze partij 34,7% van de stemmen behaalde. Dat is één op drie kiezers in een gemeente waar het bbp per capita boven het gemiddelde ligt en minder dan 3% van de inwoners van niet-Europese afkomst is. Het zijn dus niet alleen mensen die onzeker zijn in hun huidige bestaan die zich laten verleiden door de lokroep van extreemrechts maar ook mensen die angst hebben om hun huidige levenswijze te verliezen. De ene heeft angst omdat hij te weinig heeft, de andere om wat hij wél heeft te verliezen.

De ene heeft angst omdat hij te weinig heeft, de andere om wat hij wél heeft te verliezen.

Of zijn er ook andere redenen? Uiteraard geeft zo’n uitslag aanleiding voor een gedegen onderzoek naar de redenen van dat stemgedrag. Heeft het te maken met gevoelens van achterstelling die mensen op het platteland hebben? Of met een tekort aan voorzieningen van dienstverlening en mobiliteit? Of speelt ook hier de teloorgang van de nabijheid een rol?

8.

‘Een hoogstammige boom. Zo plegen we aan de democratie te denken’, schrijft Antonio Scurati, auteur van de bekende Mussolini-trilogie. ‘We zien haar als een eik, een pijnboom, een populier. Om die reden denken we ook dat ze alleen kan worden geveld door een bijl of door de bliksem.’

‘Maar de democratie lijkt eerder op een wijnrank,’ stelt Scurati. ‘En zoals een wijnrank voortdurend kundige zorg verlangt, verlangt ze liefde en toewijding. De wijnrank moet geënt, gekrent, begoten worden, beschermd tegen parasieten en worden gekoppeld aan vriendelijke, sterke verbanden. Dat is een dagelijks werk: een levenswerk. Pas dan zal die kwetsbare, fantastische plant de zoete, koppige wijn van de democratie geven’ (Uit ‘Fascisme en populisme’)

Deze bijdrage verscheen in de Zomerreeks 2024 - Verzet van Samenleving & Politiek.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.