Abonneer Log in

Menu voor een andere migratiepolitiek

  • Pascal Debruyne - Docent en onderzoeker asiel en migratie aan Odisee Hogeschool, Kenniscentrum Gezinswetenschappen
  • 12 maart 2024

Vandaag paaien de meeste partijen een ‘wit publiek’ met beleidsvoorstellen die het welvaartschauvinisme versterken. Het is hoog tijd dat politici een genuanceerder en vooral eigen verhaal vertellen over ‘sociale mobiliteit in superdiversiteit’.

‘MIGRATIE IS NORMAAL'

‘Migratie is normaal’ vertelt een menukaart bij de Instroom Academy van Seppe Nobels. Het beeld is een kunstwerk van Nico Dockx van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen die in zee ging met Seppe Nobels en zijn multiculinaire brigade van de ‘Instroom Academy’ waar men samenwerkt met vluchtelingen in het studentenrestaurant van Campus Mutsaard.

De Instroom Academy werkt als het ware ‘prefiguratief’: het project functioneert ‘in het hier en nu’ als een voorafbeelding van een ander mogelijk migratieverhaal en dito praktijk, ook voor groepen die verblijfsrecht krijgen op basis van internationale bescherming. Het staat haaks op het alledaagse beleid. In De Morgen van afgelopen weekend illustreert Bart Eeckhout nauwgezet de kloof tussen de cijfers en het hyperbolisch taalgebruik. Maar de kloof tussen de politieke praat over ‘migratie en integratie’ en het alledaagse beleid is zo mogelijk nog groter.

ZAND IN DE INTEGRATIEMACHINE

De aanpak van de Instroom Academy toont een andere realiteit dan diegene die naar bovenkomt in het negatieve rapport van het Rekenhof over VDAB in 2021 over het gebrek aan visie, monitoring en transparant uitbestedingsbeleid. Die werd gevolgd door een recente audit van Deloitte en Roland Berger over VDAB in 2023, die aangeeft dat VDAB haar basisopdracht van arbeidsbemiddeling niet aankan, vooral niet voor ‘lastiger te activeren profielen’. En dat terwijl meerdere Vlaamse ministers publiek scoorden met ‘mensen naar de VDAB sturen’.

Er is een totaal gebrek aan samenwerking en geïntegreerde aanpak tussen de VDAB en andere Vlaamse overheidsdiensten.

Zowel deze audit, als het onderzoeksrapport van de OESO over inburgering en integratie toont hoe ‘de overheid’ zich gedraagt als een octopus met het syndroom van Tourette. Er is een totaal gebrek aan samenwerking en geïntegreerde aanpak tussen de VDAB en andere Vlaamse overheidsdiensten als het Agentschap Integratie en Inburgering en ‘Onderwijs’, maar ook met de OCMW’s (dat leefloners moet aanmelden).

De bestaande integratietrajecten zijn bovendien allerminst duurzaam. Kortetermijndenken en ‘turfpolitiek’ domineren: streepjes trekken van ‘uitstromers’. Dat weten we zowel uit het doctoraatsonderzoek van Sarah Carpentier als het bovenvermelde OESO-rapport. Carpentier stelde in 2016 nochtans al dat ‘de bijstand niet als een val fungeert voor nieuwkomers’: ‘Hun kans om uit te stromen uit het leefloon daalt niet naarmate zij langer een bijstandsuitkering krijgen wat wel het geval is voor Belgische en Europese bijstandsgerechtigden.’ Het is de duurzaamheid ‘na uitstroom’ die ontbreekt. Het Oeso-rapport beaamt dat: ‘In Vlaanderen kunnen nieuwkomers tegenwoordig sneller aan de slag, maar zodra ze vijf of zes jaar in het land zijn, blijkt die tewerkstelling vaak niet duurzaam.’

'IN EIGEN HERT KIJKEN'

Overheden strooien dus zélf zand in de integratiemachine. En dat zal het zogenaamde ‘Vlaamse Turboplan’ niet zomaar oplossen, weten we uit een degelijke analyse van ABVV experten. Het turboplan wil het inburgeringsbeleid verbeteren met tien extra maatregelen verdeeld over drie grote luiken. Een eerste luik zet in op een versterking en uitbreiding van het inburgeringstraject, een tweede luik vraagt meer inspanningen van de nieuwkomer om sneller actief te worden op de arbeidsmarkt, en een derde luik beoogt een betere begeleiding richting de arbeidsmarkt. Maar een beleid dat de warme overdracht van inburgering naar de mainstream dienstverlening en arbeidsbemiddeling ondersteunt, ontbreekt volkomen. Evenals een beleid dat voorbijgaat aan de snelle toegang tot werk, zelfs als dat werk niet aansluit bij het opleidingsniveau. Opnieuw, voor nieuwkomers ligt de uitdaging niet zozeer in het vinden van werk, wel om aan het werk te blijven.

Het integratie en-inburgeringsbeleid werd onder deze Vlaamse regering trouwens opeens betalend. Nieuwe drempels dus, ook voor Unieburgers die in grote aantallen het traject vrijwillig volgden. Gevolg? Nog minder integratie. En dat voor nieuwkomers die de eerste vijf jaar geen beroep ‘mogen’ doen op de bijstand. Er wordt trouwens duchtig gesproken over ‘een meer geschrankte en voorwaardelijke toegang tot de sociale zekerheid’, of over ‘een vervangende integratiesteun’ door Vooruit, maar die is er in de feiten al. In academisch onderzoek naar de impact van zogenaamde ‘differentiële inclusie’- steeds meer voorwaardelijke toegang tot sociale rechten op basis van verschillende verblijfsstatussen - is er net oog voor de negatieve gevolgen daarvan.

De permanente opvangcrisis creëert dakloosheid voor asielzoekers die anders al zouden kunnen werken.

‘Werkende migranten dragen bij aan economie en sociale zekerheid. Ze zijn zelfs onmisbaar om onze welvaart op peil te houden.’, zegt Bart Eeckhout terecht. Overheden mogen echter eens ‘in eigen hert kijken’. Naast het manke inburgerings- en integratiebeleid, speelt ook het verblijfsrecht en -traject daar een negatieve rol in. De permanente opvangcrisis creëert dakloosheid voor asielzoekers die anders al zouden kunnen werken. De impact van dat straatleven op hun interview bij het CGVS - en dus basis voor hun verblijfsrecht - en hun latere traject ‘gezinshereniging’ is onmiskenbaar groot. En dat is maar één voorbeeld van een operationele verblijfsprocedure dat tot de verbeelding spreekt.

In mijn boek ‘Gezinshereniging onder druk. Transnationaal sociaal werk’ (epo, 2024) toon ik op basis van jarenlang kwalitatief onderzoek ook de impact aan van de complexe procedure gezinshereniging, die nog altijd in het buitenland ‘start’ met een aanvraag bij een diplomatieke post. Die procedure draagt bij aan gefnuikte onderwijscarrières van jongeren en falende arbeids- en integratietrajecten van volwassen vluchtelingen, en jarenlange scheiding van gezinsleden. Na gezinshereniging is er bovendien geen beleid van gezinsondersteuning. Dan schrikken we van vervreemding, intrafamiliaal geweld, parentificatie en sputterende integratie? Als procedures en dito migratietrajecten via wettige weg in de feiten onhaalbaar zijn, zijn ze in de praktijk niet meer dan een luchtspiegeling.

WELVAARTSCHAUVINISME

Bart Eeckhout staat niet alleen met cijfers over migratie, over uitkeringen en over aanwezige percepties ten aanzien van migratie. Ook Laura Jacobs gaf die laatst mee in Samenleving & Politiek. Daarin stelt ze dat ‘forse migratiestandpunten gematigde kiezers van centrumpartijen dreigen af te stoten.’

Dat is de echte achillespees van het migratie en-integratiebeleid. Vandaag paaien de meeste partijen - overheen (extreem)rechts, ‘het moedige midden’ en zelfs een deel van links - een ‘wit publiek’ met beleidsvoorstellen die het welvaartschauvinisme versterken, waarbij een culturele (etnische identiteit) en economische (reciprociteit) logica versmelten tot één discours, waarin de ‘vreemden’ het object van exclusie zijn.

De voorbeelden zijn legio. Ze tonen een toenemende vervlechting van migratiepolitiek en integratiebeleid. Van cursussen Nederlands in het buitenland die gekoppeld worden aan verblijfsrecht voor arbeidsmigranten - met beloftes dat te standaardiseren voor gezinshereniging -, tot het fnuiken van het groeipakket en studiefinanciering voor Niet Begeleide Minderjarigen Vreemdelingen om ‘het aanzuigeffect’ te verminderen, tot inburgeringsbeleid waar opeens een melding aan de Dienst Vreemdelingenzaken verschijnt en het verstrengen van de voorwaarden voor gezinshereniging met nog hogere inkomensvereisten of andere drempels zoals de zogenaamde ‘grace periode’ inkorten - het vrijstellingsjaar voor vluchtelingen die gezinshereniging doen waar ze niet aan extra inkomensvoorwaarden, geschikte huisvesting en ziekteverzekering moeten voldoen.

Sociaal beleid dat op regionaal niveau eigenlijk een hefboom zou moeten bieden voor sociale mobiliteit, wordt nu ingericht als instrument van migratiebeheer.

Sociaal beleid dat op regionaal niveau eigenlijk een hefboom zou moeten bieden voor sociale mobiliteit, wordt nu ingericht als instrument van migratiebeheer. Gelukkig strandden voorstellen als ‘een Vlaamse sociale bescherming’, die onevenredig en dus ongelijk zou werken voor nieuwkomers, op het Grondwettelijk Hof. Het is een beleid dat armoede creëert om migratie te ontmoedigen.

Migratie hoeft nochtans geen negatief verhaal te zijn, waar armoede domineert en groepen aan de onderkant tegen elkaar worden opgezet. De koppeling met stijgende armoedecijfers moet trouwens sterk gerelativeerd worden. In een vergelijkende analyse van 17 Europese landen meten David de Smalen, Jan Van Bavel en Wim Van Lancker van de KU Leuven in de migratie- en armoedecijfers voor de periode 2005-2019. ‘In België stond het armoedecijfer even hoog in 2019 als in 2005. Maar zonder het hogere aandeel migranten zou het armoedecijfer met 1,6 procentpunt gezakt zijn. ‘Het armoedecijfer in België schommelt rond 15 procent. Daarvan wordt dus maar een klein deel verklaard door de recente migratie’, stelt Wim Van Lancker in De Standaard.

Het is hoog tijd dat politici een genuanceerder en vooral eigen verhaal vertellen over ‘sociale mobiliteit in superdiversiteit’: een beleid dat op de naad van verblijfsrecht en sociaal recht streeft naar sociale mobiliteit. Dat zou van migratie een ‘win-win-verhaal’ maken. Om de cirkel rond te maken, en naar de Instroom Academy te verwijzen: er is nood aan een ander menu voor migratiepolitiek.

Een ingekorte versie van dit stuk verschijnt op 12/3/2024 in De Morgen.

Pascal Debruyne, Gezinshereniging onder druk, epo, Berchem, 2024.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.