Laat het Belgisch voorzitterschap van de EU, dat samenvalt met de Europese verkiezingen, de aanleiding zijn voor een debat over de toekomst van Europa. Want daarover valt echt wel meer te zeggen dan de business as usual.
© European Union
Met veel bombarie is het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie ingezet. Met een apart ontworpen logo, met de gebruikelijke feestelijkheden, met 150 toegewezen diplomaten en met drie uiterst vage doelstellingen: de bescherming van de burger, de verdieping van de internationale samenwerking en de versterking van de Unie met het oog op een nieuwe uitbreiding. Een vaagheid die iedereen moet plezieren en vooral de liberale uitstraling van onze diplomatie moet verzorgen, bovenal met duur gemaakte ego-clips. 2024 is tenslotte een verkiezingsjaar. Over de schijnwerpers zouden premier Alexander De Croo, buitenlandminister Hadja Lahbib en ook voorzitter Charles Michel duidelijke afspraken hebben gemaakt. Misschien – hopelijk – zorgen Caroline Gennez of Petra De Sutter of Paul Magnette nog voor enige afleiding in het pr-scenario.
Want over Europa valt echt wel meer te zeggen dan de business as usual. Het project van de Unie staat immers op zeer losse schroeven. Ook de geopolitieke positie in een oorlogswereld is allesbehalve richtinggevend. Om het dan nog niet te hebben over die veelgebruikte ‘normen en waarden’ die ons eigen zouden zijn en we nergens zelf toepassen. Over Frontex en het onmenselijke migratiebeleid. Of over het feit dat Europa vijf keer meer oceaan heeft dan land en dat daarover in het klimaat- of biodiversiteitsbeleid niks wordt gezegd. Of over een genocide, die zoals is gebleken op de openingsfestiviteiten, zich niet laat wegdrukken door wat volksvermaak, brood en spelen. Het zou echt wel eens over de grond der dingen mogen gaan. Vooral wanneer zo’n voorzitterschap samenvalt met Europese verkiezingen.
Europa ligt aan de basis van het huidige wereldsysteem. Hier werd de kapitalistische markteconomie ontworpen.
Europa ligt aan de basis van het huidige wereldsysteem. Hier werd de kapitalistische markteconomie ontworpen. Werd ze een exportproduct met kolonialisme en imperialisme. Hier werd de democratie met de idee van nationale staten vereenzelvigd. Hier zorgden nationalisme en economische concurrentie ook voor twee wereldoorlogen, voor de Holocaust, voor drie ‘werelden’ (de eerste, de tweede en de derde) en een aanslepende Koude Oorlog voor de wereldhegemonie eerst tussen de VS en de Sovjet-Unie en nu tussen de VS en China. In de uitvinding van het ‘Westen’ werd Europa vastgeklikt aan Noord-Amerika en zijn militair bondgenootschap. Maar Europa was ook de plek van de Renaissance en de Verlichting, van de Franse en de Russische Revolutie, van de vrijheden en de mensenrechten, van de arbeidersbeweging, enzovoort. Zoveel tegenstrijdigheden die vandaag voor een existentiële crisis zorgen tussen nationalisme, dekolonisering, een teveel aan eurocentrisme, en mensenrechten, democratie en emancipatie. Een agenda die om iets meer aandacht en debat vraagt.
DEMOCRATISCH DEFICIT
De Europese Unie is een Staat in wording zonder legitimatie. Het werkt als een genootschap van zogenaamd soevereine landen. Die hebben op basis van enkele neoliberale verdragen wel zowat de helft van de economische en regulerende bevoegdheden overgedragen aan een bureaucratie. Dat gebrek aan transparantie en democratisch debat zorgt mede voor de huidige tsunami van rechts en uiterst rechts nationalisme. Het maakt zowel een gezamenlijke geopolitiek en diplomatie als een uitwerking van een sociale harmonisering onmogelijk.
Europarlementslid Kathleen Van Brempt beschrijft in haar boek, ‘De comeback van Europa’ (Ertsberg, 2023), hoe Europa voor crisisbestrijding en bepaalde beleidsdomeinen de enige relevante schaal is geworden, maar ze toont ook hoezeer de Europese instellingen zelf deel zijn van het probleem. Itinera-stichter Marc De Vos vindt in zijn boek, ‘Grootmacht Europa. De omwenteling van de Europese Unie (Ertsberg, 2023), dan weer dat de eenmakingsdynamiek nu is vervangen door geopolitieke uitbreidingsprioriteiten. Hij zou wel eens gelijk kunnen hebben als men de accenten bij onze ministers ernstig neemt.
De EU blijft afhankelijk van een topoverleg tussen nationale leiders die moeten nagaan of ze eengemaakte economische belangen kunnen verkocht krijgen aan hun achterban.
Na verschillende naoorlogse projecten en pogingen is de huidige Unie een tegenstrijdig product van eenmaking van de markt met behoud van nationale staat en cultuur. Dat leidt tot een onhoudbare spagaat: aan de ene kant hebben de landen de zeggenschap op hun sociaaleconomisch en monetair beleid quasi verloren en aan de andere kant heeft Europa geen instrumenten om een Europese demos te ontwikkelen. Onderwijs, cultuur en socialisatie blijven exclusief nationale bevoegdheden. Europa heeft geen eigen verhaal, heeft geen ziel, maakt geen cultuur. En dus blijft de EU telkens weer afhankelijk van een topoverleg tussen nationale leiders die moeten nagaan of ze eengemaakte economische belangen kunnen verkocht krijgen aan hun nationalistische achterban en instellingen. Met de impasse van het neoliberale globalisme ten voordele van een conservatief nationalisme, soms ondersteund door arbeideristisch corporatisme, wordt dat steeds moeilijker. Men mag nog van geluk spreken dat de Brexit zo’n schabouwelijke resultaten oplevert, zo erg dat nog weinig ‘soevereinisten’ een exit voorstellen.
EUROPA HERIJKEN EN HERSCHALEN
Duurzaam overleven betekent voor de Europese Unie evenwel een reset op ten minste twee vlakken. De Europese instellingen moeten dringend worden gedemocratiseerd en gedenationaliseerd. Dat betekent dat ze moeten worden gedragen door een Europees burgerschap en niet door een getrapte nationale vertegenwoordiging. Een overgang van diplomatie naar democratie dus. Daartoe is een Europees parlement, dat uiteindelijk steunt op nationale kieskringen en partijen, onvoldoende. Zowel in de media als in de krachtsverhoudingen blijven nationale politici de wacht uitmaken. Zonder Europese gedachte, zonder een narratief en verbeelding op die schaal, kunnen burgers zich niet in het project verplaatsen. En dus is er een Europees cultuur- en onderwijsbeleid nodig. En een nieuw debat over een Europese grondwet. Dat moet steunen op het vrij verkeer van personen dat meer en meer mensen van verschillende origine doet samenleven. Europa zou meer expliciet moeten worden gedacht als een postnationalisme, als een ode aan de diversiteit tegen de monocultuur, als een nieuwe moderniteit waarin samenleven met respect voor diversiteit en verschil de norm wordt. Het overleven van de Europese Unie vereist een cultuurstrijd.
Er is een Europees cultuur- en onderwijsbeleid nodig. En een nieuw debat over een Europese grondwet.
En die strijd rond het nieuwe verbeelden van het sociale, van het samenleven, heeft ook een objectieve basis. Bekijk de demografie van het continent. De Europeanen leven niet homogeen verspreid over het territorium. Ze leven zelfs niet gelijk verdeeld in hun respectieve landen, waar regionalisme opkomt. Op minder dan één vijfde van het Europese territorium leven meer dan twee derden van de mensen die zorgen voor bijna drie kwart van de economie. Europa heeft een kerngebied. Die zogenaamde ‘blauwe banaan’ strekt zich uit van Zuid-Engeland, over de Lage Landen, het Ruhrgebied, Beieren tot Noord-Italië. Het gaat in feite om de verstedelijkte gebieden van de Renaissance: Holland en Vlaanderen, de Italiaanse stadstaten en de steden aan de Rijn met enkele antennes aan de Atlantische of de Baltische kusten. Die kern bepaalt de lat, voor beleid, productiviteit, leefwijze, arbeidsethiek, … Daartegenover staan twee perifere gebieden. De mediterrane landen en cultuur die in concurrentie staan met een lagere arbeidsproductiviteit (maar wel met een meer evenwichtige levenswijze). De Oost-Europese landen die hun postcommunistische transitie naar een concurrentiële markteconomie verwerken. Het Europese Cohesiebeleid poogt die regionale verschillen weg te werken, maar wel vanuit de productivistische standaarden van het (vooral protestantse) Noordwesten.
Meer nog dan de landen vormen de stedelijke netwerken de ruimtelijke onderlegger van de Europese economie.
Die zonering wordt nog verscherpt door de postindustriële verstedelijking. De meerderheid van de Europeanen woont nu in stedelijke gebieden. Veelal in (kleinere) historische steden: zo’n 500 van meer dan 150.000 inwoners, 52 van tussen 500.000 en 1 miljoen, 36 van meer dan 1 miljoen en zo’n 70 metropolen van meer dan 1 miljoen inwoners. Maar bovenal zijn die stedelijke knooppunten met elkaar verbonden. Meer nog dan de landen vormen die netwerken de ruimtelijke onderlegger van de Europese economie. De ‘space of flows’ is belangrijker geworden dan de ‘space of places’. Dat is wat het Europese continent samenhoudt. Daardoor ook zijn de landen, zeker in de periferie, verplicht veel te investeren om hun steden in die netwerking te houden, veelal ten nadele van de landelijke gebieden die verarmen en zo ook daar weer de mensen naar de stad drijven. Steden worden aldus steeds meer plekken van aankomst, van nieuwkomers en superdiversiteit. Niet alleen van ‘migranten’, maar ook van vele ‘binnenlanders’. Ziedaar de diepere systemische dynamiek van de Europese Unie: kern-periferie en verstedelijking. Maar die wordt verhuld en verzwegen door de rechtse en conservatieve nationalistische retoriek. Die wordt niet gehoord in de besluitvorming.
HET EUROPEES VERHAAL ACTUALISEREN
De toekomst van de Europese Unie hangt samen met de keuze voor een vernieuwd Europees narratief. Dat moet inzetten op een ‘Europeanness’ waarin samenleven in diversiteit de regel wordt. Dat is vandaag al het geval in vele steden. Zo wordt het Europese debat ook een inzet voor het nationale politieke speelveld. Het wordt een pleidooi voor een meerschalige democratie, waarin de idee van de begrensde monoculturele natiestaat wordt doorbroken door de verschillende lagen van lokaal, over gewestelijk en nationaal, tot continentaal en mondiaal. Vanuit zo’n aanpak kan Europa ook een andere plaats innemen in de wereldpolitiek. Radicaal de democratie verdedigen. Beleid en allianties inzake defensie (her)bekijken. Positie innemen in conflicten binnen en buiten het continent. Kortom een eigen stem ontwikkelen die niet afhangt van een voorafgaand contact met Washington of van het Duitse Holocausttrauma. Een positie die opkomt voor een multilaterale wereldorde tegen elk hegemonisch streven en kampdenken.
Laat toch niet de enige keuze zijn tussen een conservatief en autoritair nationalisme of een neoliberale weinig transparante bureaucratie.
Zo’n debat openen en opnemen in de agenda van een EU-voorzitterschap ware echt historisch. Vanuit dat voorzitterschap verder nadenken met de Belgische steden die in 2030 Culturele Hoofdstad van Europa willen worden. Dat laten meespelen in de festiviteiten rond tweehonderd jaar België en vijftig jaar gewestvorming. En dan een interessant politiek verkiezingsdebat hebben rond goede staatshervorming en goed transitiebeleid. Misschien allemaal te ingewikkeld voor de heersende particratie of te hoog gegrepen voor onze diplomatie. Maar het is wel de enige rationele constructie om vanuit de aangekondigde crisis van de Europese Unie het debat open te trekken en op een andere leest te schoeien. Laat toch niet de enige keuze zijn tussen een conservatief en autoritair nationalisme of een neoliberale weinig transparante bureaucratie. Laat een andere Europese realiteit spreken, ontwikkel een visie op Europees burgerschap en gebruik daar het Europees voorzitterschap en de Europese verkiezingen voor. Dat zou pas baanbrekend zijn.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.