Abonneer Log in

Hoe populisten de belangstelling voor Europa voeden

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 10 (december), pagina 58 tot 63

Er zit steeds meer pep in de Europese politiek en dat komt ook door de populisten: zij betreden almaar vaker de Europese arena en brengen hun politieke drama mee. Precies dat interesseert de burger.

Mensen zeggen weleens dat er nooit wat verandert in Europa. Dat Europa een tanker is, die zijn steven vrijwel niet weet te wenden. Dat is het cliché. Maar ik denk dat we dat eens moeten herzien. Mijn observatie is totaal anders op het moment. Mede door de oorlog in Oekraïne maar ook door de pandemie, verandert Europa juist in razendsnel tempo. Eén van de dingen waar je dat aan ziet, is de manier waarop burgers tegen Europa aankijken.

Er zijn veel tekenen dat er iets begint te kantelen in Europa. Mensen zijn nog steeds niet erg tevreden met de Europese Unie, ofwel met de manier waarop die functioneert – maar ze zijn wel steeds meer tevreden geworden in de EU, met het feit dat hun land er lid van is.

Je ziet dat aan de peilingen, om te beginnen. Onder Europese burgers is de waardering voor het EU-lidmaatschap van hun land in twintig jaar tijd opgelopen van 50% tot 72%. Dit toont de eurobarometer, die steekproeven neemt in alle lidstaten en al sinds de jaren 1960 dezelfde vraag stelt – waardoor je bewegingen in de tijd ziet. Dit is een duidelijke trend: het aantal mensen dat 'weet niet' antwoordt op de vraag of het EU-lidmaatschap van hun land een goede zaak is of niet, daalt. Het aantal negatieve antwoorden daalt eveneens.

En dat komt niet doordat de visquota ineens beter werken of de digitale regulering zo goed functioneert. Nee, het komt doordat mensen het grotere plaatje ineens zien. De zin van de hele operatie. Laatst ging een filmpje van John Major viraal, de ietwat saaie Britse oud-premier, die zich steeds meer ontpopt als het geweten der natie. Op een hoorzitting in de House of Commons legde Major uit dat Brexit een 'kolossale fout' was omdat er in de wereld maar drie machtsblokken over zijn, en 'de toekomst beter is als je deel bent van zo'n groot blok dat jou kan helpen als je in de problemen zit'.

EMOTIONELE LADING

Dat is het grotere plaatje. En de populisten, interessant genoeg, zien het. Vóór de oorlog in Oekraïne wilden de meesten de EU uit. Exits. Wilders, Strache, Salvini, Le Pen: de een wilde de deur nog harder achter zich dichtslaan dan de ander. Nu zeggen ze dat amper nog. Sterker, ze hebben een andere strategie: in de EU blijven en Europa van binnenuit veranderen. Om het met wijlen de econoom Alberto Hirschman te zeggen: als er problemen zijn, kun je twee dingen doen: weglopen (exit) of het gevecht aangaan om die problemen op te lossen (voice). De populisten kiezen ineens, overal in Europa, voor voice. Ze betreden de Europese publieke ruimte, de ruimte die er al die tijd was maar waar ze nooit in wilden. Het betekent ook, waarschijnlijk, dat ze hun politieke drama meenemen.

En kijk, daar is ineens de kiem van wat er nodig is voor een meer volwassen Europese democratie: meer emotionele lading. Ik heb het natuurlijk niet over de uitwassen in de nationale politiek: persoonlijke aanvallen, beledigingen, oversimplificaties en leugens. Maar wat we in Europa tot nog toe vaak gemist hebben, zijn felle debatten, op het scherp van de snede, over onderwerpen die burgers raken. Doordat populisten hun gevechten deels van het nationale toneel naar het Europese verslepen, zullen meer Europese burgers zich ervoor interesseren.

Ik herinner me de hoorzittingen voor eurocommissaris Neelie Kroes in het Europees Parlement, in 2010. Haar werd het vuur na aan de schenen gelegd. Alles werd haar voor de voeten gegooid. Die zittingen duurden uren en waren op video te zien. Ik heb het destijds gecheckt, en maar een handjevol mensen heeft gekeken. In één adem door klaagt iedereen dan wel dat Brussel zo'n zwarte doos is.

Als de populisten meer in Europa investeren, zullen ze enorm lawaai gaan maken, over dit soort sessies en tijdens die sessies. Dan krijg je meer politiek theater. Ik wil wedden: steeds meer burgers gaan dit soort hoorzittingen bekijken. Daar gebeurt iets. Het gaat iets meer leven.

Je ziet nu al: de Poolse premier Morawiecki, de Italiaanse premier Meloni en hun Hongaarse collega Viktor Orbán investeren in de Europese politiek, ondanks hun zware clashes met Brussel. Ze spelen spelletjes, ze onderhandelen mee – en stilletjes steunen ze Europese regelingen en beleid vaker dan je op afstand zou denken. Ja, ook Orbán. Een diplomaat met wie ik laatst sprak over de Hongaarse veto's over alles wat Rusland kan schaden en elke tekst waar de term 'gender' in staat, zei: 'Ja, die veto's zijn irritant. Maar vergeet niet dat Orbán 95 procent van alles wat er voorbijkomt, níét blokkeert.'

Populisten spelen spelletjes, ze onderhandelen mee – en stilletjes steunen ze Europese regelingen en beleid vaker dan je zou denken. Ja, ook Orbán.

De populisten zijn enorm verschillend, onderling. Over de oorlog in Oekraïne, bijvoorbeeld. Tegelijkertijd wegen ze, in diverse politieke families in Brussel, steeds zwaarder in debatten over het klimaat, migratie en andere internationale thema's van deze tijd. Dat gebeurt ook met het oog op de Europese verkiezingen, volgend jaar juni. De verwachting is dat het centrum het min of meer houdt maar dat de flanken – rechts én links – iets sterker zullen worden. Zoals Marc Lazar van het Institut Montaigne in Parijs schreef: 'Populisten worden steeds meer onderdeel van de Europese politiek.'

STINKDIER

Je ziet andere partijen daarop anticiperen. Vooral centrumrechts doet dat: de christendemocratische, conservatieve familie EVP beweegt naar rechts. Het is dezelfde draai die de CDU in Duitsland, de Républicains in Frankrijk, de Britse Tories en anderen ook maken in een poging om te zorgen dat hun kiezers niet naar extreemrechts lopen. In mijn ogen is dat een heilloze weg: zo maken centrumrechtse partijen extreme ideeën mainstream, terwijl extreemrechts vervolgens zelf verder verrechtst. In de regel kost dit centrumrechtse partijen juist steun. Dit overkwam de CSU in Beieren. Achteraf zei de partijleider dat het dom was om achter extreemrechtse AfD aan te rennen: 'Du kannst ein Stinktier nicht überstinken.'

In Brussel zie je nu dat de EVP ineens afstand neemt van de Green Deal voor het klimaat, die ze eerder steunde. Boerenprotesten in allerlei landen, vooral in Nederland, hebben hen van gedachten doen veranderen. Zo kwam in juli de Europese Natuurherstelwet voor het parlement. EVP-regeringsleiders hadden die eerder goedgekeurd. Maar ineens maakte de EVP in het parlement een U-bocht: ze besloot de wet tot veler verbijstering te blokkeren. Ze eiste dat alle EVP-parlementariërs dat standpunt steunden. Dat was hard ball: zouden alle EVP-parlementariërs loyaal zijn aan de nieuwe partijlijn? Ineens werd die stemming enorm spannend. Buiten sloeg Greta Thunberg met andere activisten haar tenten op, binnen werd er gewheeld en gedeald bij het leven. Uiteindelijk kwam de wet er nét door, zij het in verwaterde vorm. Maar de media, en zeker het Amerikaanse netwerk Politico, dat tuk is op politiek drama (ook al is het er niet), hadden een topdag. Ze tikten hun vingers blauw aan artikelen over moddergooien en armdrukken. Dit was nog eens wat anders dan slaapverwekkende chemische richtlijnen of landbouwsubsidies. Dit was rauw politiek veldwerk. En het gevecht begint pas. De stemming was nog niet voorbij of de messen werden geslepen voor de volgende veldslag: de ontwerpwet over pesticiden in het najaar van 2023.

GEOPOLITIEK GEWICHT

Een correspondent van The Economist schreef in 2002: 'Vertel iemand dat je als journalist in Brussel werkt en hij vraagt je met zo'n blik vol mededogen: 'Do you find that interesting?' Vandaag de dag zou geen journalist dit meer schrijven. Sinds Covid en vooral de Russische invasie in Oekraïne voelt iedereen dat de Europese politiek interessant is. Ik houd al jaren spreekbeurten op allerlei plekken in Europa, en merk dat de interesse voor wat er in Brussel gebeurt toeneemt. Mensen beginnen te beseffen dat ze wel een mening hebben over Europa, maar er weinig van weten. En vragen honderduit.

Sinds Covid en vooral de Russische invasie in Oekraïne voelt iedereen dat de Europese politiek interessant is.

Politieke debatten over controversiële thema's als het klimaat, die eerst lokaal en nationaal waren, worden steeds Europeser. Niet alleen omdat het onderwerpen zijn waar burgers echt een mening over hebben, maar ook omdat geopolitieke ontwikkelingen ze meer gewicht geven. Neem de controverse over de rechtsstaat in landen als Polen en Hongarije. Dat is altijd een Europees onderwerp geweest, maar veel mensen zagen dat vroeger niet zo. Ze zeiden: dat is toch een zaak van die twee landen? Dat verandert. Rusland probeert zijn oude rijk weer op te tuigen en delen van Europa in zijn invloedssfeer te trekken. Het bedreigt de Baltische staten en Polen. Sommigen zeggen dat de wereld in tweeën wordt verdeeld, in democratieën versus autocratieën. In welke categorie valt Hongarije dan? En Polen? Meer in die van de autocratieën, zou je zeggen. Dat schuurt. Rechtse populisten zélf maken er ook een Europees verhaal van, door te zeggen dat het christelijke Europa bedreigd wordt door immigratie, de islam en de woke agenda. Al die dingen komen samen in één brandpunt: het debat over Europese waarden.

Dit is, anders dan onderhandelingen over hoeveel gram suiker een kilo muesli mag bevatten, een kwestie waarbij de burger overeind gaat zitten. Dit interesseert hem. Hij ziet meteen: dit gaat mij aan. Geen wonder, dus, dat een recente peiling aangaf dat 67% van de Europeanen zou gaan stemmen als er nu Europese verkiezingen waren. Vijf jaar geleden, een jaar voor de vorige Europese verkiezingen, was dat minder: 58% (iets meer dan 50% ging daadwerkelijk stemmen). En dát was al bijna 10% meer dan de vorige keer – het hoogste percentage sinds 1994. Nog een indicatie dat de Europese politiek de interesse van steeds meer burgers wekt.

Een andere reden voor die groeiende interesse heeft te maken met steun voor Oekraïne. Steun van burgers voor Europese maatregelen voor Oekraïne blijft opvallend hoog en tamelijk constant: 69%. Voor de oorlog wilden veel burgers geen nieuwe uitbreidingen meer. Nu steunt 64% de toetreding van Oekraïne. Ook dat percentage is constant. Waarom? Uitbreiding was altijd een technisch onderwerp. Als een land wilde toetreden, moest het aan eindeloze criteria voldoen. Chapters werden geopend, vinkjes gezet, lijvige voortgangsrapportages gemaakt die zo technisch waren dat niemand ze las. Nu is het een keiharde politieke kwestie, gedreven door geopolitieke keuzes, geen marktbeginselen.

MEER MACHT

In dit verband is het interessant op te merken dat wij in Europa anders gaan denken over 'macht'. Lang was de vraag in Europa als het over macht ging: wie heeft de macht, Brussel of de lidstaten? Het was een zero sum game: als de Commissie meer macht kreeg, kregen de lidstaten dús minder. Nu gaat die vlieger steeds minder op. De Commissie heeft de afgelopen jaren meer macht gekregen. Ze gaat over vaccins, terwijl gezondheid nooit een Europese competentie was; ze gebruikt eurobonds, die altijd taboe waren, om Europese economieën te helpen; ze faciliteert wapenaankopen voor Oekraïne, wat tot nog toe ondenkbaar was.

Tegelijkertijd kun je zien dat dit niet ten koste gaat van nationale soevereiniteit, ofwel de macht van de lidstaten. Integendeel: de lidstaten zijn óók machtiger geworden. Want al die beslissingen zijn door de lidstaten genomen. Zij zitten ook, als het gaat om eurobonds, vaccins en wapenaankopen, samen met de Commissie aan het stuur bij de uitvoering van die besluiten. Vroeger lieten ze de uitvoering altijd over aan de Commissie. Commissie en lidstaten zijn een soort co-beslissers geworden. En co-managers. Een mooi voorbeeld is ook de migratiedeal met Tunesië. De Eurocommissaris heeft die deal getekend. Maar Mark Rutte en Giorgia Meloni deden grotendeels de onderhandelingen. En zij tekenden mee, namens andere nationale regeringsleiders. Is dit Europees? Is dit intergouvernementeel? Allebei. Zo komen we in een totaal ander discours terecht dan we tot nog toe hadden.

Volgens Brigid Laffan, emeritus hoogleraar aan het European University Institute in Florence, moeten we onderscheid maken tussen twee soorten macht: power over en power to. Power over is de oude manier waarop we in Europa naar macht keken. Als je macht hebt over anderen, zit daar een element van dwang in, van ongelijkheid en soms geweld. Zo wil Rusland de macht over Oekraïne hebben. Power to daarentegen is de macht om te handelen, om dingen voor elkaar te krijgen. Dit, zegt Laffan, is waar het in Europa steeds meer over gaat: 27 landen die vrijwillig bijeen zitten – niemand dwingt je om lid te worden – en samen dingen doen die ze alleen niet voor elkaar krijgen.

Dit is waar het in Europa steeds meer over gaat: 27 landen die vrijwillig bijeen zitten en samen dingen doen die ze alleen niet voor elkaar krijgen.

Die gedeelde macht, want dat is het, begon technisch, met de interne markt. Zo werd de EU een mondiaal machtsblok: wereldwijd moeten bedrijven aan Europese regels en normen voldoen als ze die markt op willen, waardoor die regels zich over de hele wereld verspreiden. De Fins-Amerikaanse jurist Anu Bradford noemde dit 'the Brussels effect'. Sommigen verlangen terug naar die goeie oude tijd van de EEG, 'toen we alleen een economische club waren'. Maar in een wereld vol rauwe machtspolitiek, met verzwakt multilateralisme, hevige rivaliteit tussen machtsblokken en een agressief Rusland op de drempel volstaat enkel normatieve macht niet meer. Daarom ontwikkelt Europa politieke macht. Om zich staande te houden. Vergis u niet: het zijn de lidstaten die dit doen. Zíj nemen de besluiten in Brussel. Zíj bepalen wie die uitvoeren. Soms doen ze het zelf. Soms vragen ze het de Commissie. Vaak – steeds vaker – doen ze het samen.

Het wordt er niet overzichtelijker op, voor de burger. Maar ergens voelt die wel dat het oude antagonisme tussen 'wij hier' en 'die eurocraten in Brussel' een beetje aan het verdwijnen is. De Europese technocratie wordt politieker, met alle drama en confrontatiepolitiek van dien. En dat interesseert de burger.

Dit is een bewerkt fragment uit de 39ste Pacificatielezing die Caroline de Gruyter op 4 november 2023 heeft gehouden in de Pacificatiezaal van het stadhuis in Gent. De volledige tekst van de 39ste Pacificatielezing is te bestellen via www.pacificatielezingen.org.

Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 10 (december), pagina 58 tot 63

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.