Emoties zijn niet tegengesteld aan de rede, maar net deel van ons redelijk instrumentarium.
Emoties stuwen onze politieke beslissingen. Jongeren zijn kwaad over het klimaatbeleid. Boeren over het stikstofakkoord. Academici zijn verontwaardigd over haatspraak aan hun universiteiten, of vrezen een inperking van de academische vrijheid. Om steun te vragen voor humanitaire rampen, wordt beroep gedaan op de emotie. Politici scoren met het laten zien van emotie in journalistieke interviews en memoires. Volgens sommigen zijn het tekenen aan de wand: we leven niet in een democratie, maar in een emocratie. In zo'n samenleving regeren emoties over de rede. Het gevoel is belangrijker dan het verstand, feelings over facts.
In de waarschuwing voor de emocratie spelen twee veronderstellingen: emotie en rede zijn tegenpolen die elkaar per definitie in de weg zitten, en de rede moet uiteindelijk zegevieren over de emotie. Die aannames zijn niet zo evident als ze lijken.
De idee van emoties als 'stupide stuwingen in buik en boezem' is al lang niet meer gangbaar.
De idee van emoties als 'stupide stuwingen in buik en boezem', om het met de woorden van Luuk Gruwez te zeggen, is al lang niet meer gangbaar. De meeste filosofen denken dat emoties niet tegengesteld zijn aan de rede, maar net deel zijn van ons redelijk instrumentarium. Een emotie, net zoals een redelijke overweging, is een manier om de werkelijkheid te verwerken en te beoordelen. Dat strookt met hoe we intuïtief over emoties denken. Als iemand kwaad is, dan vragen we waarom, we luisteren naar hun redenen, en kunnen hun woede meer of minder gepast vinden. De woede zegt iets over de staat van de wereld en de waardekaders van de boze persoon. Kijk naar de klimaatjongeren. Zij zijn kwaad omdat ze de wereld waardevol vinden, en tegelijk vaststellen dat de planeet alsmaar heter wordt en de beleidsmakers zelfs het laaghangend fruit niet plukken.
Dat wil niet zeggen dat een emotie altijd juist zit. Net als met onze overtuigingen kunnen ook emoties op verkeerde veronderstellingen berusten, of van bedenkelijke waardekaders getuigen. Angst voor vluchtelingen is daar een mooi voorbeeld van. Die wordt vaak gevoed door een vertekend beeld van de komst van nieuwkomers ('ze zullen onze jobs afpakken!') en racistische vooroordelen ('ze zullen hun conservatieve waarden aan ons opdringen!'). Emoties verschillen in dat opzicht dus niet erg van overtuigingen: beide kunnen meer of minder redelijk zijn.
Het klopt wel dat emoties ons soms minder direct inzicht geven in onze veronderstellingen en waardekaders. Je weet niet altijd meteen waarom je boos, verdrietig, of vreugdevol bent. Daarom hebben emoties nog steeds de reputatie 'onredelijk' te zijn. Maar ook bij zogenaamd redelijke overtuigingen weten we niet altijd wat onze redenen zijn om iets te geloven. Zowel emoties als overtuigingen hebben baat bij kritisch zelfonderzoek.
Omdat emoties 'directer' zijn, kunnen ze iets onthullen over onze echte overtuigingen.
Omdat emoties 'directer' zijn, zeggen sommige filosofen zelfs dat ze iets kunnen onthullen over onze echte overtuigingen. Alison Jaggar omschrijft outlaw emotions als emoties die tegen de conventie ingaan, bijvoorbeeld een persoon van kleur die kwaad wordt om een goedbedoelde racistische mop, of een vrouw die niet vrolijk maar bang wordt van een compliment op straat. Die emoties kunnen verrassen, want de persoon van kleur dacht misschien de humor van de mop wel in te kunnen zien, en de vrouw op straat zou toch gevleid moeten zijn door een compliment? Outlaw emotions, zegt Jaggar, zijn noodzakelijk om een kritisch perspectief op de wereld te vormen. In plaats van ze te klasseren als te emotioneel of overgevoelig moeten we ons afvragen: waar komen deze emoties vandaan?
Alison Jaggar staat in een traditie van denkers die de klassieke hiërarchie tussen rede en emotie in vraag stelt. In een onrechtvaardige wereld kunnen emoties net een bron van kennis zijn, zegt ook Audre Lorde in een essay over de kracht van het erotische. Door de rede steeds weer bovenaan te plaatsen, en de emotie als tegenpool te schetsen, wordt bovendien een klassiek mannelijk verhaal herhaald: je moet sterk zijn, niet huilen, niet tonen dat je geraakt bent, tegen een stootje kunnen, eelt kweken. De kritiek op mijn generatie dat we hypersensitieve sneeuwvlokjes zouden zijn, lees ik in dat licht als een patriarchale verzuchting.
Waarschuwers voor de emocratie hebben niet helemaal ongelijk. Er schuilen gevaren in sentimentaliteit, en de nadruk op emoties van politici draagt bij aan een persoonlijkheidscultus die de democratie inderdaad in de weg kan zitten. De aandacht verschuift zo van inhoud en beleid naar wie de charmantste politicus is, wie grappig uit de hoek kwam in een nationale spelshow, en wie zich relatable opstelt door mee te doen aan een dragwedstrijd. Emoties zijn ook een open doel voor manipulatie, wanneer ze niet worden bevraagd en onderzocht. Het succes van het populisme steunt op zulke niet onderzochte emoties. Maar het neerbuigende spreken over emoties brengt ons ook niet verder. Alarmistisch waarschuwen voor emocratie smaakt naar een oude saus in een nieuw pakje: laat toch de rede zegevieren, gy emotioneel vrouwmensch!
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 8 (oktober), pagina 42 tot 43
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.