Telkens opnieuw moet ik als onderzoeker politici wijzen op hun veronderstelling dat veel mensen te veel leefloon krijgen.
Ooit was ik gespecialiseerd in tienerzwangerschap. Als er nieuws was, bijvoorbeeld cijfers over het aantal geboortes en abortussen op jonge leeftijd, publiceerden journalisten graag en gretig. De thema’s waar ik nu rond werk, namelijk leefloon en OCMW’s, zijn ook ruim aanwezig in de pers. De aandacht is echter selectiever. Vooral berichten die leefloongerechtigden in een negatief daglicht stellen, halen publicatie.
Zo ook het bericht van Antwerps schepen voor Sociale Zaken, Tom Meeuws, in Het Nieuwsblad van afgelopen zaterdag. Volgens hem ontvangen gezinnen met inwonende leefloongerechtigde meerderjarige kinderen te veel leefloon. Hij vraagt meer manoeuvreermarge voor de lokale besturen. Dezelfde vraag werd enkele maanden geleden gesteld door N-VA-mandatarissen in de Knack. Daarop reageerden collega’s en ikzelf met een opinieartikel: ‘Het leefloon mag geen spelletje hoger/lager zijn’. Onze boodschap kwam blijkbaar niet aan, want Meeuws maakt dezelfde kapitale denkfout als de N-VA-mandatarissen.
Tom Meeuws maakt dezelfde kapitale denkfout als de N-VA-mandatarissen over de hoogte van het leefloon.
Ze doen uitschijnen dat een gezin met een alleenstaande moeder, een minderjarig kind en een meerderjarig kind, als ze aan alle voorwaarden voldoen, automatisch een leefloon gezinslast voor de moeder (1.674 euro) en een leefloon samenwonende voor het meerderjarige kind (826 euro) ontvangt.
Het OCMW heeft echter manoeuvreerruimte tussen 1.674 euro (louter het leefloon voor de moeder) en 2.499 euro (leefloon voor moeder en kind). Het OCMW mag immers het inkomen van de moeder dat het niveau leefloon samenwonende overschrijdt in rekening brengen bij de berekening van het leefloon voor het kind. 1.674 is 848 euro meer dan het bedrag leefloon samenwonende (826 euro). Die 848 mag worden afgetrokken van het leefloon samenwonende van het kind (826 euro). Mogelijke eindsom is dat het kind niets ontvangt. Het OCMW kan beslissen of en hoeveel van het inkomen van de moeder in rekening gebracht wordt bij het bepalen van het recht van het kind. Dat klinkt verdacht veel als de door de Vooruit-schepen en de N-VA-mandatarissen gevraagde manoeuvreerruimte.
Laten we ervan uitgaan dat de politici de redeneerfout niet bewust maken. Dat ze werkelijk denken dat ze met handen en voeten gebonden zijn. Ook dan is het hoogst problematisch dat ze focussen op dit vermeende teveel aan leefloon en niet op een veel groter probleem, namelijk het tekort voor gezinnen met minderjarige kinderen.
Politici focussen op het vermeende teveel aan leefloon en niet op een veel groter probleem, namelijk het tekort voor gezinnen met minderjarige kinderen.
Ben je alleenstaand of koppel, heb je 1 of 3 minderjarige kinderen, het leefloon blijft 1.674 euro. Als we ook rekening houden met het Groeipakket, ligt het beschikbaar inkomen voor een alleenstaande leefloongerechtigde met één minderjarig kind 115 euro onder het menswaardig inkomen. Voor een koppel is dat 695 euro. Met meer kinderen wordt de ontoereikendheid enkel dramatischer.
Dat politici in perstussenkomsten focussen op de gezinnen die zogenaamd te veel krijgen, is – rekening houdende met het schrijnende tekort aan de andere kant van het spectrum – onvergeeflijk. Ik kijk uit naar politici die opstaan en – in lijn met quasi alle andere Europese landen – pleiten voor leeflooncategorieën die rekening houden met het aantal kinderen in een gezin. Zulke verandering in vormgeving van de leeflooncategorieën kan ook een oplossing zijn voor het vermeende teveel bij gezinnen met meerderjarige kinderen.
Dus zowel de juistheid als de focus van de redenering in het artikel in Het Nieuwsblad laten te wensen over. Hier moet ik, ten slotte, nog ‘een fout in de oplossing’ aan toevoegen. Zowel voor de gezinnen die te weinig ontvangen, als de gezinnen die te veel zouden ontvangen, zien de mandatarissen een oplossing op het lokale niveau. Ze willen zelf kunnen bepalen waar iemand echt nood aan heeft en op basis daarvan het leefloon aanpassen.
Tom Meeuws beroept zich hierbij op de REMI-tool, een instrument dat – op basis van wetenschappelijk onderzoek – bepaalt wat een gezin nodig heeft om menswaardig te leven. Het OCMW van Meeuws hanteert de REMI-tool zowel om meer te geven aan wie niet voldoende heeft als om equivalente leeflonen af te toppen bij een gezin dat meer heeft dan menswaardig nodig lijkt.
Een oplossing voor alles lijkt het wel. Zij het niet dat de oplossing vrijblijvend is. Het OCMW van Tom Meeuws legt bij en topt af. Er zijn echter ook OCMW’s die het niet nodig achten om voldoende bij te geven aan de leefloongerechtigde die te weinig heeft. En steeds meer OCMW’s verschaffen een meerderjarig inwonend kind geen leefloon, onafhankelijk van een ernstige noodberekening. Met dat voor ogen, lijkt het heilzamer om vaste federale afspraken te maken over de hoogte van een leefloon, dan lokale OCMW’s de nood te laten bepalen.
Het lijkt heilzamer om vaste federale afspraken te maken over de hoogte van een leefloon, dan lokale OCMW’s de nood te laten bepalen.
De hoogte van het leefloon afhankelijk maken van een lokale berekening is ook in strijd met de recent verhoogde aandacht voor de vereenvoudiging van het aanvraagproces van het leefloon. Een onderzoek van Wim Van Lancker en mezelf leidde tot het herstructureren van het sociaal onderzoek in een aantal OCMW’s. We ontdekten dat de aanvraagprocedure 32 dagen duurt en dat behoorlijk wat aanvragen doodlopen op het niet inleveren van specifieke documenten. Het lijkt dus uit den boze om het sociaal onderzoek nog te verzwaren met een extra controle, die zowel tijd als extra documenten vergt. Deze tijd hebben mensen in geldnood niet. Een leefloon moet worden toegekend op basis van duidelijke, gemakkelijk en snel te controleren voorwaarden.
Vroeger moest ik elke journalist corrigeren in de veronderstelling dat het aantal tienerzwangerschappen aan het stijgen is. Nu moet ik hetzelfde doen met de veronderstelling dat veel mensen te veel leefloon krijgen. Het is een impliciete veronderstelling die leidt tot foutieve aannames, een foutieve focus en foutieve voorstellen. Maar vooral: bij elk nieuw artikel met deze boodschap zijn er leefloongerechtigden die niet weten waar kruipen van schaamte of verontwaardiging.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.