Andreas Malm en het Zetkin Collectief schreven een standaardwerk over zowel het antifascisme als de klimaatbeweging.
White Skin, Black Fuel
'Wij hebben grote centra die dag en nacht branden en hun enorme vuren over het hele platteland uitblazen. Wij hebben een heel woud van immense fabrieksschoorstenen, doordrenkt met ons zweet, waarvan de kapitalen van uitdijende rook onze hemel omhooghouden, die alleen maar gezien wil worden als een enorm fabrieksplafond.' Aan het woord is de Italiaanse dichter Filippo Marinetti (1876-1944). Als voorman van het futurisme droomde hij van een wereld waarin de perfecte, nieuwe mens de natuur en haar medemens beheerste door middel van machines, gevoed met olie, gas en steenkool. Die wereld zag hij enkel mogelijk in het fascisme. En hij was niet alleen. In Duitsland zag de filosoof Ernst Jünger (1895-1998) in de vernietiging van de Eerste Wereldoorlog, die hij aan het front van dichtbij meemaakte, de essentie van het menselijk bestaan. Als een eeuwige krijger die zoals de wapens en tanks die van de productielijnen liepen als een machine functioneerde in dienst van de grote leider. De twee mannen zijn voorbeelden van de obsessie die het fascisme had met machines en fossiele brandstoffen. We moeten niet spreken van 'bloed en bodem', maar van 'bloed en olie'.
Hun ideeën, en die van de grote leiders die ze verkozen, over het verband tussen volk, ras, natuur en energie worden diepgaand geanalyseerd in White Skin, Black Fuel. On the Danger of Fossil Fascism. Het boek werd geschreven door Andreas Malm en het Zetkin Collectief. Andreas Malm is een marxistisch academicus en activist. Hij verwierf bekendheid en beruchtheid met zijn boek How to Blow Up a Pipeline (Verso, 2021), waarin hij pleitte voor een meer radicale klimaatbeweging. Het Zetkin collectief is een groep van academici en activisten die de politieke ecologie van extreemrechts in kaart brengt. Het Collectief is vernoemd naar de Duitse geleerde en politica Clara Zetkin, die in de jaren 1920 als één van de eerste het fascisme analyseerde.
In het boek bestuderen de auteurs wat verschillende extreemrechtse partijen in Europa (met vooral aandacht voor de Scandinavische landen, Polen en Hongarije), in de Verenigde Staten en in Brazilië zeggen over en doen rond de klimaatcrisis. Ze spitten uit hoe het fossiel kapitaal, zijnde industrie en bedrijven die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen voor hun productie en kapitaaluitbouw, al vanaf het einde van de jaren 1950 inzicht kregen in hun rol in de klimaatverandering. In plaats van actie te ondernemen, gingen ze vanaf de jaren 1960 klimaatontkenners en conservatieve denktanks financieren, zoals The Heartland Institute in de Verenigde Staten en 55 Tufton Street in het Verenigd Koninkrijk, dat niet alleen een incubator was voor klimaatontkenning maar ook voor de Brexit.
Andreas Malm en het Zetkin Collectief tonen aan hoe islamofobie als bliksemafleider functioneert om het maar niet over klimaatverandering te moeten hebben.
Ondersteund door een uitgebreid notenapparaat tonen Andreas Malm en het Zetkin Collectief aan hoe extreemrechtse partijen een etnonationalistisch discours over klimaatverandering hanteren, waarin migratie en islamofobie als bliksemafleider functioneren om het maar niet over klimaatverandering te moeten hebben. Daarbij worden drie narratieven gebruikt:
Het eerste narratief is dat van de pure ontkenning: 'Er is geen klimaatverandering, de echte crisis is migratie en de instroom van moslims.'
Het tweede narratief is dat van de halve ontkenning: 'Er is een klimaatopwarming, maar de mens heeft hier geen invloed op. Door overbevolking in de niet-westerse wereld en de migratiestromen naar het Westen, komt onze welvaart onder druk.'
Het derde narratief is het meest complexe: de complottheorie. Deze complottheorie komt in twee versies. De eerste variant luidt als volgt: 'Klimaatverandering is een cultuurmarxistische samenzwering waarmee de witte westerling wordt verzwakt om zo door de moslims te worden vervangen.' Hier bouwen wijdverspreide racistische theorieën, zoals de Eurabia theorie (een meer hedendaagse versie van de Protocollen van de wijzen van Zion) en de grote verplaatsingstheorie, op verder. De tweede variant van deze complottheorie is dat klimaatverandering effectief bestaat en dat de mens hierin een rol speelt omdat ze is vervreemd van bodem en cultuur door het modernisme. Deze variant is vooral populair in Frankrijk met de 'Nouveau Ecologie'. Deze beweging werd in 2014 opgericht door het toenmalige Front National, dat onder Marine Le Pen een bocht maakte weg van haar vaders klimaatontkenning. Jean-Marie Le Pen hakte op een bijeenkomst nog een watermeloen in twee om te tonen dat wat groen was aan de buitenkant eigenlijk rood was aan de binnenkant. Dit econationalisme van onder meer Marine Le Pen is een eerder nieuw fenomeen. Het bouwt verder op een conservatieve en raciale ondertoon in het ecologisme met het malthusiaans discours van overbevolking, dat eind jaren 1960 opgang maakte. Invloedrijk was het nu in diskrediet gebrachte The Population Bomb (1968) van de Stanford-professor Paul Ehrlich. Dit boek, en de werken die hieruit voortkwamen, had een grote impact op de ecologische beweging van de jaren 1970. Het legde de verantwoordelijkheid van klimaatverandering en dalende biodiversiteit bij de overbevolking, die vooral niet-westers was. (Veel van deze auteurs hadden zelf wel grote gezinnen en pleitten er voor dat westerlingen meer moest kweken om zo de 'juiste waarden te verspreiden'.)
In het etnonationalisme, en het daaruit voortkomende fossiele fascisme, wordt de aarde gezien als de natuurlijke eigendom van de witte mens waarmee die over andere rassen mag heersen. In het econationalisme wordt dit wat bijgesteld, maar blijft men de gevolgen van de klimaatverandering minimaliseren en poogt men via een ecologisch verhaal over eigen bodem eerst het etnonationalistische project te realiseren. Econationalisme staat zo diametraal tegenover het ecosocialisme. Dat wil, vanuit socialistische principes, de gevolgen van klimaatverandering beperken en een systeem bouwen waarin de mens met zichzelf en de natuur in symbiose kan leven.
Vaak wordt een debat opgestart over identiteit en migratie, waarin letterlijk de vergelijking wordt gemaakt tussen windmolens en minaretten.
Op dit moment heeft het rechtse narratief over klimaatverandering het overwicht. Hoewel het uitgesproken narratief van klimaatontkenning wat naar de achterkamers is verschoven, is het vervangen door een klimaatobstructionisme. Elke poging tot klimaatactie wordt tegengehouden of afgezwakt. Vaak wordt daarbij een debat opgestart over identiteit en migratie, waarin letterlijk de vergelijking wordt gemaakt tussen windmolens en minaretten. Maar ook in het politieke centrum, en zelfs op links, zien Andreas Malm en het Zetkin Collectief klimaatobstructionisme. De hoofdreden daarvoor wijten de auteurs aan het gebrek aan radicale ideeën langs progressieve kant om de klimaatcrisis op te lossen. Zeker omdat in de voorgestelde plannen vaak de gewone mens wordt benadeeld, en niet de grote vervuilers.
Hier hadden de auteurs misschien beter een derde belangrijke speler naar voren gebracht, naast het econationalisme en het ecosocialisme: het ecocentrisme. Het ecocentrisme is de huidige doctrine van overheden op het vlak van klimaatbeleid: een doctrine die handelt vanuit economische belangen en het kapitaal beschermt. Het is namelijk het ecocentrisme dat ervoor zorgt dat de grote internationale akkoorden, zoals die van Kyoto en Parijs, worden afgezwakt in het voordeel van de fossiele industrie. Het is het ecocentrisme dat van klimaatverantwoordelijkheid een individuele, in plaats van een collectieve, zaak maakt. Het is het ecocentrisme dat aan de rechterkant van het politieke spectrum partners zoekt, eerder dan aan de linkerkant. Het zijn de von Pappenheimers van de klimaatcrisis.
Andreas Malm en het Zetkin Collectief schreven met dit boek een standaardwerk over zowel het antifascisme als de klimaatbeweging. Ze bouwden hiermee een theoretische brug tussen beide bewegingen. Het is een indrukwekkend bouwwerk. Het belangrijkste dat we eruit kunnen meenemen, is dat het grootkapitaal en extreemrechts hand in hand gaan voor klimaatobstructie. De beste manier om hen te bestrijden, bestaat erin concrete ideeën en plannen te blijven formuleren voor een meer sociale en klimaatneutrale toekomst.
Victor Debeerst
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 6 (juni), pagina 76 tot 79
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.