Het streven naar ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid blijft botsen. Om dit te ontmijnen heb je niet alleen een doordachte roodgroene politiek nodig, maar ook een synchrone beleidsvoering.
Groen en rood, het streven naar ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid, blijven botsen. Dat zag je duidelijk op het einde van 2022 in het Brusselse mobiliteitsdossier Good Move. De framing van PVDA en PS was voorspelbaar: hier de well to do bobo's die meer ruimte voor hun bakfietsen willen, daar de laaggeschoolde die 's morgensvroeg meteen in de auto moet kunnen springen om tijdig op het werk te geraken. In dit cliché schuilt een serieus stuk sociologische waarheid. Toch is de beeldvorming problematisch, en dan niet alleen omdat ze onbezonnen het belang negeert dat ook minder kansrijken gebaat zijn bij betere lucht en veiliger verkeer. Het klassenaccent mag wel beduidend uitgesprokener zijn, de ingeburgerde framing bij een bepaalde linkerzijde is een variant van het N-VA-discours over de kloof tussen wereldvreemde groenen en hardwerkende Vlamingen.
Het ecosocialisme kan ondertussen op een respectabele intellectuele pedigree bogen, maar politiek valt er dus nog een lange weg te gaan. Zelfs als rood en groen samen regeren, lijkt het moeilijk om de met beide kleuren overeenstemmende besognes beleidsmatig te laten sporen. Binnen de verschillende achterbannen bestaan divergerende belangen, zeker op de korte termijn, en leven uiteenlopende visies op de openbare ruimte. Hoog- en laagopgeleiden bewonen verschillende economische en culturele werelden, waardoor ze andere prioriteiten hebben en onderscheiden waarden koesteren. Zo vereist doelgericht denken en handelen op de lange termijn dat je in het hier en nu stabiele grond onder de voeten hebt. Amper rondkomen of slechts een klein beetje geld kunnen opzij leggen, net genoeg om dringende malheuren te dempen, zet je gevangen in de korte termijn. Toekomstproblemen lijken dan luxeproblemen.
Amper rondkomen, zet je gevangen in de korte termijn.
De botsingen tussen – pour faire vite – groene en rode noden getuigen van verschillende rationaliteiten: dàt is de spreekwoordelijk kern van waarheid in de overbekende stereotypen van hierboven. Wat de logica zelve is voor een beter verdienende, donkergroen peinzende hooggeschoolde, vindt iemand die enkele sporten lager op de sociale ladder staat allesbehalve vanzelfsprekend. Overigens zijn er ook primair pecuniair denkende hooggeschoolden: zij houden er weer een andere ratio op na. Alle rationaliteit is waardengebonden, maar realistisch aandoende waarden hangen voor een flink deel samen met reële levenscondities. Je waardeert wat je kàn waarderen, waarbij altijd ook het verschil tussen korte en lange termijn speelt: investeren in de toekomst veronderstelt dat je thans geld kan missen.
TE VEEL MEDIAPOLITIEK
Politiek, dat is de bindende want door legitiem gezag gedekte toebedeling van waarden, zo stipuleerde David Easton, één van de medegrondleggers van de politicologie, zeventig jaar geleden in The Political System. Minder omzwachteld gesteld, in een terminologie die anno 1953 bepaald not done was in de VS: politiek komt neer op het machiavellistisch doordrukken van een ideologische agenda. In een pluralistische cultuur die ook sterk is geïndividualiseerd, voelt dat vaak aan als symbolisch geweld: 'waarom moet ik doen wat die groene politicus mij wil opleggen?'. De kakel- annex spektakeldemocratie bevordert nog eens de proliferatie van harde waardenstandpunten: niets makkelijker en goedkoper, ook in de letterlijke zin, dan een tweet waarin men zich als moedige voorvechter van deze moraal of gene waarde positioneert. Dat gebeurt op links en op rechts, door groene en rode politici. Het bezwaart per definitie de mogelijkheid van een groenrode politiek of roodgroen beleid.
Mediapolitiek is, behalve een nauw luisterend taalspel, bovenal symbolische politiek die platitudes uitvergroot tot waarheden en waarden ombuigt tot absoluutheden. Het gebeurt allemaal vanuit de premisse dat front- en backstage, volatiele waardenpolitiek en ideologisch gestuurde beleidsvorming twee verschillende werelden zijn. Wie overdreven veel geloof hecht aan wat politici debiteren pour la galerie is, ouderwets gezegd, katholieker dan de paus. Tweetpolitiek simuleert politiek – maar de eerste weegt natuurlijk ook wel op de tweede.
Dat groen botst met rood hangt samen met de druk van de spektakeldemocratie om negotieerbare verschillen tweetgewijs uit te vergroten tot onoverbrugbare geschillen.
Facit: dat groen geregeld botst met rood, ook wanneer er samen wordt bestuurd, heeft te maken met berekende communicatie, in relatie tot de belangen en waarden van een achterban; het hangt tevens samen met de druk van de spektakeldemocratie om negotieerbare verschillen tweetgewijs uit te vergroten tot onoverbrugbare geschillen. Evengoed wegen oprecht aangehangen ideologische prioriteiten, of onderscheiden definities van het wenselijke en hun vertaling in actuele dossiers. Er speelt echter nog iets anders, een zeg maar structurelere factor die inherent is aan het moderne politiek systeem en haar tendens tot specialisatie en differentiatie. Daarmee correspondeert een verschillende temporalisering van beleidsagenda's, waardoor de gelijktijdigheid zoekraakt die bijvoorbeeld een gemeenschappelijk draagvlak voor ecologische en sociale maatregelen kan creëren.
De beleidsverklaring van een nieuw gemeentebestuur, of een pas samengestelde regering, leest als een telefoonboek van goede bedoelingen. Absolute meerderheden zijn zeldzaam, zodat de compromislogica domineert. Het resultaat is een niet-sluitende optelling van desiderata, een patchwork van ambities dat werd geweven op maat van de krachtsverhoudingen tussen de bakkeleiende partijen. Iedereen vindt er iets in terug van eigen gading: iedereen blij – tot het echte werk begint. Dat gehoorzaamt niet aan de conjunctieve logica van én-én: dat realiseert een groene doelstelling op een ander moment dan een rode ordonnantie. Daardoor verdampt de kans op beleidssamenhang en voelt de ene groep zich uitgesloten wanneer een andere schijnbaar op eenvoudig verzoek wordt bediend.
TE WEINIG SYNCHRONE POLITIEK
'Waarom moeten wij, als weinig verdienend gezin, ons huis vergroenen terwijl de rijken nauwelijks belastingen betalen?'. 'Het klopt toch niet dat enkele groene bobo's hier eerst voor niks een huis kopen en dan via hun schepen hun autovrije levensstijl opdringen?'. Dat soort verzuchtingen dus, die de rode framing van groene thema's of voorstellen gretig van uitroeptekens voorziet. Om ze te ontmijnen heb je niet alleen een doordachte roodgroene politiek nodig, maar ook een synchrone beleidsvoering. Die vereist simpelweg dat je ecologische en sociale maatregelen gelijktijdig neemt, aankondigt en doorvoert.
Een synchrone beleidsvoering vereist dat je ecologische en sociale maatregelen gelijktijdig neemt, aankondigt en doorvoert.
Je maakt armere wijken verkeersluw, en je communiceert op hetzelfde moment enkele net genomen besluiten die de levensstandaard van hun bewoners helpen opkrikken. Je amalgameert op een heldere manier groene en sociale maatregelen, zonder het soort compensatielogica dat groene waarden als vanzelfsprekend in de symbolische eredivisie laat spelen en voor de dompelaars uit de tweede klasse een flankerend beleid voorziet. Zeker op EU-niveau is dat dominante discours van tegemoetkoming meer dan eens ronduit beledigend: alsof sociale duurzaamheid niet even belangrijk is als ecologische. Het lijkt ook adding insult to injury want 'Brussel' is in de feiten veel meer begaan met het implementeren van een groene (en een blauwe) agenda dan een rode.
Synchrone politiek botst met de taakdifferentiatie tussen ministers en hun administraties, die nog eens wordt versterkt door het verlangen om alleen te scoren. Evengoed speelt de 'eigentijd' van dossiers: je kan niet zomaar timen dat een rood en een groen dossier plusminus op hetzelfde moment landen. Maar meer afstemming kan en moet: zonder synchrone beleidsvoering blijven we hangen in de spagaatpolitiek die mediagenieke partijvoorzitters graag opkloppen tot de opgeblazen alfa van hun ego en de imploderende omega van hun programma.
Synchrone politiek, dat is gelijktijdig oversteken; ecosocialisme, dat is gelijktijdig groene en rode maatregelen decreteren en communiceren; gelijkheidspolitiek, dat is niet enkel met gelijke kansen vertrekken en onderweg gelijk behandeld worden: ze vereist evenzeer dat de uiteenlopende noden en belangen van verschillende statusgroepen gelijktijdig en gezamenlijk worden erkend én aangepakt.
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.