De canon als democratisch proces van onderuit: tussen utopie en daadkracht.
Op 9 mei 2023 werd de Vlaamse canon gelanceerd. 'Hèhè', sms'te een collega toen die in Genk werd voorgesteld. 'Eindelijk kunnen we het terug over andere dingen hebben.' De inkt was op, de stemmen hees, de plaat met argumenten grijsgedraaid. En aangezien de inhoud zowel voor- als tegenstanders meteen leek te kunnen bekoren, voelde 9 mei als een zucht van verlichting in de plaats van het startschot van een proces. Dat was nochtans de hoop die verschillende historici vooraf hadden uitgesproken: dat we het na de lancering eindelijk over de inhoud zouden hebben. Dat de 60 vensters niet alleen zouden worden gelezen, maar ook opengegooid om een democratisch en diepgaand gesprek over het verleden op gang brengen, zodat de canon méér kon doen dan alleen de politieke agenda van de Vlaamse regering dienen.
Een canon mag dan geen ideaal instrument zijn voor democratisering van het verleden, men hoeft maar naar Nederland te kijken om te zien dat het er wel degelijk voor gebruikt kan worden. Laat die anti-canons maar komen! Professor Jan Dumolyn – zelf lid van de canoncommissie – deed al een eerste voorzet: hij bouwt samen met een groep historici aan een alternatief canon van de sociale strijd. Dit soort initiatieven komen het gesprek inhoudelijk zeker ten goede, maar daarmee is het proces nog niet democratisch.
Laat die anti-canons maar komen! Zo bouwt Jan Dumolyn samen met een groep historici aan een alternatief canon van de sociale strijd.
Om te democratiseren heb je andere middelen nodig, andere vragen en – vooral – andere mensen. Ik heb het dan niet per se over de canoncommissie of de betrokken experten, maar vooral over de in geschiedenis geïnteresseerde Vlaming die de afgelopen maanden in de media werd opgevoerd. Mannelijker, witter en hoogopgeleider dan de opiniestukken en interviews over de canon wordt het niet. Waar was de stem van de jongeren, de leerkrachten en de inburgeraars om wie het zogenaamd allemaal te doen was? Hun inbreng beperkte zich schijnbaar tot geduldig aan de kant wachten tot de wijsheid klaar was om aangeleverd te worden. Wie ervan droomt de canon in te zetten als middel om een meer democratisch, meerstemmig proces van onderuit uit te bouwen, heeft als eerste en belangrijkste opdracht om het uit de handen te halen van het huidige debatclubje zodat er ruimte komt voor nieuwe stemmen. Want die ruimte komt er niet vanzelf, dat kan ik je vertellen.
Sinds 2018 reis ik de superdiverse wijken van Gent af voor het project De vierkante kilometer (STAM Stadsmuseum). Als 'historian in residence' ga ik met wijkbewoners op zoek naar verborgen geschiedenissen. We vertrekken daarbij niet van datgene wat onder historici bekend is, maar van de vragen die in de wijk leven. In canontermen: de 'vensters' worden van onderuit bepaald. Regelmatig krijg ik de vraag hoe ik erin slaag om zo veel diverse mensen geïnteresseerd te krijgen in geschiedenis. Alsof dat iets is waar ik moeite voor moet doen. Laat mij daar dus duidelijk over zijn: de interesse voor geschiedenis is even groot in de onderbuik van deze samenleving als in de ivoren toren. Zeker op plaatsen waar pertinente vragen bestaan over de toekomst, borrelen automatisch vragen over het verleden op. Dus nee, dat kost geen moeite.
De interesse voor geschiedenis is even groot in de onderbuik van deze samenleving als in de ivoren toren.
Wat wél veel moeite kost: ervoor zorgen dat die stemmen ook gehoord en erkend worden, een open gesprek faciliteren tussen verschillende perspectieven, zorgen dat ook de moeilijke vragen gesteld kunnen worden. Zo groot als de diversiteit aan stemmen en het enthousiasme voor geschiedenis, zo ongelijk zijn de kansen verdeeld om mee aan de onderhandelingstafel te schuiven. Mensen willen meespreken over geschiedenis, dat is het probleem niet, maar worden ze ook uitgenodigd? En als ze uitgenodigd worden, hebben ze dan iets te zeggen? De ambitie om de vensters van de canon open te gooien is mooi, maar waar kunnen mensen met hun éigen vensters terecht? En hoe verbinden we al die vensters met elkaar?
Dat zijn de vragen die er vandaag toe doen. Niet alleen in de context van de canon, maar in het algemeen voor de samenleving. Superdiversiteit daagt onze omgang met het verleden in de praktijk veel meer uit dan de Belgisch-Vlaamse tegenstelling waar de focus in de afgelopen jaren op lag. Met Ons Gedeeld Verleden pleit ik voor een radicale democratisering van de onderhandeling over het verleden. Ik zie daarin een belangrijke rol weggelegd voor de erfgoedsector. Hoewel veel mensen musea en erfgoedinstellingen blijven beschouwen als mausolea voor het heilige verleden, creëert een nieuwe generatie er volop ruimte voor nieuwe stemmen. De ambitie om laagdrempelige fora te maken waar mensen met hun eigen 'vensters' op het verleden terechtkunnen, klinkt misschien utopisch, maar wij doen het elke dag. En worden elke dag opnieuw overtuigd van het belang en de waarde daarvan.
Met de inhoud die er vandaag ligt, biedt de canon zeker kansen voor dergelijke processen van onderuit. Maar die processen zullen zichzelf niet automatisch in gang zetten. Wie de ambitie heeft om de canon als democratisch instrument in te zetten, zal zich niet alleen moeten afvragen waarover we het willen hebben, maar vooral: met wie.
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 6 (juni), pagina 38 tot 39
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.