De burger is steeds meer overgeleverd aan lokale keuzes en een ontmantelde centrale overheid. Dat is onrechtvaardig.
© ID/ Bas Bogaerts
We nemen de lezer even mee naar het Vlaanderen van de jaren 1980 en 1990. Een sterk welzijnsbeleid geeft het jonge gemeenschapsbestuur mee vorm. Armoede, opbouwwerk, welzijnswerk, … krijgen decreten. Hiermee kunnen sociale en middenveldorganisaties een duurzame werking opbouwen nabij lokale gemeenschappen. Fondsen met ronkende namen als 'Vlaams Fonds voor de Integratie Van Kansarmen' en 'Sociaal Impulsfonds' sturen lokale besturen richting een armoede- en stedenbeleid. Het Sociaal Impulsfonds geeft lokale besturen middelen in handen om zes jaar lang een lokaal welzijnsbeleid te ontwikkelen. De lokale besturen ontvangen geen blanco cheque, het zijn geoormerkte middelen: ze dienen enkel voor sociaal beleid. En met de oprichting van de VDAB in 1989 kiest Vlaanderen voor een centrale aansturing van het werkgelegenheidsbeleid. Onder meer via de lokale werkwinkels krijgt het centrale beleid een lokale invulling.
Het centrale bestuur bepaalt de middelen en doelstellingen in deze eerste periode. De lokale besturen stellen de prioriteiten en geven een invulling aan de uitwerking van de gekozen lijn. Dat heet subsidiariteit. Hogere overheden moeten niets doen wat door de lagere overheid kan gebeuren.
KEIZER KOSTER IS TERUG
Al snel klinkt er kritiek bij de lokale besturen. De planlast is te hoog. De Vlaamse overheid is te bevoogdend. De keizer koster is terug en woont op het Martelarenplein, sneert toenmalig Brakels burgemeester Herman De Croo. De Vlaamse overheid geeft gehoor aan het gemor. Vanaf 2013 maakt elke gemeente één meerjarenplan, waarin ze autonoom keuzes maakt. Weg met de geoormerkte fondsen. Weg met planlast.
Het is een lijn die ook vandaag doorwerkt. Zo is huidig minister van Binnenlands bestuur, Bart Somers, overtuigd 'dat armoede bestrijden het best lokaal begint, omdat gezinswerkers kunnen helpen de deurwaarder te bellen, de kinderen op school in te schrijven, de VDAB te contacteren en een verslaving aan te pakken'. Somers gaat daar ver in. Momenteel laat hij onderzoeken of de lokale besturen de taken van de VDAB kunnen overnemen. Dit alles past in een groter decentralisatieplan van de Vlaamse regering.
Zeker, sociaal beleid kan niet zonder lokale aanspreekpunten, straathoekwerkers, buurthuizen, enzovoort. Op lokaal niveau zorgt een divers hulp- en dienstverleningsaanbod voor een kwalitatieve rechtsbedeling en ondersteuning. En het lokale is een broedplaats voor nieuwe maatschappelijke spelregels.
De Vlaamse overheid vergeet af te dwingen dat lokale besturen dat sociaal beleid ook uitvoeren.
Alleen vergeet de Vlaamse overheid af te dwingen dat lokale besturen dat sociaal beleid ook uitvoeren. Het gevolg is dat sociale ondersteuning een kwestie wordt van waar je woont. Nochtans is dat probleem allesbehalve nieuw. Een blik op de kaart van de verdeling van sociale huurwoningen leert ons al decennia dat er grote verschillen zijn per gemeente. Onderzoekster Berenice Storms toonde vijftien jaar geleden al aan dat de aanvullende steun merkelijk verschilt per OCMW. Een studie uit 2020 van het Nederlands Sociaal en Cultureel planbureau ondergraaft de aanname dat gemeenten de ondersteuningstaken voor kwetsbare burgers beter kunnen uitvoeren dan hogere bestuurslagen. Integendeel, het leidt tot meer ongelijkheid. Niet bepaald een rechtvaardige aanpak dus.
KEIZER ZONDER KLEREN
Ook Vlaanderen zelf is zich hier bewust van, zo blijkt in de praktijk. Nadat de middelen zijn gedraineerd naar het lokale beleidsniveau, zien we ministers noodgedwongen hun toevlucht nemen tot het ondersteunen van lokale projecten.
Neem het welzijnsbeleid. Lokale besturen bepalen nu zelf of lokaal sociaal beleid dode letter blijft of niet. De minister stelt geen stringent regelgevend kader voorop, maar stimuleert enkel 'interessante initiatieven'.
Of neem het Geïntegreerd breed onthaal (GBO), één van de pronkstukken van het decreet lokaal sociaal beleid. Dat moet ervoor zorgen dat mensen zonder omwegen bij de juiste dienstverlening belanden. OCMW, CAW en de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen moeten hun onthaal daarom lokaal afstemmen. Nergens is bepaald hoe dat moet gebeuren en met hoeveel personeel.
Of neem de zorgzame buurten, één van de laatste realisaties van voormalig minister Wouter Beke. In een zorgzame buurt zijn de voorwaarden vervuld opdat mensen ongeacht leeftijd, grote of kleine zorgen comfortabel in hun huis en buurt kunnen blijven wonen. Opnieuw een mooie ambitie, maar ook hier enkel tijdelijke projectfinanciering en coaching.
ONRECHTVAARDIG
Sociaal beleid is niet langer gegarandeerd. De Vlaamse regering verzaakt aan haar plicht. Ze schuift haar verantwoordelijkheid om rechten te garanderen door naar steden en gemeenten. De burger is overgeleverd aan lokale keuzes en een ontmantelde centrale overheid. Dat is onrechtvaardig.
De Vlaamse regering schuift haar verantwoordelijkheid om rechten te garanderen door naar steden en gemeenten.
Nochtans hoeft zo'n kader niet moeilijk te zijn. De Grondwet geeft mensen sociale bescherming. Iedereen heeft recht op een toereikend inkomen en werkbaar werk. Iedereen kan beroep doen op kwaliteitsvolle en toegankelijke hulp- en dienstverlening op alle levensdomeinen. Hierdoor moet iedereen een menswaardig leven kunnen leiden. Deze rechten gedijen het best op centraal beleidsniveau. Er zijn immers meer sterke schouders om de lasten te dragen. Bovendien vermijdt enige afstand willekeur en vooringenomenheid.
Dat is best een stevige sokkel waarop sterke steden en gemeenten lokaal sociaal beleid kunnen vormgeven, samen met de betrokkenen. Elke burger dezelfde rechten laten genieten, zou dat geen mooie doelstelling zijn van een nieuwe staatshervorming? Met een versterkte centrale sociale bescherming en een gegarandeerd lokaal sociaal beleid.
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 4 (april), pagina 32 tot 33
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.