Troy Vettese en Drew Pendergrass hebben een plan voor het bouwen van Utopia, maar niet voor de weg ernaartoe.
Half-Earth Socialism
"A Plan to Save the Future from Extinction, Climate Change and Pandemics", het is degedurfde omschrijving die op de cover staat van Half-Earth Socialism. En het plan van milieuhistoricus Troy Vettese en computeringenieur Drew Pendergrass is dat zeker. Voor deze utopische socialisten is de enige manier om klimaatverandering en de zesde uitsterving tegen te gaan, de helft van de aarde te verwilderen. Dit project valt volgens hen enkel te verwezenlijken met socialistische planeconomie, radicale ecologische maatregelen en computers.
EEN VERWILDERDE WERELD
Half-Earth Theory werd ontwikkeld door de grondlegger van de sociobiologie, Edward Wilson. Het is zeker geen mainstream idee, maar leeft wel sterk onder aanhangers onder ecologisten. Wilson ontwikkelde zijn theorie bij het onderzoeken van biodiversiteit van natuurreservaten. Hij observeerde dat er een mathematische equivalentie was tussen de grootte van een natuurgebied en de biodiversiteit ervan. Halveert men een natuurgebied, halveert men ook de biodiversiteit. Gebaseerd hierop berekende Wilson hoeveel procent van de aarde beschermd natuurgebied moet zijn om de ineenstorting van globale biodiversiteit te voorkomen. Daaruit kwam dat men 50% van de aarde beschermd natuurgebied moet maken. Op dit moment is dit 15%. (Noteer dat de Biodiversiteitstop COP15 van december 2022 het ambitieuze plan opleverde om het verlies aan natuur te stoppen, onder meer door tegen 2030 30% van de planeet en 30% van de aangetaste ecosystemen onder bescherming te stellen).
Voor Vettese en Pendergress is Half-Earth de enige, realistische strategie hiervoor. Dit door de opslag van CO₂ en temperatuur regelende factoren aanwezig in natuurlijke ecosystemen. En door een buffer te voorzien tussen mens en bacteriën en virussen, wat nieuwe pandemieën moet voorkomen.
Maar, in tegenstelling tot Wilson en de meeste aanhangers van Half-Earth, stellen de auteurs dat het onder de neoliberale markteconomie niet mogelijk is om dit te verwezenlijken. Dit lukt enkel met socialistische planeconomie.
UTOPIA OF UTOPIE?
De auteurs omschrijven zichzelf als utopische socialisten. Op het eerste zicht lijkt het dat ze zich willen aansluiten bij de historische traditie van het utopisch socialisme van Saint-Simon en Fourier, beiden Franse hervormingsdenkers ten tijde van de Franse Revolutie. Maar buiten enkele escapades naar de progressieve utopische literatuur van William Morris en William Godwin, is het eerder een verwijzing naar de Oostenrijkse filosoof en econoom Otto Neurath.
Neurath werkte aan het begin van de 20e eeuw rond non-monetaire planeconomie. Hij omschreef zijn denken als Wetenschappelijk Utopisme. Lid van de onfortuinlijke Beierse Radenrepubliek, werd Neurath later de opponent van Hayek en de Mont Pellegrin groep. Belangrijk hierbij was zijn verzet tegen het pseudorationalistisch denken – het geloof dat één enkele metriek alle beslissingen kan sturen. Dit betekende dat Neurath niet enkel kritisch was tegenover de neoliberale maatstaaf van winst, maar ook tegenover de marxistische maatstaaf van arbeidstijd. Vettese en Pendergress gebruiken Neurath, en de terminologie van het utopisch socialisme, om zich kritisch op te stellen tegen Marx die, vanuit Hegel, de natuur beschouwt als iets dat moet worden vermenselijkt (anders gezegd: iets dat moet worden overheerst, naar de hand van de mens worden omgezet).
Het is een gemis dat de auteurs niet ingaan op de traditie van het socialistisch utopisme, in de lijn van Saint-Simon en Fourier. Dat was niet enkel het vertellen van verhalen over hoe een mogelijke, socialistische toekomst er kon uitzien. Maar ook het bestuderen van mogelijke economische en sociale modellen om samen te leven. Vaak ook dichtbij of in lijn met de natuur, geïnspireerd door Roussiaanse idealen. Socialistisch utopisme had een aantal ecologische aspecten, zoals geo-engineering. De meest bekende is wellicht Fourier, die het zelfs mogelijk zag om de zee een limonadesmaak te geven. Hadden de auteurs het utopisch socialisme uitgebreid kritisch behandeld, dan hadden ze een sterk filosofisch fundament gegeven aan hun ideeën.
ECOMODERNISME GEEN OPLOSSING
De hoofdreden waarom de auteurs kiezen voor Half-Earth is omdat de technologische uitwegen van ecomodernisten geen oplossingen bieden voor de klimaatkwestie.
De hoofdreden waarom de auteurs kiezen voor 'Half-Earth' is omdat de technologische uitwegen van ecomodernisten geen oplossingen bieden voor de klimaatkwestie.
Twee voorbeelden die de auteurs kritisch bespreken, zijn BECCS en Fast-Breeders.
Eerst over BECCS. Dat staat voor Bio-Energy Carbon Capture _and__ Sequestration_. Het is een systeem waarbij een biomassacentrale energie opwekt, vervolgens CO₂ opvangt en het ondergronds opslaat. Het is een populaire vorm van koolstofopname die vaak door ecomodernisten wordt aangehaald in computersimulaties om de Klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. Overheden en privé investeerden al verschillende miljoenen in deze technologie. BECCS kent echter verschillende problemen. Vooreerst neemt biomassa veel land in. Om zelfs maar een klein deel van het huidig energiegebruik te kunnen opvangen, zal men een groot gedeelte van landbouwgrond en natuurgebied moeten opofferen aan de voorziening van biomassa. Daarnaast is het bouwen van BECCS erg duur en verbruikt het veel kostbare grondstoffen. Ook, om CO₂ op te vangen en op te slaan, zal een groot gedeelte van de energie die opgewekt wordt door de biomassa hiernaartoe moeten gaan. Dit alles maakt het rendement van BECCS zeer laag en, in vergelijking, de vervuiling en grondgebruik zeer hoog. Misschien is het belangrijkste om nog te vermelden dat BECCS voorlopig enkel theoretisch bestaat.
Een ander voorbeeld dat de auteurs aanhalen, zijn Fast-Breeders. Dit zijn kleine nucleaire energiecentrales die draaien op nucleair afval, om zo geen gebruik te moeten maken van de slinkende en vervuilende uraniumvoorraden. Vettese en Pendergrass spreken zich algemeen uit tegen nucleaire energie. Persoonlijk denk ik dat klassieke nucleaire energiecentrales zeker een onderdeel moeten zijn van het uitbouwen van een koolstofvrije en zelfs CO₂ negatieve energievoorziening. Waar ik de auteurs wel in volg, is hun kritiek op fast-breeders. Ik heb al menige renders gezien van kleine fast-breeders installatie gedrenkt in inox en glas, omringd door parkjes en spelende kinderen. Ze tonen ons een idyllische toekomst. Het probleem is dat fast-breeders geen echte oplossing zijn; los van het feit dat ze eigenlijk nog niet bestaan. Ze zijn niet ecologisch, niet veilig, en het is zeer waarschijnlijk dat ze nooit effectief zullen kunnen worden ingezet.
De reden dat ecomodernisten deze onbestaande technologie verkiezen boven andere, bestaande technologieën is omdat theoretische computermodellen en wunderwaffen toelaten klimaatverandering te bestrijden zonder dat iemand iets van welvaart moet opgeven. Vergeet degrowth, vergeet veganisme, vergeet verwildering. We zuigen gewoon de CO₂ uit de lucht, steken de fast-breeder aan, schilderen de toppen van de bergen wit en niemand moet iets in zijn levensstijl aanpassen. In deze fantasie triomfeert de mens over de natuur. Maar in de realiteit is het nettoresultaat van deze technologieën pover en wordt er veel geld en technische expertise verspild aan het ontwikkelen en produceren van exotische apparaten die weinig of geen voordeel opleveren.
HET PLAN
Hoe willen Vettese en Pendergrass dan precies het Half-Earth plan via een socialistisch planeconomie verwezenlijken? Hun finaal doel is het bekomen van een leefbare planeet voor de volledige mensheid om een volwaardig leven te hebben. Dit doorheen ongeziene verwilderingsprojecten met enorme hervormingen in landbouw, energie, transport en industriële processen. Vettese en Pendergrass maken hiervoor gebruik van het, door de Sovjet-wiskundige Leonid Kantorovich ontwikkelde, lineair programmeren. Dat is een algoritme voor het optimaliseren van een operatie. Dit aangevuld met verschillende computermodellen en ecologische beperkingen.
Het doel is een leefbare planeet door ongeziene verwilderingsprojecten met enorme hervormingen in landbouw, energie, transport en industriële processen.
De efficiëntie van economisch plannen en het stroomlijnen van globale productiekanalen aan de hand van lineair programmeren is al bewezen door multinationals zoals Amazon en Unilever. In de huidige wereldeconomie worden we omgeven door informele (monetaire) planeconomieën. Ze komen voort uit de meerjarenplanning van multinationale en internationale handelsverdragen, met jaarlijkse quota's voor de aankoop van goederen en grondstoffen. Dit alles stuurt de wereldeconomie. Het heeft een wezenlijke impact op ons leven en het klimaat, maar voorziet geen democratische inspraak in hoe onze wereld eruit kan zien. Planeconomieën zijn van nature centralistisch en technocratisch. Vettese en Pendergrass pleiten voor directe en openbare beraadslaging over de verschillende toekomstplannen die hun utopisch planbureau zou voorleggen.
WACHTEN OP DE REVOLUTIE
Wat Vettese en pendergrass voorstellen, is een uitdaging aan socialisten en progressieve ecologisten om nieuwe denkkaders te ontwikkelen en oude ideeën van onder het stof te halen. Het grote probleem met hun utopie is echter dat hun plan enkel kan werken door ongeziene internationale samenwerking en eenstemmige politieke, economische en sociale visie. Zelf geven ze toe dat dit eigenlijk enkel mogelijk is bij een enorme klimaatramp, met daarna een revolutie. Dit is een wel zeer optimistische kijk op de wereld. Hierdoor vallen de auteurs voor één van de kritieken van Marx en Engels op het Utopisch Socialisme. Ze hebben een plan voor het bouwen van Utopia, maar niet voor de weg ernaartoe. Het is immers niet mogelijk, en niet wenselijk, om te wachten tot er een grote klimaatramp plaatsvindt en iedereen begint samen te werken. We moeten daar vandaag, liever dan morgen, binnen het nationale en internationale framework mee beginnen. We moeten vandaag, liever dan morgen, werken aan het verdubbelen van de huidig beschermde natuuroppervlakte in Vlaanderen, een regio met volgens de Vlaamse ruimteboekhouding slechts 15% 'groene bestemming'.
Het boek van Vettese en Pendergrass is finaal een uitdaging aan socialisten en ecologisten om een nieuwe denkrichting uit te gaan, bepaalde ideeën te laten inslapen en andere radicale ideeën van onder het stof te halen. Er valt veel kritiek te geven op dit boek. Maar de wijze waarop het de lezer uitdaagt over de toekomst na te denken, kan enkel worden geprezen.
Victor Debeerst
Samenleving & Politiek, Jaargang 30, 2023, nr. 2 (februari), pagina 68 tot 71
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.