John Vandaele groeide uit tot een dromer, die ergens dat ideaal van een autarkisch bestaan blijft koesteren.
De melkboer en de geschiedenis
John Vandaele is een verdienstelijk journalist, die tegenwoordig schrijft voor Mo*. Hij is lang geleden begonnen als freelancer en schreef onder meer voor De Morgen. Hij heeft enkele meer dan verdienstelijke boeken op zijn naam over internationale politiek en economie. Nu brengt hij een vuistdik werk dat een mengeling is van zijn persoonlijke geschiedenis en de wereldgeschiedenis. Hij vertelt het verhaal van zijn familie, te beginnen met zijn grootvader, een landbouwer ergens in West-Vlaanderen. Ook zijn wereldgeschiedenis begint voor de Tweede Wereldoorlog. Hou je vast voor een vogelvlucht.
Zijn grootouders leefden van een kleine boerderij, in een soort autarkisch bestaan. Zijn taaie grootvader weigerde te specialiseren en hield zijn gemengd bedrijf aan. Hij had koeien en kippen, en verkocht melk en eieren. Het voer verbouwde hij zelf. Zijn kinderen hielpen mee en voor studeren was geen tijd. Dat hij niet wilde weten van schaalvergroting en specialisering ging in tegen Europa en het bedrijf werd nooit een groot succes. Maar heel wat jaren later kwam zijn 'businessmodel' terug onder de idee van korte keten. Grootvader probeerde ook, ver van de Leie en met een diepe waterput, een vlasfabriek uit te bouwen, maar dat bleef niet duren. De boerderij was een kleine wereld, maar dat belette niet dat op de achtergrond een wereldwijd netwerk invloed uitoefende. We hebben misschien de neiging om globalisering als een recent verschijnsel te zien, maar de kolonies legden eigenlijk een globale economische laag over het lokale niveau. De kerk bepaalde, soms tot in detail, hoe mensen zich moesten gedragen. Dat vrouwen hoofddoeken droegen, was lange tijd heel gewoon.
De ouders van John Vandaele werden melkboeren. Zijn vader gaf het boeren op, om handel te drijven in melkproducten.
De ouders van de auteur werden melkboeren. Zijn vader gaf het boeren op, om handel te drijven in melkproducten. Hij behoorde tot de laatste generatie die bij de mensen langs ging om zijn waar te verkopen. De warenhuizen maakten aan die praktijk een einde. Of toch niet voor altijd, vandaag wordt het hier en daar weer gedaan. In elk geval konden de kinderen nu wel studeren. De tijden werden op materieel vlak trouwens voor iedereen beter. De televisie deed zijn intrede en zorgde er voor dat ook gewone mensen meer geïnformeerd werden. Miljoenen keken naar dezelfde werkelijkheid. De auteur vertelt hoe hij niettemin vooral een kind van de natuur was. Die natuur zou in zijn omgeving in de loop van de jaren zowat volledig volgebouwd en verdrongen worden. Maar iedereen had werk en inkomen, en er werd voluit gebouwd aan de sociale zekerheid. Er waren trouwens handen te kort en er werden massaal arbeiders uit verre landen aangetrokken.
Dit had een prijs, ook al besefte niet iedereen dat even vlug. De uitstoot van CO₂ explodeerde. Een Zweedse prof had nochtans al op het einde van de 19e gewaarschuwd dat die CO₂ zou zorgen voor een opwarming van de atmosfeer, maar de honger naar lotsverbetering was te groot. De voorbije 10.000 jaar schommelde de hoeveelheid CO₂-deeltjes per miljoen deeltjes tussen 230 en 270. In 1928 was dat al 306, in 1960 316, in 1972 330, in 1979 336, In 2005 379. Het belette de auteur niet om op te groeien in een wereld die wel heel snel veranderde, maar toch nog voor een stuk vast zat aan een ouderwets plattelandsbestaan. Hij had een tante missionaris, die zijn blik opende op Afrika en de grote wereld. Pas later besefte hij dat ook missionarissen ingepast werden in een koloniaal beleid, dat in het geval van Congo en Burundi op de eerste plaats de Belgische belangen diende. Maar zij bracht het tijdschrift Wereldwijd in huis.
Ik ga niet in op de collegejaren van de auteur, met zijn bekommernissen over het milieu en zijn botsingen met het katholieke geloof. Je leest hoe zijn afkomst een bepalende rol bleef spelen. Naar eigen zeggen zeilde hij mee op de golven van zijn tijd, geraakt door wat er in de lucht ging. Het waren de jaren van de olieboycot, een represaille voor de westerse steun aan Israël. Dat was in West-Europa het begin van het einde van de gouden jaren. Ons land probeerde het koopkrachtverlies te omzeilen met de automatische indexaanpassing. In 1974 stegen de lonen met 45% als gevolg van 7 indexaanpassingen. In enkele jaren tijd gingen wel meer dan 150.000 jobs verloren. Er kwam recessie van. De westerse banken kregen wel veel petrodollars uit de olieproducerende landen, die zij massaal uitleenden in de ontwikkelingslanden. De meeste leningen werden afgesloten tegen variabele rentes en dat zou die landen zuur opbreken op het moment dat de renten heel sterk begonnen te stijgen. Eind de jaren 1970 verdrievoudigden de afbetalingen van de ontwikkelingslanden, terwijl hun inkomsten daalden.
John Vandaele groeide uit tot een dromer, die ergens dat ideaal van een autarkisch bestaan blijft koesteren. Hij ging in Gent psychologie studeren. In zijn familie was hij de eerste universitair, een product van de zogenaamde democratisering van het onderwijs. Jaap Kruithof leerde hem, zoals zovele generaties studenten, onbevreesd te denken en te denken vanuit een radicale gelijkwaardigheid van alle mensen. Kruithof was heel sterk overtuigd van de maakbaarheid van mens en samenleving, maar de auteur zal ondervinden dat je wel degelijk mensen kunt veranderen met therapie, scholing of nieuwe ideeën, maar simpel is dat niet. Ook erfelijkheid speelt een belangrijke rol en die verander je niet zo maar. Tijdens zijn studies raakte hij ervan overtuigd dat economie een bepalende invloed heeft op denken en zijn, en op de politiek. Maar hij zag ook hoe vakbonden een tegenmacht voor het geld konden opbouwen.
Aan de universiteit leerde de auteur een totaal andere wereld kennen. Maar de grote wereld veranderde ook aanzienlijk: de megagroei kwam tot stilstand en de industriële productie verschoof van het Westen naar goedkopere landen. Inflatie en werkloosheid waren het gevolg, maar ook een verzwakking van de vakbonden. Het neoliberalisme was geboren. De Belgische overheid probeerde de staal- en textielnijverheid te redden, maar dat leidde samen met de uitgaven voor werkloosheid tot enorme begrotingstekorten. Devaluatie en indexsprongen waren het gevolg, maar de welvaartsstaat kon overeind blijven. De auteur werd werkloos en vond later een bestaan als kleine zelfstandige. Hij zou nooit meer vergeten hoe het voelt om niet mee te tellen en zonder centen te zitten. Hij ging wel de wereld verkennen en dat zal hem later toelaten als journalist een eigen kijk te ontwikkelen op internationale toestanden. Je kan, schrijft hij, naar de wereld kijken vanuit een andere plaats dan Europa, en dan ziet die wereld en ook Europa er anders uit.
Het is niet mogelijk om hier in te gaan op de schets die John Vandaele van die wereld gemaakt heeft. Het is een omstandig, maar boeiend verhaal van de recente wereldgeschiedenis, waarbij duidelijk wordt dat de ongelijkheid tussen landen wel kleiner wordt, maar niet binnen landen. Ongelijkheidskapitalisme, noemt hij het. Soms komen ook kleinere geschiedenissen aan bod. Je leest er bijvoorbeeld hoe de krant De Morgen op een bepaald moment in de greep kwam van verkoopargumenten die de kritische invalshoek moeilijker maakten. Ook zijn persoonlijke levensgeschiedenis kan ik niet verder volgen. Ik wijs alleen nog op wat de auteur in zijn wijk, waar vroeger het Gentse slachthuis was en waar je vandaag nog de restanten van de Sint-Baafsabdij vindt, een buurtwerking hielp opbouwen. Het is een indrukwekkende werking die aan stadslandbouw doet, maar ook een 'woonkamer van de buurt' gecreëerd heeft in Herberg Macharius. Ze hebben zelfs een coöperatieve, Energent, die spaargeld van burgers bijeenbrengt om te investeren in hernieuwbare energie en energiebesparing.
Finaal pleit de auteur ervoor om een economie uit te bouwen die ecologische grenzen respecteert, een meer sociale, ecologische en Europese globalisering.
Finaal pleit de auteur ervoor om een economie uit te bouwen die ecologische grenzen respecteert, een meer sociale, ecologische en Europese globalisering. Hij vindt het onderscheid dat Fernand Braudel maakte tussen markteconomie en kapitalisme cruciaal. Tegen markten als zodanig is niets in te brengen. Er ontstaat een probleem op het moment dat grote ondernemingen sectoren domineren en onevenredig veel marktmacht verwerven. Er moet met andere woorden voldoende concurrentie overblijven. Voor Vandaele is duidelijk dat vandaag grote technologiebedrijven te veel marktmacht hebben. Hij wil evenwel niet zo maar een markteconomie, hij wil een waarheidsgerichte, egalitaire en ecologische markteconomie. Dat betekent een voldoende verdeling, een goede sociale zekerheid en respect voor ecosystemen. Daar moet een overheid in tussenkomen.
Het boek leest als een trein, zei de hoofdredacteur. Het is waar, al voert die trein je mee op een heel lange en soms wel vermoeiende reis. Je wordt de weg gewezen door een ervaren gids, die veel van de landen waar je doorheen komt heel goed kent. Hij reisde zelf niet in luxehotels, maar vertoefde meestal bij de gewone mensen, wat hem niet belette om ook met belangrijke beleidsmakers en onderzoekers te spreken. In mijn samenvatting heb ik meer nadruk gelegd op zijn persoonlijk verhaal dan in het boek zelf. Hij wisselt zijn twee verhaallijnen – kleine persoonlijke verhalen en grote veranderingen op politiek, socio-economisch en ecologisch gebied – voortdurend af. Het persoonlijke verhaal is interessant omdat het eigenlijk het verhaal is van hoe de grote veranderingen in een persoonlijk leven binnengedrongen zijn. Een zaak vraag ik mij wel af: uiteindelijk pleit de auteur voor marktmachten die binnen bepaalde perken gehouden worden, is dat echter voldoende en moet er niet grondiger gediscussieerd worden over wat en hoe geproduceerd wordt? De overheid hoeft geen bureaucratie te zijn om een regisseursrol op te nemen.
Luc Vanneste
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 10 (december), pagina 74 tot 75
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.