Abonneer Log in

Een spook uit het verleden: de terugkeer van armoede

Met simplistische grafieken lieten vooruitgangsdenkers voorbije jaren uitschijnen dat armoede binnenkort definitief naar de geschiedenisboeken verwezen zou zijn. Niets blijkt minder waar.

Bijna struikelde de Vlaamse regering deze week – anno 2022 – over armoede. De snel stijgende levensduurte en exploderende energieprijzen maken armoede opnieuw tot een politiek strijdpunt. Zelfs een in essentie vrij technisch dossier over het indexeren van de kinderbijslag, zorgt blijkbaar al voor hoogspanning in de Wetstraat.

Niet alleen het vooruitzicht van koude wintermaanden en exorbitante energiefacturen geven aanleiding tot zorgen. Ook in 2021 zocht reeds een recordaantal Belgen hulp bij de Voedselbank. Afgelopen zomer al ging het al om een verdubbeling ten opzichte van 2010. Ook het aantal aanvragen voor schuldbemiddeling zit in de lift. Het Belgische armoederisico, dat al bijna twee decennia rond de 14-15% hing, dreigt opnieuw te gaan stijgen.

Ook wereldwijd zit armoede in de lift. Volgens voorspellingen van de Wereldbank stijgt sinds 2020 de extreme armoede voor het eerst sterk, na jarenlang gedaald te zijn.

Volgens de Wereldbank stijgt sinds 2020 de extreme armoede voor het eerst sterk, na jarenlang gedaald te zijn.

Succes in het bestrijden van extreme armoede was de voorbije jaren nochtans een van de meest in het oog springende successen. Het succes werd toegeschreven aan economische groei, globalisering en kapitalisme. Zonder Covid-19 en de oorlog in Oekraïne leek het doel van een wereld zonder armoede nochtans een van de meest realistische objectieven onder de ‘Sustainable Development Goals’ die de Verenigde Naties naar voor geschoven hadden. De daling van de extreme armoede wereldwijd vormt al jaren een krachtig argument voor het vooruitgangsdenken. Door extreme armoede te definiëren als ‘levend met een inkomen van minder dan $1,9 per dag’ kon de Wereldbank-econoom Martin Ravallion een aangrijpende voorstelling (zie grafiek hieronder) maken van de extreme daling in het aantal mensen dat wereldwijd onder die grens viel.

Steven Pinker bouwde hierop voort in zijn boek Enlightenment Now (2018) om te argumenteren hoe de mensheid uit universele armoede verlost werd dankzij de opmars van het industriële kapitalisme. De premisse dat tot circa 1800 zo’n 90% van de mensheid in extreme armoede leefde, stond ook centraal in het denken over vooruitgang van onder meer Hans Rosling, Bill Gates of Maarten Boudry.

Maar hoe waarschijnlijk is die premisse? Leefde de mensheid duizenden jaren zonder onderscheid in extreme armoede om pas sinds de doorbraak van de industriële revolutie een minder miserabel bestaan te kunnen nastreven? Dat dit geen historische voetnoot betreft maar wel een ideologisch beladen kwestie, hoeft niet te verbazen. Als het (industriële) kapitalisme inderdaad de gestage uitroeiing van armoede op haar conto heeft, waarom zouden we haar dan de blijvende ongelijkheid of relatief kleine percentages overblijvende armen ten kwade duiden? Het plaatst ook pertinente vraagtekens bij onze huidige situatie. Zullen Covid-19 en Oekraïne slechts een tijdelijk obstakel blijken op het pad richting uitgeroeide armoede, of is dat pad veel minder rechtlijnig en haar einddoel minder duidelijk dan vaak gedacht?

In een nieuw artikel tracht de antropoloog Jason Hickel – gekend als hevig pleitbezorger van de de-growth beweging en criticus van het kapitalisme – het narratief over de evolutie van extreme armoede om te keren. Buiten zijn aanzienlijke schare trouwe volgers, kwam het hem vooral op hoongelach te staan. Dat is niet geheel onterecht. Hickel wordt vaak verweten aan cherry-picking te doen: die resultaten en data te selecteren die goed in zijn verhaal passen, terwijl tegenstrijdige gegevens onder de mat geveegd worden. Ook in dit artikel zijn daar voorbeelden van te vinden. Maar Hickel heeft wel een punt: er valt heel wat kritiek te leveren op de bovenstaande grafiek van Pinker en co, en al helemaal op de simplistische interpretatie die er aan gekoppeld wordt.

Recent onderzoek op basis van een verbeterde methode heeft alvast aanleiding gegeven tot een herziening van de eerdere cijfers (zie grafiek hierboven). De wereldwijde armoede aan het begin van de 19e eeuw werd schijnbaar overschat, terwijl deze tussen 1950 en 1990 vermoedelijk werd onderschat. Het resulterende beeld geeft nog steeds een sterke daling van de extreme armoede te kennen, maar volgens een veel geleidelijker pad. Rond 1920 was er in Europa nog bijna evenveel extreme armoede in Europa als vandaag in Subsahara Afrika. De vooruitgang in de brede verdeling van welvaart is in dat opzicht veel recenter dan we vaak aannemen.

De wereldwijde armoede aan het begin van de 19e eeuw werd schijnbaar overschat, terwijl deze tussen 1950 en 1990 vermoedelijk werd onderschat.

Ook omgekeerd valt er best wat te relativeren. Leefde 80 tot 90% van de wereldbevolking voor de industriële revolutie in bittere armoede? Alvast niet als je het aan tijdgenoten zou gevraagd hebben. In Vlaanderen (het huidige Oost- en West-Vlaanderen) werd in 1800 het aantal behoeftigen op 10% van de bevolking geschat. Doorheen de 17e en 18e eeuw werden 11-13% van de huishoudens te arm bevonden om bij te dragen aan belastingen zoals het maalderijgeld. Dat wil niet zeggen dat het leven van velen niet precair was: in de bevolkingstelling van 1702 in Brussel werd 35% van de huishoudens bijvoorbeeld als arm bestempeld. In veel gevallen betekende dit dat men af en toe moest rekenen op liefdadigheid of armeninstellingen om rond te komen.

Zouden wij de levensstandaard van de meeste 18e eeuwse Brusselaars – zonder auto’s, koelkasten, wasmachines, laptops en vaccins – vandaag als extreem arm bestempelen? Waarschijnlijk wel. Maar of dat een zinvolle manier is om de dagdagelijkse realiteit van hun leven te beschrijven, is hoogst twijfelachtig. Cijfers voor andere delen van Europa wijzen op gelijkaardige patronen, en vergelijkbare armoedecijfers. De stelling dat 90% van de wereldbevolking tot 1800 in bittere armoede leefde, is bijgevolg twijfelachtig. Schattingen van de evolutie van relatieve armoede tussen 1450 en 1800 tonen bovendien een geleidelijke stijging doorheen de tijd. Over de oorzaken daarvan valt heel wat te debatteren: bevolkingsgroei, de groei van de wereldhandel, het vormen van sterke natiestaten, en de opkomst van een kapitalistisch economisch systeem vormen alle plausibele verklaringen.

Niet alleen de huidige crisis, maar ook het besef dat het verleden van armoede veel minder rechtlijnig was dan vaak geschetst, spoort aan tot meer voorzichtigheid.

Over de geschiedenis van armoede is het laatste woord nog niet geschreven. Simplistische grafieken en dito interpretaties lieten de voorbije jaren uitschijnen dat armoede binnenkort definitief naar de geschiedenisboeken verwezen zou zijn. Niet alleen de huidige crisis, maar ook het besef dat het verleden van armoede veel minder rechtlijnig was dan vaak geschetst, spoort aan tot meer voorzichtigheid.

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.