Terwijl de Russische inval de solidariteit in de Europese Unie heeft versterkt, bestaat de kans dat ze de solidariteit met het Zuiden ondergraaft.
Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen – in een vorig leven nog minister van Defensie in Duitsland – sprak van 'Europe's defining moment'. Het zal wel niet zo zijn, maar dat klink alvast of het sinds Churchill geleden is dat een politicus dat zegt. Wel was wat de Europese Unie had beslist in reactie op de Russische invasie van Oekraïne een lijst met 'many firsts': voor de eerste keer worden gezamenlijk wapens gekocht en geleverd aan een land dat wordt aangevallen, voor de eerste keer wordt een sanctiepakket omschreven als een 'economische atoombom'.
En ook de solidariteit is ongezien. Voor de eerste keer activeert de Europese Unie de richtlijn 'tijdelijke bescherming' die Oekraïners op de vlucht voor Poetins bommen een veilig onderkomen biedt in Europa. Die richtlijn kwam er in 2001 na het verscheurend conflict in ex-Joegoslavië toen Europa voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd werd met enorme aantallen binnenlandse ontheemden. Voor één keer lijkt (bijna) iedereen het eens dat deze vluchtelingen wel welkom zijn.
Maar terwijl de Russische inval de solidariteit in de Europese Unie en de trans-Atlantische alliantie heeft versterkt, bestaat de kans dat ze de solidariteit met het Zuiden ondergraaft. En dat zou een vergissing van kapitaal formaat zijn.
Nog geen week voor Russische troepen over de Oekraïense grens marcheerden, waren Europese en Afrikaanse staatshoofden in Brussel om hun partnerschap te 'herbevestigen' en een routeplan voor een gezamenlijke toekomst uit te tekenen. Dat routeplan lijkt ondertussen al hopeloos verouderd.
Oekraïne is, net als Rusland, een landbouwgrootmacht. Samen met Rusland produceert het 27% van 's wereld gerst en 34% van de tarwe. Ondertussen hebben Oekraïense boeren andere zorgen aan het hoofd dan ploegen, spitten en delven. Bovendien is er geen scheepvaart meer mogelijk over de Zwarte Zee om dat graan te vervoeren. Gevolg is dat voedselprijzen op de internationale markten op het hoogste niveau zitten sinds de jaren 1970.
Daarin zit een belangrijke kiem (vergeef me de woordkeuze) voor regionale instabiliteit. Egypte – het epicentrum van de Arabische Lente – is voor 70% van z'n graaninvoer afhankelijk van Rusland en Oekraïne. Vijftien andere Afrikaanse landen zijn voor meer dan de helft afhankelijk van de twee landbouwgrootmachten om in hun graannood te voorzien.
Naast een bron van nieuwe conflicten, versterkt die dynamiek reeds bestaande crisissen, zoals in Ethiopië of Jemen. Hulpverleners, zoals het World Food Program, moeten vandaag hun voedselrantsoenen halveren om niemand achter te laten. Het was dan ook een belangrijk signaal dat minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Meryame Kitir (Vooruit), net in deze periode een VN-conferentie rond de situatie in Jemen bijwoonde. De crisis in Oekraïne mag de bestaande crisissen niet doen vergeten, die door deze situatie trouwens nog dieper gaan etteren.
De crisis in Oekraïne mag de bestaande crisissen niet doen vergeten, die door deze situatie trouwens nog dieper gaan etteren.
Tegen die achtergrond vragen Afrikaanse leiders zich al langer af of ze nog wel op hun Europese partners kunnen rekenen. Zoals Kathleen Van Brempt eerder schreef in Samenleving & Politiek leidt de impasse over de vaccinpatenten tot diep cynisme bij de Afrikaanse Unie. Dat wantrouwen kwam pijnlijk tot uiting tijdens een veel besproken stemming over een VN-resolutie die de Russische agressie moest veroordelen. Een overweldigende meerderheid van 141 landen stemden voor die veroordeling, maar Afrikaanse landen waren goed voor de helft van de 35 landen die zich onthielden. Daaronder ook regionale spelers als Zuid-Afrika of Senegal. De Senegalese president verwees naar de 'niet-gebonden' geschiedenis van Afrika en stelde geen kant te willen kiezen in andermans conflict. Toen ik onlangs zelf in Senegal was, verwoordde een Senegalees gespreksgenoot dat als volgt: 'Sarkozy mocht Libië bombarderen omwille van plat eigenbelang, dat maakt de Europese houding nu op z'n minst wat dubbelzinnig'. Die houding doet misschien niet verbazen, gelet op de recente ervaringen van een ongelijke aanpak van de pandemie. Afrika houdt z'n opties open.
Verbazend is die houding dan wellicht niet, zorgwekkend des te meer. Terwijl Europa de blik – terecht – oostwaarts richt, op de bommen, het menselijk drama en de vele vluchtelingen, bestaat het risico dat we hem steeds meer afwenden van het Zuiden. Ondertussen doen China en Rusland dat wel, met een model dat zich weinig aantrekt van de democratische rechtsorde. Solidariteit met Afrika is dus geen zaak van moraal en ethiek, het wordt ook een zaak van zelfbehoud.
Samenleving & Politiek, Jaargang 29, 2022, nr. 4 (april), pagina 2 tot 4
Abonneer je op Samenleving & Politiek
Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.